vrijdag 29 november 2019

Weblogbrief 15.04, 29 november 2019

Weblogbrief 15.04, 29 november 2019

Queridos amigos y familia, een beetje opluchting is het wel, nu ik een week heb om mijn vierde brief in elkaar te flansen. Het idee bekruipt me om het de komende dagen eerst eens rustig aan te doen. Geen poespas, alleen iets op te schrijven, als ik echt iets te vertellen heb.

Aan de andere kant, deze brieven zouden vooral gaan over wat ik zo al meemaak, het dagelijkse leven, en laat ik dus maar gewoon beginnen bij 22 november en dan stap voor stap doorgaan. Ik kijk uit bus 12 vlakbij El Corte Inglés en laat jullie dan al meegenieten van de etalage van een winkel, genaamd "Extensiones De Cabello. 100% Natural". In de zaak kun je echt alle haarstukjes en pruiken kopen die je hart begeert. Mijn vraag is of ik überhaupt met zo'n matje op mijn hoofd zou willen lopen.
Bij het gerechtsgebouw in Las Pamas-Zuid hangt een advertentie van de club die kinderleukemie nog verder wil terugdringen. Als blikvanger staat er een meisje bij met een wel heel kale kop. "La que tengo, se llama leukemia", is de adstructie en geloof maar dat de adventie klanten trekt. Hij hangt er al jaren, terecht. Misschien moet je als vrouw of man zonder haar, door een ziekte of je genen, gewoon doen; je hoort er gewoon nog steeds bij. Zelfs een hoedje op je hoofd lijkt me aan de overdreven kant.

Vlak voordat mijn favoriete bus de weg op draait naar het San José ziekenhuis, komen we langs een café met de naam "El Trujillo". Wat is dat nou weer? Is dat een beest, zoals een kip of voor mijn part een haantje de voorste? Ik kan de betekenis niet vinden in mijn dictionair. Laat ik het Sonia straks eens voorhouden.

"Op het werk" doe ik mijn ding, wat vooral bestaat uit mijn brief 15.03 posten en nummertjes 15.03 en 15.02 met terugwerkende kracht afdrukken voor mijn eigen bestwil. Dan doe ik mijn e-mail en bedien vooral Trudie en Harry deze keer. Trudie wil natuurlijk weten wat de reparatie aan mijn wasmachine heeft gekost (146 euri). Harry krijft opbouwend commentaar op zijn prachtige stuk over de geschiedenis van Boedapest. Er komt nog een deel 2 van hem over de Stalinistische en Orban-jaren. Als zijn verhaal daarover net zo goed is als dat over de eeuwen daarvoor, ga ik zijn "website" opnieuw bij jullie in de aanbeveling doen.

Om even over 4 bin ik terug op het honk en komt Sonia al aanzetten, vol goede moed. Ze brengt haar wangen in gereedheid, als ze boven aan mijn trap staat, voor twee "besitos". Dan vraag ik haar naar de betekenis van "trujillo". Dan blijkt dat ook zij onbekend is met het woord. Is het niet gewoon een "apellido", een achternaam of een bijnaam? Een "trujal" is een olijven- of druivenpers, maar dat lijkt er niet echt op.

Als Sonia eenmaal aan het "pótse" is geslagen, maak ik jullie erop opmerkzaam dat "Zondag Met Lubach" is pas weer a.s. zondag is en ik daar nog niks over te melden heb. Een voorspeller ben ik niet, zelfs niet van een cabaretprogramma. Dus verveel ik jullie nog maar eens met een reclame van 1Phone 11: "Tres hurras porque tenemos el mejor precio", staat er op een bord, drie hoeraatjes omdat wij de beste prijs hebben.
"Hurra", ook wel "viva", is het gangbare woord hier voor een hoeraatje. Zouden er ook equivalenten zijn voor een "High 5" en een boks, roept de koopman in mij dan? "High" in de betekenis van "in een roes" is in het Spaans "volado", maar die betekenis zoek ik niet. Ik vrees dat ik met "alto cinco" ook geen hoge ogen gooi. Dus is het nogmaals tijd om mijn hulp in te schakelen. Volgens Sonia is "high 5" gewoon een argot-woord voor "saludo", groet. Dat geldt idem dito voor een boks, een andere vorm van wederzijdse instemming onder vooral jongeren. Helaas, specifiek Spaanse woorden kan ook zij voor beide zaken niet ophoesten.

Na drie uur onafgebroken arbeiden is Sonia behoorlijk moe, "cansado". (Niet te verwarren met "casado", dat getrouwd betekent.) Ik heb haar verteld dat Lluis ook nog zou komen met een nieuw televisietoestel, maar om kwart over 7 uur is nog geen taal of teken van hem te bespeuren. Ik spreek met Sonia af voor over 15 dagen en ga maar eens op het balkon zitten met enige mondvoorraad.

Om half 9, typisch Lluis, gaat de telefoon en vertelt hij me dat de televisie sjouwen hem te zwaar valt. Anderen gaan hem morgen of maandag bij me installeren. Een uur later, ook typisch Lluis, staat hij toch met een gloednieuw apparaat voor me, nog keurig in zijn doos. Hij pakt het uit, een Smart TV 5522, zet de steuntjes eronder en zet het of de daarvoor bestemde lage kast. Dan zoekt hij de diverse zender via de automatische keuzeknop op. Hij (en ik) komen tot een totaal van zo'n 30, als we de dubbele weglaten. Het zijn bijna allemaal Spaanse en Canarische zenders; het aantal Engelstalige – vooral voor kinderen - is erg beperkt, op één hand te tellen. Het uiterst platte toestel is, meet ik later, zo'n 93 bij 52 centimeter. De diameter – en daar gaat het geloof ik om – is 109 cm oftewel 109 :2,5 = 43 inch. Ik kijk tegen een wel heel scherp beeld aan. Nou weet ik zeker dat ik me in Maastricht na carnaval ook zo'n LED TV zal gaan aanschaffen, ter vervanging van mijn zeer driedimensionale, maar onverslijtbare TV-kast (uit de middeleeuwen, ze kan linea recta het museum in).
Lluis is vervolgens niet te beroerd om ook nog even de tafel die op het balkonnetje staat, te verplaatsen naar de tussenkamer. Met name het blad van de tafel is bij mijn weten loodzwaar en dient nauwkeurig op het onderstel gezet te worden. Dat doet hij. Om 10 uur is mijn "dueño", huisbaas alweer op de terugweg naar zijn SUV, die beneden fout geparkeerd staat. Lluis, bij tijd en wijlen is het toch wel een "toffe gozer". Ik nestel me hernieuwd op het balkonnetje, met een drankje en nootjes. Het gevoel bekruipt me dat mij weinig verkeerds meer kan gebeuren.

Op de zaterdagmorgen kom ik op het lumineuze idee om Brigitte Bardot eens een kans te geven om als "chanteuse" te gaan vlammen op mijn laptop. De Française uit 1934 en ze zou nu dus op de gezegende leeftijd van 85 moeten zitten. Wie kent haar niet, van de Franse film, maar ook van bijv. de originele versie uit 1967 van "Je t'aime, moi non plus" samen met Serge Gainsbourg. Ik heb een "Best of" van haar uit 2002 en een drieluik dat dit jaar is uitgekomen. Laat ik eens voor de laatste kiezen en dan vooral het deel "Ciné musique – Bardot et le cinéma, bandes originales de films". Op die CD van de drie staan 26 nummers, maar een behoorlijk deel ervan is instrumentaal of met zang van andere artiesten. Blijven er negen nummers over, waarop B.B. zingt, al dan niet met een ander erbij. Hier zijn ze:
01. La madrague
10. Sidonie
14. Ah, les petittes femmes (+ Jeanne Moreau) (Viva Maria)
15. Paris, Paris, Paris (+ Jeanne Moreau) (idem)
16. Harley Davidson
18, Bonnie and Clyde (+ Serge Gainsbourg)
20. Chacun son homme (+ Annie Girardot) (Les Novices)
22. Sur le boulevard du rhum (Boulevard Du Rhum)
24. Plaisir d'amour (+ Guy Marchand) (idem)
Voor wie het niet (meer) weet, een "madrague" is een tonijnfuik. Als ik eerlijk ben, had ik wat meer filmnummers van Brigitte Bardot verwacht. Aan de andere kant, ik vind haar stem niet echt geweldig, niet zodanig dat ik jullie ook nog eens met tientallen andere liedjes wil vermoeien.

Hier is mijn variant van "maandag, wasdag". Ik heb me al jaren aangewend om op de zaterdagmorgen een was te draaien (omdat dat, in ieder geval in Maastricht, goedkoper is?). Hoe dan ook doe ik de wasmachine weer eens boordevol, voeg royaal waspoeder toe en draaien maar! Als de was klaar is (plus vijf minuten wachten), haal ik hem weer uit de machine en hang hem netjes te drogen op mijn plat.
Ik zit daarna lekker op mijn balkon te lezen, als ik ineens Carlos beneden hoor roepen: "¡Hoppa! Hoppa!" (Inderdaad, in het Canarisch, dus met een omgekeerd uitroepteken in het begin.) Uit het niets begint het dramatisch te hozen, we geloven onze eigen ogen nauwelijks. Dat wordt met voorrang de spullen weer binnenhalen, maar als ik dat gedaan heb, is hij al door- en doornat. Wordt het toch nog een dagje binnenshuis drogen in de tussenkamer.
Na een kwartier schijnt de zon weer in de Luis Morote, alsof hij niet is weggeweest. maar ik ben niet gek en hang de was niet meer terug te drogen op het plat.

Een mens moet wat, dus ga ik 's avonds maar eens een kijkje nemen op (Parque) Santa Catalina. Op het tweede deel, bij museo Elder, is het koppelverkoop. In het haast pikkedonker wordt reclame gemaakt voor "Dona sangre", geef bloed. In 20 minuten is het gebeurd, staat er, maar ik vermoed dat mensen zoals ik, met al hun medicatie, buitengesloten worden. Ter verlevendiging van het "Dona sangre" speelt een regionale folkoregroep (uit Aguïmes?) de sterren van de hemel, maar mijn hemel is het niet. Dus weet ik niet hoe snel ik me onder de bezoekers moet gaan begeven van de uitgebreide tentoonstelling vlakbij. Ze heet "Fashion & Friends" en het onderwerp is "moda cálida", kwaliteitsmode. Echter, ik het nog van eerdere jaren: het stikt er van de kraampjes, waar mensen je iets proberen aan te smeren, maar iets van mijn gading, ho maar. Misschien vind ik de "stand" van drankje "Flor De Sevilla" nog het aardigst, omdat ze je daar ongegeneerd en gratis een slokje laten proeven.
Niet veel later ben ik al weer bij het deel van restaurant Fataga op het plein. Daar is het heel druk met vooral mensen van middelbare leeftijd die net als ik de "Fashion & Friends" al gedag hebben gezegd. Er speelt ook behartenswaardige muziek. Met `Unforgettable" van Nat King Cole in mijn achterhoofd loop ik terug naar de kant van Santa Catalina waar het een en al terras is. Een nieuw, groot etablissement daar, vlakbij tabakswinkel La Esfinge, de sfinx, heet La Catalina (hoe komen ze op de naam!). Daar is nu buiten een orkestje in de weer en "dus" is het vooral daar te doen. Echt stampvol is het voor de deur. Zo waar zie ik ook tientallen mensen met hun beentjes van de vloer gaan. Het wordt tijd dat ik boodschappen ga doen en me terug ga trekken op mijn "piso", appartement.

Zondag rustdag, maar ik begin in redelijke vroegte met mijn intussen opgedroogde en bijna opgedroogde was op te bergen in de klerenkast en keuken.
Als ik later een ommetje maak, word ik aangesproken door een schoenpoetser, "betunero". Het is afgeleid van "betún", dat voor schoensmeer staat en ook voor asfalt. Beton is in het Spaans el hormigón). In mijn woordenboek vind ik overigens ook het (meer letterlijke) woord "limpiobotas" voor schoenpoetser. Het beroep is aan het uitsterven. Een meerderheid van de mannen hier in Las Palmas heeft tegenwoordig schoenen aan, waaraan maar weinig te poetsen valt met "betún". Ik vind het wel wat dat ik – in mijn zwarte, leren schoenen – nog herkend word als een potentiële klant. Echter, eraan gehoor geven om mijn schoenen te laten poetsen doe ik niet.

Helaas, op zondagmiddag al heb ik schoon genoeg van het gekweel van la Bardot, van haar liedjes in films, zie boven, en ook van de andere CD´s waarop ze te horen is. Laat ik maar een andere artiest voor het voetlicht halen, liefst ook uit Vive la France.
Maar een paar weken voordat ik in november afreis naar Las Palmas, krijg ik een verzamelCD onder ogen met allerlei Franse muziek. Daarop vind ik ook een nummer van ene Antoine. Wie is dat nou weer? Ik ken wel een Antoine, een aardige jongen die vriend is van Marcel en Arno, maar die zie ik in de zestiger jaren (van de vorige eeuw) nog geen CD bij elkaar zingen. Van de Franse zanger Antoine, geboren in 1944, nu dus 75 jaar, had ik in alle eerlijkheid nog nooit gehoord. Als ik zijn "Les élucubrations d'Antoine" hoor, denk ik wel bij mezelf: laat ik hem eens een kans geven. Dan blijkt tot mijn verbazing dat op Muziekweb een hele vracht CD's van Antoine te vinden is. Ik zeg tegen mezelf dat ik er maar ééntje mag proberen en kies voor: "Élubrucations (Antoine On 45, 1965-66)". Dit studiowerk uit zijn vroegste jaren als singer-songwriter is in 2014 opnieuw uitgegeven.
De CD telt twintig nummers, zoals gezegd uit 1965-66 en dat lijkt me voor jullie wat aan de overdreven kant. Dus beperk ik me hier tot de 50% die mij het meeste heeft aangesproken. Mijn Frans is redelijk, maar niet heel goed, dus ben ik vooral op zoek gegaan naar nummers die naast een aardige tekst (in het Frans) ook goed van melodie zijn. Hier komen ze:
01. La guerre
02. Ne t'en fais pas
04. Un jour, cést long temps pour nous deux
06. Petite fille, ne crois pas
07. Les élucubations d'Antoine
08. Pourquoi ces canons
12. Qu'est-ce que ça peut faire de vivre sans maison
14. Mais pas pour toi
16. Je reprends la route demain
18. Nadine
Nummertje 12 is een Franse versie van Bob Dylan's "Like a rolling stone" uit 1965; het staat voor het eerst op diens L.P. "Highway 61 Revisited". Inderdaad voor wie daarin geïnteresseerd is, de muziek van Antoine heeft wel wat weg van dat van de Meester uit zijn beginjaren.

's Avonds laat, als ik voor de zoveelste keer een horde "Chinese" dames op de bank bij karaokezaak Manila zie samendrommen, kan ik het niet laten en ga naar beneden om ze te vragen waar ze vandaan komen: China, Japan, Korea? Manilla - zo heet de karaoke-zaak ernaast - is de hoofdstad van de Philippijnen, dus wat ka=unnen ze me anders vertellen dan dat ze uit dat land komen. Harry & Greetje zijn er geloof ik nog eens op vakantie geweest.

Maandag 25 november is de "día internacional de la eliminación de la violencia contra la mujer" en dat zullen we weten. Als krant kun je vandaag niet zonder een hele litanie dames (en heren) te interviewen die zich rücksichtslos achter de doelstelling hebben geschaard. In regionale krant Canarias7 wordt zelfs de net 80 geworden Tina Turner - nog net niet postuum denk ik dan - van stal gehaald die zich vele decennia geleden toch maar mooi bevrijd zou hebben van "machista" Ike.
Mag ik een keertje niet meedoen met de mars die vanavond Las Palmas op zijn kop gaat zetten? Zelfs niet langs de kant staan om de stoethaspels aan te moedigen?

Mijn ommetje begint deze keer met een stuk (calle) Sagasta, de grote straat dwars op de Luis Morote, bij mij om de hoek. Vooraan in de straat is de "peleteria Naranjo". "Piel" is leer in het Spaans en "peletería" staat voor leerzaak. Wie weet dat een "naranja" een sinaasappel is, komt wellicht ook op het woord "naranjo" voor de bijpassende sinaasappelboom. De winkel bestaat volgens mij al sinds Sint Juttemis en hij is best groot, gespecialiseerd in vooral leren jassen. Ik vind hem wel een beetje horen tot de laatse der mohicanen onder de middenstand. Er zijn echt maar zelden nog klanten binnen, wel het nodige personeel.
Dan zie ik in de etalage van Naranjo een paar puike instappers staan, afgeprijsd van 84 naar 55 euro, dus met nog eens 35% korting. Heeft de korting van doen met het door de middenstand bedachte idee om de week van 22 t/m 29 november als een "semana de black friday" te afficheren? Mijn schoenen (laag, zonder veters) blijken voorradig te zijn in het dofwit en grijsblauw en zo waar ook nog eens in mijn maat (46). Ik pas de enigszins donkere en ze zitten als gegoten. Ik koop ze zonder aarzelen en op de kassabon die ik na betaling krijg, staat dat het "zapatos fluchos surf" zijn, surfschoenen. Waar dat "fluchos" voor staat, blijf ik jullie schuldig. Dat woord kan ik niet vinden in mijn woordenboek, zelfs ook niet in mijn Canarische "diccionario básico".
Even later loop ik tevreden over straat met de nieuw verworven "mocasins" in een papieren "bolsa".

De macht in de wereld is m.i. al lang niet meer primair in handen van politici, maar eerder van een aantal grote bedrijven, zoals in Nederland Shell, Unilever e.d. En dan is er - zeker op de korte termijn – nog de toevalsfactor. Het gaat met het leven dan weer eens een tijd zoals men het zich wenst en vervolgens valt het een tijd tegen. Dat geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor hele landen, zelfs de hele wereld. Wie de politieke baas mag spelen in een globale crisistijd, zoals in Amerika Barack Obama van 2008 tot 2016, krijgt doorgaans in de recente geschiedenis daarna geen veer op zijn hoed gestoken.
Ongeveer sinds Donald Trump in de Verenigde Staten president is, gaat het met de economie van het land best goed. Dat toe te schrijven aan diezelfde Trump, is m.i. een gotspe, maar het maakt hem wel populair bij veel Amerikanen, vooral "de gewone man". Dat hij daarbij zo ongeveer alles aan zijn laars lapt wat hem niet zint, wordt hem door diezelfde "gewone man" graag vergeven. Over een jaar is (op 3 november 2020) een nieuwe presidentsverkiezing en zoals het er nu voorstaat, blijft Trump de eerst aangewezene om voor de republikeinen opnieuw een gooi naar de macht te doen, ondanks zijn hoge leeftijd. Persoonlijk vind ik dat iemand van mijn leeftijd, boven de 70, niet langer de aangewezen persoon moet zijn om belangrijke beslissingen te nemen in de binnenlandse en buitenlandse politiek, kortom om een groot land te besturen. President zijn, zelfs van een kleiner land zoals Nederland, is meer iets voor veertigers en vijftigers, om het eens rechttoe rechtaan te zeggen, of het nou om een meer conservatieve of vooruitstrevende persoon gaat.
In het kamp van de democraten verdringen allerlei hoogbejaarden zich vandaag de dag om het tegen Donald Trump op te kunnen nemen, het komende verkiezingsjaar. Vooralsnog zijn de belangrijkste kanshebbers Joe Biden, 77, en als hij niet omvalt, Bernie Sanders, 78. Daar win je de oorlog niet mee, kan ik jullie nu al voorspellen. Ook de nieuwe ster aan het democratische firmament, Mike Bloomberg, alweer 77, heeft m.i. geen schijn van kans tegen Trump, hoe rijk de oud-burgemeester van New York ook moge zijn (hij staat zesde op de Forbes-lijst, met 55 miljard). Voorlopig zet ik mijn dure geld op Elisabeth Warren, best progressief, maar helaas wel al weer 70. Niettemin, zo lang het goed gaat met Amerika en de economie, al dan niet door toedoen van narcist Donald Trump, is haar kans om de volgende president te worden ook klein.
Waar blijven de jonge democraten met een mooie babbel en een idem dito slagzin die zich de komende maanden onbevangen in het strijdtoneel durven te werpen?

Mag ik in herhaling vallen over mijn "zapatos fluchos"? Die zijn, als ik ze op dinsdag eens op straat uitprobeer, nog altijd uit de kunst. Ze zijn kennelijk van een Spaans merk: "Dingo" en het woord "fluchos" staat in allebei de schoenen genoemd, naast een mannetje dat overduidelijk een paard de sporen geeft. Waar zou dat "fluchos" toch voor staan?

Op de dinsdagavond zit ik ruim op tijd gereed voor een avondpotje voetbal. Real speelt om 8 uur (locale tijd) tegen Paris Saint-Germain (PSG) en tegelijkertijd ook nog eens Juventus tegen Atlético Madrid. Ik heb sinds zaterdag thuis twee voetbalkanalen tot mijn beschikking: "Real Madrid" en "Gol". Als ik om twintig voor 8 inschakel, zit op beide zenders een vijftal deskundigen geanimeerd voor te beschouwen. Op de achtergrond hoor ik zachtjes al de hymne van de Champions League opklinken.
Ze gaan de wedstrijden allebei van minuut tot minuut volgen, "minuto a minuto", maar dat valt mij vanaf 8 uur knap tegen. Ik krijg een radioverslag en geen beelden. Die mogen pas op het scherm komen in de korte samenvattingen vanaf over 10 uur. Als ik vooraf hoor dat Galatazaray en Brugge gelijk gespeeld hebben, weet ik alvast dat Real en PSG niks meer kan gebeuren, met nog twee wedstrijden te gaan. Die zijn nu al allebei door naar de achte finales. Voor Atlético ligt het, als er verloren wordt van Juventus, een heel stuk moeilijker. Dan staat het nog maar één punt boven Leverkusen, dat met 0-2 in Sint-Petersburg gewonnen heeft.
Juventus verslaat Atlético met 1-0. Moet ik het enige doelpunt van Juventus tegen Atlético - een vrijde trap van Dybala vlakbij de achterlijn links van Oblak, die er zo maar inploft - nou zien als iets schitterends ("un golazo") of als een blunder? De deskundigen komen er niet uit. Voor het woord "blunder" heb ik in mijn groot woordenboek diverse namen staan, maar niet "cantada".
De wedstrijd van Real tegen PSG lijkt helemaal voor de thuisclub in de knip, als Karim Benzema in de tweede helft zijn tweede treffer van de match aantekent. Het vonnis, de "sentencia" is geveld en op beide sportzenders heeft men het al over een "apisonadora", een stoomwals die over de tegenstander heenrolt. En toch, dan maakt PSG vlak erop wel nog de 1-2 en 2-2.
Dat gaat morgen, woensdag wat geven, als eerst Valencia het thuis opneemt tegen Chelsea en dan, om 8 uur locale tijd, Lille tegen Ajax. Ik neem me voor om morgen weer gewoon ergens op het terras tegaan kijken. Dar is niet alleen leuker, maar ik krijg graag een echte wedstrijd mee. Ik vrees intussen wel dat overal hier Barcelona tegen Borussia Dortmund zal opstaan en niet het treffen in Noord-Frankrijk.

Woensdag is het precies nog twaalf weken te gaan, voordat ik huiswaarts mag. Daarvan zijn er nog vijf vóór nieuwjaar en zeven erna. Op woensdag 19 februari meld ik mij, links en rechts kushandjes uitdelend, weer in "Holanda". De voorpret mag ik hier nog afwerken, maar voor "die drei daog, zegk mer vijf" is mijn geboortestad toch de aangewezen plek. Daarna wil ik het vroege voorjaar in Nederland wel weer eens aan den lijve voelen.

Met Henk van Berkel en Anneke hebben Trudie en ik al jaren lang af en toe een etentje, om en om bij hunnie of bij een van ons. Vanmiddag promoveert Henk aan de universiteit van Tilburg op een educatief onderwerp: of studenten die in beroep gaan tegen een beslissing over hun examen op de universiteit, dan wel en niet vaak gelijk hebben en het ook nog krijgen. Volgens Trudie zijn deze studenten al te vaak mensen die te beroerd zijn om echt te blokken voor hun punten en dan via de rechter hun gelijk proberen te halen. Henk denkt daar, geadstrueerd met allerlei cijfers, heel anders over. Hij heeft in zijn werkzame leven uiteraard al eens eerder een proefschrift geschreven en met succes verdedigd, maar daarna is hij als vaste medewerker van O & O in Maastricht in de pikorde nooit hoger gekomen dan universitair hoofddocent, "associate professor", om het eens op zijn Engels te zeggen. Hij heeft me al een paar keer uitgelegd dat dat mede komt, omdat hij met zijn baas ("Kees") bij O & O nooit goed door dezelfde deur heeft gekund.
Wat doe je, als je er als "jubilado" uitgebonjourd wordt? Ga je dan werkeloos achter de geraniums zitten? Henk is een wel zeer bezige bij, die er dan voor kiest om - naast andere bezigheden - elders in Nederland nog eens opnieuw de Ph.D. student te gaan spelen. Ik weet vanmorgen al heel zeker dat hij vanmiddag in Tilburg zijn welluidende stem zal laten klinken. Trudie gaat mede namens mij acte de présence geven. (Maar dan krijg ik een appje dat ze niet naar Tilburg kan komen.)

Woensdagmiddag vervolg ik deze Franse week met nog maar een plaatje uit dat land: "The Rough Guide To Paris Café", keurig uit de rekken van Centre Ceramique geplukt. De CD is van 2010, maar ik voel aan mijn klompen aan dat de diverse nummers best oud (maar niet versleten) zijn. Er staan er twintig op de plaat en laat mij eens voor de variatie, na B.B. en Antoine, de (overheersend) instrumentale nummers van de CD naar de voorgrond halen. Op de meeste daarvan voert een accordeon de boventoon. Hier zijn ze:
01. Glissade – David Rivière
03. I wonder where my baby is tonight – Angelo Debarre & Ludovic Beier
05. Waltz in Paris – Ludovic Beuer Quartet
07. Rue de la Chine – Marcel Azzola & Didi Duprat
08. Kif – Beltuner Feat. Mustapha MB
09. Polka à Alfred Mouret – Trio DCA
11. Impression – Henri Momboisse
12. Germaine – Joseph Colombo Du Bal Tabarin Et Son Ensemble
14. Le tournis – Armand Lassange
17. Accordéonette – Jean Peyronnin, A Tedeschi Et Leur Célèbre Orchestra Musette
19. Fox musette – Les Primitifs Du Futur
Als dit geen mooie, onvervalste serie is... (En natuurlijk heb ik ook iets met bijv. liedje 15: La guinguette a fermé ses volets" van zangeres Damia", maar dat is niet instrumentaal.) Een voorkeur voor dit of dat nummer ga ik deze keer hier eens niet uitspreken.

In de vroege avond zit ik op de bank tegenover Carlos, maar een e-mail of appje van Trudie is er nog niet. Dus loop ik maar naar het café-terras van Miami op het plein en krijg het laatste stukje mee van Valencia tegen Chelsea. De Spaanse club staat met 1-2 achter, heeft net nog een penalty gemist. Dan weet in minuut 82 ene Wass vanuit een haast onmogelijke positie opzij van het doel toch nog de 2-2 binnen te tokken. Het lijkt wel een herhaling van de goal van Dybala van Juventus.
Lille (LOSC) tegen Ajax wordt uiteraard niet vertoond, zodat ik af moet gaan op vooral de mini-samenvatting later op mijn eigen TV. Het wordt 0-2, door doelpunten van Ziyech voor de pauze en Promes in de tweede helft. Weten jullie wel dat die Promes nu al op 6 uit 5 staat? De stand na vijf van de zes wedstrijden is: 1. Ajax 10, 2/3 Valencia en Chelsea 8 en Lille 1 punt. Als Chelsea thuis wint van Lille, wat ik haast aanneem, heeft Ajax nog altijd aan een gelijkspel thuis tegen Valencia genoeg om de achtste finales te bereiken.

Hier in Las Palmas wil iedereen uiteraard naar Barcelona tegen Borussia Dortmund kijken. Een beetje noodgedwongen doe ik maar met de meute mee. Al in minuut 1 zie ik een flater van Rakitic, waardoor het bijna 0-1 wordt. Suárez scoort in (net aan) buitenspelpositie in minuut 21, maar met de rust staat het toch al 2-0 door Suárez in minuut 29 en Messi in minuut 33. (Invaller) Griezmann (met i-e) maakt er in minuut 67 nog 3-0 van op aangeven van Messi. Daarna komt Borussia Dortmund echt los. In minuut 79 scoort Sancho een mooie 3-1 en later mag Ter Steegen nog een bal tegen de lat stompen. Is Barcelona moe, of heeft het geen zin meer?
Terzijde, Frenkie de Jong, nummer 21van de "azulgrana", speelt de hele wedstrijd een prima partij. En in minuut 45 krijgt de Franse scheidsrechter Turpin een bal keihard tegen zijn hoofd en ligt de wedstrijd daardoor een tijdje stil.
Mijn favoriete club uit Spanje is nu wel al geplaatst (met 11 punten, voor Inter en Borussia Dortmund met 7). In een andere groep spelen Liverpool en Napoli gelijk (1-1) en daar is de stand nu 1. Liverpool 10, 2. Napoli 9, 3. Salzbug 7.

De donderdag is een beetje de stilte voor de storm. A.s. zaterdag komt Trudie hierheen voor een weekje rust. In haar e-mail schrijft ze me hoe "drök, drök" ze het wel niet heeft en dat hoef ik niet te vertalen, vrees ik, zelfs niet voor mensen die het Maastrichtse dialect niet machtig zijn. Wat een verademing moet het voor haar zijn om hier met mij op het balkon te zitten lezen of kletsen en eens een dagje strand te doen. En dan heb ik het nog niet over culinaire hoogtepunten zoals het klaarmaken van enkele kilo's "zoervleis op ze Mestreechs" en een behoorlijke bak stevige gehaktballen.
Omdat ik morgen, vrijdag, naar de universiteit ga en daarmee aan allerlei alledaagse dingen minder toekom, begin ik vandaag al met me te prepareren op allerlei boodschappen. Er moet chorizo de Pamplona op tafel komen, Hollandse jonge kaas en laat ik de spa en halfvolle melk niet vergeten. En wat ik allmaal wel niet nodig heb om mijn fameuze "pittige greuntesop mèt balle"op tafel te zetten. De Spar om de hoek krijgt de komende dagen nog een goeie aan me.
's Avonds ga ik in mijn instappers naar de Mesa y López voor wat ik maar aanvullende boodschappen zal noemen. Dan valt me op dat de feestdagen hier nou toch wel begonnen zijn. De stukje straat van El Corte Inglés is eindelijk bevrijd van alle "metro"-werkzaamheden en ligt er op zijn voorjaars bij. De bomen in het middenstuk zijn gehuld in een vracht rode lampjes waar je u tegen zegt. Ook hangen er grote, witte langwerpige (kerst)ballen aan. (De diverse bomen langs de oostkant van de stad zullen binnenkort ongetwijfeld volgen met een zee van lampjes.) In de nieuw ingerichte etalages van de Bijenkorf van Spanje zijn de kerstbomen troef en ook binnen wemelt het van die sparren met van alles erop en eraan.
In de twee winkels van El Corte Inglés is het vanavond best druk. Ik moet echt tussen horden kooplustigen door om bij de Hipercor beneden in de noordkelder te komen voor mijn amandelen en hazelnoten. En passant is er ook nog tijd om servetten, knäckebrot en krabsalade te confisqueren.
De San Nicolás die hier over de daken rijdt, zit niet op geen witte schimmel, maar bedient zich van een Coca-cola arreslee, zonder Pieten, de Criados Moros). Ook in de straten in de buurt is men begonnen om "kerst"versiering op te hangen. Daar is het overigens wel nog allemaal maar mondjesmaat. Moe, maar voldaan keer ik weer terug naar de Luis Morote.

Vandaag, vrijdag, is het weer tijd om de universiteit op te zoeken, altijd een belevenis, al was het maar omdat ik dan (soms) Lluis weer eens tegen het lijf loop en/of enkele anderen van de afdeling. Iedere keer vraag ik me nu af of de printer het wel zal doen (waar Tomas over gaat, die in deze tijd van het jaar wel eens bezigheden buitenshuis blijkt te hebben). Hoe dan ook, vanmiddag gaat brief 15.04 de lucht in! Mijn volgende hoop ik, in ijltempo, te kunnen versturen op donderdag 5 december, als jullie je hoofd zitten te breken over rijmwoorden op Sinterklaas en Zwarte of Gekleurde Piet.
Voor nu: neem alvast eens een taai taai en bedenk dat je surprises ook in plastic kunt verpakken. Ik hoop oprecht dat niemand van jullie de zak gaat krijgen en tot ziens maar weer, hasta luego, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

Met name Eva vertelde me an de zomer dat ik per se "Hex" eens moest lezen, van de Nijmeegse nog jongeman (36 jaar, uit 1983) Thomas Olde Heuvelt. Het is (oorspronkelijk) uit 2013, maar het einde is nog eens aangepast in 2016. Als iemand als Stephen King er dan nog eens zijn fiat aan geeft, kan het succesverhaal niet meer stuk. "Hex" is nu een bestseller over de hele wereld. Het speelt in een klein dorpje (3000 inwoners) vlakbij Nijmegen.
In 1665 is daar een heks verbrand, Katharina van Wyler, maar om onduidelijke reden is ze nog steeds, of alweer, present in het plaatsje. Ze staat steeds op een andere plek in het dorp, als ze niet aan de wandel is. Weg te krijgen is ze niet en dus besluit het dorp om haar met rust te laten en er als het graf over te zwijgen tegenover de buitenwereld. Wel richt ze een Hex-controlecentrum in met zeven "man" personeel – de baas heet Robert Grim - om haar te monitoren. Gaan we naar het gezin van Stefan (huisarts-onderzoeker!) en Jolanda de Graaf plus tienerkinderen Timo en Max, die al achttien jaar in het dorpje wonen. Timo haalt met zijn vrienden graag streken uit en de "Wickervrouw" is uiteraard een dankbaar slachtoffer. Dan loopt het uit de hand, als sommige van zijn vriendjes, zoals zoon Jelmer van slagersvrouw Gemma Holst, met veel grover geschut aan komen zetten. Raadsheer en god-aanbidder Kobus Mater spreekt er schande van en grijpt terug op een eeuwenoude noodverordening om de jongens te straffen. Daarna loopt het helemaal uit de hand.
Wie ben ik om na de lovende woorden van Stephen King nog kritiek op "Hex" te hebben. Ik heb genoten, ik ook! Dit is voor mij een van de beste Nederlandstalige boeken van de laatste jaren. Als recensiecijfer kom ik uit op een 8½, vooruit zelfs een 9-, omdat ik tot aan het einde de spanning blijf voelen. Ik heb de opvolger van "Hex" al in huis, "Echo", en die gaat er zeker ook aan geloven.

Nu ik toch bezig ben met bestsellers, kan ik niet om Martine Bijl's Rinkeldekink" heen. Het boekje is onlangs met de Publieksprijs naar huis gegaan, de hoogste jaarlijkse onderscheiding voor een boek in Nederland. Van Martine Bijl, een Amsterdamse uit 1948, heb ik haar eerdere "Hindergroen" al eens positief besproken. "Rinkeldekink" - een dienblad met bekers koffie klettert op de grond klettert op blz. 39 - telt maar 114 bladzijden, maar er is heel wat reclame gemaakt om het te laten winnen.
Martine Bijl vertelt in de vorm van korte hoofdstukken over de jaren na haar beroerte in 2015 (tot aan haar dood dit voorjaar). Zij heeft een SAB gehad, een subarachnoidale bloeding, waarvan ze niet echt kan genezen. Haar boek telt drie delen: over haar tijd in het revalidatiecentrum, over haar depressie en over het daarmee samenhangende verblijf in het streekziekenhuis. Het bijbehorende aantal stukjes is respectievelijk 18, 4 en 10. Over de lichamelijke revalidatie, zo goed en zo kwaad als het gaat, wil Martine Bijl best vertellen en min of meer ook over wat er om haar heen met mensen gebeurt op de afdeling psychiatrie van het streekziekenhuis. Echter, over haar grootste probleem, de Zwarte Deken die over haar heenvalt na haar beroerte, blijft ze heel vaag. Daarover wil ze maar mondjesmaat iets kwijt. Het lukt haar maar niet om daarover veel zinnigs op papier te zetten.
Mede ook, omdat ikzelf in 1995 (alweer bijna 25 jaar terug) een beroerte heb gehad, heb ik "Rinkeldekink" met veel aandacht zitten lezen. Zelf ben ik er destijds (nagenoeg) ongeschonden uit gekomen (maar vraag me wel serieus af of ik niet ook een – lichtere - depressie heb gehad). Met name deel 1 van Martine Bijl's boek vind ik goed geschreven. Het geeft een rake typering van het leven als patiënt, als je weet dat je niet echt meer beter wordt. Deel 3 over haar omgeving op de afdeling psychiatrie kan er m.i. ook best mee door. Een minpunt blijft voor mij dat het verhaal over de depressie wel wordt aangestipt, maar toch grotendeels onverteld blijft. Daardoor kom ik voor "Rinkeldekink" niet verder dan een 7 als recensiecijfer. Misschien had haar man Berend Boudewijn kunnen helpen om haar omgang met de depressie op te schrijven.

Van thrilerschrijver Harlan Coben (geboren in Newark, New Jersey in 1962) heb ik door de jaren heen al heel wat boeken hier besproken, meestal best gunstig. Ik heb op mijn e-reader de nodige andere staan en vooruit, laat ik "Naar Huis" eens gaan doornemen. Het is uit 2016 en heet oorspronkelijk "Home". Uiteraard speelt het vooral in Newark, dat niet ver van New York City afligt.
De ikpersoon in het boek is ene Win, maar zijn vriend Myron Bolitar, ex-basketballer, dan sporter-begeleider en nu een soort Private Eye, is prominenter in beeld. Ook diens secondanten Esmeralda en Big Cyndi en zijn neefje Mickey (plus Ema & Spoon) doen weer mee, evenals Win's hulp: transgender Zorra.
Tien jaar terug zijn twee zesjarigen van de aardbodem verdwenen, Patrick en Win's neefje Rhys, en nu – na zoveel tijd - komt er een aanwijzing dat Patrick nog in leven is en als jonge prostitué in Londen de kost verdient. Myron & Win gaan erop af en vinden de jongeman ook. Van Rhys is helaas nog steeds geen spoor te bekennen. Aan de kant van de boeven komen we vooral Fat Gandhi tegen met zijn pedofiel netwerk in Londen. De gezinnen van de jongens komen vervolgens uitgebreider in beeld en dan blijkt dat daarin een en ander goed mis zit.
Myron Bolitar heeft wel wat van mij weg, als het op zijn voorkeur voor een bepaalde omgeving gaat. Ik citeer hem maar eens op blz. 209: "Daar hield hij van, naar mensen kijken. Beelden van zonsondergangen boven zee en groene landschappen mochten dan prachtig zijn, maar na een tijdje werden ze voorspelbaar. Mensen – van elk ras en geslacht, alle soorten en maten, afkomstig uit alle landen, en ga zo maar door – verveelden nooit. Iedereen had zijn eigen wereldje: een leven, een droom, hoop en verdriet, blijdschap en verbazing, een verhaal met een begin, een midden en een eind... en dat liep zomaar op straat aan je voorbij."
Harlan Coben doet erg zijn best om het me als lezer naar de zin te maken. Zijn "Home" is genietbaar en de zijstapjes naar bijv. basketbal mogen er zijn. Dus bedeel ik zijn "Naar Huis" met een 8 als passend recensiecijfer. De schrijver lijkt me een sympathieke man toe.

vrijdag 22 november 2019

Weblogbrief 15.03, 22 november 2019

Weblogbrief 15.03, 22 november 2019

Queridos amigos y familia, deze brief, de derde van deze winter, wordt een korte (maar alles is relatief). Ik heb maar vier dagen. Voor sommigen van jullie is dat een voordeel, maar er zijn zeker ook lezers die vinden dat mijn geschrijf wel "body" moet hebben? Hoe dan ook, hier ben ik weer.

Ik begin met terugwerkende kracht op afgelopen maandag. Op de afdeling word ik welkom geheten door diverse meisjes op "mijn" kamer die een stage bij Lluis volgen plus eentje die aan haar afstudeeropdracht of dergelijke werkt. Mijn deel van de kamer hebben ze vlekkeloos gelaten.
Helaas, de printer in de andere gan (Fysiologie, Farmacologie) doet het vandaag niet en Tomas kan er morgen pas iets aan doen. Dus moet ik Lluis lastig vallen, die op zijn kamer ook een kopieerapparaat heeft staan. Bij hem en met zijn hulp maak ik een foto van mijn paspoort en mijn bankpasje om naar de firma uit Lisse te sturen die voor mij de BTW bij de belastingdienst gaat terugvragen. Ik ben Lluis dankbaar voor zijn hulp, maar vraag hem dan ook maar in een moeite door, wanneer hij het nieuwe TV-toestel bij mij komt installeren. Misschien kan hij mij ook helpen om de balkontafel, die ik echt niks vind, te verplaatsen naar de tussenkamer. Hij heeft het over vrijdagmiddag, vanmiddag dus. Ik moet sowieso, zeker na 4 uur, thuis zijn, omdat dan ook mijn "limpiadora" Sonia weer present zal zijn.
Ik mail Trudie, Ton en Harry, maar voor mijn mail aan Harry ga ik eerst op zijn website kijken. Daarop staan allerlei nieuwe clips die mijn goedkeuring wegdragen, zoals van Ry Cooder ("Canción mixteca"), Ringo Starr ("Think it over") en Abba (Gimme, gimme, gimme"). De hoofdprijs gaat deze keer naar een groep met vooraan drie dames die mij erg verrassen met hun "Waiting around to die" uit 2001. De groep heet "The Be Good Tanyas" en ik vind hun getokkel zo goed dat ik er t.z.t. graag meer muziek van wil downloaden (via Muziekweb).
Ook Harry's stukje over Herman van Veen met zijn "Hilversum 3" op platenlabel Harlekijn heeft mijn zege. Ik wist niet dat de melodie afkomstig is van een Duitse schlager: "Lang schon nimmer gesehen" (of dergelijke) van de groep Haidsling. Wel staat me nog goed voor de geest dat Willem Wilmink er een puike Nederlendse tekst voor heeft geleverd.

Dan wordt het wederom tijd voor mijn onderonsje met Arjen Lubach. De uitzending van "Zondag met Lubach", steeds een half uur op de zondagavonden op NPO 3 om tien over 9, gaat deze keer over de "liefdes" van Mariëlle Treebeeke van Nieuwsuur en de "rotmaatregel" volgens Marc Rutte om de maximum snelheid op autowegen weer terug te brengen naar 100 km/uur. Zelfs andere VVD-ers zijn het niet met hem eens.
Ook zit Shell in het verdomhoekje. Ze heeft o.a. Katja Schuurman ingehuurd om haar bijdrage aan de stikstofdiscussie te leveren. Er wordt een race georganiseerd tussen een team uit Engeland en Nederland, van Londen naar Istanboel om te kijken wie van twee teams het schoonste rijdt. De Engelse ploeg wint, omdat haar (CO2?) uitstoot (slechts) bijna 2500 zou zijn. Hoe bestaat het, als ze er niet bij vermelden dat het met de trein maar 360 is. Shell weet in 1988 al dat er een groot probleem met de luchtverontreiniging is. In 1991 maakte ze er zelfs een opbeurend milieufilmpje over. In de decennia erna beijvert de benzinefirma zich vooral om de luchtverontreiniging door hun brandstof en de gevolgen daarvan zoveel mogelijk te blokkeren.

Zijn we er daarmee? Nee, want de hoofdmoot moet nog komen: het geld dat het koningshuis jaarlijks van de overheid "vangt". "Zondag met Lubach" brengt me er in vijftien minuten volledig van op de hoogte. Als we de inkomsten van Máxia en de kinderen buiten beschouwing laten, is alleen al Willem Alexander jaarlijks goed voor bijna een miljoen euro. Daar komt voor zijn veronderstelde onkosten jaarlijks nog eens bijna vijf miljoen bij. En voor het geval dat jullie denken dat hij ook omkomt in de kosten voor hofhouding en materiële zaken, dat is maar zeer de vraag. Het groot onderhoud van de paleizen, de Groene Draeck, de eigen trein, het met de regering gedeelde vliegtuig, de koninklijke stallen e.d. vallen allemaal niet onder deze onkosten. Die zitten in de begroting van enkele ministeries. Het hele idee dat het koningshuis best een extra centje kan gebruiken, stamt uit de jaren 60, als (Juliana met) Prins Bernard aan het roer staat en tegen het kabinet zegt dat ze tekort komen. In die tijd zouden de royalties een vermogen van zo'n 200 miljoen gulden hebben gehad, belastingvrij. Dat is omgerekend en met rente nu een à twee miljard euro. Of je een emmer leeggooit.
En dan hoor ik Marc Rutte wederom roepen dat het allemaal nogal ingewikkeld in elkaar steekt. Zou hij "Zondag met Lubach" nog wel leuk vinden?

Pas om half 6 verdwijn ik uit mijn universiteitsgebouw. Op twee hoog zijn echt alle twee gangen leeg. Laat ik maar aannemen dat ale mensen dagelijks zo vroeg beginnen 's morgens dat ze blij zijn dat ze vóór half 6 huiswaarts mogen.
Mijn rit met bus 12 naar La Isleta verloopt probleemloos, maar wat is het druk in de dubbelbus. Uiteraard heb ik wel een zitplaats, omdat ik bijna in het begin ben ingestapt. In het parkje zit ik tot 7 uur geanimeerd te lezen in het "stand alone" boek van Michael Connelly met rechercheur Renée Ballard en dan mag ik weer naar mijn bibliotheekje vlakbij.
Mijn eerste bericht aan jullie gaat over autocoureur Max Verstappen. De nu 22-jarige heeft zichzelf en Red Bull weer eens een overwinning bezorgd, nu in de voorlaatste race van het seizoen in Brazilië. Zijn alweer achtste eerste plaats in totaal is er een vóór Gasly en Saintz (met van de andere kopstukken als eerste Hamilton op de zevende plaats). Omdat Sainz uit Spanje is, zie ik in de kranten wel een foto van Sainz staan (de eerste podiumplaats sinds 2014) en helaas niet van een besmuikt lachende Max. De eerste plaatsen voor het hele Formule 1-seizoen zijn intussen wel al vergeven aan Hamilton en Bottas van Mercedes, maar Max Verstappen staat, met nog maar één race te gaan, nu wel derde in de stand, vóór de Ferrari's van Leclerc en Vettel.
Allerlei gedoe over de voorrondes van het Europees kampioenschap voor landenteams is niet aan mij besteed, laat staan de zoveelste nederlaag van UD Las Palmas. Ik vind het wel interassant om jullie op de hoogte te brengen van de stand in de Spaanse "Primera División". Barcelona en Real Madrid hebben nog een onderling treffen tegoed en staan na twaalf wedstrijden op een gedeelde eerste plaats met 25 punten (Barça met drie nederlagen en één gelijkspel, Real met één nederlaag en vier gelijke spelen). Derde en vierde staan Atlético Madrid en Sevilla met 24 punten uit dertien wedstrijden, op de voet gevolgd door Real Sociedad met 23. Karim Benzema is topschutter met negen doelpunten, met Lionel Messi als tweede met acht (maar hij heeft wel pas acht wedstrijden gespeeld).
Overal in de kranten kom ik wervende advertenties tegen van het nieuwe telefoontoestel annex de camera en video-camera van Huawei (Mate30 Pro). "El futuro empieza hoy", vandaag begint de toekomst, laat de Chinese firma mij in veelvoud weten.
Laat ik mijn krantenrubriekje deze keer maar weer eens eindigen met een mooie cartoon uit La Provincia. Een bejaarde (zoals ondergetekende) moppert: "No entiendo nada de lo que está pasando en este país", ik hoor niks over wat er in dit land gebeurt. Waarop dezelfde man verzucht: "Gracias a dios", goddank.

Mijn dinsdagmorgen begint heel opbeurend, laat ik maar zeggen. Ik heb mijn thermometertje van vorige winter voor de show meegenomen naar Las Palmas. Het apparaat, met naast de temperatuur ook de tijd, datum en dag, doet het niet meer en zal ik er nog eens mee naar mijn horlogemannetje gaan?
Dan besluit ik, nadat ik mijn boek weg heb gelegd,om de drie mini-batterijtjes aan de achterkant eens andersom erin te stoppen, met de gladde kant bij de veertjes. Tot mijn verbazing begint de thermoeter prompt te piepen en verschijnt van alles op de "display". Even later heb ik hem weer op de goede stand staan. Het is nu enigszins bewolkt weer (zie ik zelf) met een temperatuur van 20,6 graden Celsius op het balkon. Ik kan Trudie gaan vertellen dat ze de nieuwe, die ik van Marijke voor mijn verjaardag gekregen heb, niet met voorrang voor mij in orde hoeft te maken en mee te nemen naar Las Palmas over anderhalve week. Die kan, met binnen- en buitentemperatuur, in Maastricht blijven om daar zijn heilzame werk te doen.

Als ik Harry mag geloven, en waarom zou ik aan hem twijfelen, is Prince een door de critici zwaar onderschatte muzikant, in ieder geval als het op CD-verkoop aankomt. De kleine man uit Minneapolis, is van 1959 en hij overlijdt in 2016. Dan zou je zeggen dat daarmee zijn bijdrage aan de platenverkoop toch wel op zal zijn. Echter, van de zomer ligt tussen de nieuwste CD's in Centre Ceramique een exemplaar van "Originals" uit 2018. Er staan vijftien nummers op die hij in 1981-1991 heeft opgenomen, maar die ik in mijn verzameling Prince-nummers niet terug kan vinden. Mede daarom zet ik ze voor jullie hier op een rijtje:
01. Sex shooter
02. Jungle love
03. Manic Monday
04. Noon rendezvous
05. Make-up
06. 100 MPH
07. You're my love
08. Holly rock
09. Baby, you're a trip
10. The glamorous life
11. Gigolos get lonely too
12. Love...thy will be done
13. Dear Michelangelo
14. Wouldn't you love to love me?
15. Nothing compares 2 U
Wat is mooie postume serie! Voor wie daar prijs op stelt: mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar de nummers 1, 3, 6, 9, 11 en 12. Het laatste nummer: "Nothing compares 2 U" vind ik er een in de buitencategorie, nog steeds. Ik ken het uiteraard al van Prince samen met Rosie Gaynes, maar op deze "Originals" doet hij het in zijn eentje. Echt, uit de kunst. Helaas voor haar, maar ook Sinead O'Connor's versie van het nummer kan er m.i. niet aan tippen.

In de vroege avond ga ik allereerst naar het postkantoor in de Bernardo de la Torre. Terzijde, hier kun je nog op een postkantoor terecht na "werktijd". Als ik mijn brief over mijn BTW-teruggave heb afgegeven, gefrankeerd en wel, loop ik terug naar plaza Farray en van daar naar het parkje dat lang geleden aan de stad geschonken is door ene Pino Apolinario. Misschien vind ik dat wel het interessantste parkje van de stad; in ieder geval heeft het meer weg van een parkje dan Santa Catalina en San Telmo, die voor mij de naam "parque" niet echt verdienen. Ik heb in het parkje, met volkstuintjes en een kinderspeelplaats, nog eens met Spaanse lerares Natalia zitten kletsen, terwijl haar dochtertje de klimrekken onveilig maakte. Ik herinner me dat ik haar toen vroeg wat ook al weer een "tunera" is. De struik - of is het boom – staat groot afgebeeld op de muur van de speelplaats en "tunera" is Spaans voor vijgencactus. Ik denk dat zo'n plant niet in Nederland zal groeien (behalve misschien in een hortus botanicus).
Daarna zak ik af naar de Mesa Y López om op een bank in mijn (tweede) boek van deze week te lezen. Later neem ik de kelder van het noordelijke El Corte Inglés, want ik ben bijna door mijn notenvoorraad heen. Voor een kwart kilo geprepareerde hazelnoten dan wel amandelen betaal ik in de Hipercor of hoe hij heet 4 euro 95, maar het zijn wel de lekkerste die ik ken. En nou komt het, het is nu drie voor de prijs van twee, dus eigenlijk ben ik helemaal niet zo duur uit. Enige bezwaar: de "avellanas tostadas" komen uit Turkije en de "almendras fritas" uit Californië. Ik neem aan dat de "nueces" of liever nog gezegd de "frutas secos" ook hier op de Canarische eilanden geproduceerd worden.

Op de woensdagmorgen overdenk ik weer eens dat ik echt weinig of niks weet van economie. Waarom zou die bijv. ieder jaar moeten groeien? Vorig jaar kreeg ik een mooi boek cadeau van Marcel en Damaris, waarin een jonge econome dat met vuur bestreed. Nu ben ik begonnen in het boek "Nudge", kort Amerikaans voor een duwtje in de rug, van het duo Thaler en Sunstein. Voor wie dat niet weet (zoals ik), Richard Thaler was de Nobelprijswinnaar economie in 2017. "Nudge", eerste druk uit 2008, is voor mij geen boek om in een keer uit te lezen. Het is er meer een om er in stukjes en beetjes ruimte voor te maken in je hoofd. Intussen ben ik 50 bladzijden gevorderd en binnenkort word ik door de schrijvers aangemoedigd "om de verleiding te weerstaan". Als ik het boek uitheb, ga ik jullie er zeker nog eens over vertellen.

´s Avonds ben ik wat blij, als ik bij Rocasa – de Spaanse Blokker – een halve literglas – model glazen bierpul - heb gevonden ter vervanging van mijn stuk gegane exemplaar. Ik krijg er een mooie "bolsa" van Rocasa bij uitgereikt.
Dat brengt ne op de plastic tasjes die ik overal krijg (tegen geringe betaling en prima om mijn huisvuil af te voeren). De tasjes van De Spar hebben intussen een verbetering ondergaan. Ze zijn nu wat steviger dan voorheen, met als opschrift "El mundo necesita abrazos", de wereld heeft behoefte aan omarmingen. Bij de Hiperdino krijgt het "reciclar" (recyclen, in het Italiaans ook witwassen) extra aandacht: "Está no es una bolsa cualquiera. Su plastico es reciclado 50%-70%", dit is niet zo maar een tasje. Het plastic is voor 50%-70% gerecycled". El Corte Inglés doet er vervolgens nog een schepje bovenop: "Ya cuentas con bolsas como esta, de plástico 80% reciclado. Reutilízala, por favor. Sabemos que nos quedo mucho por hacer. Por eso, y astamos en movimiento." Wat een lap tekst. Vertaald staat er zo iets als: Zakjes zoals deze, zijn voor 80% van gerecycled plastic. Gebruik ze best nog eens. We weten dat het ons moeite kost om ze te maken. Om die reden zijn we bezig om ze te verbeteren.

's Avonds laat voer ik ten tweeden male (na vorige week) Midas Dekkers op, nu met zijn deel 2 van "Het Beest". En alweer zit ik echt te genieten, van zeventien nieuwe columns voor "Vroege Vogels". Als ik te kiezen heb, val ik bij dit werkje vooral voor "De bidvalk", "De kijker", "De meeltor", "De chihuahua", uiteraard "De cucaracha", "Het virus" en last, but not least ook "De Orang-oetan". Ik heb al heel lang "iets" met de stukjes en boeken van bioloog Midas Dekkers. Zijn diverse gesproken colums voor "Vroege Vogels" zijn echt om door een ringetje te halen.

Ik kan het niet laten. Zal ik donderdagmorgen, in deze korte tijdspanne, nog een nieuwe CD inzetten? Ik heb nog een andere, recent uitgebrachte CD van Prince, ook uit 2018. Helemaal duidelijk waarom mijn bibliotheek (Centre Ceramique) deze heeft aangeschaft, is het mij niet. De CD heet "Piano And A Microphone 1983" en kennelijk is het de bedoeling dat ik ook eens kennis maak met de eerste pogingen van Prince, op piano met zang, om nieuwe nummers te bedenken.
Wie geen fan is van Prince, mag deze alinea, 35 minuten oefen-Prince, voor mij compleet overslaan. Echter, zelfs ook de fans ga ik teleurstellen, want wat moet ik met een eerste uitprobeersel van nummers zoals "Mary don't you weep", "Cold coffee& cocaine" dan wel "Why the butterflies"? Dan zie ik dat er ook anderhalve minuut "Purple rain" op de CD staat, één jaar voordat het nummer, uitgebreid tot bijna negen minuten, een wereldhit wordt. Alleen daarvoor al laat ik de hele CD toch weer op de extra harde schijf van mijn computer staan.
"I never meant to cause you any sorrow. I never meant to cause you (any) pain. Purple rain"!

Ik kom nog eens terug op de karaoke-tent Manila bij mij tegenover in de straat. Hoe men zijn best ook doet, de zaak wil nog niet echt lopen. De club Chinezen die al eens binnen is gaan kijken, is geloof ik zonder meer fan van karaoke, maar vindt een en ander ietsje aan de dure kant, Een heel gezelschap uit het verre oosten, vooral dames, zit daarom liever buiten op de bank, want dat kost niks. Dat gebeurt sinds een week of zo zelfs avond aan avond. Op het betonnen stukje naast de bank is een tafelkleedje is gelegd als ondergrond voor potje kaarten.
Het is rustig publiek en m.i. goed volk. Ik heb inderdaad de nodige sympathie voor ze. Daarbij heb ik liever van doen met deze quasi-allochtonen in mijn stukje straat dan met een contingent lawaaiige, lallende zwervers. Zal ik de kaarters eens iets te drinken gaan brengen op de late avond?

Willen jullie nog iets aparts op de valreep, via NU.NL? Martine Bijl heeft postuum de Publieksprijs gewonnen voor haar boek "Rinkeldekink". Ze kreeg ruim drie jaar terug een beroerte en knapte daarvan maar moelijk op. Daarbij kreeg ze ook nog eens een depressie. Een half jaar terug overleed ze. De prijs voor haar laatste boek is bij De Wereld Draait Door door Matthijs van Nieuwkerk overhandigd aan haar man Berend Boudewijn.
Ik heb "Rinkeldekink" op mijn e-reader staan. Als ik mijn eerste boek (Hex) uit heb, zal ik het gaan lezen en hier bespreken.

En dan is het tijd om weer "de pin d'rin te howe". Ik word verondersteld om nu al, op de vrijdagochtend, naar het zuiden van de stad af te zakken, o.a. om dit geschrift aan jullie te posten. En maar hopen dat het niet onopgemerkt zal blijven... Vrijdag over een week, op 29 november, de dag voordat Trudie zich hier gaat aandienen, komt mijn vervolg.
Ik zie nog weinig of geen kerstspullen in de winkels. Hoe is dat bij jullie? Staat het leven in Holanda nu helemaal in het teken van de Goedheiligman en zijn de Pieten intussen druk doende om het kaf van het koren te scheiden? Ik hoor mezelf tevens roepen: is het niet eens tijd voor een amandelstaaf van de Hema of, vooruit, een echte boterletter? Neem het er maar eens van, zp lang als het nog kan, het leven is zo eindig als wat. En de ballen maar weer, ¡ahi, os quedáis! volgens mijn woordenboek. Tot ziens, hasta luego, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

Mijn eerste boek van deze korte week heb ik op maandagavond al uit. Het is een van de nieuwste van Michael Connelly, uit 2017. In het Amerikaans heet het "The Late Show", maar op mijn e-reader in het Randstad-Nederlands is het "De Nachtploeg". Was het niet het boek van het jaar 2017 in de VN-thrillergids? Zoals steeds bij Connelly (volgens Piet & Tonnie werken andere schrijvers voor hem) speelt het verhaal in Los Angeles en omgeving.
Ik zie deze keer geen John Rebus op komen dagen, maar vrouwelijke rechercheur Renée Ballard. Zij is uit haar reguliere functie van rechercheur gezet, nadat ze haar vervelende baas, Robert Olivas, van sexule intimidatie heeft aangeklaagd. Sinds twee jaar zit ze nu samen met John Jenkins in de nachtdienst vooral kleinere vergrijpen aan te kaarten. Eerst hoor ik van haar bemoeienis met bejaarde Leslie Lantana, beroofd door inbreker Christopher Nettles. Dan komt transgender Ramona Ramone (Ramón Gutierrez) in the picture, die als prostitué op een haar na vermoord is door ene Thomas Trent, van de boksbeugels en het onderstebovenhuis. Renée doet er alles aan om die zaakjes naar zich toe te kunnen trekken en tot een goed einde te brengen.
Echter, de hoofd"zaak" is een schietpartij in een café, waarbij maar liefst vijf mensen het loodje leggen. Twee ervan zijn "collateral damage", personeelsleden va het café. De andere drie zijn doodgeschoten door nummer vier aan een tafeltje in de zaak. Renée mag zich er absoluut niet mee bemoeien, maar het bloedt kruipt ook hier waar het niet gaan kan. Zij komt vervolgens ze;fstandig op het idee dat een politieman, zelfs een rechercheur van de LAPD, best wel de dader zou kunnen zijn, iets waar Robert Olivas en zijn mensen van de afdelingenen Moord en Zware Criminaliteit nog niet waren opgekomen. Renée neemt collega Ken Chastain in vertrouwen, maar dan wordt die in zijn garage vermoord. Langzaam sluit het net zich vervolgens toch en krijgen we zicht op wat er precies is voorgevallen.
Ik ben een verwoed lezer van de boeken van Michael Connelly. "The Late Show" is er eentje die ik maar al te graag aan mijn collectie wil toevoegen. De spanning druipt er vanaf en de thrillerauteur weet me zoals steeds voor 100% bij de les te houden. Zijn "De nachtploeg" in vertaling is bij mij goed voor een recensiecijfer 8½ – well done! Gelukkig heb ik nog twee recente, ongelezen boeken van de man op mijn e-reader staan. Die moeten er zeker ook aan gaan geloven.

Mijn tweede boek is er een van Deon Meyer, een begenadigde thrillerschrijver uit Zuid-Afrika. Hij is al zo vaak over de tong gegaan in besprekingen van moordboeken, o.a. in Vrij Nederland, dat ik hem toch ook eens ga proberen. Min of meer willekeurig kies ik voor "Onzichtbaar". Dat is in Zuid-Afrika in 2007 verschenen, in het Nederlandstalige gebied in 2012. Haast vanzelfspekend speelt het verhaal op verscheidene plaatsen in dat verre landsdeel van Afrika (vooral in de omgeving van Kaapstad en tweekingstad Johannesburg/Pretoria).
(Martin) Lemmer, een ex-gevangene na een celstraf van vier jaar, wordt lijfwacht van Emma le Roux. Zij is een rijke dame die onlangs aangevallen is door drie "bivakmutsen". Ze wil samen met Lemmer op zoek gaan naar haar broer Jacobus. Die is al twintig jaar zoek, sinds 1986, maar lijkt – in ieder geval volgens Emma - op natuurbeschermer Cobie de Villiers die voor de rijke natuuractivist Stef Moller werkt en recnt een aantal moorden op zijn conto hebben gezet. Lemmer en Emma le Roux komen terecht bij politieman Jack Phatudi, die vooral hun dringend afraadt om met hun inspanningen door te gaan. Ook komen ze terecht bij Frank Wolhuter en Donnie Branca, al even fanatiek voor natuur en milieu als de eerder genoemde Stef Moller. Dan volgen er meer pogingen om Emma le Roux en Lemmer om zeep te helpen. Uiteindelijk belandt Emma in coma in het ziekenhuis. Als vervolgens Frank Wolhuter en ook portier Edwin vermoord worden, zien we Lemmer met zijn karate definitief in actie komen om de daders van de diverse moorden bij de kladden te grijpen.
"Onzichtbaar" – mijn titel is het niet – is best een aardig boek. Deon Meyer lmaakt zijn verhaal redelijk spannend en daarbij krijg ik ook een inkijkje in het leven in Zuid-Afrika, met zijn witte en zwarte mensen. Aan de andere kant – laat ik dat ook eerlijk toegeven – ben ik blij, als ik het boek uit heb. Ik heb er als recensiecijfer een 7 voor over.

maandag 18 november 2019

Weblogbrief 15.02, 18 november 2019

Queridos amigos y familia, daar ben ik weer, ten tweeden male, om jullie op de hoogte te houden van wat er hier in en omgaat. Traditiegetrouw begin ik weer bij het begin, afgelopen dinsdag 12 november ´s middags, en werk me dan door de week heen tot vandaag, zes dagen later.
Mijn bus 12 kan dinsdag nog niet over Santa Catalina rijden, omdat daar de restanten van de WOMAD nog opgeruimd worden. Ik moet dus twee straten terug op de Presidente Alvear om bij de provisorische bushalte te komen. Als ik er bijna ben, zie ik mijn bus net vertrekken, maar niet getreurd, de volgend is alweer bijna in aantocht. Op de universiteit aangekomen begroet ik allereerst het meisje dat sinds het voorjaar op mijn kamer zit. Ze maakt direct plaats voor mij, zodat ik weer achter of is het voor mijn computer kan zitten. Wel is ze nog even in de weer om haar andere plek te vinden en dus neem ik even tijd om bij Jorge te gaan buurten. Hij heeft een virusprobleem op zijn computer, ondanks de PANDA-beveiliging, en daar maakt hij mij graag deelgenoot van.

Terug op mijn plek begin ik met mijn eerste weblogbrief aan jullie te versturen en hem daarna ook te printen. Printen, alweer zo'n Engels woord, waarom zeg ik niet gewoon afdrukken? Daarna is mijn e-mail (computerpost?) aan de beurt. Trudie en Eva wordt verteld hoe zeer ik het hier weer naar mijn zin heb.
Tussen mijn post zit een verzoek van een firma uit Lisse om voor mij de teruggave van mijn BTW vanwege de aanschaf van zonnepanelen bij de belastingdienst te regelen. Ik vul hun vragenkijst in en stuur die ook naar hen op, maar twee bijlagen: een kopie van mijn pas en van mijn bankpasje kan ik zo vlug niet te voorschijn toveren. Dat wordt a.s. maandag, bij mijn vlolgende bezoek aan de iu=universiteit. Dan druk ik vier foto's af die ik eerder heb opgespaard tot nu. Die komen op het prikbord in mijn slaap- annex bureaukamer te hangen.

Ik kan het niet laten: daarna schakel ik linea recta over op de derde aflevering van "Zondag Met Lubach". Wat daarin in een half uur wordt opgeworpen, is bij mij steeds goed voor de nodige overpeinzingen. De stukjes over Zwarte Piet en de kerktoren van Hoogmade zijn goed voor een lach van mij. Bij dat over de 70 onschuldige slachtoffers in Irak door bommen van een F16 mogen best fronsende wenkbrauwen getrokken worden. Minister van Defensie Ank Bijleveld vertelt in de Tweede Kamer vooral dat het van voor haar tijd is, vier jaar terug, toen Hennis die post bekleedde. Maar wie was de baas van dat kabinet en zit nog steeds op het pluche? Minister-president Mark Rutte, maar die kan zich daar volgens eigen zeggen absoluut niks meer van voor de geest halen.
Het hoofdonderwerp deze keer is het roken en de nare gevolgen daarvan. Van de mensen die aan STOPTOBER hebben meegedaan, rookt overigens 93% al weer. De tabaksindustrie krijgt er bij Lubach flink van langs, omdat die ons jarenlang belazerd heeft met de "sjoemelsigaret". Er blijken diverse gaatjes in het filter van sigaretten te zitten, die haast vanzelf gesloten worden, als je rookt, maar in een machine wel hun werk doen. Dus is er nu eindelijk een betere machine, de Canadian Intense, die wel ook de gaatjes dichthoudt. Dan blijkt dat je in werkelijkheid een veelvoud aan nicotine en teer binnenkrijgt, vergeleken met wat de oude machine aangeeft. Uiteraard wil de tabaksindustrie niet aan de nieuwe machine. Intussen is ze in overmaat vertegenwoordigd in de commissie die het onderzoek (van ene Walther van het RIVM) begeleidt.
Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: "Zondag met Lubach" is echt een must (een moetje) Dat hoor je week in week uit gezien te hebben, live op zondagavond of in de herhaling ergens. Reken erop dat ik ook de volgende aflevering a.s. zondag ga bekijken en daarover in mijn volgende brief met plezier verslag zal doen.

Als ik om half 5, toch nog vrij vroeg, genoeg heb van de afdeling, ben ik uiteraard de laatste die er nog is. Met bus 12 tuf ik terug naar het noorden, tot aan het park in La Isleta. Dan merk ik dat er een paar druppels regen vallen. Het stelt bitter weinig voor, maar nadat het is opgehouden met druppelen, voelt je favoriete bank wel enigszins vochtig aan. Dus neem ik voor de variatie maar eens plaats op het terras bij de KIOSKO in het park.
Om half 7 uur vervolg ik mijn route naar het bibliotheekje vlakbij. Er is de afgelopen zondag in Spanje weer eens Tweede Lamerverkiezing geweest en hoe ziet het partijenpallet er nu uit? Als ik me tot de vijf belangrijkste partijen mag beperken, is de nieuwe verdeling, van links naar rechts: Podemos van Pablo Iglesias 13%, de PSOE van socialist Pedro Sánchez 28%, Ciadadomos van Albert Rivera 7%, de Partida Popular van Pablo Cassado 21% en VOX van Santiago Abascal 15%. De diverse overige partijen, waaronder ook die van de Basken en Catalanen, zijn samn goed voor de overige 16%. Albert Rivera van de CS is net al afgetreden vanwege het slechte resultaat voor zijn partij. Hoewel Podemos en de PSOE allebei ietsje verloren hebben vergeleken met de vorige verkiezing in 2018, zijn zij denk ik het eerst aan de beurt om te kijken of ze met enkele middenpartijtjes en/of Cs een tot een werkbare meerderheidsregering kunnen komen.
Een Tweede Kamerverkiezing In Spanje, het lijkt wel of we in Nederlnad zitten met zijn scala aan partijpolitieke groeperingen. Waarom zouden bij ons de PvdA, Groen Links en de SP niet kunnen samengaan zoals ook de Christelijke partijen in het midden en rechts de partijen van Wilders en Baudet?

Gisteravond laat zat ik braafjes op mijn balkon te lezen – het was al over half 11, toen een man of acht uit China (of daaromtrent) bij mij in de straat halt hield voor avondcafé Manila. Er werd even gedelibereerd, maar toen ging het hele gezelschap naar binnen. Ik neem aan dat ze op de Karaoke afkwamen.
Last heb ik er niet van gehad, maar niet veel later lag ik wel in bed.

Op woensdagmorgen ben ik vroeg op. Volgns de locale kranten is het nu licht vanaf 7 uur 20 en wordt het weer donker om 18 uur 10. Vandaag wordt het 24 graden en vannacht was het maar vier graden minder. (Ter vergelijking, in het ook vermelde Amsterdam gaat het op dit moment om 8 en 4 graden). En er schijnt af en toe ook nog eens een zonnetje, goed toch.

Carlos heeft op zijn uithangbord een hele trits "desayunos", ontbijten staan. Ik ken ze allemaal behalve eentje: "Pulga". Volgens mijn woordenboek is dat een vlo, ook een tol en voor de jeugd ook een prograammeerfout ("bug") op de computer. Ik zal Carlos er eens naar vragen wat je op je bord krijgt, als je een "pulga" bestelt.

Het wordt tijd dat ik me nieuwe, niet al te dure schoenen aanschaf, omdat mijn "cabreras" het in de Maastrichtse nazomer definitief hebben begeven. Helaas is het schoenenwinkeltje van een hoogbejaarde man op Santa Catalina niet meer. Er staan al dozen met drank in de zaak die doen vermoeden dat er een extra café met terras in de maak is. Waar zal ik me voor de aanschaf nu eens vervoegen? Ik heb een voorkeur voor lage schoenen ("zapatos bajos?"), liefst in een donkere kleur ("oscuro"), en graag zonder veters ("sin cordones").
Als ik hier om me heen kijk, zie ik dat haast iedere man met veters in zijn schoenen loopt. Dat is m.i. in Maastricht ook aan het handje. Mij niet gezien! Misschien is het wel nog even zoeken voordat ik het juiste paar gevonden heb.

Dan is het hoog tijd voor een plaatje. Wie zou in Vlaanderland het meest in aanmerking komen om een evenknie van Bob Dlan te zijn. Ik heb voor mijn keuze diverse verzamelplaten van Vlaamse muziek afgeluisterd in de zomer. Ivan Heylen komt, vind ik, aardig in de buurt, maar is het toch zeker niet. De hoofdprijs gaat m.i. naar Raymond van het Groenewoud. Hij is voor mij een volbloed Belg, maar zijn ouders zijn wel uit Amsterdam. Raymond van het Groenewoud is geboren in net Vlaamse Schaarbeek in 1950. Zijn debuutLP is van 1973, maar hij loopt daarna nog diverse decennia mee. Ik heb maar liefst zeven studio-CD's van hem plus twee compilaties. Onlangs legde ik ook beslag op de ode die Vic van de Reijt aan hem brengt met maar liefst drie CD´s, 60 nummers. Laat ik die nog eens afdraaien. Het hele zestigtal hier memoreren is, vrees ik, wat veel van het goede, dus beperk ik me tot een serie uitschieters naar boven. Ik sluit overigens niet uit dat mijn lijstje van favorieten er volgende week weer ietsje anders zou zien, maar goed: we zitten in het hier en nu. Ik heb echt moeten kiezen en bijv. nummers als "Liefde voor muziek" en "Vlaanderen boven" hebben het net niet gehaald. Hier is mijn top 13 met het jaartal van uitkomen:
I.02. Waar ik niet tegen kan 91
I.04. Meisjes 91
I.06. Brussels by night 90
I.07. Je veux l'amour 90
I.16. Zanger zonder meer 97
I.18. Machu Picchu 01
II.01. Mijnheer de postbode 01
II.03. Zjoske schone meid 90
II.08. Omdat ik van je hou 98
II.12. Twee meisjes 96
II.17. In m'n hoofd 98
III.03. Italianen 91
III.05. Haile Selassie
III.16. Kneden, kneden 05
Wat Raymond van het Groenewoud hier met een repeteergeweer laat zien, vind ik echt prijzenswaardig. Zijn op een na mooiste nummer vind ik "Meisjes" uit 1991 en mijn gouden medaille gaat naar het liedje "Twee meisjes" uit 1996 (ook te vinden op de CD "Ik Ben God Niet"). Dat laatste nummer moeten jullie echt eens op YouTube gaan afkijken. Je zou je toewensen dat er nog weer een vervolg op is, "Drie meisjes", dat ook door de zanger-liedjesschrijver op de plaat zou zijn gezet. Niet dus, helaas. Waarmee hij overigens op zijn hele litanie prominent aanwezig, is niet alleen zijn stem, maar ook zijn gitaar (mèt meziekske") en andere instrumenten.
Ik sluit me bij Vic van de Reijt aan in diens vervoering over deze muziekgekke Vlaming.

Dinsdagavond houd ik het rustig. Als ik er toch nog even uit moet om allerlei huishoudspullen te kopen, zie ik bij de Spar grote flessen "sandia", watermeloendrank staan, gewoon en in de zero-variant, van de firma Clipper. Dat is weer eens iets anders dan hun "fresa", aardbeiendrank. Terug op het honk schenk ik mezelf een halve liter in, een groot glas. Verfrissend is het en best te pruimen (maar ietsje minder dan een echte moot watermeloen, met van die zwarte pitjes).
De late avond breng ik door met stukjes van Godfried Bomans op mijn telefoon met aangeschafte mega-koptelefoon (voor vijf euro bij de Lidl). Een beetje gedateerd is Bomans intussen wel en daarbij is het m.i. sowieso niet alles goud dat blinkt. Aan de andere kant, als ik de man bijv. hoor over "De kunst van het verkopen" (van kleding), "Enige rictlijnenn voor bisschoppen" of "Student op kamers", gaat mijn hart toch weer open.

's Ochtends op woensdag mag ik weer eens constateren dat de banken in mijn straat nog steeds vooral worden bezet door zwervers; andere mensen komen er maar mondjesmaat aan te pas. Ik herken de – overigens enigszins verwaarloosde – broodmagere man waarvoor ik in mei al een zwak had. Hij kan niet zonder zijn blikken bier. Al op de vroege morgen zet hij er aanhoudend een aan zijn lippen. De brulaap uit Canada met zijn alles overstemmende stem is ook nog steeds van de partij. Diens "fuck off" is alweer te horen alsof het niks kost. Een straat zonder auto's, het heeft zeker zijn voordelen, maar negatieve bij-effecten zijn er zeker ook.
Het hoge flatgebouw met op begane grond schoenenzaak Abril aan de overkant op de hoek is aan een nieuw verfje toe. Een aantal schilders staat royaal te kwasten. Ze staan op een uit vele etages bestaande grote stellage, met trappen tussen de etages en een dun blauw gordijn voor het geheel. Aan de zijkant, bij winkel Besito Volao, hangt een langwerpige "banner", kennelijk van het bedrijf van ene Francisco Padrón. Bovenaan het dundoek staat met hoofdletters: ANDAMIOS, met daaronder "montaje y alquiler", montage en verhuur. Andamios, dat is een nieuw woord voor mij dat ik moet opzoeken. Het is Spaans voor steigers.

Dan is het alweer donderdag. Laat ik het eens hebben over de woorden "mus"en "muis". Ze schelen maar één letter, maar wat gaat het om heel verschillende beestjes. Mussen, "goriones" in het Spaans, heb ik hier nog niet ontwaard, maar misschien moet ik nog eens goed opnieuw rondlijken. In Maspalomas in het zuiden van het eiland zitten ze met bosjes, zo veel dat een huismus ("persona casera") als ik hier erbij verbleekt. Terzijde, iemand blij maken met een dode mus is in het Spaans "engutarse a una persona con un gorrion" en tegen de mussen vallen van het dak zeggen ze hier "hacer un calor asfixiante". Weten jullie trouwenes wat mussen is? Dat is een kaartspel dat in mijn tweede boek van deze week gespeeld wordt, maar kennen doe ik het niet.
Een "muis" is iets heel anders, die kan zelfs niet vliegen. Het Spaanse woord ervoor is "raton" (maar een rat is "una rata"). De reden waarom is er hier mee kom, is dat onder mijn gangbare rustbank bij hotel NH, waar ik 's avonds graag eens plaatsneem, een paar kleine muisjes zitten. Ik heb de halfronde, eigenlijk halfovale bank van zeg 20 meter bijna voor mezelf alleen, want – geloof het of niet – het merendeel van de oudere habituees is er kennelijk zo bang voor dat ze zich liever op een van de tegenover liggende banken zonder rugleuning nestelt. "Miedo", angst is het woord dat ik aanhoudend te horen krijg – hoe bestaat het. De lichtbruine onderkruipseltjes komen hooguit even bij ons buurten vanuit de grote struiken achter mijn bank. Ze zijn op zoek naar iets eetbaars dat bij hun nietige afmeting past en wat zijn ze schattig. Hoe komen de dames erop dat de musjes je naar je keel of zo zouden grijpen.
Willen jullie ook een paar uitdrukkingen met "muis"? Met man en muis vergaan is "irse a pique con toda la tripulación" en dat muisje zal een staartje hebben is "(la cosa) traerá cola". En nou willen jullie zeker ook weten hoe je beschuit met muisjes in het Algemeen Beschaafd Spaans zegt. Dat broodbeleg, een verplichting als een kindje geboren is, heeft hier helaas geen bestaansrecht. (Maar wat vinden jullie van "biscochos con mantequilla y granos de anis azucarados"?)

Vrijdag is een dag om er eens uit te gaan. Toch ben ik overdag vooral doende in mijn tweede, van origine Spaanse boek. Wat me opvalt, maar dat het alle dagen hier best mooi weer is, maar dat af en toe wel ook wat spetters regen naar beneden komen. Per dag schat ik het op een stuk of twee, drie buitjes van niks, net genoeg om de palmbomen wat water te geven, maar te weinig om preventief met een paraplu de straat op te gaan. Als een wolk zo donker wordt om even wat H2O los te laten, gaat toutes Las Palmas op straat onder een afdak staan en begint aan een conversatie met de buren.

's Avonds probeer ik voor de variatie maar eens of ik nog iets bijzonders kan vinden in het bibliotheekje naast het basketbalved aan Las Canteras. Helaas, vanuit mijn stad hier gezien is er echt niks "dat ik met jullie wil delen". De Spaanse koning is net terug uit Cuba, Pedro Sánchez heeft nog geen meerderheidsregering kunnen vormen, nu de onafhankelijke Catalanen niet mee willen doen en willen jullie meer weten over de aankomende feesten in Ingenio? Nee toch.
Dus wijk ik uit naar de recensie van een film die in El Mundo en El País kan rekenen op de steun van alle critici: El Irlandés, ofwel de Ier. De film gaat over het wel en wee van de georganiseerde misdaad gedurende enkele decennia in de Verenigede Staten. Voor de regie is niemand minder dan Martin Scorsese verantwoordelijk en in de hoofdrollen zie ik Robert de Niro, Al Pacino en Joe Pesci. Die "largometraje" wil ik graag zien, denk ik dan, maar helaas is hij hier alleen in de Spaanse versie, zelfs zonder onderschrift in het Engels. Trouwens, voor de mensen die Netflix op hun tv hebben, over twaalf dagen is hij daarop ook te zien. Ik neem maar aan dat "The Irishman" of hoe hij in het echt echt heet, ook in Nederland een bestseller zal worden.

Op de terugweg naar huis zie ik nog een aankondiging van weer een andere, nieuwe film: Le Mans, met Matt Damon op pole position. En een mooie advertentie van de stad om het fietsverkeer te promoten. Zoals iedere grote stad is Las Palmas vergeven van de privé-auto's en de enige oplossing: verbied ze, is ook hier nog niet tot het bestuur van de stad doorgedrongen. Wel doet de gemeente al een aantal jaren verwoede pogingen om de mensen uit hun "coches" te krijgen. In koeienletters staat in de annonce te lezen: MUÉVETE CON CABEZA. UTILIZA EL CARRIL BICI. GANAMOS TODOS, beweeg je met je hoofd (verstand). Gebruik het fietspad. We winnen er allemaal bij. Ter illustratie staat er, op hersenniveau, een fiets en een electrische fiets bij. Plus een electrische step en rolschaatsen. Dus, jongens en meisjes, de e-step is hier dus nog niet verboden, integendeel!
Thuis zit ik 's avonds laat verdiept in "Het Beest" van Midags Dekkers, op mijn telefoon met koptelefoon. De dubbelCD is van 2007 en bevat een keur van stukjes van de bioloog die hij voor het programma "Vroege Vogels" heeft geschreven. Ik beperk me voor vanavond tot deel 1 van de 2, toch al een hele bedoeling, en wat zal ik verder eens van zeggen. Ik vind Midas Dekkers echt een pareltje van de Nederlandse literatuur. De 17 stukjes, steeds ongeveer van vier minuten lengte, die ik voorgeschoteld krijg, zijn van een grote schoonheid en ook nog eens mooi voorgedragen. Willen jullie sprekende voorbeelden? Dan noem ik hier "Het bananenvliegje", "Het lam Gods", "De Franse bever", "De kabeljauw", De brontosaurus" en "De kakmadam".

Op de zaterdag neem ik monter onder de douche plaats. Vandaag zal ik mijn haar weer eens ouderwets een wasbeurt geven. Als ik het doornat heb gemaakt, snel gebeurd, grijp ik naar de champoofles van de firma Reflon Flex. Hun spul (con keratina) is uit de kunst, weet ik nog van vorige winters hier. Blijkt de fles – toch 650 ml champú clásico – helemaal leeg te zijn; tot op de bodem. Wie heeft er van de zomer aangezeten? Dat wordt snel een nieuwe fles kopen en mijn alsnog alsnog een wasbeurt geven.

Laat ik maar weer eens een vers muziekje opzetten, ter vervanging van al het moois van Raymond van het Groenewoud. Ik gaf eerder in deze brief Ivan Heylen al een eervolle vermelding; is die misschien een mooie Vlaamse aanvulling? De man, voor mij meer een rare snuiter dan een muzikale opleving, is uit 1946, een goed jaar. Zijn roots liggen in het Belgische Assenade, zoek maar op. Gelukkig is hij daarna wel ook nog uitgezwermd. En dan, iemand die de ene plaat na de andere maakt, kan ik niet van hem maken. Daarbij is zijn Vlaams zodanig dat ik, als hij op de tv zou zijn, de neiging zou hebben om 888 voor doven en slechthorenden aan te zetten.
Via Muziekweb in Rotterdam heb ik zegge en schrijve één dubbelCD van hem kunnen bemachtigen: "De Werkmens", met in totaal 25 nummers. Daaruit selecteer ik hier een tiental nummers voor jullie dat mijn bijzondere waardering kan wegdragen:
I.01. De beeste
I.02. Gein uur zonder weirde
I.04. Heeft er iemand mijn ziele gezien
I.07. Kom ik naar huis
I.12. Mijn wijveke is de beste in de keuken
II.01. Mijn laatste fran
II.02. 'k Had zo geiren mee aa
II.06. De werkmens
II.07. De wilde boerndochtere
II.12. Oh schone Frieda
Het moge duidelijk zijn: Ivan Heylen heeft meer noten op zijn zang dan "De wilde boerndochtere" (dat als ik het wel heb, ook in Nederland in 1974 hoge ogen gooide). De man is een uit de Vlaamse polderklei getrokken fenomeen.

's Middags krijgt Sinterklaas in Nederland vaste grond onder zijn voeten. "Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan. Hij brengt ons Sint Nicolaas, ik zie hem al staan." De jeugd, zeker die van minder dan zeg 7 jaar, heeft ongetwijfeld de dag van zijn leven en mag vanavond voor het eerst zijn schoen gaan zetten. Intussen maken de diverse hulpbisschoppen in de warenhuizen zich gereed om bij te springen.
Hier bestaat Sinterklaas niet en Pieten staan evenmin op de rol. Het wachten is in Las Palmas op de kerstman en aanverwanten. Gelukkig heb ik daar nog geen heldere tekenen van gezien. Echter, winkel Besito Volao in mijn straat heeft net wel al de met lampjes verlichte eland op de stoep gezet. Het kan dus niet lang meer duren voordat de hele Luis Morote zich in kerstsferen gaat hullen.
Als ik mijn ommetje maak op de vroege zaterdagavond, is Las Canteras min of meer afgezet met een koord. De weg is grotendeels gereserveerd voor de duizenden lopers van de avondwedstrijd. Even later komen de eersten al de hoek om. Vooral hesjes, lichtgroen van kleur, met het cijfer 16 op borsthoogte en de sponsornaam Binter (van de regionale vliegtuigen) op de rug, komen voorbij gesjeesd. Zou men echt denken dat je aldus je hart en gewrichten testend, meer kans hebt om later een gezegende leeftijd te bereiken?

Dan is het zondagmorgen en ga ik even op de bank tegenover Carlos zitten om de uitslag van de voetbalwedstrijd gisteravond tussen Noord-Ierland en Nederland te bekijken. Het is 0-0 geworden, een brilstand, bepaald geen wedstrijd om over naar huis te schrijven. Niettemin, "we" mogen nu wel weer eens meedoen met het Europees kampioenschap voor landenteams a.s zomer. Bondscoach Ronald Koeman heeft ons voorgehouden dat het resultaat telt, meer dan hoe goed we zijn.Het is waargemaakt, toch. Op NU.NL gaan al stemmen op dat Nederland zo maar eens Europees kampioen kan gaan worden. Dat vind ik op zijn zachtst gezegd uiterst voorbarig.

Op de "rastro", rommelmarkt zijn kerstballen te koop. Ik kom er vandaan met een mooie dubbelCD met nummers uit de jaren 50: Essential Love 1. Kennen jullie "Love letters" al van Perry Como? Of "September in the rain" van Peggy Lee? Dan wel Bing Crosby met "Temptation" of "Breathless" in de versie van George Jones? Op de dubbelCD is het maar liefst veertig keer prijs.
Daarnaast heb ik mezelf drie DVD's cadeau gedaan. In eentje legt Richard Dawkins (die van "God bestaat niet") uit waarom Charles Darwin met zijn evolutieleer zo baanbrekend was. De andere twee zijn de tweede film van Alejandro Amenábar: "Abre Los Ojos" met o.a. Penelope Cruz uit 1997 en de mij onbekende film "Judas Kiss", een thriller van Sebastian Gutierrez met o.a. Emma Thompson in de hoofdrol.
Om kart voor 1 begint het weer eens even te regenen. Bijna terug op het honk loop ik even binnen bij "Punto Plus", een zaak vlakbij, waar o.a. niet al te dure schoenen verkocht worden. De zwartbruine mocassins die ik daar zie liggen, bevallen me wel. Echter, ze zijn niet voorradig in mijn maat 46 (en zelfs ook niet maat 45). Ik zal nog eens verder moeten gaan zoeken naar mijn tweede paar veterloze schoenen.

"Manic Monday", zo heet een nummer op de laatste, posthume plaat "Originals" van Prince, de begaafde onderdeur uit Minneapolis. Hier in Las Palmas herneemt op de maandag het dagelijkse leven zijn gang, net als overal elders na zondag, rustdag. Ik heb jullie eerder toegezegd dat er vandaag een nieuwe brief zou gepost worden en wat je belooft, moet je doen. Dus gaat brief 15.02 vanmiddag de deur uit en ik hoop maar dat jullie er enig plezier of in ieder geval besmuikt gelach aan willen beleven.
Hebben jullie de 11de van de 11de overleefd? Heeft de Sint al gereden? Is er al een Piet van zijn zwarte schmink afgeholpen? Hier is het wat feestdagen betreft nog lou loene. November is echt zo'n maand waarin het vooral afwachten is wat er komen gaat. En toch, ik zie genoeg reuring, dat wel. Mijn advies aan jullie: neem het er ook eens van in den verre. Ga eens een weekend naar elders, Zwitserland bijv., of draai eens een bonte was op 90 graden. Ik wens jullie een spannende komende doordeweek toe en zie jullie graag terug a.s. vrijdag al, als ik hernieuwd van me zal laten horen. Tot ziens, hasta luego, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

Maandagavond al, een week terug, was ik in El Corte Inglés en dus had ik de nieuwste plaatselijke bestsellers van hier nog net in mijn vorige brief kunnen meenemen, als ik dat gewild had. Het is er niet niet meer van gekomen en dus noem ik ze hier. Prominent aanwezig is vooral "Lobo negro", zwarte wolf, van ene Juan Gómez-Jurado. Hiervóór heeft hij met andere boeken ook al gescoord. Ook geeft de boekenafdeling van de winkel extra aanzien aan de nieuwe Alfonso Falcones, genaamd "El pintor de almas", de zielenschilder. Andere boeken die in grote aantallen zijn opgestapeld, zijn "Terra alta", hoog terrein van Javier Cercas en – meer in mijn stijl – "El negociado del yin y del yang", de yin en yang afdeling, van Eduardo Mendoza.
Engelse of Scandinavische thrillers zie ik zo vlug niet op de voorste rij liggen. De aanblik is bijna volledig Spaanstalig. Dat heeft toch iets armetierigs.

Dan ga ik met mijn bespreking van het eerste boek in huis vallen. De Zweedse Maria Aldolfsson, geboren in Stockholm in 1958, verblijdt me met haar debuutboek uit 2018: "Doggerland", in het Huilands "Misleiding". In de laatste VN-thrillergids krijgt het vier sterren (van de vijf) en om onduidelijke reden wil ik het met enige voorrang lezen (op mijn e-reader, die Rocky heeft aangevuld met een paar honderd boeken). Het boek speelt in Dunker en omgeving op de Doggerse eilanden, maar of dat gebied echt bestaat? Ik kan het in mijn atlas niet vinden. Hebben we het trouwens over Noorwegen of Zweden?
Ene Susanne Smeed, 45 jaar, is vermoord, Politie-inspecteur Karen Eiken, 48 jaar, krijgt de leiding van het onderzoek, ook omdat haar nogal vervelende chef, Jounas Smeed, de ex van het slachtoffer is. Samen met vooral collega Karl Björken gaat ze voortvarend te werk, maar na een week speuren zijn ze nog steeds bijna bij af. Wel woont Susanne's dochter Sigrid inmiddels bij Karen in huis en is het netwerk van het conflicten zoekende slachtoffer tot in detail in kaart gebracht. Zelfs besteedt Karen ook tijd aan een periode begin jaren 70, als de ouders van Susanne in een commune wonen in de omgeving, met vier echtparen en een handje kleine kinderen.
Karen's collega's vinden al snel dat ene Linus Svanne, een jonge dief en verkachter de dader is. Hij verdwijnt dan ook in het cachot in afwachting van zijn berechting. Karen wordt van haar recherchetaak afgehaald, hoewel ze vermoedt dat Linus van alles heeft uitgevreten, maar niet de moord gepleegd. Ze vertrekt naar de Elzas voor een vakantie en al op de boot naar Denemarken krijgt ze toch deels gelijk, als blijkt dat nu ook een van de jaren 70 hippies, Disa, in Malmö vermoord is. Voor mooie bijrollen in het boek komen homo's Einar & Kore en vriendin Marike in aanmerking als ook zwerver Leo Friis, de voormalige gitarist van de popgroep The Clamp.
Ik vind Doggerland, in Nederlandse vertaling, een prima thriller. Maria Adolffsson houdt de spanning er goed in en de bijna 500 blazijden heb ik in luttele dagen doorgewerkt. Ik kom uit op een recensiecijfer van een welverdiende 8 en kijk uit naar nieuwe boeken van de schrijfster.

Ik heb er nog een voor jullie. Een paar jaar terug hoorde ik hier op het eiland over het schrijftalent van ene Elía Barcelo. Ze is uit de buurt van Valencia, daar werkt ze in ieder geval sinds lang op de universiteit. Terug in Nederland heb ik een drieluik van haar bemachtigd, waarvan me in ieder geval "Tangohart" nog bijstaat. Dat heb ik later als cadeautje gegeven aan een man uit Cadier en Keer, die mij opzadelde met de nodige tangomuziek uit Argentinië. Als ik onlangs bij Rocky ben en die zegt eenvoudig: wat wil je op je e-reader hebben, kan ik het niet laten om Elía Barcelo weer te memoreren. Dus heb ik nu verscheidenen andere boeken van haar. Laat ik "Cordeluna" eens gaan lezen, een boek van haar uit 2007, hetzelfde jaar dat ook haar "Tangohart" het licht ziet.
Cordeluna is het zwaard dat een strijder van El Cid (Rodrigo van Vivar) en Minaya, van zijn vader heeft gekregen. Hij heet Sancho Ramírez en met zijn zwaard, en de hulp van zijn vriend Laíz, sabelt hij als christen Moren neer of het niks is, op het einde van de elfde eeuw. Dan wordt hij stapelgek op ene Guiomar, maar haar stiefmoeder, gravin doña Brianda, wil Sancho liever in haar eigen bed hebben. Als hij onomwonden voor de dochter kiest en ook nog stiekem met haar trouwt, wil ze niks liever dan hem en ook haar Guiomar vernietigen. Daarvoor roept ze de hulp in van tovenaar Ludevico.
Er is nog een tweede verhaal dat zich in het heden afspeelt, bijna duizend jaar na de tijd van El Cid. De delen daarvan wisselen steeds af met die van het vorige verhaal. Sergio (= Sancho) en Gloria (= Guiomar) worden op een zomerkamp, waar ze toneelles krijgen om uiteindelijk het eerste verhaal na te spelen, verliefd op elkaar. Andere mensen in het kamp die een prominente rol spelen, zijn Andres (= Laíz) en Tina (= Régula, de helpster van Guiomar), Quique en Sibila. Bárbara, de tweede regisseuze, is de reïncarnatie van doña Brianda in het verhaal van duizend jaar eerder. Het zwaard Cordeluna wordt herontdekt en uiteindelijk voorzien van de twee maansteentje die er bijna duizend jaar eerder uitgehaald zijn. Nu loopt het verhaal pas echt goed af.
"Cordeluna" van Elia Barcelo vind ik best aardig, maar overhouden is anders. De twee verhalen passen wel goed op elkaar. M.i. zijn ze daarentegen nogal kinderlijk opgeschreven, alsof we een sprookje te horen krijgen. Ook de overdreven aandacht voor kruidengeneesklunde is niet helemaal waarvoor ik warm loop. Ik kom aldus niet verder dan op een 7- als recensiecijfer.

dinsdag 12 november 2019

Weblogbrief 15.01, 9 -12 novenmber 2019

Weblogbrief 15.01, 9 november 2019

Queridos amigos y familia, dierbare vrienden en familie, hier ben ik weer, op en top en vanuit een zuidelijk oord dat er nog steeds zijn mag, Las Palmas de Gran Canaria, kortweg LPA of LPGC, "toda una ciudad". Vanaf Maastricht heb ik zaterdag in alle vroegte de reis voor het vijftiende jaar ondernomen. In de trein naar Eindhoven zat ik tegenover twee Jehova´s getuigen ("testigos de Jehová") die elkaar met Spaanse bijbelteksten om de oren sloegen; zowaar kon ik toen al mijn Spaans al een beetje oefenen en oppoetsen. Op het vliegveld bij "lempjesstad" Eindhoven was het vooral wachten, twee uur lang, maar de vlucht zelf met Transavia viel me alleszins mee. Ik deed er maar 4 uur en 5 minuten over, met een kruissnelheid van 860 km/uur, Ja, Max, zo'n bolide over de grond blijft behelpen. De "crew" van het vliegtuig sprak ons monter toe in het Nederlands en Engels, maar Spaans, ho maar. Het is, denk ik dan voor me uit, kennelijk niet de bedoeling dat ook de autochtonen van het eiland, de echte canario's (canis = hond), meekrijgen hoe je bijv. je zwemvest moet opblazen als de nood aan de man komt.
Om 6 uur zaterdagavond locale tijd stond ik op Santa Catalina. Daar begon de WOMAD net aan zijn derde dag, het semi-derdewereld muziekfestival op meer podia tegelijk, dat hier gratis jaarlijks in november wordt gehouden. Ik keek met mijn koffers voor me een stief kwartierje naar een optreden van een Cubaanse groep en liep toen door naar mijn onderkomen in de Luis Morote. Daar trof ik zowaar mijn huisbaas Lluis aan, met zijn zoon Victor (22 jaar, uit een eerder huwelijk), die net een heel grote ijskast naar boven aan het sjouwen waren. Ze, de ijskast, moet anderhalve dag acclimatiseren, maar kan daarna al mijn eet- en drinkwaren meer dan aan. Alleen al het vriesvak is 45 bij 37 cm. Daar kunnen de nodige kilo's "zoervleis op ze Mestreechs" in, een mooi klusje voor Trudie om klaar te maken, als ze over drie weken de gelederen hier een week komt versterken. De finishing touch voor het "zoervleis", te weten de rinse appelstroop van de firma J. Canisius uit Schinnen, heb ik alvast in mijn koffer meegenomen en staat nu te chambreren in de bijkeuken.

In het vliegtuig heb ik echt geboeid zitten lezen in het boek "Operatie Napoleon" van een van mijn favoriete thrillerschrijvers: Arnaldur (Indradason). In mijn boekbijlage ga ik het lovend bespreken. Of het niet op kan, staat daar ook een synopsis voor jullie van alle 29 boeken die ik de afgelopen zomer in Maastricht (en omstreken) heb zitten lezen. Gelukkig, of helaas – dat hangt er maar vanaf, heb ik geen lijstje van alle films die ik de afgelopen maanden heb gezien.
Ik heb van de zomer twee korte reisjes naar het buitenland gemaakt. Eentje was met Trudie naar Heidelberg, drie dagen eind juni, waarvan ik het verslag niet meer kan vinden. Tant pis! Laat ik hier wel vermelden dat het toen 40 graden in de schaduw was en dat Bertel (bij wiens familie noonk Pie in de oorlog brood leerde bakken) en haar man Volker ontzettend aardig voor ons zijn geweest. Het andere tripje was naar Roemenië met Trudie en Marijke, vier dagen lang half oktober. Daar is wel een verslag van dat als annex ook op het einde van deze brief te vinden.
Zaterdagavond laat, maar nog net voor 9 uur, is het tijd om nog even naar mijn Spar in de Alfredo Jones te gaan om vers proviand in te slaan. Ik koop echt van alles en begin daarna op het balkon aan een stokbood met chorizopasta uit het dorpje Teror hier. Daar krijg je dorst van en een mens moet goed drinken. Dus gaat er ook nog een hele liter "nectár de melocotón"(perziksap) naar binnen. De aangeschafte halve liters Tropicalbier en Bandido (met een scheutje tequila) laat ik nog even voor wat ze zijn.

Zondagmorgen ben ik in alle vroegte, 8 uur, al bij de les. Wat wordt mijn openingsmuziekje bij deze eerste brief? Ik heb jullie eerder al eens gewezen op de bovennatuurlijke gaven van "cantante-melodista" Joaquín Sabina, een man van ongeveer mijn leeftijd (hij is uit 1949) uit de Spaanse "peninsula", om precie ste zijn Jaén. Zijn eerste LP is van 1978, "Inventario", en zijn muziekstijl is als die van Bob Dylan, alleen kweelt Sabina in het ABS. Ik heb echt alles van de man in huis, maar om niet helemaal opgehelderde reden niet zijn laatste cd, uit 2017. Ze heeft de titel "Lo Niego Todo" meegekregen, ik ontken het allemaal, ("incluido la verdad") naar het gelijknamige nummer op het album. Gelukkig heb ik de cd de afgelopen zomer via het Muziekweb in Rotterdam toch nog aan mijn 2 Tb-muziekschijf kunnen toevoegen. Ze heeft zelfs in Maastricht al voor de nodige hilariteit gezorgd in mijn omgeving. Hier zijn de titels van alle twaalf nummers:
01. Quien más, quien menos
02. No tan deprisa
03. Lo niego todo
04. Postdata
05. Lágrimas de mármol
06. Leningrado
07. Canción de primavera
08. Sin pena ni gloria
09. Las noches de domingo acaban mal
10. ¿Que estoy haciendo aquí?
11. Churumbelas
12. Por delicadeza
Wat een plaat! En dat in de herfst van zijn (en mijn) leven! Als ik een voorkeur voor bepaalde nummers moet uitspreken, kom ik "na ampel overwegen" uit bij liedjes 1, 4, 7, 10 en 12. Nummertje 3: "Lo Niego Todo" is er een van de buitencategorie; dat is er een voor bij mijn uitvaart.

In mijn stukje straat is alles nog helemaal comme ik faut. Als ik me tot de kaffees" in de Luis Morote mag beperken, staan Carlos, Franceso en don Manué nog steeds hun mannetje. Vandaag is Cafetaría Nuevo Murias dicht. Komt dat, omdat Carlos de laatste kerkganger van de stad is? Alleen de nachtzaak bij mij tegenover is voor de zoveelste keer van uitbater veranderd. Nu heet ze "MANILA BAR KARAOKE". Laat ik toegeven dat ik er vannacht niemand heb horen meeblèren op "Strangers in the night" of een Spaanse klassieker.
Om 12 uur staan Lluis en Viktor hernieuwd voor de deur, nu met allerlei meubilair. Dat krijg je ervan, als Lluis zijn huis in Barcelona definitief verkoopt en allerlei huisraad in de opslag heeft staan. Deze keer betreft het vooral spullen waar ik niet echt om gevraagd heb. Dieptepunt, volgens Lluis hoogtepunt, is een tafeltje met zwaar uitgevallen blad dat op mijn balkon wordt gepositioneerd. Als Lluis er ook nog stoeltjes bij wil zetten, haak ik af. Die worden vervolgens samen met divers ander ongemak vooralsnog in de zijkamer gedeponeerd. Helaas blijft het tafeltje wel op het balkon staan. Totdat Trudie komt, heb ik er gelukkig geen centje pijn aan.
Op zondagavond doe ik mijn eerste rondje Las Canteras. Wat me vooral opvalt, is dat alles, vooruit bijna alles, ook daar bij het oude is gebleven. Zelfs is de plek waar vroeger Chinees restaurant "Buffet Hong Kong" furorre maakte – intussen "trasladado" naar de Luis Morote, nog steeds zonder nieuwe nering. Willen jullie al een vleugje Spaans? Kijk dan maar eens met mij naar de gevel van snuisterijenwinkeltje "Camaleón", naast "Bread And Coffee" op de boulevard. "Cama" is het Spaanse woord voor bed en "león" staat voor leeuw. Is "camaleón" dus een bed voor een leeuw? Je zou het denken, maar kloppen doet dat niet. Een "camaleón" is wat wij een kameleon noemen, met een a in plaats van een e. En voor wie niet weet, wat een kameleon is, dat is volgens mijn van Dale een geschubde hagedis. Omdat het beestje van kleur kan veranderen, als er onraad dreigt, staat het woord kameleon ook wel voor iemand die al te gemakkelijk van mening of partij verandert. Misschien is Mark Rutte wel een kameleon, omdat hij als jongeman heel links was, maar zich later schaamteloos tot het rechtse neoliberalisme heeft bekeerd.

Helaas kon ik ook deze keer niet present zijn bij de uitverkiezing van het Maastrichts carnavalsliedje van 2020. Die was op zaterdagavond, ongeveer toen ik net terug in LPGC was. Het is intussen vaste prik: dan stuurt mijn jongere broer mij het winnende liedje wel op. Chapeau, Ton! Voor de komende carnavalsdagen, 21-25 februari, worden we verondersteld om ons "MESTREECH... IECH BIN VERLEEF" eigen te maken. Het is van Ron Nieste & Patrick Ummels en is tijdens de verkiezing zaterdagavond uitbundig gebracht door de (5) Köp. Als ik eerlijk ben, vind ik het liedje behoorlijk tegenvallen, zowel de muziek als de tekst, maar daarom niet getreurd. Als het vastelaovend vierend volk ervoor valt, wie ben ik dan anders dan een bejaarde wijsneus "dee z'ne bavvie moot hawe"? Voor de bijbehorende melodie verwijs ik naar de "site" van de Tempeleers, maar hier is de tekst:
REFREIN:
Och wat is 't hei toch fijn, met z'n alle hei bijein
Mestreech...iech bin verleef
Met z'n alle d'r op oet, in dee groete rijaloet
Mestreech...boe iech um geef
Huur iech de hermeniekes speule, krijg iech 't in de kop
Krijg iech euveral sjevraoje, kin niks aanders tegenop
Iech veul miech zoe gelökkig, bin blij tot iech hei leef
Mestreech...iech bin verleef

KOEPLET:
Eus stad zit vol tradities, dao is altied get te doen
Meh 't sjoenste vaan dit alles, vastelaovend spant de kroen
Daan zien veer neet te hawe, trekke vaan bal nao bal
Zoe goon veer daan op weeg, nao de Mestreechter carneval
Dee vastelaovend is zoe sjoen
Iech bin zoe gruuts tot iech hei woen

Deze tekst houdt bepaald niet over, mompel ik nog maar eens voor me uit. En dan te bedenken dat evergreens zoals "Sjarel (kom noe naor bove tow)", "Meer, kom oet de zedeleer" en "Tonia (boe is me beer gebleve)" het destijds niet gehaald hebben, met een tweede plek genoegen moesten nemen.

Maandagmorgen is compleet zoals ik het hier gewend ben. Ik sta op tijd op om de kinderen in de straat te zien, die verondersteld worden om half 9 op school te zijn. Als ik de grote ijskast probeer aan te zetten, lukt dat niet. Daar ga ik Lluis nog eens over onderhouden. Gelukkig staat mijn oude ijkast er ook nog, die ik nu maar opnieuw van stroom ga voorzien.
Om half 11 ga ik naar de "Mercado Central", vooral om koffie te kopen. Ik neem ook enkele porties gemengde groente mee plus brood en een halve kilo huzarensalade. Daarna zit ik overdag vooral te lezen. Mijn IJslandse boek over "Operatie Napoleon" krijg ik helemaal uit. Voor een bespreking, kijk hieronder. Ik ben er eerlijk gezegd al aan begonnen in de trein naar Eindhoven, in Nederland nog. Is dat misschien de reden dat ik het nog net als boek 30 van de afgelopen zomer kan boeken?
´s Avonds ga ik naar El Corte Ingles voor mijn favoriete "avellanas tostadas", geroosterde hazelnoten. Ze zijn deze week in de aanbieding: drie voor de prijs van twee. Ook neem ik de nodige blikjes tonic, sinas en aardbeidensap in de zero-variant mee in mijn "bolsa".

Vanmiddag op dinsdag ga ik naar de universiteit, de afdeling van Lluis en zijn "onderdanen". En dus komt nu al een einde aan deze eerste brief. Ik heb hem met de nodige animo geschreven, maar het grootste deel – de bijlages – dateert al van de tijd voordat ik naar hiero ben afgereisd. Het is meer een terugblik dan een dagboek geworden, maar wat geeft het. Hoe dan ook, hier is hij en laat ik toevoegen dat jullie de volgende a.s. maandag 18 november tegemoet kunnen zien.
Gedraag je daar in het hoge noorden, waar de temperatuur een stuk lager is dan hier. Zelfs ben ik hier al een paar kakkerlakken tegen het lijf gelopen. Enne...het ga jullie goed, tot ziens, hasta luego, uit de (sub-)tropen, PaulK.

REISJE NAAR ROEMENIË

Hartje zomer zijn Trudie en ik een lang weekend naar Heidelberg geweest. Onze "hoofdreis" deze zomer zou naar Noord-Italië gaan, met busbedrijf Het Zuiden. Eerst werd het vooral Turijn, met Milaan als sidekick, later hebben we dat omgezet in een reisje naar Genua en de Riviera. Ongeveer een week voor vertrek blijkt de reis helaas niet door te gaan. Dus blijft het voor mij deze zomer bij een trip naar Roemenië, met Trudie en Marij, georganiseerd door de personeelsvereniging van de UM.
Van 17 t/m 20 oktober staan Jo (en Annemie) Gorissen en Lisette van Artemis voor ons in de startblokken. De eerste (donder)dag staat een bus van de firma Joosten bij UNS 40 al om half 7 gereed om ons (in totaal 39 "man") naar Düsseldorf te brengen en van daar met Eurowings naar het voormalige Oostblokland. Roemenië hoort sinds 2007 bij de EU en telt nu zo'n 23 miljoen inwoners. 10% daarvan woont in hoofdstad Boekarest, in het Roemeens Buguresti. Reclame-opschriften en dergelijke zijn redelijk te volgen, omdat Roemeens lijkt op het Italiaans en andere Romaanse talen. Zure soep heet hier bors of ciorba, palinka is de naam van de pruimenjenever en sausijsjes zijn mititei. Het land is nog niet aan de euro en 1 euro is bijna 5 lei.
Als we in het begin van de middag in Boekarest aankomen, blijkt dat de stad, vooral het centrum er nog al onderkomen uitziet. Voor een deel zal dat mede komen door de aardbeving van 1977, die het centrum echt heeft platgelegd. Er valt nog heel wat op te knappen, voordat Boekarest kan concurreren met andere grote steden in Oost-Europa. Ik heb een mooie kamer op één hoog direct boven een vestiging van McDonald's.
Na het inchecken in ons hotel Central gaan we met zijn drieën de stad verkennen. Opvallend is de vaart, veel meer dan 50 km, waarmee sommige auto's door de stad racen. Echt ongelooflijk! De stad is trouwens sowieso vergeven van de auto's, die kris en kras tot in de kleinste uithoeken te vinden zijn. Het weer is prima, met een temperatuur overdag van een kleine 25 graden en een bijpassend zonnetje. Al vlug zitten we op het terras van een eenvoudige pizzatent en daar laten we ons het bier goed smaken (Mesterul Manole, bere de legenda, volgens de oberin Roemeens, maar op zijn Tsjechisch gebrouwen). De dames maken daarna alvast een uitgebreider rondje door het centrum, maar ik nestel me in mijn boek en neem de tijd om de Roemeense dames en heren uit te kijken. Om 7 uur zijn we gedrieën terug bij het hotel voor de avondmaaltijd. Het avondeten is best in orde, maar de drie gangen gaan wel in sneltreinvaart aan ons voorbij, in een ruimte die meer bij ontbijten dan bij dineren hoort. De man van de bar op begane grond is er niet, dus zitten we al vroeg te denken om dan maar eens te gaan bijslapen.

De vrijdag is vooral bedoeld om niet Boekarest, maar de rest van Roemenië onder de loep te nemen. Na het (prima) ontbijt gaan we om 9 uur met een bus naar het noorden van het land. Onderweg vertelt Ioana, een aardige gids van 40 jaar, over van alles en nog wat. De grote man in de Roemeense geschiedenis lijkt de eerste koning, Carol 1, geweest te zijn, die de scepter zwaait op het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. De charismatische en goudeerlijke koning heeft de diverse delen van het land onder één noemer gebracht. We komen op ons uitstapje in voorbij mij onbekende plaatsen als Plojesti en dergelijke en maken onze lunchstop in Sinaia. Voor wie dat wil, staat daar kasteel Peles van de koning gereed voor een bezichtiging. Trudie, Marij en ik doen er vooral een rondje over de snuisterijenmarkt. De dames gaan daarna geocachen, maar ik mag alvast in het café-restaurant gaan zitten. Daar sluit ik mij aan bij vier medereizigers op een – zoals dat heet – zonovergoten terras.
Omdat we drie mensen van de bus een half uur lang moeten zoeken, komen we 's middags later dan gepland (om kwart over 4) aan bij het kasteel waar (volgens het boek van Bram Stoker uit 1897 of de daarop gebaseerde film van Francis Ford Coppola uit 1992) in de 15de eeuw Vlad Tepes 3 oftewel graaf Dracula (het woord voor draak in het Roemeens) zijn domicilie heeft gehad. Dat was kennelijk een vampier, in ieder geval nogal een despoot (maar welke grote baas niet in die tijd?). In de huidige tijd is echt helemaal niks nul komma nul van de vampier terug te vinden. Zelfs staan in de kelder van het kasteel geen kisten meer met vampierlijken. In de diverse ruimtes gaat het bijna alleen over een prinses en haar zonen zo'n honderd jaar geleden. Niettemin heeft de toeristenindustrie zich in zijn middels legio marktkramen wel over de voormalige "Draak" ontfermd. Hij is daar zeer prominent aanwezig.
De terugweg naar het hotel is een aaneenschakeling van files, we rijden urenlang stapvoets. In de bus gaat het verhaal dat dit met name de schuld zou zijn van een verkeersagent op het einde van de file, die steeds opnieuw het rijdende verkeer laat stoppen. Als we eindelijk weer normaal door kunnen rijden, zien we de andere kant op een file van weet ik hoevel kilometers. Pas om half 10 komt ons hotel weer in zicht en blij zijn we dat de avondmaaltijd (wel in ijltempo) nog op tafel komt. De ober, waarover gisteren nog gemopperd is, kan nu weinig kwaad meer bij ons doen.

Op de zaterdag mag ik constateren dat de nodige UM-reisgangers aan de diarree zijn. Niet getreurd beginnen we om half 10 toch met een rondleiding door de stad. Ons eerste hoogtepunt is het volkspaleis, een megalomaan project van Nicolae Ceausescu (en zijn vrouw Elena). Roemenië is van na WOII communistisch en de kleine dictator (zonder enige opleiding) mag het land 25 jaar met straffe hand regeren, van 1965 tot zijn dood eind 1989, als ook in Roemenië een einde komt aan het communistisch bewind. De bouw van wat tegenwoordig het paleis van het parlement heet, zou zo'n drie miljard euro gekost hebben en voor de bouw zijn 9000 huizen gesloopt, Het is op het Pentagon na het grootste ter wereld, met 18 etages, waarvan 8 onder de grond (of is het 12 en 4). Alleen al de electriciteit van het gebouw is 25% van die van de hele stad. Een tour door het paleis, vooral begane grond en de onderste etages, vind ik zeer de moeite waard en laat zien hoe omvangrijk en duur alles is. Het grondoppervlak is 330.000 m2, er zijn 1100 kamers (waarvan overigens de helft nog steeds leeg staat).
En voor wie het vergeten is of het verdrongen heeft, Ceaucescu houdt op 21 december 1989 zijn laatste redevoering op een balkon in het stadscentrum. Als hij dan nog steeds niet wil geloven dat zijn tijd als bestuurder erop zit, wordt hij na een snelle veroordeling door een minitribunaal samen met zijn vrouw om het leven gebracht.
Andere interessante plekken in "Bucuresti" zijn o.a. het plein van de universiteit (genoemd naar Carol 1), het gebouw van de Securitate aan het revolutieplein en laten we de hele rij parken niet vergeten. Terug in het historische centrum valt mij nogmaals op hoe "shabby" veel huizen en gebouwen daar er bij staan. Aardig is wel hoe de nodige jonge mensen op een "e-step" (mijn woord, een electrisch aangedreven autoped) door de stad laveren. We lunchen met bijna de hele bus (met mij met alleen mijn milkshake als uitbijter) buiten op het terras van restaurant Xperience, met zijn Grill & Crepes. Trudie mag daarna nog wat geocaches ophalen, met Marij in haar kielzog. Ik zit dan vooral te lezen in een royale stoel bij het restaurant.
Later op de middag gaan we voor onze drank op herhaling bij de al eerder accoord bevonden pizzatent. Arnold & Margo sluiten zich bij ons aan, als we niet in het hotel willen eten, maar uitwijken naar het ons aanbevolen café Gambrinus vlakbij hotel Central. Daar doe ik me tegoed aan schapenkoteletjes, Marij gaat voor de miniburgers en Trudie weet een grote portie spare ribs helemaal soldaat te maken. Na het nagerecht (voor mij pannekoekjes met ijs) gaan we enigszins aangeschoten terug naar het hotel.

Zondag 20 oktober is alweer de laatste dag voor ons in Roemenië. Het ontbijt is nog steeds heel goed (met voor mij de nodige "spek en ei"), Daarna zitten we gedrieën in een naburig parkje met vijver tot het tijd wordt om het hotel en de bus naar het vliegveld (Otopeni) om 1 uur weer op te zoeken. De terugreis verloopt even probleemloos als de heenreis. Om half 9 's avonds staan we weer op UNS 40 in Maastricht en Marij brengt me met haar auto terug naar mijn "hutje".
Rest me te zeggen dat de trip naar Roemenië en vooral Boekarest me wel bevallen is, maar eigenlijk ietsje te min is voor een uitgebreide vliegreis. Een aanrader kan ik er niet van maken, maar als je niks beters te doen hebt, kun je er best een aantal dagen plezierig doorbrengen.

BOEKEN IN DE ZOMER VAN 2019

Youp van 't Hek – Liegangst 2003 (01)
Ik lees 44 stukjes van de schrijver in de NRC Handelsblad. Een beetje gedateerd zijn ze wel, zeker als steeds opnieuw de LPF op de hak wordt genomen. De aardigste vind ik Lijktoerisme, Emigreren, Bedelstaf, Gekke Greetje en Vlieg-tuig. Youp blijft een ludieke columnist. Voor zijn boek krijgt hij van mij een 7.

Val McDermid – The Vanishing Point 2012 (Verdwenen) (02)
De Noord-Engelse schrijfster hoort al heel lang tot mijn favorieten. The Vanishing Point lees ik op mijn e-reader in het Nederlands. Het speelt vooral in de VS (Chicago) en Engeland.
Stephanie Harker is een ghost writer die de (auto-)biogafie van reality tv-ster Scarlett Higgins schrijft. Scarlett blijkt veel slimmer te zijn dan gedacht en overleeft met redelijk gemak de dood van haar vriend, de aan drugs verslaafde Joshu. Ze heeft dan wel al een kind van hem: Jimmy. Vervolgens wordt ze zelf geveld door borstkanker. Gelukkig kan Scarlett nog net op tijd de zorg voor Jimmy toevertrouwen aan intussen peettante Stephanie. De miljoenen erfenis gaat overigens niet naar Jimmy en zijn nieuwe stiefmoeder, maar naar een weeshuis in Roemenië.
Het kind wordt op O'Hare (Chicago) ontvoerd en niet meer teruggevonden. Losgeld wordt niet gevraagd en dan verdenken Stephanie en haar nieuwe vriend, politieman Nick Nicolaides vooral Stephanie's ex-vriend en geluidstechnicius Pete Matthews. Andere kandidaten zijn Scarlett's nicht Leanne met haar sprekende gelijkenis met Scarlett, arts en kankertherapeut Simon Graham, de Roemeense huishoudster Marina en Scarlett's agent George Lyall. Hoe loopt het af?
Een boek van Van Val McDermid is altijd het lezen waard. Dat geldt ook voor "The Vanishing Point" ("Verdwenen"). Toch vind ik dit niet een van haar beste boeken, met name het einde is een beetje raar. Is het wel van Val McDermid, vraag ik me zelfs even af. Ik kom niet verder dan een 7 als recensiecijfer.

Dean Koontz – Sole surviver (De overlevende) – 1997 (03)

De schrijver staat me vaag bij als een een thrillerauteur van vroeger, maar "De overlevende" is van 1997. Ik heb het boek geconfisceerd uit de boekenkast op de Heerderweg. Het speelt op verscheidene plekken in de V.S., vooral in Los Angeles.
Een jaar terug is een vliegtuig van Nationwide Air (vlucht 353) neergestort in Colorado. Alle 330 inzittenden zijn dood, onder wie Michelle Carpenter en haar dochters Chrissie en Nina. De vader, journalist Joe Carpenter van de LA Post, is er nog steeds niet overheen. Dan blijkt dat er toch een overlevende van de ramp is, Dr Rose Tucker, een arts-geneticus die aan project 99 werkt voor het bedrijf Tegnologik. Joe maakt contact met een aantal familieleden van overledenen, maar die plegen dan stuk voor stuk zelfmoord. Hij wordt achterna gezeten door mensen van het bedrijf, eerst in zijn eentje en later samen met Rose Tucker. Er blijkt een experiment gaande te zijn, waarbij kleine kinderen met buitengewone paranormale gaven worden bestudeerd. Is een van die kinderen zijn dochter Nina?
"De overlevende" vind ik een best aardig boek, ook wel redelijk spannend, maar het einde valt me (alweer) een beetje tegen. Om die reden kom ik voor dit boek van Dean Koontz niet hoger uit dan eeen 7½ als recensiecijfer.

Louis Paul Boon – Mijn kleine oorlog 1947 (04)
Niemand minder dan Willem Elsschot raadde me aan om dit boekje eens te lezen. Het speelt ten tijde van de Tweede Wereldoorlog in België. Eigenlijk is het meer een kroniek van korte stukjes dan een doorlopend verhaal of roman.
Als lezer maak ik kennis met mensen als Louis zelf en bijv. Dinges, Voncke, Vieze en de Ekster. Er is honger, er worden kolen gestolen en om aan eten te komen probeert de bakker zijn piano te verkopen. Schoenenmaker Swaem verkoop laarzen aan de Duitsers, de joodse Lea gaat op transport naar Mauthausen en later delen Canadese meisjes sigaretten uit. Na 140 bladzijden is de Salamander uit.
Ik vind het een leesbaar boekje, maar meer ook niet. Boon is nog vrij jong (35 jaar) als hij zijn vierde boekje "Mijn kleine oorlog" schrijft. Het gaat terug in de kast met een 7- als recensiecijfer.

Elisabeth George – Just One Evel Act 2013 (05)
Dit recente boek is erg dik, bijna 900 bladzijden. Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Londen en het Toscaanse Lucca.
Barbara Havers, uiterst vermakelijk, wordt in Londen geconfronteerd met het overhaast vertrek van buurmeisje Haddiyyah met haar moeder Angelina Upman. Die had een relatie met buurman Pakistaan Taymullah Aznar, maar zit nu in Lucca met ene Lorenzo Mura. Inmiddels is Haddiyyah ook in Lucca verdwenen. Havers krijgt hulp van Thomas Lynley en een Private Eye en tegenwerking van een journalist bij haar speurtocht. In Lucca zet ook rechercheur Salvatore lo Bianco zich in om een meisje te vinden. Halverwege het boek is Haddiyyah weer terecht, maar dan gaat het mis met moeder Angelina, als die als zwangere een slokje wijn neemt. Etc.
Ik heb "Just One Evil Act" (blz. 520) met vooral veel plezier om de strapatzen van Barbara Havers zitten lezen. Spannend is het boek van Elisabeth George ook. Een volle 8 heb ik ervoor over als recensiecijfer. De schrijfster is nog niet van me af.

Sybren Kalkman - Venetiaans vuur, 2016 (06)
De auteur ken ik uit mijn hobby-tijd bij Milieudefensie. Toen ik voorzitter was, was hij als jonge accountant penningmeester. Eerder las ik al eens van hem Struikelbank over financiële malversaties. Nu is Veneriaans Vuur aan de beurt, een boek dat speelt in 1537 in Venetië, niet lang nadat Columbus Amerika had ontdekt.
Hoofdpersoon is Roberto Zenier die op expeditie wordt gestuurd door doge Gritti en diens rechterhand Cornaro, om het Griekse Paxos te heroveren op de Turken en op de terugweg de Turken weg te houden van Corfu. Hij komt ongeschonden terug in Venetië, waar hoertje Bettina en vooral de bevallige Portia op hem wachten. Eerder was hij stiekem getuige van een vergadering van jonge edellieden in een café, om de Ventiaanse aanspraak op de Amerika's te beschermen, vanwege een logboek van ene Ironimodi di Lando uit 1472 (twintig jaar voor Columbus). Na afloop van de vergadering is Roberto bijna gemolesteerd door enkele Spanjaarden. Nu vallen er achter elkaar doden, uitmondend in een ware slachting bij een festijn ter opening van het carnaval. Zitten er een of meer verraders tussen de topmensen van de stad?
Sybren Kalkman heeft zich prima gedocumenteerd over Venetië in de zestiende eeuw. Zijn thriller is leerzaam, spannend en op zijn tijd ook komisch. Ik heb er als mijn recensiecijfer een 8- voor over.

Thomas Olde Heuvelt - Dolores. Doly, Poppedijn, 2019 )(07)
Het betreft een niemandalletje van de schrijver die eerder met Hex en met Echo de Nederlandse thrillermarkt (en die daarbuiten) verrast heeft. Ik kreeg het gratis in de boekwinkel (en ben blij, als ik het weer kwijt kan op de Heerderweg).
In notendop: poppendokter Charlote (Lot) verliest haar pasgeboren kind Dolores aan wiegendood en wordt dan steeds gekker. Tot schrik van vriendin Annabel en echtgenoot Gilman gaat ze een pop (poppedijn?) in elkaar knutselen die Dolores moet vervangen. Ook een door Gilman aangeschafte jonge herder Dolly kan er geen verandering in aanbrengen, integendeel. Met de pop loopt het nog eens slecht af en wie weet, met de mensen ook.
Dit is een boekje van niks, waarvoor ik niet meer dan een 5 over heb.

Ross Thomas - Briarpatch, 1984 (08)
De bekende Nederlandse thrillerschrijver Tomas Ross heet eigenlijk Willem Hoogendoorn. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat hij voor zijn pseudoniem bij Ross Thomas te rade is gegaan, een van de nestors van de Amerikaanse thriller. De man is in 1995 op 70-jarige leeftijd overleden en heeft zo'n 25 mooie boeken nagelaten. Een van zijn latere is "Briarpatch", dat ik net heb zitten lezen. Briarpatch staat voor (een haag van) rozenstruik (denk ik). Het verhaal speelt vooral in New Mexico (maar waar precies ligt het nabije Gatty airport?).
Helper Ben Hill van senator Ramirez (en diens adviseur Nolan) reist af naar zijn geboortestreek, als zijn zus Felicity is vermoord. Ze is met haar auto opgeblazen, vlak nadat ze nog bij de buren (Snow en McCabe) de huur heeft geïnd. Felicity was bij leven en welzijn rechercheur moordzaken in de stad, met boven haar Gene Colder en John Strucker. De zoektocht naar de moordenaar brengt Ben (Pick) Hill bij enkele voormalige CIA-ers: Jake Spivey en Clyde Brattle en hij maakt ook kennis met een voormalige liefde van Felicity, de ex-politieman Clay Corcoran. Als die NB op de begrafenis van Felicity ook vermoord wordt, zijn de rapen gaar. Hoe eindigt de zoektocht?
Ross Thomas heeft me met een mooie thriller opgezadeld, die behalve spannend op zijn tijd ook best komisch is. Ik kom uit op een volle 8 als recensiecijfer. Wat raar dat ik nooit eerder een boek van de man gelezen heb! Dat moet ik echt met voorrang gaan goedmaken. Met name de drie boeken van Ross Thomas uit 1970, 71 en 72 zet ik op mijn boekenverlanglijst.

Harlan Coben - Blijf dichtbij (Stay close), 2012 (09)
Van thrillercoryfee Harlan Coben heb ik nog zoveel boeken op mijn e-reader staan dat ik maar weer eens aan een werkje ben begonnen. Het verhaal speelt in Atlantic City, een stad aan de (Atlantische) oceaan in New Jersey.
Op Mardi Gras, 17 jaar terug, is smeerlap Stewart Green vermoord. Zijn vriendin Megan, die zich toen nog Cassie noemde en stripper was in La Crème, is daarna van het toneel verdwenen. Megan's andere vriend Ray Levine, fotojournalist, heeft zich alle jaren daarna afgevraagd waar Megan gebleven is en wie het gedaan heeft. Ook politieman Broome (geen voornaam) is nooit helemaal los van de zaak gekomen. Nu is er weer een bruut van een man zoek, Carlton Flynn, en Ray, Broome en ook Megan gaan zich er uitgebreid tegen aan bemoeien. Als blijkt dat er nog veel meer mannen vermoord zijn, steeds op Mardi Gras, komt de zaak in beweging. Wie is voor de diverse sterfgevallen verantwoordelijk?
Boeken van Harlan Coben kunnen bij mij niet stuk. Dat geldt ook voor "Blijf dichtbij", dat ik echt spannend vind en met veel schwung heb zitten lezen. Als recensiecijfer heb ik er – alweer – een 8 voor over. Gelukkig zijn er nog de nodige andere boeken van Harlan Coben te gaan.

Kjell Genberg - Retour Stockholm (Italiensk Öppning), 2000 (10)
Als de thrillerkampioenen uit Zweden het laten afweten (Sjöwall & Wahlöo, Mankell), is het tijd voor anderen om de Zweeds thrillerhemel te bevolken. Daartoe reken ik ook Kjell Genberg, hoewel hij uit 1940 is en dus bij het uitkomen van Italienk Öppning in 2018 al de gezegende leeftijd van 78 jaar moet hebben.
Commissaris Arnold Nyman en zijn mensen (o.a. Swasse) hebben in dit verhaal van doen met twee groepen criminelen. Ene Gister Ubregis geeft een feest en daar blijkt een agent van de zedenpolitie zo dood als een pier te zijn, hangend onder de 10 meterplank van het zwembad. Even later wordt ook de op het feest aanwezige politiebaas Janne Brunert vermoord aangetroffen. Misdadiger Gister Ubregis doet o.a. in drugs en prostitutie en voor de prostitutie krijgt hij concurrentie van Toomas Ostroz, die vanuit Sicilië met de Rus Oscar Lundin een veertigtal dames invliegt in Stockholm. Zelfs wordt dochter Helena van Arnold Nyman, basisarts en op bezoek bij haar vader, met de misdaad geconfronteerd. Dan wordt het tijd om eens huis te houden onder de groepen misdadigers. Belanden de hoofdschuldigen op het kerkhof of in de gevangenis?
"Retour Stockholm" van Kjell Genberg heb ik probleemloos uitgelezen. Het is best spannend, maar zoals wel vaker bij thrillers verwatert het verhaal op het einde een beetje. Om die reden kom ik niet verder dan een 7½ voor het boek.

Stuart Macbride - Steenkoud (Cold Granite), 2005 (11)
Bij Schotse thrillers schiet mij als eerste Ian Rankin te binnen, van wie ik ongeveer alles gelezen heb. Zijn rechercheur-held zit in Edinburgh bij de Lothian & Border politie. In 2005 verrast Stuart MacBride me met "Steenkoud" (in Nederlandse vertaling), een thriller die in Aberdeen speelt, het noordwesten van het land.
Bij de Grampian-politie zit ene Logan McRae, die met verve achter het verdwijnen en vermoorden van kinderen aanzit, het ene na het ander. Terzijde, ze zijn niet allemaal vermoord, zeker niet door dezelfde smeerlap, en en passant legt ook een jongvolwassene (Roadkill) het loodje. Bij zijn zoektocht wordt Logan McRae geholpem door Jackie Watson en McRae's baas Insch doet ook graag een duit in het zakje. Eerder had Logan McRae een relatie met pathologe Isobel MacAlister van de politie en gaandeweg zijn ook journalist Colin Miller en mensen van een gokkantoor geregeld van de partij. Laat ik hier maar niet verklappen wie uiteindelijk voor de meeste kinderverdwijneningen verantwoordelijk is.
Ik vind het debuut "Cold Granite" van Stuart Macbride zeer te pruimen. Het verhaal is best spannend en er zijn genoeg zijlijntjes om me ook in dat opzicht bij de les te houden. Ik kom uit op een recensiecijfer 8 en sluit niet uit dat ik nog meer thrillers van de man ga lezen.

Louise Doughty Zwart Water (Black Water), 2016 (12)
Bij de Heerderweg-boekenkast werd me aangeraden om eens een boek van Louise Doughty te lezen. Op mijn ja werd me haar boek "Zwart Water" ter plekke aangereikt. Het is de achtste thriller van de schrijfster uit Engeland, geboren in 1963. Hier is mijn mening over het boek, dat vooral speelt in Indonesië en in Los Angeles.
Het is het relaas van John Harper, geboren als Nicolaas den Herder in 1942. Na de dood van zijn indo-vader gaat hij met zijn Nederlandse moeder Anika in 1946 terug naar Nederland en dan naar het Los Angeles, als zijn moeder een Amerikaanse vriend krijgt. Dan woont hij al snel zonder moeder (maar wel met halfbroertje Bud) bij de grootouders daar. Hij keert als 12-jarige terug naar Nederland. Vervolgens is Indonesië, met name Jakarta, weer aan de beurt, Daar gaat hij als huurling enkele grote Westerse bedrijven helpen bij hun handel en het dwarszitten van communisten. In 1965 pakt hij zijn biezen in Indonesië, maar keert vier jaar terug, nu voor een admistratieve kantoorbaan, uiteindelijk op Bali. In 1997 krijgt hij daar kennis aan de mollige Rita en begint een nieuw leven.
Wisten jullie al dat zo'n Japanse wenskat (met een armpje) die je overal ziet, "maneki-neko" heet? En dat Indonesië een verzameling van maar liefst 15.000 eilanden is?
"Zwart Water" van Louise Doughty vind ik best een mooi boek. De titel is een beetje raar, verwijst naar een onbelangrijke passage op blz. 196. Of het een echte thriller is, betwijfel ik, maar ik heb geen moment gedacht om het terzijde te leggen. Het gaat met een 8- terug in de kast en wie weet, staat later nog weer een ander boek van Louise Daughty op de rol.

Bob Mendes – De Kracht Van Het Bloed, 2005 (13)
Laat ik eens een boek van een Vlaming nemen, denk ik, als ik in mijn voorraad nog te lezen er een van Bob Mendes ontdek. Eigenlijk heet hij David, en Mendes is uit Antwerpen, geboren in 1928. De schrijver was eerst accountant. Zijn boek "De Kracht Van Het Bloed", dat ik hier bespreek, is zijn 16de thriller en – neem ik maar aan – een vervolg op eerdere boeken uit 1996 en 1998. Her verhaal speelt vooral in Teheran (Iran), Alaska en Antwerpen.
De hoofdrolspelers zijn de halfbroers Simon Hofman en Cyrus Razdi. Simon voelt zich vooral vliegenier en werkt voor een anti-terroristengroep. Cyrus is veel asocialer en is bovenal uit op steeds meer macht verwerven (in navolging van zijn vader Darius, de rechterhand van de sjah)). Zijn het trouwens wel halfbroers? De derde persoon in het verhaal is journaliste Nina, die vooral naar Simon trekt, maar ook met Cyrus omgang heeft (zeker als ze een liefdesdrankje krijgt toegediend, hoama). Ze baart een zoon, Alexander, en van wie is die?
Cyrus houdt zich in toenemende mate op met fundamentele islamieten zoals Musa, hoofd van de gardisten en de geheime dienst, de SAVAMA. Op de achtergrond is ook Obama bin Laden aktief. Door vader Darius en oom Fariman is eerder een miljardenschat vergaard, de "Foundations". Cyrus wil het geld nu gaan gebruiken om in de hele wereld de baas te kunnen spelen, met in 1989 o.a. de ramp van de Exxon Valdez in Alaska tot gevolg. Dan zijn de rapen gaar.
Bob Mendes heeft zich fantastisch gedocumenteerd bij het schrijven van "De Kracht Van Het Bloed". Ik weet na het lezen van het boek veel meer over het leven in Iran en islamitische (shiietische) gebruiken. Het boek kan me best bekoren, maar verliest voor mij op het einde een beetje aan geloofwaardigheid. Daardoor is een 8 als recensiecijfer voor dit boek me net te veel. Ik blijf voor dit Vlaamse thrillerwerk steken bij een 7+.

Erik Bevaart – 50 jaar pophistorie, blunders, jatwerk & frustratie, 2004 (14)
Van poprecensent Erik Bevaart had ik nog niet gehoord, maar zijn boek(je, 136 blz.) over de laatste "50 jaar pophistorie, blinders, jatwerk & frustratie" heb ik in sneltreinvaart en met de nodig goesting uitgelezen. Eigenlijk zou het moeten worden bijgewerkt tot nu, vind ik.
Hoe dan ook, wil je eens netjes bij elkaar zien staan welke Nederlnadse popartiesten het ooit in Amerika "gemaakt" hebben, wie van hen in Engeland de meeste NR 1 hits had, welke dame het best verkochte country-album op haar naam heeft staan, hoe lang Ray Charles dan wel Johnny Cash aan de top heeft gestaan en ga zo maar door, dan is dit boekje een mooie bron. En inderdaad, niet alleen Elvis Presley en John Lennon, maar ook bijv. Johnny Ace, Eddie Cochran, Otis Redding, Brian Jones en Bob Marley kwamen al te vroegtijdig aan hun einde.
Het boekje vind ik zeer de moeite waard, Als ik een goedkope kans krijg, ga ik het me nog eens aanschaffen, ook vanwege de prachtige zwart-wit foto's (van Paul Bergen). Ik heb er als recensiecijfer maar liefst een 8½ voor over.

Ross Thomas – Missionary Stew, 1983. (15)
Omdat ik vind dat ik Ross Thomas als klassiek thrillerschrijver tot dusver verwaarloosd heb, is hier (na nr. 8) een tweede boek van hem: Missionary Stew. Het speelt vooral in Los Angeles en op het einde in de Midden-Amerikaanse dwergstaat Tucamondo.
Het verhaal is best ingewikkeld. Laat ik het drietal Morgan Citron (journalist, ex-Afrika), Valveeta Keats (genoemd naar het kaasmerk) en Draper Haere (geldman van politici) centraal stellen. In ieder geval zijn zij op het einde in (het fictieve) Tucamondo, waar dan een revolutie in volle gang is. Morgan is de zoon van ex-CIA Gladys, Valveeta van B.S. Keats en Draper de vrijer van Louise, vrouw van een presidentskandidaat in wording. Op de achtergrond speelt een mislukte cocaïne-deal. Voor wie dat leuk vindt, vallen er gaandeweg genoed slachtoffers om het verhaal levend te houden. Komt er uiteindelijk een happy end?
Ross Thomas weet prima hoe hij mij bij de les moet houden, maar blij ben ik wel, als hij mij op blz. 258 (van de 300) nog eens een synopsis verschaft. Ik heb Missionary Stew met plezier zitten lezen, maar in mijn top 40 zie ik het boek niet komen. Als recensiecijfer heb ik er een 7½ voor over.

John T. Lescroart – Het 313de jurylid, 1994. (16)
Ik heb iets met rechtbankthrillers. Dit boek laat zien dat Lescoart in dat genre niet onder hoeft te doen voor bijv. Turow of Grisham. Hij komt uit Houston, geboren in 1948, maar is kennelijk later in San Fransico beland, want daar speelt zijn boek.
Jennifer Witt wordt ervan beschuldigd haar man Larry en zoontje Matt de hebben doodgeschoten en negen jaar eerder ook nog haar eerste man Ned. Ze kan er de doodstraf voor krijgen. Strafrechtadvocaat Dismas Hardy, nog niet zo lang verdediger, is nog niet van haar schuld overtuigd. Zijn oudere collega, ijzervreter David Freeman neemt overigens het eerste deel van het proces voor zijn hoofdrekening. De aanklager heet Dean Powell en de rechter, het dertiende jurylid, is de strenge Joan Villars. Tot de andere mensen die iets in de melk te brokkelen hebben, reken ik de ouders en broer van Jennifer, haar psychiater, de vrouw van Dismas en diens broer, politieman en vriend van Dismas Abe Glitsky en laat ik, nou ik toch bezig ben, ook ene Jody Bachman in het rijtje zetten. Halverwege het boek heb ik al een sterk vermoeden wie de echte dader was, maar dat kan ook komen, omdat ik al snel een hekel aan die persoon ontwikkel. Wie trekt uiteindelijk aan het kortste eind?
Terzijde, Dismas is de naam van de goede moordenaar op Goede Vrijdagmiddag op de Kalvarieberg in Jeruzalem. Wist je dat al, Damaris? En jij, Marianne?
Ik heb "Het 13de Jurylid" met veel animo en plezier uitgelezen, alle 367 bladzijden. Eerder was ik al eens dik tevreden over "De Kleur Van Gerechtigheid" ("A Certain Justice" uit 1995) van dezelfde John T. Lescroart. Ook dit boek mag er zijn en ik bedeel met zonder pardon met een 8+ als recensiecijfer. John T. Lescroart, die – begrijp ik - nog 23 andere thrillers geschreven heeft, ga ik toevoegen aan mijn lijstje van favoriete auteurs.

Megan Miranda – Vermiste meisjes (All The Missing Girls), 2016 (17)
Trudie speelt mij deze eerste thriler van Megan Miranda in handen, maar het komt van de Heerderweg-boekenkast. De autrice (heet dat zo?) is nog jong (leeftijd?) en uit New Jersey, maar haar boek speelt in Cooley Ridge in North Carolina.
In het dorp van niks is tien jaar gekleden een 18-jarig meisje, wildebras Corinne, verdwenen. Destijds was het de beste vriendin van hoofdpersoon Nic (Nicolette) Farrell. Nic's andere vriendin was Bailey en die woont nog steeds in de buurt. Tot de bijbehorende jongens van destijds reken ik Tyler (vriend van Nic), Jackson (vriend van Corinne) en Mark (broer van Bailey) en ook bijv. Nic's broer Daniel. Nu komt Nic als 28-jarige en intussen verloofd met advocaat Everett in Philadelphia, weer eens terug in het dorp en dan verdwijnt Anneleise, destijds 13 en nu 23. Alweer staat het dorp voor een raadsel, maar zoals het in een spannend boek hoort, komt de waarheid van toen en nu langzaam boven tafel.
Op blz. 321 zegt filosoof Kierlegaard: Het leven moet achterwaarts begrepen worden. Om mij niet heldere reden is het grootste deel van het boek geschreven als eerst vandaag, dan gisteren, daarna eergisteren enz., terug verder terug in de tijd (zoals een film die begint bij het sterven en eindigt met de geboorte). Het is zonder meer weer eens iets anders, maar het maakt het lezen er voor mij niet gemakkelijker op. Mede om die reden kom ik voor Megan Miranda's "literaire thriller"-debuut niet verder dan een 6½.

Linda Fairstein – Death Dance, 06 (18)
Linda Fairstein (uit New York, 1947) is de openbare aanklager, die in 2002 de vijf tieners van Central Park in New York ten onrechte beschuldigde, een rechtzaak van jewelste. Als later de echte aap uit de mouw komt en de vijf weer vrij komen, kost het Linda Fsairstein haar baan. Ze wordt vervolgens thrillerschrijfster en "Death Dance" is een van haar boeken. Het speelt vooral in Manhattan, New York.
Hoofdpersonen zijn poltievrouw Alex Cooper van de afdeling verkrachtingen en haar recherchepartner Mike Chapman. In het boek speelt ook (o.a.) politieman Mercer Wallace een rol van betekenis. De beroemde danseres Tanya Galinova wordt vermoord en enkele dagen later valt ook nog eens beginnende ster Lucy DeVore van een schommel met bijna hetzelfde resultaat. Het gebeurt allemaal in theater Metropolitan in hartje Manhattan. Later komt ook City Center Of Music and Drama, voorheen Mecca Temple, in beeld. Belangrijke theatermensen in het boek zijn de hoogbejaarde Joe Berk, diens zoon Briggs en nicht Mona en haar vriend (eerder chauffeur van Joe Berk) Ross Kehoe. Andere potentiële gegadigden voor de rol van moordenaar zijn bijv. Tanya's agent Rinaldo Vicci, theaterdirecteur Chet Dobbis en maecenas van Tanya Hubert Alden. Wie trekt aan het kortste eind in het verhaal? Terzijde spelen trouwens ook nog enkele sex-gerelateerde misdaden.
Ik heb Linda Fairstein's Death Dance best een spannend boek gevonden. Af en toe trekt het een beetje, maar aardig blijven de 464 bladzijden leesvoer. Vanwege de eerdere formadabele juridische misstap van de schrijfster moet ik niet te hoog gaan zitten met mijn recensiecijfer. Dus kom ik, na overleg met Eva & JW, uit op een 8- voor dit boek.

Nicolien Mizee – Moord Op De Moestuin, 2018 (19)
Ik ben het boek gaan lezen, omdat het in de VN-thrilergids maar liefst vijf sterren krijgt, een bijzonderheid voor een boek van een Nederlandse schrijfster. Nicolien Mizee is uit Haarlem, geboren in 1965. Haar boek speelt in die omgeving, maar veel meer nog in dorpje Voorden. Ligt dat bij Leende, Valkenswaard?
Hoofdpersoon Judith Loman is 45 en onlangs (voor het eerst) getrouwd met Thijs, die vijftien jaar ouder is. Krijgt hij drie dagen na de bruiloft een hartinfarct, waarvan hij maar moeilijk beter wordt. Judith en Thijs gaan samen met Judith's zus Cora en haar man Ab een zomer doorbrengen in een huisje in Voorden, bij hun vroegere vriendinnen Fiep en Anne. De vader van Fiep en Anne, oom Friso, is 25 jaar eerder verdwenen en gaande het verhaal gaat tante Lidewij ook dood. Wie is deze keer de moordenaar? Moeten we die zoeken op een van de moestuintjes die in het dorpje liggen en/of bij iemand uit een plaatselijke café? Dan sterft de akelige moestuinhouder, Kenny, de gifdood en mag ik als lezer gissen wie daar weer achter zit?
"Moord op de moestuin" vind ik zeker geen thriller. Het is geen razend spannend boek, maar vooral komisch geschreven, over een zomer in de buitenlucht. Nicolien Mizee is kennelijk een vrouw die van wanten weet, als het op plantjes en bomen, insecten en vogeltjes aankomt. Mijn exemplaar gaat door naar de Heerderweg met – vanwege de vrolijke toon - toch nog een 7 als recensiecijfer.

Elke Linda-Buchholtz Leonardo da Vinci (20)
Ik leen eerder bij Centre Ceramique een film over het leven van Leonardo uit het plaatsje Vinci bij Florence en verplicht mezelf dan om mijn boekje over het leven en werk van de man opnieuw te gaan lezen. Een biografie van Giorgio Vasari in de 16de eeuw is een belangrijke hulp voor de Duitse schrijfster van het boekje.
Leonardo is geboren in 1452 als buitenechtelijk kind van een boerendochter en een notaris. Als de vader naar Florence verhuist, neemt hij de jongen mee. Daar gaat hij in de leer bij beeldhouwer en schilder Andrea del Verrocchio. Op zijn twintigste is zijn leertijd voorbij, maar hij blijft nog een tijd bij zijn leermeester. Zijn eerste grote schilderij is de "Maria-Boodschap". Nogal wat schilderijen en muurschilderingen in zijn leven voltooit hij overigens niet.
Hij verhuist in 1482 naar Milaan met als zijn nieuwe mecenas: Ludovico "Il Moro" Sforza, Voor die maakt hij o.a. het schilderij "De dame met de hermelijn". Leonardo doet ook aan beeldhouwen, maar toont zich vooral een meester in het bedenken van allerlei uitvindigen en constructies. Daarbij heeft hij extra oog voor anatomie en natuur. Zijn hoogtepunt in Milaan vind ik "Het laatste avondmaal" uit 1495-97, een negen bij vier meter brede muurschildering in een klooster.
Terug in Florence in 1500 krijgt hij het aan de stok met collega Michelangelo Buonarotti; met de jongere Rafaël heeft hij minder moeite. Hij begint in 1503 aan "De slag bij Anghiari" en schildert in 1503-6 "La Gioconda", de Mona Lisa, met zijn sfumato vloeiende overgangen. Daarna volgt o.a. de "Anna te Drieën met het lam", S. Anna Metterza. In de periode erna zit Leonardo in Rome en daarna het Franse Amboise, waar hij in 1519 overlijdt op 67-jarige leeftijd.
Het boekje van Elke Linda-Buchholtz kan mijn goedkeuring zeer wegdragen. Dat komt mede door de verlevendiging met legio afbeeldingen van Leonardo da Vinci's schilderkunst en andere bezigheden. Het gaat met een 8 als rapportcijfer terug in de kast.

Karin Slaughter – Laatste Weduwe (The Last Widow), 2019 (21)
Met vaderdag krijg ik dit boek cadeau van Eva en aanverwanten. Het speelt zoals steeds in de Amerikaanse staat Georgia, o.a. Atlanta, met in de hoofdrollen kinderarts/patholoog Sara Linton en haar vriend rechercheur Will Trent van het Georgia Bureau Of Inverstigation.
En toch, in dit boek trekken ze niet echt samen op. Will is op zoek naar Sara, als die samen met CDC infectieziektenarts Michell Spivey ontvoerd is naar een kamp van de Invisible Patriot Army, de IPA. Bij de ontvoering gaat een aantal boeven verloren of wordt gevangen genomen, maar de leider van IPA: Dash (Douglas Shinn) ontspringt de dans. In het kamp heerst mazelen onder de kinderen, mij ietsje te gevaarlijk overkomend, waarvoor Sara wordt ingezet. Dan blijkt dat de top van IPA vooral veel mensen wil vermoorden met botulisme (waarbij de eigen vrouwen en kinderen niet worden gespaard). Het eindigt met een bestorming van het congresgebouw van Georgia door de IPA-mannen, maar gelukkig kan Sara de autoriteiten en Will Trent nog redelijk op tijd waarschuwen om zich teweer te stellen. Voor mooie bijrollen verwijs ik naar politiecollega Faith Mitchell en junkie Beau Ragnerson.
"Laatste Weduwe" vind ik best een aardige thriller, maar laat ik ook toegeven dat ik wel eens iets beters in handen heb gehad, ook van Karin Slaughter. Misschien moet ze Will en Sara in volgende boeken weer wat meer samen laten opdraven of anders Faith Mitchell een nog prominentere rol gaan geven. Ik blijf steken bij een 7 voor dit boek, helaas.

Graeme Simsion - Het Rosie Project, 2013. (22)
Dit boek krijg ik toegespeeld van Trudie's nicht Gera van Berlo. De schrijver komt uit Auckland, Nieuw-Zeeland en zijn boek speelt in Melbourne en omgeving. Zuid-Australië als locatie voor een verhaal, het is weer eens iets anders.
De hoofdpersoon in het boek is geneticus Don Tillman, bijna 40 jaar oud. Hij lijdt aan het syndroom van Asperger, in goed Nederlands autisme. Dat zien we terug in o.a. zijn overdreven aandacht voor orde en zijn gebrek aan inlevingsvermogen. Dames vallen niet voor hem, dus start hij het Echtgenote Project om de ware vrouw met een 16 pagina's lange vragenlijst op te sporen. Toch zit er ook aldus weinig schot in. Zijn vriend en vrouwengek psycholoog Gene, getrouwd met klinisch psychologe Claudia, levert hem een nieuwe kanshebster, Rosie Jarman, Die beantwoordt absoluut niet aan het "signalement", maar is wel heel aantrekkelijk. Rosie's stiefvader is Phil, maar het boek is één grote zoektocht naar haar echte vader, Die wil ze met Don opsporen met een DNA-test. Hij moet op een grote schoolfoto staan van alle jaargenoten van haar overleden moeder. Het krijgen van DNA van alle mannen, die met Rosie's moeder op het schooleindfeest waren, gaat gemakkelijk. Lukt het om de biologische vader te vinden? En wordt het nog wat tussen Don en Rosie?
Ik vind "Het Rosie Project" best een aardig boek, maar laten we het niet overdrijven. Op het einde ben ik blij, als ik het uit heb. Ik heb er als recensiecijfer een 7- voor over en vraag me dan af hoe autistisch ik zelf ben.

Tom Egeland – Heksenbord, 2004 (Ned. 2008) (22)
Ik heb – vreemd genoeg – iets met het idee van een "ouijaboard". En als ik op de septembermarkt in de Alexander Battalaan in Wiek "Heksenbord" van Tom Egeland zie liggen, een vijf VN-sterrenboek voor maar 2 euro, neem ik het mee. Het speelt in het Noorse Juvdal, een gehucht ver van hoofdstad Oslo.
Hoofdpesrsonen in 2003 zijn wachtcommandant Vidar Lyngstad, TV-verslagggeefster Kristin Bye en oud-journalist Gunnar Borg. Zij proberen een dubbele moord uit 1978 alsnog op te lossen, de moord op Berit Borgersen en haar man Rolf. Hun kind Siv, toen 10 en nu dus 35, ligt sindsdien in coma in het plaatselijke ziekenhuis. De oude moordzaak wordt in het heden extra opgerakeld, als nu ook Birgen, broer van Berit, wordt vermoord – door zijn zoon Arild of is het zijn moeder Anita? En helemaal op het einde van het verhaal geeft ook Siv de geest, nadat die eerder door helderziende Victoria Underland bij het oplossen van de moord betrokken is. Voor interessante bijrollen verwijs ik naar o.a. de dominee Olav, huisdokter in ruste Vang , Berit en Birgen's broer Bjørn-Tore, Berit's vroegere vriendin Nina en de journalisten Thomas en Klock, Ook moeder Inger Borgersen zal ik noemen, al was het maar vanwege het stelen van Berit's dagboek in 1978. Veel eerder, in de jaren 1958 en 1962-3, zijn er in Juvdal dingen gebeurd die het daglicht niet kunnen velen.
Er gaat een halve punt van mijn recensiecijfer af vanwege de telepathie in het boek en vanwege het al te uitgesponnen einde. De epiloog begint m.i. ook veel te vroeg. Blijft over dat ik wel ruim 500 bladzijden leesplezier achter mijn kiezen heb gehad, met de nodige spanning. Dus heb ik toch nog best een 7½ voor "Heksenbord" van de Noorse Tom Egelanand over.

D.B. John – Ster Van Het Noorden, 2018 (23)
Dit boek van het jaar (volgens Vrij Nederland) is van een mij nog onbekende schrijver, geboren in Wales en vooralsnog zonder leeftijd. Hij woont een tijd in Berlijn en komt dan met het boek "Flight from Berlin". Ook zit hij lange tijd in Zuid-Korea, met de nodige uitstapjes naar Noord-Korea, en dat leidt tot zijn "Ster Van Het Noorden" dat ik van de zomer op de kop kan tikken. Het boek speelt een beetje in Washington, maar vooral in Pyongyang en andere plaatsen in de communistische staat onder en ten oosten van China, ter hoogte van Japan.
De belangrijkste persoon in het boek is Jenna (Jee-min) Williams, Zij gaat als jonge CIA-er in 2010 op zoek gaat naar haar identieke tweelingzus Susie (Soo-min) die twaalf jaar eerder met haar vriend uit Zuid-Korea ontvoerd zou zijn en nog steeds in een kamp in Noord-Korea zou zitten. Een tweede verhaal in het boek gaat over de Noord-Koreaanse luitenant-kolonel Cho Sang-ho die op missie naar New York wordt gestuurd om een een grote hoeveelheid geld voor het land veilig te stellen. Dat lukt, maar niet veel later, als blijkt dat zijn afstamming fout zou zijn, eindigt hij wel in een strafkamp. De derde hoofdpersoon is de veel oudere Moon Song-ae, een vrouw die goed kan koken en met haar barbecue bekendheid krijgt op een regionale markt. Ook zij eindigt in een strafkamp, hetzelfde als Cho Sang-ho. Tot de bijfiguren in het boek reken ik o.a. Kim Jong-il, de Geliefde Leider van het land, zoon van de in 1994 overleden Kim il-Sung en vader van Kim Jung-un, die vanaf 2011 de scepter in Noord-Korea zwaait.
Zwerfjeugd heet in het Noord-Koreaans "kotchebi" en het populaire amfetamine is "bing-du". "Ster Van Het Noorden" – zo heet de trein van Kim Jong-il – vind ik een prima boek: spannend en als ik het wel heb, ook nog eens redelijk waarheidsgetrouw. Ik heb me met verve door de 430 bladzijden heengewerkt. Als recensiecijfer heb ik er een volle 8 voor over.

Tex de Wit – Ik heb een slimme droger (24).
Vanuit Eindhoven krijg ik jaarlijks op mijn verjaardag een boek toegestuurd.=, waarvoor mijn dank. Nu is het er een van Tex de Wit, een nog jongeman (34?) van zo'n twee meter hoog. Hij schaakt graag en werkt o.a. voor "Zondag Met Lubach".
Zijn "Slimme Droger" is een regiment korte stukjes, soms heel kort. De meeste kunnen mijn goedkeuring in het geheel niet wegdragen. Soms valt er besmuikt iets te lachen, zoals bij bijv. Gezoend (29), Weet je al hoe je gaat rijden? (47), Je moet kiezen (96), Dewiit, Iowa (145), Scheermesjes (154), De Telegraaf (166), De belangrijkste persoon (199) en Computermuis (215). Maar zelfs voor deze spinsels geldt: leuk is anders.
Tex de Wit heeft m.i. nog een hoop te leren. Soms haal ik op de Heerderweg gratis een leesboek op. "Ik heb een slimme droger" is er (met een recensiecijfer 5) een om daarvoor in de plaats in de gratis boekenkast te zetten.

Vic van de Reijt's Groot 45-toerenboek (25)
Vic van de Reijt, uitgever bij Nijgh & Van Ditmar, ken ik ook van een hele serie boeken en van verzamelingen liedjes uit diverse windstreken. In 2013 komt een boek uit, waarin hij de vele teksten bij de platencompilaties gebundeld heeft.
Wat zal ik er eens van zeggen? De man – geboren in Breda, 1950 – weet perfect hoe hij de diverse muziek aan elkaar moet praten. Hij is een Joost de Draaijer, maar dan op papier. Zijn top 100, cover top 100, fifties, surivlaams en italiano heb ik al in huis, maar achter zijn duitstalige en frantalige muziek, zijn smartlappen en kerstliedjes ga ik zeker nog aan. En laat ik noet vergeten en passant ook bijv. zijn verzameling Raymond van het Groenewoud (Meisjes, Je veux l'amour...) te adopteren.
Het is allemaal even bewonderingswaardig gedaan. Als recensiecijfer kom ik op een 11 uit. Dat moet zo maar een keer kunnen.

Tomas Ross – De Hand Van God, 2005 (26)
Op zijn tijd een boek van Tomas Ross lezen, dat kan weinig kwaad. De man is een van de betere Nederlandstalige thrillerschrijvers, met steeds reële Hollandse onderwerpen. "De Hand Van God ''' gaat over een moordaanslag op de Somalische Ayaan Hirsi Ali. Ze is 35 en lid van de Tweede Kamer voor de VVD, met speciale aandacht voor vrouwen. Eerder, in het najaar van 2004, is Theo van Gogh vermoord en het is hoog tijd om nu haar ook om het leven te brengen. Het boek speelt vooral in Den Haag, met Antwerpen als tweede plek.
Een aanslag in Den Haag op oudejaarsavond van 2004 mislukt, maar twee moslimbetrokkenen, Rachid en Jamila, weten te ontkomen. Bekende moslimidealisten zoals Duka en zijn dochter Yahia huren vervolgens een eerste klas huurmoordenaar in, een Deen met diverse namen (Ole Larsson, Charles Hapgood). Hij is heel goed, maar ook heel duur. Met het geld dat hij voor het moorden krijgt, financiert hij een kostbare hobby: het verzamelen van zeventiende eeuwse kunst. Aan de kant van de politie noem ik hier met toenaam Carla La Fuente en haar baas Jaap Sluiter (plus de jonge John van Putten) en bij de AIVD Theo Brand. Voor de bijrol van een schlemiel komt Guus De Beaufort in aanmerking, N.B. een vertrouweling van het Koninklijk Huis.
Jullie weten natuurlijk al dat Ayaan de dans ontspringen gaat, maar desalniettemin blijft ik geboeid lezen. Ik vind dit een van de beter boeken van Tomas Ross. Zijn "De Hand Van God" is best spannend en heeft een verrassende plot. Ik heb er e 8 als recensiecjfer voor over.

Donna Leon – De Stille Elite (Uniform Justice), 2003 (27)
Eddy (van Elly) maakte mij er weer eens op attent dat Donna Leon al haar boeken uin Venetië situeert en dat ze in weet ik hoeveel talen zijn verschenen, maar niet in het Italiaans. Zij (en Eddy) beweert dat Italianen problemen zouden kunnen hebben met haar schets van de al te toeristische stad in Noordoost-Italië. En inderdaad, dit is de Nederlandse vertaling van haar twaalfde thriller met commissaris Guido Brunetti. Terzijde, de intussen 77-jarige Donna Leon is Amerikaanse, maar heeft heel lang in Venetië gewoond en resideert op haar oude dag in Zwitserland.
Commissaris Brunetti wordt geconfronteerd met de dood van een jonge kadet in het San Martino academie, een privé-school voor zonen van de militaire elite. Diens naam is Ernesto Moro, zoon van dokter Fernando Moro en diens (al dan niet ex-) vrouw Frederica. Hij heeft zich opgehangen in een badkamer. Is het moord of zelfmoord? De boosdoeners van een eventuele moord worden gezocht in vooral andere kadetten zoals Paolo Filippi. Diens vader Marcello verdient veel geld aan aankopen voor de krijgsmacht (samen met zijn oudse schoolmaatje Giovanni Toscano). Fernado Moro zou als parlementariër een vernietigend pamflet hierover zou hebben geschreven. Brunetti wordt zoals steeds geassisteerd door Lorenzo Vianello, de jonge Pucetti en secretaresse Elettra. Het duurt ruim 200 bladzijden voordat zij zich een weg naar een oplossing door het boek hebben gegraven. Daarbij is de hulp van enkele andere kadetten en ook Brunetti's journalistieke vriend Beppe Avisani nodig geweest.
Ik vind "De Stille Elite" een mooi boek in een serie van Donna Leon die prima weet hoe je een policier in elkaar moet steken. Het verhaal is spannend en op zijn tijd ook wel geestig en culinair. Ik bedeel het met een 8- en kijk uit naar nog weer andere boeken van de schrijfster.

George P. Pelecanos – A Firing Offence, 1992 (28)
Pelecanos loopt als thrillerauteur al de nodige decennisa mee. In 1992 begint hij een drieluik met P.I. Nick Stefanos, van origine Grieks, in de hoofdrol. Het tweede in die serie heet "Nick's Trip" en het derde "Down By The River Where The Dead Men Go", Hier is mijn korte bespreking van het eerste deel: "A Firing Offence". De titel wordt enigsins verklaard op blz. 111 van het boek. Zoals dat bij Pelecanos gebruikelijk is, speelt het boek vooral in Washington D.C.
Nick Stefanos gaat als kersverse detective op zoek naar junkie Jimmy Broda, 19 jaar oud, Op zijn omzwervingen krijgt hij vooral hulp van twee electronica-verkopers: John McGinnes en Andre Malone. Jimmy gaat intussen van drugshal naar drugscafé, samen met Redman Eddie en dame Kim. Op de achtergrond speelt een grote en foute drugsdeal, waarbij diverse "grote jongens" betrokken zijn. En of het zo hoort, wordt Jimmy op het einde door Nick gevangen en afgeleverd bij zijn opa.
George P. Pelecanos heeft in dit boek nog niet zijn topvorm, maar wat weet hij het Amerikaanse slang al genadeloos te ranselen. Daarbij komt dat hij op grond van zijn legio muzikale uitstapjes zonder meer als een echte kenner van popmuziek beschouwd moet worden. Het verhaal van "A Firing Offence" is niet al te ingewikkeld, maar mede door de diverse tussenstukjes blijft het boek toch zeer genietbaar. Ik heb er als recensiecijfer met plezier een 8- voor over, best in orde. Het vervolg: "Nick's Trip" heb ik al eens tot mij genomen. Nu weet ik zeker dat ik ook deel 3: "Down By The River..." nog een beurt ga geven.

Anne Holt - Hoogtelijn (Noors 1222), 2007 (29)
Anne Holt als thrillerschrijfster is mij vorig jaar door Ton & Marion aanbevolen. Het eerste boek van haar dat ik lees, vind ik best aardig, het tweede (over de Amerikaanse president) een stuk minder. Mijn derde – veel later – is er een dat ik in oktober in de gratis boekenkast op de Heerderweg zie liggen: "Hoogtelijn". In het Noors heet het "Finse 1222". Het gaat over mensen in een trein in Noorwegen die vanuit Oslo naar Bergen in het westen in gehucht Finse tot staan komt, in een ijskoude sneeuwstorm.
Ex-rechercheur Hanne Wilhelmson, 47 jaar en sinds 5 jaar verlamd en aan een rolstoel gekluisterd, zit in de trein. Samen met advocaat Geir Rugholmen, directrice van het hotel bij het ondergesneeuwde station Berit Tverre en niet te vergeten de 1.40 meter hoge dokter Magnus Streng houdt ze de honderden passagiers bij de les, als ze compleet vastzitten in afwachting van externe hulp. Er komen enkele natuurlijke sterfgevallen, o.a. van hond Moppie, maar ook twee heuse moorden: op de dominees Cato Hammer en daarna Roar Hanson. Wie zal ik eens verantwoordelijk stellen voor de moorden: Kari Thue, Adrian, Veronica, Johan, Mikkel, twee Koerden? Of zit ik er op het einde van het verhaal weer eens faliekant naast? Vlak voordat ik naar Las Palmas afreis, krijg ik met dit boek echt de "bubbelesenes" van alle ellendige kou met een temperatuur buiten in de gore wind van onder dan -20. Terzijde, ik vind de titel in de vertaling ("Hoogtelijn") niet kunnen.
Dit boek van Anne Holt is er intussen weer en om door een ringetje te halen. Wat heb ik zitten genieten van de diverse strapatzen van de horden die compleet van de buitenwereld zijn afgesloten. En Hanne Wilhelmson maakt er echt een show van om de dader (of is het daderes?) tenslotte toch bij de lurven te grijpen. Ik kom probleemloos uit op een recensiecijfer van een wel verdiende 8. Anne Holt, eerder nog eens Minister van Justitie in Noorwegen, mag mij best nog weer een nieuw boek in de schoot werpen.

Arnaldur Indridason – Operatie Napoleon, 2017 (1999) (30)
In het boek hiervoor van Anne Holt is de temperatuur ver onder nul en ook in dit boek is het echt ijskoud. Het speelt zich af in Reykjavik en in Zuidoost-IJsland, waar in 1945 een vliegtuig gestrand is op een gletsjer (Vatnajökull) en daarna in het ijs verdwenen. In 1999 is er een expeditie van de Amerikaanse geheime dienst om het toestel, een overgeschilderde Duitse Junkers, alsnog helemaal aan de oppervlakte te krijgen en te bergen.
Hoofdpersoon in het boek is juriste Kristen die wil weten wat de Amerikaanse Delta Force daar uitspookt. Als haar broer Elias en Johann van de reddingsprigade er een kijkje gaan nemen, worden ze prompt in een gletsjerspleet gedropt. Zelf wordt Kristen vervolgens bijna vermoord in haar huis door twee huurlingen van dezelfde groep Amerikanen. Die staat onder leiding van ene Ratoff, een echte opruimer, als dat nodig is, ook van mensen. Hij neemt het ook later niet zo nauw, als Kristen met vriend Steve een kijkje wil nemen bij het op te takelen wrak. Ook de reddingsbrigade met als leider Julius komt niet echt in de buurt. Het vliegtuig, met de vergane, koude inzittenden, wordt intussen opgetakeld en afgevoerd door twee helipkopters en daarna met een transportvliegtuig naar de VS gebracht.
Men doet het voorkomen dat het slechts een oefening is dan wel dat het Duitse vliegtuig anderszins nog steeds niet pluis is (met een primitieve waterstofbom?). Op de achtergrond speelt echter dat er op het einde van WOII plannen zijn van de geallieerden, om samen met de Duitsers het Rusland van Stalin aan te vallen. Daarover zouden allerlei papieren in het vliegtuig liggen. Misschien wordt zelfs Adolf Hitler (met zijn Duitse herder Blondi) uit Berlijn bevrijd om zijn leven te eindigen op een Zuid-Argentijns eilandje (à la Napoleon).
Ik hen genoten van "Operatie Napoleon". Arnaldar Indridason weet me weer zo'n 300 bladzijden lang prima bij de les te houden. Voor deze aparte, op zichzelf staande thriller heb ik als recensiecijfer een 8+ over. De IJslandse schrijver kan nog steeds een aardig potje bij me breken.