donderdag 20 maart 2014

Weblogbrief 9.23, 20 maart 2014

Weblogbrief 9.23, 20 maart 2014

Queridossosos, beste saaie pieten, zo ben je nog in Maastricht en niet veel later zit je al weer anderhalve week voor de kust van Afrika. De tijd vliedt. Morgen begint de lente, ook hiero, is dat niet wonderbaar? “Als de lente komt, dan breng ik jou tulpen uit Amsterdam”. Ik denk dat ik de lente misschien nog wel aangenamer vind dan de zomer, serieus.

Muziek maar weer. Jullie wisten het al, maar hier en nu ga ik het bevestigen: ik heb iets met Al Bowlly. De man is uit 1899, geboren in wat nu Mozambique heet, maar even later was hij al volbloed Engelsman. Hij ziet er op foto’s uit of hij net uit een Gillette-reclame is gestapt.Wat een zanger! Zijn platen, 78 toeren, maakte hij bij mijn weten vanaf 1927 en hij ging daarmee door tot in Londen in 1941 door een Duitse bom geveld werd. Het heeft wel iets van de Engelse Carlos Gardel, is ook uit dezelfde tijd. $Ik had eerder een beperkt aantal nummers van hem, o.a. “It Might As Well Be Spring”, “The Very Thought Of You”en “Roll Along, Prairie Moon”, maar door Rocky’s inspanning zijn er daar nog een kleine 200 bijgekomen. Hoe ga ik die aan jullie verkopen? Ik kies ervoor om jullie steeds te confronteren met het eerste nummer horend bij iedere letter van het alfabet. En helaas, ik heb (nog) geen liedjes die beginnen met een van de letters F, Q, V, X en Z. Hier zijn de eerste liedjes van Al Bowlly van alle andere letters:
01.Adeline
02.Balloons
03.Call it a day
04.Dance Hall doll
05.Eadie was a lady
06.Give me a ranch
07.Happy days are here again
08.I found you
09.Jig time
10.Kiss by kiss
11.Lady, play your mandolin
$12.Marta
13.Never break a promise
14.Old man of the mountain
15.Peach of a pair
16.Riding home
17.Sing another chorus, please
18.Take itfrom me
19.Up in the clouds
20.Walking throughmockingbirdlane
21.You can’t stop me fromlovingyou
Om de cijferaars onder jullie tevreden te stellen: van de U heb ik alleen “Up in the clouds”, dat er ook bij staat. En bij de K moet ik het doen met in totaal maar drie nummers: “Kiss by kiss”, “Kiss me goodnight” en “Koppa-Ka-Banna”, een verbastering van Copacabana, neem ik aan. Aan de andere kant heb ik maar liefst 29 nummers met aan het begin een I, maar ook bijv. de A, de B, de L, de M en de T zijn royaal vertegenwoordigd in mijn bibliotheekje liedjes van Al Bowlly. Tot de allerlaatste, in W.O. II, die hij op mijn schijf heeft gezet, horen o.a. “A little rain must fall” en “Whose taking me home tonight?”
En dan, wat zijn de diverse orkesten goed die het voorrecht hebben om Al Bowlly te mogen begeleiden. In zijn beginjaren was de zanger trouwens een van de vele instrumenten van zo’n orkest, niet veel meer; zo was dat in die dagen. Een bekende orkestleider met wie Al Bowlly vele platen opnam, is Roy Fox, maar ook andere orkestleiders, zoals Maurice Winnick, verdienen enig krediet.
Ik ga er maar van uit dat ik door van iedere letter voor het eerste liedje te kiezen een acceptabele doorsnee van de man zijn kunnen voor het voetlicht breng. Hier is Al Bowlly met mijn compilatie van 21 nummers, als achtergrond bij mijn brief aan jullie.

Wat me hier opvalt, is de verschillende hoogtes van de diverse woningen en flatgebouwen. In Nederland is het haast ondenkbaar dat in een straat niet alle huizen ongeveer dezelfde hoogte hebben; hier wisselen hoog en laag wisselen elkaar af of het niks is. Neem als voorbeeld mijn autovrij stukje Luis Morote (waar mij nu iets te veel Vuelve A Latir schoonmaakauto’s doorheen komen, ook op onchristelijke tijden, maar dat terzijde). Aan de overkant gaat het van 13 naar 23, met op begane grond zes neringen. Daarboven is het aantal etages op nummertje 13 zeven, op 15 (Azafrán) drie, op 17 en 19 zes, dan komt op 21 Dócil met slechts een etage erop en tenslotte MaxDream met een zestal. Aan mijn kant van de straat is het van hetzelfde laken een pak. Hier zijn maar drie nummers, 28, 30 en 32. Op 28 boven Bankia zijn in flatgebouw Bonamar zeven etages. Op 32 is dat ook het geval, alweer zeven etages, nu van flatgebouw Parquemar, boven een winkel van Topaz. Bij mij beneden op nummertje 30 zitten naast elkaar CK Electronics en Cafetería Nuevo Murias. Daar bovenop geeft het echter maar drie etages, een heel stuk minder.
Mijn vermoeden is dat mijn stukje straat exemplarisch is voor de woningbouw in Las Palmas. Hier mag gewoon meer dan in Nederland, waar de welstandscommissies mij ietsje te belangrijk worden gevonden. Die commissies doen goed werk, vind ik, maar nogal eens overdrijven ze het een beetje.

De Chinees aan Las Canteras boven El Ancla, voor de Scandinaviërs onder jullie Ankkuri, heeft rond de carnaval het loodje gelegd. Hier in Las Palmas kun je in Chinese restaurants voor minder dan een tientje terecht; dan wordt (met een t?) je zo ongeveer alles voorgezet wat “ze” in huis hebben. Aan de boulevard zijn er verschillende tegen een weggeeftarief, maar die boven El Ancla was een uitzondering op de regel. Hij, die Chinees, was wat duurder, maar ook ietsje luxueuzer. Je kon er heerlijke haaievinnensoep krijgen, een delicatesse!
Nu zit er de zoveelste cervezería op die plek, met de bekende tafeltjes en stoeltjes buiten. Het is zelfs een beetje dringen, omdat El Anclaerboven en buurman BlancoSaharameedingen met tafeltjes en stoelen buiten. De nieuwe zaak noemt zich “El Rincón Aragonés”, een stukje peninsula op mijn eiland. En hoe heet de hoofdstad van Aragon ook al weer? Dat zal Zaragoza zijn.

Net zoals in Nederland vind ik nogal wat mensen, vooral mensen van mijn leeftijd, aan de saaie kant. Er kan geen lach af en voor een origineel idee kun je beter niet bij hen zijn.
Soms kom je even niet op woorden die je best wel in je hoofd hebt zitten. Vraagje aan jullie: wat is “saai” in het Spaans? Weten jullie het niet? Het gebruikelijke Spaanse equivalent is “aburrido”, laat daar geen misverstand over zijn. Ik kijk, speciaal voor jullie, ook nog eens in mijn groot woordenboek, en zowaar, daar kom ik ook “insulso”, “tedioso” en last but not least “soso” tegen. “Soso”, dat is nou eens een woord naar mijn hart. Ik verander er zelfs bij dezen mijn aanhef van deze brief voor: “queridossosos”.
Overigens, saai is m.i. iets anders dan monotoon, “monótono”, en zeker verschillend van vervelend,”pesado, desagradable”.

Afgelopen maandagochtend was Etel weer eens druk in touw om mijn flat een beurt te geven. Toen ik vond dat ze wel erg lang in de badkamer bezig was met schoonmaken, ging ik maar eens vragen of het daar misschien zo smerig was. Ik zei: “si sucio” en wist ter plekke al dat het niet klopte. Het moet natuurlijk “tan sucio” zijn, eventueel “bastante sucio”, “medio sucio”of als het erg vuil is, “muysucio”.
Ons woordje “zo” in de betekenis van aldus is “asi” en “asi, asi”staat voor zo zo (niet “soso”). Muzikanten hier zeggen wel “asi”, als hun liedje is afgelopen. Als zo voor het zoveel staat, is het “tanto” en voor een bijvoeglijk naamwoord, dermate, is het “tan”. “Tanto por ciento” is zoveel procent en “a tantos de marzo” de zoveelste maart.”Tan grande como” is zo groot als en “tan fácil” is wel zo gemakkelijk. Dat gemier met “tanto” en “tan” lijkt me terzijde echt een onderwerp waar ik met rijmwoorden gemakkelijk een Spaans lesje van kan maken. Zie verder hieronder.

Dinsdagmiddag laat dacht ik: ik heb geen zin om vandaag over Las Canteras te promeneren. Laat ik eens guagua 21 nemen naar La Ballena, een winkelcentrum waar ik al meer dan een jaar niet meer geweest ben. La Ballena, dat is Spaans voor walvis, is ook een nering aan het strand van Benidorm, waar Trudie en ik de nodige jaren terug nog eens gezellig aan de drank hebben gezeten met overbuurman Frans, intussen al weer vele jaren dood, en zijn vrouw Gertie. La Ballena hier in Las Palmas is een drie etages diep, want het zit enigszins ondergronds, winkelcentrum vlakbij het Dr Negrin ziekenhuis. Waarom er een grote, witte koepel op het winkelcentrum staat, is mij onduidelijk, maar een herkenningsteken om daar uit de bus te stappen is het wel.
La Ballena heeft in de kelder een vestiging van een Daily Price (tweedehands) CD- en DVD-winkel waar ik in het verleden wel vaker prima muziek vandaan heb gehaald. Nu maakte ik eerst een rondje langs allerlei winkels op nul hoog, daarna min één en ten slotte min twee, voordat ik Daily Price met een bezoek zou vereren. En dan zie je het bekende werk een voor een aan je voorbij trekken. Ik noem maar een zijstraat: Mister Mint, Casa Ricardo, Multiópticas, base (met een kleine letter), Encuentro, C&A, Food Locker, Rocasa, en ga zo maar door. Echter, echter, de Daily Price winkel was intussen gesloten; het filiaal hier is met al dat gratis downloaden van muziek kennelijk niet meer rendabel.
Wat doe je dan? Linea recta weer teruglopen naar de bushalte? Een mens moet wat, dus nam ik een uitgebreid kijkje in de Carrefour die op min een in La Ballena gevestigd is. De indeling van de winkel is nagenoeg hetzelfde als in de andere twee Palmese Carrefours, op het einde van Las Arenas en in het zuiden bij de nieuwe gebouwen van de Medische Faculteit. Ik vond het in ieder geval tijd om weer eens verse “morro” in te slaan, maar helaas, die was volgens een uiterst behulpzame verkoopster net uitverkocht. De volgende ochtend kon ik er weer voor terecht in de zaak. Met een camembertje en een aantal blikjes, keurig in een “bolsita”, liep ik vervolgens toch maar naar de lift naar boven. In café “Quintacumbre” vlakbij de lift was behalve het personeel niemand present op een oudere man na die verveeld aan de bar hing. Keurslager Juan Ramón van de carniceríahad zijn zaak maar dicht gelaten.
La Ballena, ik denk dat dit echt de laatste keer was dat ik daar een kijkjeben gaan nemen. Nogal een doodse bedoeling!

’s Avonds zat ik op mijn balkon te lezen in boek 2, van René Appel, zie verder benden, toen ik ineens bedacht dat ik nog een DVD van Columbo op de plank had liggen. Dus zag ik vanaf half 10 “Marco para un asesinato” op mijn laptop. Het is er een uit de eerste serie verhalen van de “lieutenant”, die steeds weer opnieuw razendsnel doorheeft wie de dader is en hoe hij hem of haar genadeloos moet vastpinnen. Wat is Peter Falk trouwens nog jong, als hij in 1971 als Columbo een kunstcriticus de das om mag doen, nadat die zijn oom, een schatrijke kunstverzamelaar, heeft doodgeschoten en daarna ook nog zijn handlangster heeft gekild.

Gisteren was het, althans hier, “Día del padre”. Bij jullie is dat alleen maar 19 maart, de naamdag van iedereen die Jozef of dergelijke heet, hier prijken de foto’s van vaders in de etalages van diverse winkels. “Se lo merece”, staat erbij, “hij verdient het”, ik zou het zelf niet treffender kunnen zeggen. De bekendste Jozef die ik ken, is Youp, maar hier is José Feliciano met zijn evergreen “FelizNavidad” een koploper.
Ik kan het niet laten, daar hoort een speciaal “padre” muziekje bij. Ik verwijderde gisteren braafjes eerst mijn Al Bowllycollectie van mijn i-Tunes om VioletaParra’sonvergetelijke “QuéDirá El Santo Padre?” op te zetten. Is ze niet een vroegere communiste uit Chili? Ik heb het nummer op verschillende CD’s van haar staan. Het is (o.a.) liedje 3 op CD 9 van de Collección Universo Latino van El Pais. “Muyimpresionante”.
En pas na dat nummer mag ik naar mijn tweede CD van vaderdag: “Canciones de mi padre” van Country en Western zangeres Linda Ronstadt. Zij heeft de CD in 1987 opgenomen en was daarna ook nog goed voor “Mas canciones” in 1990 en “Frenesi” in 1992 (plus een compilatie van haar Mexicaanse nummers in 1992, “Mi jardin azul”.) Hier zijn de nummers van haar eerste Spaanstalige CD:
01.Por Un Amor
02.Los Laureles>BR> 03.Hay Unos Ojos
04.La Cigarra
05.Tú,Solo Tú
06.Y Andale
07.Rogaciano El Huapanguero
08.La Charreada
09.Dos Arbolitos
10.Corrida De Cabnanea
11.La barca De Guaymes
12.La Calendria
13.El Sol Que Tú Eres
Moet ik weer in superlatieven vervallen? Linda Ronstadt, van (o.a.) “Blue Bayou” en “To Know Him Is To Love Him”, heeft met “Canciones De Mi Padre” echt de spijker boven op de kop geslagen. Nummers als “Por Un Amor”, “Hay Unos Ojos”, “Tú, Solo Tú” en “Dos Arbolitos”, daar kan ik echt bij weg zwijmelenen het nummer “Rogaciano El Huapanguero” vind ik,in ieder geval op vaderdag, het beste liedje dat Linda Ronstadtooit gezongen heeft.

En dan heb ik nog een reclame voor jullie. Ik liep op de vroege vaderdagavond over de Fernando Guanarteme en zag, ongeveer ter hoogte van en tegenover hotel Astoria, een nering van Carglass. Ik heb tot dusver gedacht dat dat een Nederlandse firma was om een beetje gebroken autoruiten te repareren. Misschien is dat ook zo, maar nu zit Carglass in ieder geval ook in Las Palmas de GranCanaria. Hij was helaas dicht, maar op de grote ruiten stond wel: “¿Luna rota?” en “Reparamos y sustituimostodotipo de lunas” en zelfs ook “Unallamada. Unasolución” met een telefoonnummer erbij. Dan hoef ik jullie niet meer uit te leggen waar dat “luna” voor staat. Daar wordt hier niet alleen de maan mee aangegeven, maar ook de spielgelruit van een auto. “Carglass repareert”, ook op zijn Spanjools.

Hier is mijn uitgestelde mijn Spaans lesje van deze brief: welke woorden rijmen op “tanto”? En kom me nou niet aan met heel lange woorden zoals esperanto. Ik zoek woorden van maar twee lettergrepen. Allereerst is daar “canto”, dat voor zang staat, zoals in “un canto a Galicia”. Dan is er “manto”, het Spaanse woord voor een mantel bij weekdieren, maar hebben weekdieren überhaupt wel een mantal? (Een “manta” is een deken en een jas/mantel is een “abrigo”). En uiteraard is er ook “santo”, heilig of heilige. “Dormir como un santo” is in het Nederlands slapen als een marmot en een patroonheilige is in goed Spaans een santopatrón. De mijne is op 29 juni, de naamdag van San Pedro y San Pablo. Vóór de naam van een heilige zeg je normaliter niet “Santo” maar “San”, zoals in San Nicolás en San Martín. Bij damesheiligen is het daarentegen “Santa”, zoals in “Santa Catalina” en “Santa Ana”, de heiligen van twee belangrijke pleinen (“parques”) hier.
Zullen we ook nog “tan” doen, we kunnen het maar gehad hebben? Vooruit, maar dan echt alleen de eenlettergrepige woorden. “San”zoals in San Telmoen San Bernardo heb ik al genoemd. “Han” en “van” zijn alleen werkwoordsvormen en woorden als “can”, “jan”en “ran”staan wel in mijn woordenboek, maar zelfs de meeste Spanjaarden hebben geen idee wat ze betekenen. Naast “san”blijven er maar een paar echte rijmwoorden over, allereerst “fan”, bewonderaar, en “gran”, groot, voor een zelfstandig naamwoord, zoals in “ungranhonor”, een grote eer en “ungrancomilón”, een grote eter. Ikzelf heb iets met de P van “pan”, brood zoals in “pan tostado”, geroosterd brood, en “pan integral”, volkoren brood. En ten slotte kom ik nog op “plan” zoals in “plan de campaña” (een plattegrond is een “plano”).

En dan is het alweer vandaag, donderdag 20 maart. Ik heb jullie toegezegd dat ik mijn brief vandaag verstuur en hier is-t-ie. Morgen begint de lente en zie ik Eva aan het zwembad bij een hotel in Playa del Inglés, hier in het zuiden van het eiland. Gaat ze me met terugwerkende kracht nog feliciteren met vaderdag? Wie weet. Daar zal ik een volgende keer graag over berichten, waarschijnlijk woensdag 26 maart, wanner mijn laatste winterbrief het licht zal zien.
Voor nu, ga voor een keer eens op tijd naar bed. Vanaf morgen is het van “It might as well be spring”, zoals Al Bowwly heel lang geleden al kweelde, maar de zomertijd gaat pas op de 30stein. Eet ook eens iets lekkers, een voorjaarstompoes van de Hema, maar niet door de week, als je tenminste nog in vasten gelooft. Ik neem monter weer tijdelijk afscheid, tot ziens, hastaluego, Pi Pa Paulus.

BOEKENBIJLAGE

Een winter zonder een boek van Val McDermid gelezen te hebben is niet echt geleefd. Op het vliegveld in Düsseldorf kocht ik, in afwachting van mijn zilveren vogel naar Gran Canaria, het allerlaatste van haar uit 2013, mijn paperback is zelfs van 2014: de 470 bladzijden dikke “Cross and burn”. De titel verwijst naar een citaat op (o.a.) blz. 156: “Remember what they said about bridges. The hard thing is to know which ones to cross and which ones to burn.” Burning bridges, het is ook de titel van een liedje, in Nederland zou het zijn: je schepen achter je verbranden. De plaats van handeling is net als eerder het denkbeeldige Bradfield, in de buurt van Bradford en Huddersfield in Noord-Engeland, zal ik maar zeggen.
Op de kaft van het boek, niet erg mooi deze keer, staat dat het om een nieuwe Tony Hill thriller gaat. Dat is ook zo, Carol Gordon zie ik eveneens van de partij, maar de hoofdrol wordt deze keer toebedeeld aan Paula McIntyre, een van de leden van het voormalige Major Incident Team. Ze werkt intussen voor DCI Alex Fielding, die bij een misdaad vooral op een snel resultaat uit is. Paula is meer van het aftasten, interviewen en iemand als Tony Hill kan van zijn leven geen moordenaar zijn.
Eerder is de Poolse Nadia Wilkova vermoord en nu is Bev McAndrew vermist. Paula en haar baas gaan op zoek naar de dader en als Tony Hill onder verdenking komt te staan, zit hij in tijd van niks door toedoen van Alex Fielding in de gevangenis. Dan gaat zelfs Carol Jordan zich er tegenaan bemoeien, hoewel die eigenlijk niks meer met de politie te maken wil hebben (vanwege haar trauma met Jacko Vance; zie McDermid’s vorige boek “The Retribution”). Tot overmaat van ramp verdwijnt vervolgens ook Marie Mathers van het scherm, het nieuwe hoofd marketing van Tellit, een “mobile phone and data network company”. Wie en wat zit erachter?
Voordat ik naar mijn beoordeling van het boek ga, wijs ik er maar weer eens op dat Val McDermid een soort Engels schrijft dat ik me nooit meer eigen zal kunnen maken, zelfs al zou ik al mijn verdere pensioendagen in Bradfield gaan doorbrengen. Ik kan haar Engels redelijk goed volgen, maar op iedere bladzijde staan woorden en zinnetjes waar ik van zijn leven niet zelf op zou komen. Jullie willen een voorbeeld? Wat is een “duvetday”?
Op blz. 278 lees ik: “The best profilers are the other sides of the coin from the people they hunt?” Hebben we het dan over Tony Hill? Zijn opgetrommelde advocate zegt over hem op blz. 400: “In crime terms, you’re the bee’s knees. A profiler gone rogue? It doesn’t get any better than that.”Daar heb ik weinig tot niks aan toe te voegen, zo to the point is het.Laat ik voor de show eerst The Guardian eens citeren over dit boek: “McDermid’s ability to wrong-foot the reader remains second to nothing”. Of The Observer: “McDermid remains unrivalled…Briljant”. Ze heeft ook naar mijn bescheiden mening met “Cross and burn” een meesterwerkje afgeleverd, het zoveelste. Ik ga het boek in Maastricht direct naast bijv. “The place of execution” van haar zetten, in het Nederlands vertaald met “De terechtstelling”, in het plankje van de buitencategorie. Mijn recensiecijfer is navenant: “Val McDermid krijgt van mij voor het “Cross and burn”een 9½; ik ben himmelhochjaugzend. Dat er nog meer boeken van haar mogen volgen…

Is één plus één minder dan twee? Wie komt er in hemelsnaam op dat idee? In ieder geval doet het mij plezier jullie te kunnen verblijden met mijn recensie van een tweede boek: “Noodzakelijk kwaad” van René Appel. Het is uitgekomen in 2002, maar geschreven laat in 2001, toen we in Nederland nog net de gulden hadden. Het stadje waar het allemaal gebeurt, is onduidelijk, maar als iemand van jullie mij een plaats noemt met én de Hilvoortselaanén de Buitensingel, zou dat zo maar de juiste kunnen zijn.
“Noodzakelijk kwaad” vertelt over twee gezinnen, dat van Franka en Menno Hulsdonk en dat van Wouter en Suzan Wesselingh, allebei plus kinderen. De mannen hebben samen een aannemersbedrijfje en de vrouwen, vooral Franka, heeft niet veel om handen. Ze begint een verhouding met Wouter en dochter Cécile van Franka en Menno komt erachter. Cécile is 17 en gaat het huis uit om met lesbiënneDanny samen te gaan wonen. Om een (niet zo) lang verhaal kort te maken: Franka en Menno zouden naar Australië op vakantie gaan, hun vliegtuig heeft een dag vertraging en ze keren terug naar huis voor nog een nachtje in hun eigen bed slapen. Dan hoort Franka stemmen beneden, waar Danny en Cécileop dat moment bezig zijn om geld uit de kluis te halen. Daarin zit ook een pistool dat Menno, of eigenlijk Wouter, even eerder buit gemaakt heeft op Michael, de man van twee koffieshops, die behalve wiet ook hard drugs verkoopt. Danny of Cécile schiet Menno per ongeluk dood, terwijl – om de zaak te compliceren – buiten voor de deur Wouter in zijn auto zit te denken aan Franka. Enz., enz. De twee rechercheurs van politie, Clemencia en Mulder, hebben er een hele klus aan om de zaak tot klaarheid te brengen, als hun dat überhaupt lukt.
Ik vind “Noodzakelijk kwaad” een best te pruimen thriller. De verhaallijn heeft iets authentieks en de schrijftaal van René Appel is vlekkeloos (zonder N). Niettemin, het boek is wel net ietsje te lang en van de dromen en daderspelletjes in het boek ben ik geen fan. Toch geef ik René Appel voor zijn boek een aardige beoordeling; ik kom uit op een 7½. Nederlandse moordboeken hebben het vaak met veel minder moeten doen. Op mijn e-reader staat nog meer werk van René Appel die ik niet ken. Dat gaat er t.z.t. ook aan geloven. Helpt elkaar, koopt Nederlandse waar!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten