dinsdag 12 november 2019

Weblogbrief 15.01, 9 -12 novenmber 2019

Weblogbrief 15.01, 9 november 2019

Queridos amigos y familia, dierbare vrienden en familie, hier ben ik weer, op en top en vanuit een zuidelijk oord dat er nog steeds zijn mag, Las Palmas de Gran Canaria, kortweg LPA of LPGC, "toda una ciudad". Vanaf Maastricht heb ik zaterdag in alle vroegte de reis voor het vijftiende jaar ondernomen. In de trein naar Eindhoven zat ik tegenover twee Jehova´s getuigen ("testigos de Jehová") die elkaar met Spaanse bijbelteksten om de oren sloegen; zowaar kon ik toen al mijn Spaans al een beetje oefenen en oppoetsen. Op het vliegveld bij "lempjesstad" Eindhoven was het vooral wachten, twee uur lang, maar de vlucht zelf met Transavia viel me alleszins mee. Ik deed er maar 4 uur en 5 minuten over, met een kruissnelheid van 860 km/uur, Ja, Max, zo'n bolide over de grond blijft behelpen. De "crew" van het vliegtuig sprak ons monter toe in het Nederlands en Engels, maar Spaans, ho maar. Het is, denk ik dan voor me uit, kennelijk niet de bedoeling dat ook de autochtonen van het eiland, de echte canario's (canis = hond), meekrijgen hoe je bijv. je zwemvest moet opblazen als de nood aan de man komt.
Om 6 uur zaterdagavond locale tijd stond ik op Santa Catalina. Daar begon de WOMAD net aan zijn derde dag, het semi-derdewereld muziekfestival op meer podia tegelijk, dat hier gratis jaarlijks in november wordt gehouden. Ik keek met mijn koffers voor me een stief kwartierje naar een optreden van een Cubaanse groep en liep toen door naar mijn onderkomen in de Luis Morote. Daar trof ik zowaar mijn huisbaas Lluis aan, met zijn zoon Victor (22 jaar, uit een eerder huwelijk), die net een heel grote ijskast naar boven aan het sjouwen waren. Ze, de ijskast, moet anderhalve dag acclimatiseren, maar kan daarna al mijn eet- en drinkwaren meer dan aan. Alleen al het vriesvak is 45 bij 37 cm. Daar kunnen de nodige kilo's "zoervleis op ze Mestreechs" in, een mooi klusje voor Trudie om klaar te maken, als ze over drie weken de gelederen hier een week komt versterken. De finishing touch voor het "zoervleis", te weten de rinse appelstroop van de firma J. Canisius uit Schinnen, heb ik alvast in mijn koffer meegenomen en staat nu te chambreren in de bijkeuken.

In het vliegtuig heb ik echt geboeid zitten lezen in het boek "Operatie Napoleon" van een van mijn favoriete thrillerschrijvers: Arnaldur (Indradason). In mijn boekbijlage ga ik het lovend bespreken. Of het niet op kan, staat daar ook een synopsis voor jullie van alle 29 boeken die ik de afgelopen zomer in Maastricht (en omstreken) heb zitten lezen. Gelukkig, of helaas – dat hangt er maar vanaf, heb ik geen lijstje van alle films die ik de afgelopen maanden heb gezien.
Ik heb van de zomer twee korte reisjes naar het buitenland gemaakt. Eentje was met Trudie naar Heidelberg, drie dagen eind juni, waarvan ik het verslag niet meer kan vinden. Tant pis! Laat ik hier wel vermelden dat het toen 40 graden in de schaduw was en dat Bertel (bij wiens familie noonk Pie in de oorlog brood leerde bakken) en haar man Volker ontzettend aardig voor ons zijn geweest. Het andere tripje was naar Roemenië met Trudie en Marijke, vier dagen lang half oktober. Daar is wel een verslag van dat als annex ook op het einde van deze brief te vinden.
Zaterdagavond laat, maar nog net voor 9 uur, is het tijd om nog even naar mijn Spar in de Alfredo Jones te gaan om vers proviand in te slaan. Ik koop echt van alles en begin daarna op het balkon aan een stokbood met chorizopasta uit het dorpje Teror hier. Daar krijg je dorst van en een mens moet goed drinken. Dus gaat er ook nog een hele liter "nectár de melocotón"(perziksap) naar binnen. De aangeschafte halve liters Tropicalbier en Bandido (met een scheutje tequila) laat ik nog even voor wat ze zijn.

Zondagmorgen ben ik in alle vroegte, 8 uur, al bij de les. Wat wordt mijn openingsmuziekje bij deze eerste brief? Ik heb jullie eerder al eens gewezen op de bovennatuurlijke gaven van "cantante-melodista" Joaquín Sabina, een man van ongeveer mijn leeftijd (hij is uit 1949) uit de Spaanse "peninsula", om precie ste zijn Jaén. Zijn eerste LP is van 1978, "Inventario", en zijn muziekstijl is als die van Bob Dylan, alleen kweelt Sabina in het ABS. Ik heb echt alles van de man in huis, maar om niet helemaal opgehelderde reden niet zijn laatste cd, uit 2017. Ze heeft de titel "Lo Niego Todo" meegekregen, ik ontken het allemaal, ("incluido la verdad") naar het gelijknamige nummer op het album. Gelukkig heb ik de cd de afgelopen zomer via het Muziekweb in Rotterdam toch nog aan mijn 2 Tb-muziekschijf kunnen toevoegen. Ze heeft zelfs in Maastricht al voor de nodige hilariteit gezorgd in mijn omgeving. Hier zijn de titels van alle twaalf nummers:
01. Quien más, quien menos
02. No tan deprisa
03. Lo niego todo
04. Postdata
05. Lágrimas de mármol
06. Leningrado
07. Canción de primavera
08. Sin pena ni gloria
09. Las noches de domingo acaban mal
10. ¿Que estoy haciendo aquí?
11. Churumbelas
12. Por delicadeza
Wat een plaat! En dat in de herfst van zijn (en mijn) leven! Als ik een voorkeur voor bepaalde nummers moet uitspreken, kom ik "na ampel overwegen" uit bij liedjes 1, 4, 7, 10 en 12. Nummertje 3: "Lo Niego Todo" is er een van de buitencategorie; dat is er een voor bij mijn uitvaart.

In mijn stukje straat is alles nog helemaal comme ik faut. Als ik me tot de kaffees" in de Luis Morote mag beperken, staan Carlos, Franceso en don Manué nog steeds hun mannetje. Vandaag is Cafetaría Nuevo Murias dicht. Komt dat, omdat Carlos de laatste kerkganger van de stad is? Alleen de nachtzaak bij mij tegenover is voor de zoveelste keer van uitbater veranderd. Nu heet ze "MANILA BAR KARAOKE". Laat ik toegeven dat ik er vannacht niemand heb horen meeblèren op "Strangers in the night" of een Spaanse klassieker.
Om 12 uur staan Lluis en Viktor hernieuwd voor de deur, nu met allerlei meubilair. Dat krijg je ervan, als Lluis zijn huis in Barcelona definitief verkoopt en allerlei huisraad in de opslag heeft staan. Deze keer betreft het vooral spullen waar ik niet echt om gevraagd heb. Dieptepunt, volgens Lluis hoogtepunt, is een tafeltje met zwaar uitgevallen blad dat op mijn balkon wordt gepositioneerd. Als Lluis er ook nog stoeltjes bij wil zetten, haak ik af. Die worden vervolgens samen met divers ander ongemak vooralsnog in de zijkamer gedeponeerd. Helaas blijft het tafeltje wel op het balkon staan. Totdat Trudie komt, heb ik er gelukkig geen centje pijn aan.
Op zondagavond doe ik mijn eerste rondje Las Canteras. Wat me vooral opvalt, is dat alles, vooruit bijna alles, ook daar bij het oude is gebleven. Zelfs is de plek waar vroeger Chinees restaurant "Buffet Hong Kong" furorre maakte – intussen "trasladado" naar de Luis Morote, nog steeds zonder nieuwe nering. Willen jullie al een vleugje Spaans? Kijk dan maar eens met mij naar de gevel van snuisterijenwinkeltje "Camaleón", naast "Bread And Coffee" op de boulevard. "Cama" is het Spaanse woord voor bed en "león" staat voor leeuw. Is "camaleón" dus een bed voor een leeuw? Je zou het denken, maar kloppen doet dat niet. Een "camaleón" is wat wij een kameleon noemen, met een a in plaats van een e. En voor wie niet weet, wat een kameleon is, dat is volgens mijn van Dale een geschubde hagedis. Omdat het beestje van kleur kan veranderen, als er onraad dreigt, staat het woord kameleon ook wel voor iemand die al te gemakkelijk van mening of partij verandert. Misschien is Mark Rutte wel een kameleon, omdat hij als jongeman heel links was, maar zich later schaamteloos tot het rechtse neoliberalisme heeft bekeerd.

Helaas kon ik ook deze keer niet present zijn bij de uitverkiezing van het Maastrichts carnavalsliedje van 2020. Die was op zaterdagavond, ongeveer toen ik net terug in LPGC was. Het is intussen vaste prik: dan stuurt mijn jongere broer mij het winnende liedje wel op. Chapeau, Ton! Voor de komende carnavalsdagen, 21-25 februari, worden we verondersteld om ons "MESTREECH... IECH BIN VERLEEF" eigen te maken. Het is van Ron Nieste & Patrick Ummels en is tijdens de verkiezing zaterdagavond uitbundig gebracht door de (5) Köp. Als ik eerlijk ben, vind ik het liedje behoorlijk tegenvallen, zowel de muziek als de tekst, maar daarom niet getreurd. Als het vastelaovend vierend volk ervoor valt, wie ben ik dan anders dan een bejaarde wijsneus "dee z'ne bavvie moot hawe"? Voor de bijbehorende melodie verwijs ik naar de "site" van de Tempeleers, maar hier is de tekst:
REFREIN:
Och wat is 't hei toch fijn, met z'n alle hei bijein
Mestreech...iech bin verleef
Met z'n alle d'r op oet, in dee groete rijaloet
Mestreech...boe iech um geef
Huur iech de hermeniekes speule, krijg iech 't in de kop
Krijg iech euveral sjevraoje, kin niks aanders tegenop
Iech veul miech zoe gelökkig, bin blij tot iech hei leef
Mestreech...iech bin verleef

KOEPLET:
Eus stad zit vol tradities, dao is altied get te doen
Meh 't sjoenste vaan dit alles, vastelaovend spant de kroen
Daan zien veer neet te hawe, trekke vaan bal nao bal
Zoe goon veer daan op weeg, nao de Mestreechter carneval
Dee vastelaovend is zoe sjoen
Iech bin zoe gruuts tot iech hei woen

Deze tekst houdt bepaald niet over, mompel ik nog maar eens voor me uit. En dan te bedenken dat evergreens zoals "Sjarel (kom noe naor bove tow)", "Meer, kom oet de zedeleer" en "Tonia (boe is me beer gebleve)" het destijds niet gehaald hebben, met een tweede plek genoegen moesten nemen.

Maandagmorgen is compleet zoals ik het hier gewend ben. Ik sta op tijd op om de kinderen in de straat te zien, die verondersteld worden om half 9 op school te zijn. Als ik de grote ijskast probeer aan te zetten, lukt dat niet. Daar ga ik Lluis nog eens over onderhouden. Gelukkig staat mijn oude ijkast er ook nog, die ik nu maar opnieuw van stroom ga voorzien.
Om half 11 ga ik naar de "Mercado Central", vooral om koffie te kopen. Ik neem ook enkele porties gemengde groente mee plus brood en een halve kilo huzarensalade. Daarna zit ik overdag vooral te lezen. Mijn IJslandse boek over "Operatie Napoleon" krijg ik helemaal uit. Voor een bespreking, kijk hieronder. Ik ben er eerlijk gezegd al aan begonnen in de trein naar Eindhoven, in Nederland nog. Is dat misschien de reden dat ik het nog net als boek 30 van de afgelopen zomer kan boeken?
´s Avonds ga ik naar El Corte Ingles voor mijn favoriete "avellanas tostadas", geroosterde hazelnoten. Ze zijn deze week in de aanbieding: drie voor de prijs van twee. Ook neem ik de nodige blikjes tonic, sinas en aardbeidensap in de zero-variant mee in mijn "bolsa".

Vanmiddag op dinsdag ga ik naar de universiteit, de afdeling van Lluis en zijn "onderdanen". En dus komt nu al een einde aan deze eerste brief. Ik heb hem met de nodige animo geschreven, maar het grootste deel – de bijlages – dateert al van de tijd voordat ik naar hiero ben afgereisd. Het is meer een terugblik dan een dagboek geworden, maar wat geeft het. Hoe dan ook, hier is hij en laat ik toevoegen dat jullie de volgende a.s. maandag 18 november tegemoet kunnen zien.
Gedraag je daar in het hoge noorden, waar de temperatuur een stuk lager is dan hier. Zelfs ben ik hier al een paar kakkerlakken tegen het lijf gelopen. Enne...het ga jullie goed, tot ziens, hasta luego, uit de (sub-)tropen, PaulK.

REISJE NAAR ROEMENIË

Hartje zomer zijn Trudie en ik een lang weekend naar Heidelberg geweest. Onze "hoofdreis" deze zomer zou naar Noord-Italië gaan, met busbedrijf Het Zuiden. Eerst werd het vooral Turijn, met Milaan als sidekick, later hebben we dat omgezet in een reisje naar Genua en de Riviera. Ongeveer een week voor vertrek blijkt de reis helaas niet door te gaan. Dus blijft het voor mij deze zomer bij een trip naar Roemenië, met Trudie en Marij, georganiseerd door de personeelsvereniging van de UM.
Van 17 t/m 20 oktober staan Jo (en Annemie) Gorissen en Lisette van Artemis voor ons in de startblokken. De eerste (donder)dag staat een bus van de firma Joosten bij UNS 40 al om half 7 gereed om ons (in totaal 39 "man") naar Düsseldorf te brengen en van daar met Eurowings naar het voormalige Oostblokland. Roemenië hoort sinds 2007 bij de EU en telt nu zo'n 23 miljoen inwoners. 10% daarvan woont in hoofdstad Boekarest, in het Roemeens Buguresti. Reclame-opschriften en dergelijke zijn redelijk te volgen, omdat Roemeens lijkt op het Italiaans en andere Romaanse talen. Zure soep heet hier bors of ciorba, palinka is de naam van de pruimenjenever en sausijsjes zijn mititei. Het land is nog niet aan de euro en 1 euro is bijna 5 lei.
Als we in het begin van de middag in Boekarest aankomen, blijkt dat de stad, vooral het centrum er nog al onderkomen uitziet. Voor een deel zal dat mede komen door de aardbeving van 1977, die het centrum echt heeft platgelegd. Er valt nog heel wat op te knappen, voordat Boekarest kan concurreren met andere grote steden in Oost-Europa. Ik heb een mooie kamer op één hoog direct boven een vestiging van McDonald's.
Na het inchecken in ons hotel Central gaan we met zijn drieën de stad verkennen. Opvallend is de vaart, veel meer dan 50 km, waarmee sommige auto's door de stad racen. Echt ongelooflijk! De stad is trouwens sowieso vergeven van de auto's, die kris en kras tot in de kleinste uithoeken te vinden zijn. Het weer is prima, met een temperatuur overdag van een kleine 25 graden en een bijpassend zonnetje. Al vlug zitten we op het terras van een eenvoudige pizzatent en daar laten we ons het bier goed smaken (Mesterul Manole, bere de legenda, volgens de oberin Roemeens, maar op zijn Tsjechisch gebrouwen). De dames maken daarna alvast een uitgebreider rondje door het centrum, maar ik nestel me in mijn boek en neem de tijd om de Roemeense dames en heren uit te kijken. Om 7 uur zijn we gedrieën terug bij het hotel voor de avondmaaltijd. Het avondeten is best in orde, maar de drie gangen gaan wel in sneltreinvaart aan ons voorbij, in een ruimte die meer bij ontbijten dan bij dineren hoort. De man van de bar op begane grond is er niet, dus zitten we al vroeg te denken om dan maar eens te gaan bijslapen.

De vrijdag is vooral bedoeld om niet Boekarest, maar de rest van Roemenië onder de loep te nemen. Na het (prima) ontbijt gaan we om 9 uur met een bus naar het noorden van het land. Onderweg vertelt Ioana, een aardige gids van 40 jaar, over van alles en nog wat. De grote man in de Roemeense geschiedenis lijkt de eerste koning, Carol 1, geweest te zijn, die de scepter zwaait op het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. De charismatische en goudeerlijke koning heeft de diverse delen van het land onder één noemer gebracht. We komen op ons uitstapje in voorbij mij onbekende plaatsen als Plojesti en dergelijke en maken onze lunchstop in Sinaia. Voor wie dat wil, staat daar kasteel Peles van de koning gereed voor een bezichtiging. Trudie, Marij en ik doen er vooral een rondje over de snuisterijenmarkt. De dames gaan daarna geocachen, maar ik mag alvast in het café-restaurant gaan zitten. Daar sluit ik mij aan bij vier medereizigers op een – zoals dat heet – zonovergoten terras.
Omdat we drie mensen van de bus een half uur lang moeten zoeken, komen we 's middags later dan gepland (om kwart over 4) aan bij het kasteel waar (volgens het boek van Bram Stoker uit 1897 of de daarop gebaseerde film van Francis Ford Coppola uit 1992) in de 15de eeuw Vlad Tepes 3 oftewel graaf Dracula (het woord voor draak in het Roemeens) zijn domicilie heeft gehad. Dat was kennelijk een vampier, in ieder geval nogal een despoot (maar welke grote baas niet in die tijd?). In de huidige tijd is echt helemaal niks nul komma nul van de vampier terug te vinden. Zelfs staan in de kelder van het kasteel geen kisten meer met vampierlijken. In de diverse ruimtes gaat het bijna alleen over een prinses en haar zonen zo'n honderd jaar geleden. Niettemin heeft de toeristenindustrie zich in zijn middels legio marktkramen wel over de voormalige "Draak" ontfermd. Hij is daar zeer prominent aanwezig.
De terugweg naar het hotel is een aaneenschakeling van files, we rijden urenlang stapvoets. In de bus gaat het verhaal dat dit met name de schuld zou zijn van een verkeersagent op het einde van de file, die steeds opnieuw het rijdende verkeer laat stoppen. Als we eindelijk weer normaal door kunnen rijden, zien we de andere kant op een file van weet ik hoevel kilometers. Pas om half 10 komt ons hotel weer in zicht en blij zijn we dat de avondmaaltijd (wel in ijltempo) nog op tafel komt. De ober, waarover gisteren nog gemopperd is, kan nu weinig kwaad meer bij ons doen.

Op de zaterdag mag ik constateren dat de nodige UM-reisgangers aan de diarree zijn. Niet getreurd beginnen we om half 10 toch met een rondleiding door de stad. Ons eerste hoogtepunt is het volkspaleis, een megalomaan project van Nicolae Ceausescu (en zijn vrouw Elena). Roemenië is van na WOII communistisch en de kleine dictator (zonder enige opleiding) mag het land 25 jaar met straffe hand regeren, van 1965 tot zijn dood eind 1989, als ook in Roemenië een einde komt aan het communistisch bewind. De bouw van wat tegenwoordig het paleis van het parlement heet, zou zo'n drie miljard euro gekost hebben en voor de bouw zijn 9000 huizen gesloopt, Het is op het Pentagon na het grootste ter wereld, met 18 etages, waarvan 8 onder de grond (of is het 12 en 4). Alleen al de electriciteit van het gebouw is 25% van die van de hele stad. Een tour door het paleis, vooral begane grond en de onderste etages, vind ik zeer de moeite waard en laat zien hoe omvangrijk en duur alles is. Het grondoppervlak is 330.000 m2, er zijn 1100 kamers (waarvan overigens de helft nog steeds leeg staat).
En voor wie het vergeten is of het verdrongen heeft, Ceaucescu houdt op 21 december 1989 zijn laatste redevoering op een balkon in het stadscentrum. Als hij dan nog steeds niet wil geloven dat zijn tijd als bestuurder erop zit, wordt hij na een snelle veroordeling door een minitribunaal samen met zijn vrouw om het leven gebracht.
Andere interessante plekken in "Bucuresti" zijn o.a. het plein van de universiteit (genoemd naar Carol 1), het gebouw van de Securitate aan het revolutieplein en laten we de hele rij parken niet vergeten. Terug in het historische centrum valt mij nogmaals op hoe "shabby" veel huizen en gebouwen daar er bij staan. Aardig is wel hoe de nodige jonge mensen op een "e-step" (mijn woord, een electrisch aangedreven autoped) door de stad laveren. We lunchen met bijna de hele bus (met mij met alleen mijn milkshake als uitbijter) buiten op het terras van restaurant Xperience, met zijn Grill & Crepes. Trudie mag daarna nog wat geocaches ophalen, met Marij in haar kielzog. Ik zit dan vooral te lezen in een royale stoel bij het restaurant.
Later op de middag gaan we voor onze drank op herhaling bij de al eerder accoord bevonden pizzatent. Arnold & Margo sluiten zich bij ons aan, als we niet in het hotel willen eten, maar uitwijken naar het ons aanbevolen café Gambrinus vlakbij hotel Central. Daar doe ik me tegoed aan schapenkoteletjes, Marij gaat voor de miniburgers en Trudie weet een grote portie spare ribs helemaal soldaat te maken. Na het nagerecht (voor mij pannekoekjes met ijs) gaan we enigszins aangeschoten terug naar het hotel.

Zondag 20 oktober is alweer de laatste dag voor ons in Roemenië. Het ontbijt is nog steeds heel goed (met voor mij de nodige "spek en ei"), Daarna zitten we gedrieën in een naburig parkje met vijver tot het tijd wordt om het hotel en de bus naar het vliegveld (Otopeni) om 1 uur weer op te zoeken. De terugreis verloopt even probleemloos als de heenreis. Om half 9 's avonds staan we weer op UNS 40 in Maastricht en Marij brengt me met haar auto terug naar mijn "hutje".
Rest me te zeggen dat de trip naar Roemenië en vooral Boekarest me wel bevallen is, maar eigenlijk ietsje te min is voor een uitgebreide vliegreis. Een aanrader kan ik er niet van maken, maar als je niks beters te doen hebt, kun je er best een aantal dagen plezierig doorbrengen.

BOEKEN IN DE ZOMER VAN 2019

Youp van 't Hek – Liegangst 2003 (01)
Ik lees 44 stukjes van de schrijver in de NRC Handelsblad. Een beetje gedateerd zijn ze wel, zeker als steeds opnieuw de LPF op de hak wordt genomen. De aardigste vind ik Lijktoerisme, Emigreren, Bedelstaf, Gekke Greetje en Vlieg-tuig. Youp blijft een ludieke columnist. Voor zijn boek krijgt hij van mij een 7.

Val McDermid – The Vanishing Point 2012 (Verdwenen) (02)
De Noord-Engelse schrijfster hoort al heel lang tot mijn favorieten. The Vanishing Point lees ik op mijn e-reader in het Nederlands. Het speelt vooral in de VS (Chicago) en Engeland.
Stephanie Harker is een ghost writer die de (auto-)biogafie van reality tv-ster Scarlett Higgins schrijft. Scarlett blijkt veel slimmer te zijn dan gedacht en overleeft met redelijk gemak de dood van haar vriend, de aan drugs verslaafde Joshu. Ze heeft dan wel al een kind van hem: Jimmy. Vervolgens wordt ze zelf geveld door borstkanker. Gelukkig kan Scarlett nog net op tijd de zorg voor Jimmy toevertrouwen aan intussen peettante Stephanie. De miljoenen erfenis gaat overigens niet naar Jimmy en zijn nieuwe stiefmoeder, maar naar een weeshuis in Roemenië.
Het kind wordt op O'Hare (Chicago) ontvoerd en niet meer teruggevonden. Losgeld wordt niet gevraagd en dan verdenken Stephanie en haar nieuwe vriend, politieman Nick Nicolaides vooral Stephanie's ex-vriend en geluidstechnicius Pete Matthews. Andere kandidaten zijn Scarlett's nicht Leanne met haar sprekende gelijkenis met Scarlett, arts en kankertherapeut Simon Graham, de Roemeense huishoudster Marina en Scarlett's agent George Lyall. Hoe loopt het af?
Een boek van Van Val McDermid is altijd het lezen waard. Dat geldt ook voor "The Vanishing Point" ("Verdwenen"). Toch vind ik dit niet een van haar beste boeken, met name het einde is een beetje raar. Is het wel van Val McDermid, vraag ik me zelfs even af. Ik kom niet verder dan een 7 als recensiecijfer.

Dean Koontz – Sole surviver (De overlevende) – 1997 (03)

De schrijver staat me vaag bij als een een thrillerauteur van vroeger, maar "De overlevende" is van 1997. Ik heb het boek geconfisceerd uit de boekenkast op de Heerderweg. Het speelt op verscheidene plekken in de V.S., vooral in Los Angeles.
Een jaar terug is een vliegtuig van Nationwide Air (vlucht 353) neergestort in Colorado. Alle 330 inzittenden zijn dood, onder wie Michelle Carpenter en haar dochters Chrissie en Nina. De vader, journalist Joe Carpenter van de LA Post, is er nog steeds niet overheen. Dan blijkt dat er toch een overlevende van de ramp is, Dr Rose Tucker, een arts-geneticus die aan project 99 werkt voor het bedrijf Tegnologik. Joe maakt contact met een aantal familieleden van overledenen, maar die plegen dan stuk voor stuk zelfmoord. Hij wordt achterna gezeten door mensen van het bedrijf, eerst in zijn eentje en later samen met Rose Tucker. Er blijkt een experiment gaande te zijn, waarbij kleine kinderen met buitengewone paranormale gaven worden bestudeerd. Is een van die kinderen zijn dochter Nina?
"De overlevende" vind ik een best aardig boek, ook wel redelijk spannend, maar het einde valt me (alweer) een beetje tegen. Om die reden kom ik voor dit boek van Dean Koontz niet hoger uit dan eeen 7½ als recensiecijfer.

Louis Paul Boon – Mijn kleine oorlog 1947 (04)
Niemand minder dan Willem Elsschot raadde me aan om dit boekje eens te lezen. Het speelt ten tijde van de Tweede Wereldoorlog in België. Eigenlijk is het meer een kroniek van korte stukjes dan een doorlopend verhaal of roman.
Als lezer maak ik kennis met mensen als Louis zelf en bijv. Dinges, Voncke, Vieze en de Ekster. Er is honger, er worden kolen gestolen en om aan eten te komen probeert de bakker zijn piano te verkopen. Schoenenmaker Swaem verkoop laarzen aan de Duitsers, de joodse Lea gaat op transport naar Mauthausen en later delen Canadese meisjes sigaretten uit. Na 140 bladzijden is de Salamander uit.
Ik vind het een leesbaar boekje, maar meer ook niet. Boon is nog vrij jong (35 jaar) als hij zijn vierde boekje "Mijn kleine oorlog" schrijft. Het gaat terug in de kast met een 7- als recensiecijfer.

Elisabeth George – Just One Evel Act 2013 (05)
Dit recente boek is erg dik, bijna 900 bladzijden. Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Londen en het Toscaanse Lucca.
Barbara Havers, uiterst vermakelijk, wordt in Londen geconfronteerd met het overhaast vertrek van buurmeisje Haddiyyah met haar moeder Angelina Upman. Die had een relatie met buurman Pakistaan Taymullah Aznar, maar zit nu in Lucca met ene Lorenzo Mura. Inmiddels is Haddiyyah ook in Lucca verdwenen. Havers krijgt hulp van Thomas Lynley en een Private Eye en tegenwerking van een journalist bij haar speurtocht. In Lucca zet ook rechercheur Salvatore lo Bianco zich in om een meisje te vinden. Halverwege het boek is Haddiyyah weer terecht, maar dan gaat het mis met moeder Angelina, als die als zwangere een slokje wijn neemt. Etc.
Ik heb "Just One Evil Act" (blz. 520) met vooral veel plezier om de strapatzen van Barbara Havers zitten lezen. Spannend is het boek van Elisabeth George ook. Een volle 8 heb ik ervoor over als recensiecijfer. De schrijfster is nog niet van me af.

Sybren Kalkman - Venetiaans vuur, 2016 (06)
De auteur ken ik uit mijn hobby-tijd bij Milieudefensie. Toen ik voorzitter was, was hij als jonge accountant penningmeester. Eerder las ik al eens van hem Struikelbank over financiële malversaties. Nu is Veneriaans Vuur aan de beurt, een boek dat speelt in 1537 in Venetië, niet lang nadat Columbus Amerika had ontdekt.
Hoofdpersoon is Roberto Zenier die op expeditie wordt gestuurd door doge Gritti en diens rechterhand Cornaro, om het Griekse Paxos te heroveren op de Turken en op de terugweg de Turken weg te houden van Corfu. Hij komt ongeschonden terug in Venetië, waar hoertje Bettina en vooral de bevallige Portia op hem wachten. Eerder was hij stiekem getuige van een vergadering van jonge edellieden in een café, om de Ventiaanse aanspraak op de Amerika's te beschermen, vanwege een logboek van ene Ironimodi di Lando uit 1472 (twintig jaar voor Columbus). Na afloop van de vergadering is Roberto bijna gemolesteerd door enkele Spanjaarden. Nu vallen er achter elkaar doden, uitmondend in een ware slachting bij een festijn ter opening van het carnaval. Zitten er een of meer verraders tussen de topmensen van de stad?
Sybren Kalkman heeft zich prima gedocumenteerd over Venetië in de zestiende eeuw. Zijn thriller is leerzaam, spannend en op zijn tijd ook komisch. Ik heb er als mijn recensiecijfer een 8- voor over.

Thomas Olde Heuvelt - Dolores. Doly, Poppedijn, 2019 )(07)
Het betreft een niemandalletje van de schrijver die eerder met Hex en met Echo de Nederlandse thrillermarkt (en die daarbuiten) verrast heeft. Ik kreeg het gratis in de boekwinkel (en ben blij, als ik het weer kwijt kan op de Heerderweg).
In notendop: poppendokter Charlote (Lot) verliest haar pasgeboren kind Dolores aan wiegendood en wordt dan steeds gekker. Tot schrik van vriendin Annabel en echtgenoot Gilman gaat ze een pop (poppedijn?) in elkaar knutselen die Dolores moet vervangen. Ook een door Gilman aangeschafte jonge herder Dolly kan er geen verandering in aanbrengen, integendeel. Met de pop loopt het nog eens slecht af en wie weet, met de mensen ook.
Dit is een boekje van niks, waarvoor ik niet meer dan een 5 over heb.

Ross Thomas - Briarpatch, 1984 (08)
De bekende Nederlandse thrillerschrijver Tomas Ross heet eigenlijk Willem Hoogendoorn. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat hij voor zijn pseudoniem bij Ross Thomas te rade is gegaan, een van de nestors van de Amerikaanse thriller. De man is in 1995 op 70-jarige leeftijd overleden en heeft zo'n 25 mooie boeken nagelaten. Een van zijn latere is "Briarpatch", dat ik net heb zitten lezen. Briarpatch staat voor (een haag van) rozenstruik (denk ik). Het verhaal speelt vooral in New Mexico (maar waar precies ligt het nabije Gatty airport?).
Helper Ben Hill van senator Ramirez (en diens adviseur Nolan) reist af naar zijn geboortestreek, als zijn zus Felicity is vermoord. Ze is met haar auto opgeblazen, vlak nadat ze nog bij de buren (Snow en McCabe) de huur heeft geïnd. Felicity was bij leven en welzijn rechercheur moordzaken in de stad, met boven haar Gene Colder en John Strucker. De zoektocht naar de moordenaar brengt Ben (Pick) Hill bij enkele voormalige CIA-ers: Jake Spivey en Clyde Brattle en hij maakt ook kennis met een voormalige liefde van Felicity, de ex-politieman Clay Corcoran. Als die NB op de begrafenis van Felicity ook vermoord wordt, zijn de rapen gaar. Hoe eindigt de zoektocht?
Ross Thomas heeft me met een mooie thriller opgezadeld, die behalve spannend op zijn tijd ook best komisch is. Ik kom uit op een volle 8 als recensiecijfer. Wat raar dat ik nooit eerder een boek van de man gelezen heb! Dat moet ik echt met voorrang gaan goedmaken. Met name de drie boeken van Ross Thomas uit 1970, 71 en 72 zet ik op mijn boekenverlanglijst.

Harlan Coben - Blijf dichtbij (Stay close), 2012 (09)
Van thrillercoryfee Harlan Coben heb ik nog zoveel boeken op mijn e-reader staan dat ik maar weer eens aan een werkje ben begonnen. Het verhaal speelt in Atlantic City, een stad aan de (Atlantische) oceaan in New Jersey.
Op Mardi Gras, 17 jaar terug, is smeerlap Stewart Green vermoord. Zijn vriendin Megan, die zich toen nog Cassie noemde en stripper was in La Crème, is daarna van het toneel verdwenen. Megan's andere vriend Ray Levine, fotojournalist, heeft zich alle jaren daarna afgevraagd waar Megan gebleven is en wie het gedaan heeft. Ook politieman Broome (geen voornaam) is nooit helemaal los van de zaak gekomen. Nu is er weer een bruut van een man zoek, Carlton Flynn, en Ray, Broome en ook Megan gaan zich er uitgebreid tegen aan bemoeien. Als blijkt dat er nog veel meer mannen vermoord zijn, steeds op Mardi Gras, komt de zaak in beweging. Wie is voor de diverse sterfgevallen verantwoordelijk?
Boeken van Harlan Coben kunnen bij mij niet stuk. Dat geldt ook voor "Blijf dichtbij", dat ik echt spannend vind en met veel schwung heb zitten lezen. Als recensiecijfer heb ik er – alweer – een 8 voor over. Gelukkig zijn er nog de nodige andere boeken van Harlan Coben te gaan.

Kjell Genberg - Retour Stockholm (Italiensk Öppning), 2000 (10)
Als de thrillerkampioenen uit Zweden het laten afweten (Sjöwall & Wahlöo, Mankell), is het tijd voor anderen om de Zweeds thrillerhemel te bevolken. Daartoe reken ik ook Kjell Genberg, hoewel hij uit 1940 is en dus bij het uitkomen van Italienk Öppning in 2018 al de gezegende leeftijd van 78 jaar moet hebben.
Commissaris Arnold Nyman en zijn mensen (o.a. Swasse) hebben in dit verhaal van doen met twee groepen criminelen. Ene Gister Ubregis geeft een feest en daar blijkt een agent van de zedenpolitie zo dood als een pier te zijn, hangend onder de 10 meterplank van het zwembad. Even later wordt ook de op het feest aanwezige politiebaas Janne Brunert vermoord aangetroffen. Misdadiger Gister Ubregis doet o.a. in drugs en prostitutie en voor de prostitutie krijgt hij concurrentie van Toomas Ostroz, die vanuit Sicilië met de Rus Oscar Lundin een veertigtal dames invliegt in Stockholm. Zelfs wordt dochter Helena van Arnold Nyman, basisarts en op bezoek bij haar vader, met de misdaad geconfronteerd. Dan wordt het tijd om eens huis te houden onder de groepen misdadigers. Belanden de hoofdschuldigen op het kerkhof of in de gevangenis?
"Retour Stockholm" van Kjell Genberg heb ik probleemloos uitgelezen. Het is best spannend, maar zoals wel vaker bij thrillers verwatert het verhaal op het einde een beetje. Om die reden kom ik niet verder dan een 7½ voor het boek.

Stuart Macbride - Steenkoud (Cold Granite), 2005 (11)
Bij Schotse thrillers schiet mij als eerste Ian Rankin te binnen, van wie ik ongeveer alles gelezen heb. Zijn rechercheur-held zit in Edinburgh bij de Lothian & Border politie. In 2005 verrast Stuart MacBride me met "Steenkoud" (in Nederlandse vertaling), een thriller die in Aberdeen speelt, het noordwesten van het land.
Bij de Grampian-politie zit ene Logan McRae, die met verve achter het verdwijnen en vermoorden van kinderen aanzit, het ene na het ander. Terzijde, ze zijn niet allemaal vermoord, zeker niet door dezelfde smeerlap, en en passant legt ook een jongvolwassene (Roadkill) het loodje. Bij zijn zoektocht wordt Logan McRae geholpem door Jackie Watson en McRae's baas Insch doet ook graag een duit in het zakje. Eerder had Logan McRae een relatie met pathologe Isobel MacAlister van de politie en gaandeweg zijn ook journalist Colin Miller en mensen van een gokkantoor geregeld van de partij. Laat ik hier maar niet verklappen wie uiteindelijk voor de meeste kinderverdwijneningen verantwoordelijk is.
Ik vind het debuut "Cold Granite" van Stuart Macbride zeer te pruimen. Het verhaal is best spannend en er zijn genoeg zijlijntjes om me ook in dat opzicht bij de les te houden. Ik kom uit op een recensiecijfer 8 en sluit niet uit dat ik nog meer thrillers van de man ga lezen.

Louise Doughty Zwart Water (Black Water), 2016 (12)
Bij de Heerderweg-boekenkast werd me aangeraden om eens een boek van Louise Doughty te lezen. Op mijn ja werd me haar boek "Zwart Water" ter plekke aangereikt. Het is de achtste thriller van de schrijfster uit Engeland, geboren in 1963. Hier is mijn mening over het boek, dat vooral speelt in Indonesië en in Los Angeles.
Het is het relaas van John Harper, geboren als Nicolaas den Herder in 1942. Na de dood van zijn indo-vader gaat hij met zijn Nederlandse moeder Anika in 1946 terug naar Nederland en dan naar het Los Angeles, als zijn moeder een Amerikaanse vriend krijgt. Dan woont hij al snel zonder moeder (maar wel met halfbroertje Bud) bij de grootouders daar. Hij keert als 12-jarige terug naar Nederland. Vervolgens is Indonesië, met name Jakarta, weer aan de beurt, Daar gaat hij als huurling enkele grote Westerse bedrijven helpen bij hun handel en het dwarszitten van communisten. In 1965 pakt hij zijn biezen in Indonesië, maar keert vier jaar terug, nu voor een admistratieve kantoorbaan, uiteindelijk op Bali. In 1997 krijgt hij daar kennis aan de mollige Rita en begint een nieuw leven.
Wisten jullie al dat zo'n Japanse wenskat (met een armpje) die je overal ziet, "maneki-neko" heet? En dat Indonesië een verzameling van maar liefst 15.000 eilanden is?
"Zwart Water" van Louise Doughty vind ik best een mooi boek. De titel is een beetje raar, verwijst naar een onbelangrijke passage op blz. 196. Of het een echte thriller is, betwijfel ik, maar ik heb geen moment gedacht om het terzijde te leggen. Het gaat met een 8- terug in de kast en wie weet, staat later nog weer een ander boek van Louise Daughty op de rol.

Bob Mendes – De Kracht Van Het Bloed, 2005 (13)
Laat ik eens een boek van een Vlaming nemen, denk ik, als ik in mijn voorraad nog te lezen er een van Bob Mendes ontdek. Eigenlijk heet hij David, en Mendes is uit Antwerpen, geboren in 1928. De schrijver was eerst accountant. Zijn boek "De Kracht Van Het Bloed", dat ik hier bespreek, is zijn 16de thriller en – neem ik maar aan – een vervolg op eerdere boeken uit 1996 en 1998. Her verhaal speelt vooral in Teheran (Iran), Alaska en Antwerpen.
De hoofdrolspelers zijn de halfbroers Simon Hofman en Cyrus Razdi. Simon voelt zich vooral vliegenier en werkt voor een anti-terroristengroep. Cyrus is veel asocialer en is bovenal uit op steeds meer macht verwerven (in navolging van zijn vader Darius, de rechterhand van de sjah)). Zijn het trouwens wel halfbroers? De derde persoon in het verhaal is journaliste Nina, die vooral naar Simon trekt, maar ook met Cyrus omgang heeft (zeker als ze een liefdesdrankje krijgt toegediend, hoama). Ze baart een zoon, Alexander, en van wie is die?
Cyrus houdt zich in toenemende mate op met fundamentele islamieten zoals Musa, hoofd van de gardisten en de geheime dienst, de SAVAMA. Op de achtergrond is ook Obama bin Laden aktief. Door vader Darius en oom Fariman is eerder een miljardenschat vergaard, de "Foundations". Cyrus wil het geld nu gaan gebruiken om in de hele wereld de baas te kunnen spelen, met in 1989 o.a. de ramp van de Exxon Valdez in Alaska tot gevolg. Dan zijn de rapen gaar.
Bob Mendes heeft zich fantastisch gedocumenteerd bij het schrijven van "De Kracht Van Het Bloed". Ik weet na het lezen van het boek veel meer over het leven in Iran en islamitische (shiietische) gebruiken. Het boek kan me best bekoren, maar verliest voor mij op het einde een beetje aan geloofwaardigheid. Daardoor is een 8 als recensiecijfer voor dit boek me net te veel. Ik blijf voor dit Vlaamse thrillerwerk steken bij een 7+.

Erik Bevaart – 50 jaar pophistorie, blunders, jatwerk & frustratie, 2004 (14)
Van poprecensent Erik Bevaart had ik nog niet gehoord, maar zijn boek(je, 136 blz.) over de laatste "50 jaar pophistorie, blinders, jatwerk & frustratie" heb ik in sneltreinvaart en met de nodig goesting uitgelezen. Eigenlijk zou het moeten worden bijgewerkt tot nu, vind ik.
Hoe dan ook, wil je eens netjes bij elkaar zien staan welke Nederlnadse popartiesten het ooit in Amerika "gemaakt" hebben, wie van hen in Engeland de meeste NR 1 hits had, welke dame het best verkochte country-album op haar naam heeft staan, hoe lang Ray Charles dan wel Johnny Cash aan de top heeft gestaan en ga zo maar door, dan is dit boekje een mooie bron. En inderdaad, niet alleen Elvis Presley en John Lennon, maar ook bijv. Johnny Ace, Eddie Cochran, Otis Redding, Brian Jones en Bob Marley kwamen al te vroegtijdig aan hun einde.
Het boekje vind ik zeer de moeite waard, Als ik een goedkope kans krijg, ga ik het me nog eens aanschaffen, ook vanwege de prachtige zwart-wit foto's (van Paul Bergen). Ik heb er als recensiecijfer maar liefst een 8½ voor over.

Ross Thomas – Missionary Stew, 1983. (15)
Omdat ik vind dat ik Ross Thomas als klassiek thrillerschrijver tot dusver verwaarloosd heb, is hier (na nr. 8) een tweede boek van hem: Missionary Stew. Het speelt vooral in Los Angeles en op het einde in de Midden-Amerikaanse dwergstaat Tucamondo.
Het verhaal is best ingewikkeld. Laat ik het drietal Morgan Citron (journalist, ex-Afrika), Valveeta Keats (genoemd naar het kaasmerk) en Draper Haere (geldman van politici) centraal stellen. In ieder geval zijn zij op het einde in (het fictieve) Tucamondo, waar dan een revolutie in volle gang is. Morgan is de zoon van ex-CIA Gladys, Valveeta van B.S. Keats en Draper de vrijer van Louise, vrouw van een presidentskandidaat in wording. Op de achtergrond speelt een mislukte cocaïne-deal. Voor wie dat leuk vindt, vallen er gaandeweg genoed slachtoffers om het verhaal levend te houden. Komt er uiteindelijk een happy end?
Ross Thomas weet prima hoe hij mij bij de les moet houden, maar blij ben ik wel, als hij mij op blz. 258 (van de 300) nog eens een synopsis verschaft. Ik heb Missionary Stew met plezier zitten lezen, maar in mijn top 40 zie ik het boek niet komen. Als recensiecijfer heb ik er een 7½ voor over.

John T. Lescroart – Het 313de jurylid, 1994. (16)
Ik heb iets met rechtbankthrillers. Dit boek laat zien dat Lescoart in dat genre niet onder hoeft te doen voor bijv. Turow of Grisham. Hij komt uit Houston, geboren in 1948, maar is kennelijk later in San Fransico beland, want daar speelt zijn boek.
Jennifer Witt wordt ervan beschuldigd haar man Larry en zoontje Matt de hebben doodgeschoten en negen jaar eerder ook nog haar eerste man Ned. Ze kan er de doodstraf voor krijgen. Strafrechtadvocaat Dismas Hardy, nog niet zo lang verdediger, is nog niet van haar schuld overtuigd. Zijn oudere collega, ijzervreter David Freeman neemt overigens het eerste deel van het proces voor zijn hoofdrekening. De aanklager heet Dean Powell en de rechter, het dertiende jurylid, is de strenge Joan Villars. Tot de andere mensen die iets in de melk te brokkelen hebben, reken ik de ouders en broer van Jennifer, haar psychiater, de vrouw van Dismas en diens broer, politieman en vriend van Dismas Abe Glitsky en laat ik, nou ik toch bezig ben, ook ene Jody Bachman in het rijtje zetten. Halverwege het boek heb ik al een sterk vermoeden wie de echte dader was, maar dat kan ook komen, omdat ik al snel een hekel aan die persoon ontwikkel. Wie trekt uiteindelijk aan het kortste eind?
Terzijde, Dismas is de naam van de goede moordenaar op Goede Vrijdagmiddag op de Kalvarieberg in Jeruzalem. Wist je dat al, Damaris? En jij, Marianne?
Ik heb "Het 13de Jurylid" met veel animo en plezier uitgelezen, alle 367 bladzijden. Eerder was ik al eens dik tevreden over "De Kleur Van Gerechtigheid" ("A Certain Justice" uit 1995) van dezelfde John T. Lescroart. Ook dit boek mag er zijn en ik bedeel met zonder pardon met een 8+ als recensiecijfer. John T. Lescroart, die – begrijp ik - nog 23 andere thrillers geschreven heeft, ga ik toevoegen aan mijn lijstje van favoriete auteurs.

Megan Miranda – Vermiste meisjes (All The Missing Girls), 2016 (17)
Trudie speelt mij deze eerste thriler van Megan Miranda in handen, maar het komt van de Heerderweg-boekenkast. De autrice (heet dat zo?) is nog jong (leeftijd?) en uit New Jersey, maar haar boek speelt in Cooley Ridge in North Carolina.
In het dorp van niks is tien jaar gekleden een 18-jarig meisje, wildebras Corinne, verdwenen. Destijds was het de beste vriendin van hoofdpersoon Nic (Nicolette) Farrell. Nic's andere vriendin was Bailey en die woont nog steeds in de buurt. Tot de bijbehorende jongens van destijds reken ik Tyler (vriend van Nic), Jackson (vriend van Corinne) en Mark (broer van Bailey) en ook bijv. Nic's broer Daniel. Nu komt Nic als 28-jarige en intussen verloofd met advocaat Everett in Philadelphia, weer eens terug in het dorp en dan verdwijnt Anneleise, destijds 13 en nu 23. Alweer staat het dorp voor een raadsel, maar zoals het in een spannend boek hoort, komt de waarheid van toen en nu langzaam boven tafel.
Op blz. 321 zegt filosoof Kierlegaard: Het leven moet achterwaarts begrepen worden. Om mij niet heldere reden is het grootste deel van het boek geschreven als eerst vandaag, dan gisteren, daarna eergisteren enz., terug verder terug in de tijd (zoals een film die begint bij het sterven en eindigt met de geboorte). Het is zonder meer weer eens iets anders, maar het maakt het lezen er voor mij niet gemakkelijker op. Mede om die reden kom ik voor Megan Miranda's "literaire thriller"-debuut niet verder dan een 6½.

Linda Fairstein – Death Dance, 06 (18)
Linda Fairstein (uit New York, 1947) is de openbare aanklager, die in 2002 de vijf tieners van Central Park in New York ten onrechte beschuldigde, een rechtzaak van jewelste. Als later de echte aap uit de mouw komt en de vijf weer vrij komen, kost het Linda Fsairstein haar baan. Ze wordt vervolgens thrillerschrijfster en "Death Dance" is een van haar boeken. Het speelt vooral in Manhattan, New York.
Hoofdpersonen zijn poltievrouw Alex Cooper van de afdeling verkrachtingen en haar recherchepartner Mike Chapman. In het boek speelt ook (o.a.) politieman Mercer Wallace een rol van betekenis. De beroemde danseres Tanya Galinova wordt vermoord en enkele dagen later valt ook nog eens beginnende ster Lucy DeVore van een schommel met bijna hetzelfde resultaat. Het gebeurt allemaal in theater Metropolitan in hartje Manhattan. Later komt ook City Center Of Music and Drama, voorheen Mecca Temple, in beeld. Belangrijke theatermensen in het boek zijn de hoogbejaarde Joe Berk, diens zoon Briggs en nicht Mona en haar vriend (eerder chauffeur van Joe Berk) Ross Kehoe. Andere potentiële gegadigden voor de rol van moordenaar zijn bijv. Tanya's agent Rinaldo Vicci, theaterdirecteur Chet Dobbis en maecenas van Tanya Hubert Alden. Wie trekt aan het kortste eind in het verhaal? Terzijde spelen trouwens ook nog enkele sex-gerelateerde misdaden.
Ik heb Linda Fairstein's Death Dance best een spannend boek gevonden. Af en toe trekt het een beetje, maar aardig blijven de 464 bladzijden leesvoer. Vanwege de eerdere formadabele juridische misstap van de schrijfster moet ik niet te hoog gaan zitten met mijn recensiecijfer. Dus kom ik, na overleg met Eva & JW, uit op een 8- voor dit boek.

Nicolien Mizee – Moord Op De Moestuin, 2018 (19)
Ik ben het boek gaan lezen, omdat het in de VN-thrilergids maar liefst vijf sterren krijgt, een bijzonderheid voor een boek van een Nederlandse schrijfster. Nicolien Mizee is uit Haarlem, geboren in 1965. Haar boek speelt in die omgeving, maar veel meer nog in dorpje Voorden. Ligt dat bij Leende, Valkenswaard?
Hoofdpersoon Judith Loman is 45 en onlangs (voor het eerst) getrouwd met Thijs, die vijftien jaar ouder is. Krijgt hij drie dagen na de bruiloft een hartinfarct, waarvan hij maar moeilijk beter wordt. Judith en Thijs gaan samen met Judith's zus Cora en haar man Ab een zomer doorbrengen in een huisje in Voorden, bij hun vroegere vriendinnen Fiep en Anne. De vader van Fiep en Anne, oom Friso, is 25 jaar eerder verdwenen en gaande het verhaal gaat tante Lidewij ook dood. Wie is deze keer de moordenaar? Moeten we die zoeken op een van de moestuintjes die in het dorpje liggen en/of bij iemand uit een plaatselijke café? Dan sterft de akelige moestuinhouder, Kenny, de gifdood en mag ik als lezer gissen wie daar weer achter zit?
"Moord op de moestuin" vind ik zeker geen thriller. Het is geen razend spannend boek, maar vooral komisch geschreven, over een zomer in de buitenlucht. Nicolien Mizee is kennelijk een vrouw die van wanten weet, als het op plantjes en bomen, insecten en vogeltjes aankomt. Mijn exemplaar gaat door naar de Heerderweg met – vanwege de vrolijke toon - toch nog een 7 als recensiecijfer.

Elke Linda-Buchholtz Leonardo da Vinci (20)
Ik leen eerder bij Centre Ceramique een film over het leven van Leonardo uit het plaatsje Vinci bij Florence en verplicht mezelf dan om mijn boekje over het leven en werk van de man opnieuw te gaan lezen. Een biografie van Giorgio Vasari in de 16de eeuw is een belangrijke hulp voor de Duitse schrijfster van het boekje.
Leonardo is geboren in 1452 als buitenechtelijk kind van een boerendochter en een notaris. Als de vader naar Florence verhuist, neemt hij de jongen mee. Daar gaat hij in de leer bij beeldhouwer en schilder Andrea del Verrocchio. Op zijn twintigste is zijn leertijd voorbij, maar hij blijft nog een tijd bij zijn leermeester. Zijn eerste grote schilderij is de "Maria-Boodschap". Nogal wat schilderijen en muurschilderingen in zijn leven voltooit hij overigens niet.
Hij verhuist in 1482 naar Milaan met als zijn nieuwe mecenas: Ludovico "Il Moro" Sforza, Voor die maakt hij o.a. het schilderij "De dame met de hermelijn". Leonardo doet ook aan beeldhouwen, maar toont zich vooral een meester in het bedenken van allerlei uitvindigen en constructies. Daarbij heeft hij extra oog voor anatomie en natuur. Zijn hoogtepunt in Milaan vind ik "Het laatste avondmaal" uit 1495-97, een negen bij vier meter brede muurschildering in een klooster.
Terug in Florence in 1500 krijgt hij het aan de stok met collega Michelangelo Buonarotti; met de jongere Rafaël heeft hij minder moeite. Hij begint in 1503 aan "De slag bij Anghiari" en schildert in 1503-6 "La Gioconda", de Mona Lisa, met zijn sfumato vloeiende overgangen. Daarna volgt o.a. de "Anna te Drieën met het lam", S. Anna Metterza. In de periode erna zit Leonardo in Rome en daarna het Franse Amboise, waar hij in 1519 overlijdt op 67-jarige leeftijd.
Het boekje van Elke Linda-Buchholtz kan mijn goedkeuring zeer wegdragen. Dat komt mede door de verlevendiging met legio afbeeldingen van Leonardo da Vinci's schilderkunst en andere bezigheden. Het gaat met een 8 als rapportcijfer terug in de kast.

Karin Slaughter – Laatste Weduwe (The Last Widow), 2019 (21)
Met vaderdag krijg ik dit boek cadeau van Eva en aanverwanten. Het speelt zoals steeds in de Amerikaanse staat Georgia, o.a. Atlanta, met in de hoofdrollen kinderarts/patholoog Sara Linton en haar vriend rechercheur Will Trent van het Georgia Bureau Of Inverstigation.
En toch, in dit boek trekken ze niet echt samen op. Will is op zoek naar Sara, als die samen met CDC infectieziektenarts Michell Spivey ontvoerd is naar een kamp van de Invisible Patriot Army, de IPA. Bij de ontvoering gaat een aantal boeven verloren of wordt gevangen genomen, maar de leider van IPA: Dash (Douglas Shinn) ontspringt de dans. In het kamp heerst mazelen onder de kinderen, mij ietsje te gevaarlijk overkomend, waarvoor Sara wordt ingezet. Dan blijkt dat de top van IPA vooral veel mensen wil vermoorden met botulisme (waarbij de eigen vrouwen en kinderen niet worden gespaard). Het eindigt met een bestorming van het congresgebouw van Georgia door de IPA-mannen, maar gelukkig kan Sara de autoriteiten en Will Trent nog redelijk op tijd waarschuwen om zich teweer te stellen. Voor mooie bijrollen verwijs ik naar politiecollega Faith Mitchell en junkie Beau Ragnerson.
"Laatste Weduwe" vind ik best een aardige thriller, maar laat ik ook toegeven dat ik wel eens iets beters in handen heb gehad, ook van Karin Slaughter. Misschien moet ze Will en Sara in volgende boeken weer wat meer samen laten opdraven of anders Faith Mitchell een nog prominentere rol gaan geven. Ik blijf steken bij een 7 voor dit boek, helaas.

Graeme Simsion - Het Rosie Project, 2013. (22)
Dit boek krijg ik toegespeeld van Trudie's nicht Gera van Berlo. De schrijver komt uit Auckland, Nieuw-Zeeland en zijn boek speelt in Melbourne en omgeving. Zuid-Australië als locatie voor een verhaal, het is weer eens iets anders.
De hoofdpersoon in het boek is geneticus Don Tillman, bijna 40 jaar oud. Hij lijdt aan het syndroom van Asperger, in goed Nederlands autisme. Dat zien we terug in o.a. zijn overdreven aandacht voor orde en zijn gebrek aan inlevingsvermogen. Dames vallen niet voor hem, dus start hij het Echtgenote Project om de ware vrouw met een 16 pagina's lange vragenlijst op te sporen. Toch zit er ook aldus weinig schot in. Zijn vriend en vrouwengek psycholoog Gene, getrouwd met klinisch psychologe Claudia, levert hem een nieuwe kanshebster, Rosie Jarman, Die beantwoordt absoluut niet aan het "signalement", maar is wel heel aantrekkelijk. Rosie's stiefvader is Phil, maar het boek is één grote zoektocht naar haar echte vader, Die wil ze met Don opsporen met een DNA-test. Hij moet op een grote schoolfoto staan van alle jaargenoten van haar overleden moeder. Het krijgen van DNA van alle mannen, die met Rosie's moeder op het schooleindfeest waren, gaat gemakkelijk. Lukt het om de biologische vader te vinden? En wordt het nog wat tussen Don en Rosie?
Ik vind "Het Rosie Project" best een aardig boek, maar laten we het niet overdrijven. Op het einde ben ik blij, als ik het uit heb. Ik heb er als recensiecijfer een 7- voor over en vraag me dan af hoe autistisch ik zelf ben.

Tom Egeland – Heksenbord, 2004 (Ned. 2008) (22)
Ik heb – vreemd genoeg – iets met het idee van een "ouijaboard". En als ik op de septembermarkt in de Alexander Battalaan in Wiek "Heksenbord" van Tom Egeland zie liggen, een vijf VN-sterrenboek voor maar 2 euro, neem ik het mee. Het speelt in het Noorse Juvdal, een gehucht ver van hoofdstad Oslo.
Hoofdpesrsonen in 2003 zijn wachtcommandant Vidar Lyngstad, TV-verslagggeefster Kristin Bye en oud-journalist Gunnar Borg. Zij proberen een dubbele moord uit 1978 alsnog op te lossen, de moord op Berit Borgersen en haar man Rolf. Hun kind Siv, toen 10 en nu dus 35, ligt sindsdien in coma in het plaatselijke ziekenhuis. De oude moordzaak wordt in het heden extra opgerakeld, als nu ook Birgen, broer van Berit, wordt vermoord – door zijn zoon Arild of is het zijn moeder Anita? En helemaal op het einde van het verhaal geeft ook Siv de geest, nadat die eerder door helderziende Victoria Underland bij het oplossen van de moord betrokken is. Voor interessante bijrollen verwijs ik naar o.a. de dominee Olav, huisdokter in ruste Vang , Berit en Birgen's broer Bjørn-Tore, Berit's vroegere vriendin Nina en de journalisten Thomas en Klock, Ook moeder Inger Borgersen zal ik noemen, al was het maar vanwege het stelen van Berit's dagboek in 1978. Veel eerder, in de jaren 1958 en 1962-3, zijn er in Juvdal dingen gebeurd die het daglicht niet kunnen velen.
Er gaat een halve punt van mijn recensiecijfer af vanwege de telepathie in het boek en vanwege het al te uitgesponnen einde. De epiloog begint m.i. ook veel te vroeg. Blijft over dat ik wel ruim 500 bladzijden leesplezier achter mijn kiezen heb gehad, met de nodige spanning. Dus heb ik toch nog best een 7½ voor "Heksenbord" van de Noorse Tom Egelanand over.

D.B. John – Ster Van Het Noorden, 2018 (23)
Dit boek van het jaar (volgens Vrij Nederland) is van een mij nog onbekende schrijver, geboren in Wales en vooralsnog zonder leeftijd. Hij woont een tijd in Berlijn en komt dan met het boek "Flight from Berlin". Ook zit hij lange tijd in Zuid-Korea, met de nodige uitstapjes naar Noord-Korea, en dat leidt tot zijn "Ster Van Het Noorden" dat ik van de zomer op de kop kan tikken. Het boek speelt een beetje in Washington, maar vooral in Pyongyang en andere plaatsen in de communistische staat onder en ten oosten van China, ter hoogte van Japan.
De belangrijkste persoon in het boek is Jenna (Jee-min) Williams, Zij gaat als jonge CIA-er in 2010 op zoek gaat naar haar identieke tweelingzus Susie (Soo-min) die twaalf jaar eerder met haar vriend uit Zuid-Korea ontvoerd zou zijn en nog steeds in een kamp in Noord-Korea zou zitten. Een tweede verhaal in het boek gaat over de Noord-Koreaanse luitenant-kolonel Cho Sang-ho die op missie naar New York wordt gestuurd om een een grote hoeveelheid geld voor het land veilig te stellen. Dat lukt, maar niet veel later, als blijkt dat zijn afstamming fout zou zijn, eindigt hij wel in een strafkamp. De derde hoofdpersoon is de veel oudere Moon Song-ae, een vrouw die goed kan koken en met haar barbecue bekendheid krijgt op een regionale markt. Ook zij eindigt in een strafkamp, hetzelfde als Cho Sang-ho. Tot de bijfiguren in het boek reken ik o.a. Kim Jong-il, de Geliefde Leider van het land, zoon van de in 1994 overleden Kim il-Sung en vader van Kim Jung-un, die vanaf 2011 de scepter in Noord-Korea zwaait.
Zwerfjeugd heet in het Noord-Koreaans "kotchebi" en het populaire amfetamine is "bing-du". "Ster Van Het Noorden" – zo heet de trein van Kim Jong-il – vind ik een prima boek: spannend en als ik het wel heb, ook nog eens redelijk waarheidsgetrouw. Ik heb me met verve door de 430 bladzijden heengewerkt. Als recensiecijfer heb ik er een volle 8 voor over.

Tex de Wit – Ik heb een slimme droger (24).
Vanuit Eindhoven krijg ik jaarlijks op mijn verjaardag een boek toegestuurd.=, waarvoor mijn dank. Nu is het er een van Tex de Wit, een nog jongeman (34?) van zo'n twee meter hoog. Hij schaakt graag en werkt o.a. voor "Zondag Met Lubach".
Zijn "Slimme Droger" is een regiment korte stukjes, soms heel kort. De meeste kunnen mijn goedkeuring in het geheel niet wegdragen. Soms valt er besmuikt iets te lachen, zoals bij bijv. Gezoend (29), Weet je al hoe je gaat rijden? (47), Je moet kiezen (96), Dewiit, Iowa (145), Scheermesjes (154), De Telegraaf (166), De belangrijkste persoon (199) en Computermuis (215). Maar zelfs voor deze spinsels geldt: leuk is anders.
Tex de Wit heeft m.i. nog een hoop te leren. Soms haal ik op de Heerderweg gratis een leesboek op. "Ik heb een slimme droger" is er (met een recensiecijfer 5) een om daarvoor in de plaats in de gratis boekenkast te zetten.

Vic van de Reijt's Groot 45-toerenboek (25)
Vic van de Reijt, uitgever bij Nijgh & Van Ditmar, ken ik ook van een hele serie boeken en van verzamelingen liedjes uit diverse windstreken. In 2013 komt een boek uit, waarin hij de vele teksten bij de platencompilaties gebundeld heeft.
Wat zal ik er eens van zeggen? De man – geboren in Breda, 1950 – weet perfect hoe hij de diverse muziek aan elkaar moet praten. Hij is een Joost de Draaijer, maar dan op papier. Zijn top 100, cover top 100, fifties, surivlaams en italiano heb ik al in huis, maar achter zijn duitstalige en frantalige muziek, zijn smartlappen en kerstliedjes ga ik zeker nog aan. En laat ik noet vergeten en passant ook bijv. zijn verzameling Raymond van het Groenewoud (Meisjes, Je veux l'amour...) te adopteren.
Het is allemaal even bewonderingswaardig gedaan. Als recensiecijfer kom ik op een 11 uit. Dat moet zo maar een keer kunnen.

Tomas Ross – De Hand Van God, 2005 (26)
Op zijn tijd een boek van Tomas Ross lezen, dat kan weinig kwaad. De man is een van de betere Nederlandstalige thrillerschrijvers, met steeds reële Hollandse onderwerpen. "De Hand Van God ''' gaat over een moordaanslag op de Somalische Ayaan Hirsi Ali. Ze is 35 en lid van de Tweede Kamer voor de VVD, met speciale aandacht voor vrouwen. Eerder, in het najaar van 2004, is Theo van Gogh vermoord en het is hoog tijd om nu haar ook om het leven te brengen. Het boek speelt vooral in Den Haag, met Antwerpen als tweede plek.
Een aanslag in Den Haag op oudejaarsavond van 2004 mislukt, maar twee moslimbetrokkenen, Rachid en Jamila, weten te ontkomen. Bekende moslimidealisten zoals Duka en zijn dochter Yahia huren vervolgens een eerste klas huurmoordenaar in, een Deen met diverse namen (Ole Larsson, Charles Hapgood). Hij is heel goed, maar ook heel duur. Met het geld dat hij voor het moorden krijgt, financiert hij een kostbare hobby: het verzamelen van zeventiende eeuwse kunst. Aan de kant van de politie noem ik hier met toenaam Carla La Fuente en haar baas Jaap Sluiter (plus de jonge John van Putten) en bij de AIVD Theo Brand. Voor de bijrol van een schlemiel komt Guus De Beaufort in aanmerking, N.B. een vertrouweling van het Koninklijk Huis.
Jullie weten natuurlijk al dat Ayaan de dans ontspringen gaat, maar desalniettemin blijft ik geboeid lezen. Ik vind dit een van de beter boeken van Tomas Ross. Zijn "De Hand Van God" is best spannend en heeft een verrassende plot. Ik heb er e 8 als recensiecjfer voor over.

Donna Leon – De Stille Elite (Uniform Justice), 2003 (27)
Eddy (van Elly) maakte mij er weer eens op attent dat Donna Leon al haar boeken uin Venetië situeert en dat ze in weet ik hoeveel talen zijn verschenen, maar niet in het Italiaans. Zij (en Eddy) beweert dat Italianen problemen zouden kunnen hebben met haar schets van de al te toeristische stad in Noordoost-Italië. En inderdaad, dit is de Nederlandse vertaling van haar twaalfde thriller met commissaris Guido Brunetti. Terzijde, de intussen 77-jarige Donna Leon is Amerikaanse, maar heeft heel lang in Venetië gewoond en resideert op haar oude dag in Zwitserland.
Commissaris Brunetti wordt geconfronteerd met de dood van een jonge kadet in het San Martino academie, een privé-school voor zonen van de militaire elite. Diens naam is Ernesto Moro, zoon van dokter Fernando Moro en diens (al dan niet ex-) vrouw Frederica. Hij heeft zich opgehangen in een badkamer. Is het moord of zelfmoord? De boosdoeners van een eventuele moord worden gezocht in vooral andere kadetten zoals Paolo Filippi. Diens vader Marcello verdient veel geld aan aankopen voor de krijgsmacht (samen met zijn oudse schoolmaatje Giovanni Toscano). Fernado Moro zou als parlementariër een vernietigend pamflet hierover zou hebben geschreven. Brunetti wordt zoals steeds geassisteerd door Lorenzo Vianello, de jonge Pucetti en secretaresse Elettra. Het duurt ruim 200 bladzijden voordat zij zich een weg naar een oplossing door het boek hebben gegraven. Daarbij is de hulp van enkele andere kadetten en ook Brunetti's journalistieke vriend Beppe Avisani nodig geweest.
Ik vind "De Stille Elite" een mooi boek in een serie van Donna Leon die prima weet hoe je een policier in elkaar moet steken. Het verhaal is spannend en op zijn tijd ook wel geestig en culinair. Ik bedeel het met een 8- en kijk uit naar nog weer andere boeken van de schrijfster.

George P. Pelecanos – A Firing Offence, 1992 (28)
Pelecanos loopt als thrillerauteur al de nodige decennisa mee. In 1992 begint hij een drieluik met P.I. Nick Stefanos, van origine Grieks, in de hoofdrol. Het tweede in die serie heet "Nick's Trip" en het derde "Down By The River Where The Dead Men Go", Hier is mijn korte bespreking van het eerste deel: "A Firing Offence". De titel wordt enigsins verklaard op blz. 111 van het boek. Zoals dat bij Pelecanos gebruikelijk is, speelt het boek vooral in Washington D.C.
Nick Stefanos gaat als kersverse detective op zoek naar junkie Jimmy Broda, 19 jaar oud, Op zijn omzwervingen krijgt hij vooral hulp van twee electronica-verkopers: John McGinnes en Andre Malone. Jimmy gaat intussen van drugshal naar drugscafé, samen met Redman Eddie en dame Kim. Op de achtergrond speelt een grote en foute drugsdeal, waarbij diverse "grote jongens" betrokken zijn. En of het zo hoort, wordt Jimmy op het einde door Nick gevangen en afgeleverd bij zijn opa.
George P. Pelecanos heeft in dit boek nog niet zijn topvorm, maar wat weet hij het Amerikaanse slang al genadeloos te ranselen. Daarbij komt dat hij op grond van zijn legio muzikale uitstapjes zonder meer als een echte kenner van popmuziek beschouwd moet worden. Het verhaal van "A Firing Offence" is niet al te ingewikkeld, maar mede door de diverse tussenstukjes blijft het boek toch zeer genietbaar. Ik heb er als recensiecijfer met plezier een 8- voor over, best in orde. Het vervolg: "Nick's Trip" heb ik al eens tot mij genomen. Nu weet ik zeker dat ik ook deel 3: "Down By The River..." nog een beurt ga geven.

Anne Holt - Hoogtelijn (Noors 1222), 2007 (29)
Anne Holt als thrillerschrijfster is mij vorig jaar door Ton & Marion aanbevolen. Het eerste boek van haar dat ik lees, vind ik best aardig, het tweede (over de Amerikaanse president) een stuk minder. Mijn derde – veel later – is er een dat ik in oktober in de gratis boekenkast op de Heerderweg zie liggen: "Hoogtelijn". In het Noors heet het "Finse 1222". Het gaat over mensen in een trein in Noorwegen die vanuit Oslo naar Bergen in het westen in gehucht Finse tot staan komt, in een ijskoude sneeuwstorm.
Ex-rechercheur Hanne Wilhelmson, 47 jaar en sinds 5 jaar verlamd en aan een rolstoel gekluisterd, zit in de trein. Samen met advocaat Geir Rugholmen, directrice van het hotel bij het ondergesneeuwde station Berit Tverre en niet te vergeten de 1.40 meter hoge dokter Magnus Streng houdt ze de honderden passagiers bij de les, als ze compleet vastzitten in afwachting van externe hulp. Er komen enkele natuurlijke sterfgevallen, o.a. van hond Moppie, maar ook twee heuse moorden: op de dominees Cato Hammer en daarna Roar Hanson. Wie zal ik eens verantwoordelijk stellen voor de moorden: Kari Thue, Adrian, Veronica, Johan, Mikkel, twee Koerden? Of zit ik er op het einde van het verhaal weer eens faliekant naast? Vlak voordat ik naar Las Palmas afreis, krijg ik met dit boek echt de "bubbelesenes" van alle ellendige kou met een temperatuur buiten in de gore wind van onder dan -20. Terzijde, ik vind de titel in de vertaling ("Hoogtelijn") niet kunnen.
Dit boek van Anne Holt is er intussen weer en om door een ringetje te halen. Wat heb ik zitten genieten van de diverse strapatzen van de horden die compleet van de buitenwereld zijn afgesloten. En Hanne Wilhelmson maakt er echt een show van om de dader (of is het daderes?) tenslotte toch bij de lurven te grijpen. Ik kom probleemloos uit op een recensiecijfer van een wel verdiende 8. Anne Holt, eerder nog eens Minister van Justitie in Noorwegen, mag mij best nog weer een nieuw boek in de schoot werpen.

Arnaldur Indridason – Operatie Napoleon, 2017 (1999) (30)
In het boek hiervoor van Anne Holt is de temperatuur ver onder nul en ook in dit boek is het echt ijskoud. Het speelt zich af in Reykjavik en in Zuidoost-IJsland, waar in 1945 een vliegtuig gestrand is op een gletsjer (Vatnajökull) en daarna in het ijs verdwenen. In 1999 is er een expeditie van de Amerikaanse geheime dienst om het toestel, een overgeschilderde Duitse Junkers, alsnog helemaal aan de oppervlakte te krijgen en te bergen.
Hoofdpersoon in het boek is juriste Kristen die wil weten wat de Amerikaanse Delta Force daar uitspookt. Als haar broer Elias en Johann van de reddingsprigade er een kijkje gaan nemen, worden ze prompt in een gletsjerspleet gedropt. Zelf wordt Kristen vervolgens bijna vermoord in haar huis door twee huurlingen van dezelfde groep Amerikanen. Die staat onder leiding van ene Ratoff, een echte opruimer, als dat nodig is, ook van mensen. Hij neemt het ook later niet zo nauw, als Kristen met vriend Steve een kijkje wil nemen bij het op te takelen wrak. Ook de reddingsbrigade met als leider Julius komt niet echt in de buurt. Het vliegtuig, met de vergane, koude inzittenden, wordt intussen opgetakeld en afgevoerd door twee helipkopters en daarna met een transportvliegtuig naar de VS gebracht.
Men doet het voorkomen dat het slechts een oefening is dan wel dat het Duitse vliegtuig anderszins nog steeds niet pluis is (met een primitieve waterstofbom?). Op de achtergrond speelt echter dat er op het einde van WOII plannen zijn van de geallieerden, om samen met de Duitsers het Rusland van Stalin aan te vallen. Daarover zouden allerlei papieren in het vliegtuig liggen. Misschien wordt zelfs Adolf Hitler (met zijn Duitse herder Blondi) uit Berlijn bevrijd om zijn leven te eindigen op een Zuid-Argentijns eilandje (à la Napoleon).
Ik hen genoten van "Operatie Napoleon". Arnaldar Indridason weet me weer zo'n 300 bladzijden lang prima bij de les te houden. Voor deze aparte, op zichzelf staande thriller heb ik als recensiecijfer een 8+ over. De IJslandse schrijver kan nog steeds een aardig potje bij me breken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten