dinsdag 7 mei 2019

Weblogbrief 14.30,6 mei 2019

Weblogbrief 14.30, 6 mei 2019

Queridos amigos y familia, het afscheid van mijn tweede stad valt me zwaar, echt zwaar, maar hier is mijn allerlaatste brief, mi última carta, van deze veertiende winter in Las Palmas, mijn domicilie in den vreemde. Waarom Las Palmas en de rest va de Canarische eilanden bij Spanje horen, op 1500 km afstand of zo, daar begrijp ik niks van. Vooruit, het zijn de Spanjaarden die in de zeventiende eeuw de oorspronkelijke bevolking hebben uitgemoord en het gebied toen tot een kolonie hebben gebombardeerd. Echter, dat lijkt me vandaag de dag toch echt geen reden meer om hier de baas te mogen spelen. Niettemin, afgelopen zondag 28 april zijn er op de peninsula Kamerverkiezingen geweest en als uithoek hebben ook wij even ons zegje mogen doen. Ik kom er zo meteen op terug.

Als ik op de 29ste april op de universiteit kom, om kwart voor 2, brandt er alleen licht op de kamers van Jorge en bij Jacqueline. Lluis, die ik nog had willen bevragen over mijn woning (concreet: zal ik allerlei spullen van mij apart gaan zetten in “tute”?) is er voor de zoveelste keer niet. Maar de huurafspraak met hem is er: volgende winter, als de verbouwing klaar is, kom ik hier nog voor een laatste winter hier terug.
Ik installeer me op mijn kamer, verstuur mijn vorige brief aan jullie en probeer hem dan ook voor mezelf te printen. Blijkt de printer (bij fysiologie) geen toner meer te hebben en niemand van de aanwezigen lijkt te weten hoe het euvel verholpen moet worden. Tomas is er niet, dus printen is er vandaag niet bij.
Terug op het honk doe ik mijn e-mail en bekijk dan de dagclips van Harry van afgelopen week. Laat ik er als verrassing eentje uitvissen van Ane Brun. Zij verrast me met haar versie van “Always on my mind” uit 2016. Bijzonder vind ik ook o.a. Duke Ellington´s “In a sentimental mood”, uit 1935.
Dan heb ik twee artikelen over popmuziek van Harry te verstouwen. Zijn stuk over de beginjaren van Lex Harding (Lodewijk den Hengst, uit Boskoop) als muziekman is gebaseerd op een recent boek, maar mooi blijft het. Als student stelt Lex niet al te veel voor – hoewel, hij heeft wel Nijenrode afgemaakt – maar voor goede popmuziek heb je hem zijn hele leven wakker kunnen maken. Eerst is hij manager van een popgroepje in de weekenden, dan zit hij bij radio Dolfijn, later 227 geheten. Als die zender uit de lucht moet in 1967, is hij gelukkig met zijn baantje bij radio Veronica, eerst als nieuwslezer op het schip en dan, als Joost de Draaijer weg is, als volwaardige disc jockey vanuit een Hilversumse studio. Diverse clips onderaan het artikel van Harry geven de belangstelling van Lex Harding voor popmuziek in vooral de jaren zestig goed weer.
Harry’s tweede artikel gaat over Claudette Rogers. Wie is dat nou weer, zullen jullie mij nabouwen? Zij is een van de bekendste “Rock Wives” in de periode 1957-1964, volwaardig lid van even nog The Matadors en al snel daarna Smokey Robinson & The Miracles. In 1959 trouwt ze ook met de frontman van de groep (tot 1986, mede omdat hij er al te veel liefdes op na houdt). Claudette is oorspronkelijk van New Orleans, maar zit al snel in Detroit, van waaruit de Miracles furore maken bij Tamla-Motown. Bij de beginhits van de groep, zoals “Shop around” en “You really got a hold on me” is ze prominent aanwezig. Het is me wat, een knappe vrouw naast boegbeeld Smokey Robinson en zijn drie maten, maar waarom niet. Eigenlijk vind ik het maar een gotspe dat ze in 1964 uit de groep wordt geknikkerd, als ze een kind verwacht (na de nodige miskramen).

Omdat ik verder op de universiteit weinig meer te zoeken heb, ga ik met bus 12 terug naar het Castillo De La Luz en vlij me daar op een bank met mijn e-reader. Dan is het bibliotheekje daar weer aan de beurt, waar ik een hele tijd zit te lezen over de Spaanse Kamerverkiezingen van 28 april.
Over de opkomst is me hier al een paar keer verteld dat hij niet meer dan zo’n 50% is, maar volgens de kranten is het 76% (en eerder Kamerverkiezingen ook). In Las Palmas is de opkomst 70%.
De diverse kranten wijzen Pedro Sánchez van de PSOE (soort PvdA) aan als de grote winnaar. Vergeleken met 2016 is zijn partij van 23 naar 29% van de stemmen gegaan. De wat linksere Podemos is tegelijker tijd gezakt van 21 naar 14%. De twee partijen samen komen uit op op 43%. Ze zullen voor een regering die kan rekenen op een meerderheid in het congres, steun moeten zoeken bij enkele kleine partijtjes. De grote verliezer is de PP (katholieken, conservatief) die gekelderd is van 33 naar 17%. Dat zou mijn grote kop voor de krant zijn geweest. De liberalen (Ciudadanos, Cs, vrij rechts) gaan van 13 naar 16% en op de nieuwe aartsconservatieve partij Vox (slagzin: “Por España”) stemt 10% van de kiezers. De stemming in Las Palmas wijkt weinig af van de landelijke uitslag.
Mag ik eens teruggaan naar Nederland in 1977? De PvdA van Joop den Uyl wint de verkiezing glansrijk met de slagzin: “Kies De Minister President”. Hij wil, samen met de KVP en AR in de regering, nu een nog linkser beleid. Tot zijn verbazing is onderhandelaar Dries van Agt van de christenen daar absoluut niet van gediend. Die gaat in Den Haag een hapje eten met Hans Wiegel en vlak daarop zit Nederland opgescheept met een rechtse regering onder leiding van dezelfde van Agt. Terugkerend naar Spanje raad ik de huidige tijdelijke minister president Pedro Sánchez aan om vooral heel erg uit zijn doppen te kijken bij de onderhandeling voor een nieuw kabinet. Het kan zo maar mis gaan, als de PP en Cs het samen met het nieuwe Vox – samen ook 43% – ook best willen proberen en enkele andere kleintjes meekrijgen.
Terzijde, de PSOE heeft nu wel een absolute meerderheid in de senaat (Eerste Kamer).

Op de terugweg naar de Luis Morote loop ik een vrouw tegen het lijf (bij wijze van spreken dan) die met grote letters op haar polo heeft staan: PARTY BLOGGER. Wat is dat nou weer? Ik ben een blogger, schrijf weblogbrieven die ik op het internet zet, maar wat heeft dat “party” ermee van doen? Het Engelse “party” staat voor een partij, zoals Podemos of Vox, zal ik maar zeggen, eventueel ook een feestje, maar PARTY BLOGGER?

De dinsdagmorgen begin ik met verse muziek op te zetten. Mij staat bij dat “María Elena” van Los Paraguayos in Nederland een bekend nummer is geweest. Ik heb het ook van Nat King Cole, Los Panchos en Stefan Nicolai. Ik luister de verscheidene versies allemaal eens af en dat blijkt dat die van Los Panchos voor mij verreweg de beste is. Die groep bestaat uit een drietal muzikanten (te beginnen met Chucho Navarro, Alfredo Gil & Hernando Avilés) uit Mexico. Zij richten zichzelf op in New York in 1944 en veroveren vooral in de jaren 40 en 50 de V.S. en de rest van de wereld. Los Panchos gaan door het leven als de koningen van de bolero (Spaanse dans en zang in driekwartsmaat met castagnetten, volgens Van Dale). Bij dezen confronteer ik jullie niet met de op de rommelmarkt gekochte “Lo Mejor De Los Paraguayos 1, 2”, maar kom uit bij “Los Mejores Boleros 1 & 2” van Los Panchos. Op de dubbelCD staan bij elkaar 24 liedjes, 75 minuten muziek. Daaruit selecteer ik voor jullie de tien bekendste:
1.01. Besame mucho
1.03. Perfidia
1.04. María Elena
1.05. Aquellos ojos verdes
1.11. Flor del arroyo
2.01. Solamente una vez
2.02. Quiéreme mucho
2.04. Maldito corazón
2.06. No trates de mentir
2.09. Mi Magdalena
2.10. Amor
Zijn het er elf geworden? Daar ben ik niet rouwig om. Het trio heeft heel mooie muziek gemaakt, inclusief deze dubbelCD (uitgekomen uit 1994). Wat een aparte gitaarbegeleiding en wat een “close harmony”! Het is niet voor niks dat ik intussen een hele schoenendoos muziek van Los Panchos heb, meer dan twintig CDs.

Dan is er op dinsdagavond uiteraard Tottenham Hotspur tegen Ajax. Ik ben natuurlijk zeer partijdig ten voordele van de elf van Erik ten Hag. Het nieuwe stadion van de Londenaren is uitverkocht en vooraf maken de supporters de kachel aan o.a. met de kreet “Dare to do”.
De wedstrijd, onder leiding van de Spaanse scheidsrechter Lahoz, is nogal saai, vind ik. Er gebeurt maar weinig dat van mij hier een eervolle vermelding verdient. Eerlijk gezegd vind ik het aantal doelrijpe kansen miniem. Keeper Onana van Ajax is niet of nauwelijks in gevaar. Aan de andere kant krijgt Lloris van Tottenham in de eerste helft, om precies te zijn in minuut 15, een schuiver van Donny van de Beek voor zijn kiezen: 0-1. Het is op het randje van buitenspel, maar volgens de scheidsrechter, de VAR en ook volgens mij net niet. De tweede helft – met een iets agressiever Tottenham – wijkt niet erg af van de eerste helft. Laat ik hier nog een fraai schot van Tadic vemelden, dat vol op de paal belandt. Als de overijverige Danny Rose (opkomende back, m.i. de beste Tottenhamspeler) tien minuten voor tijd gewisseld wordt, weet ik het: het publiek mag tekeer gaan, het blijft 0-1.
Ajax kan gaan uitkijken naar een finaleplaats (tenzij Son het in Amsterdam op zijn heupen krijgt). De man van de wedstrijd is voor mij Matthijs de Ligt, die zo ongeveer alles dat in de buurt van het Ajax-doel komt, weg weet te werken.
Ik app Eva direct na de wedstrijd dat “we” de finale in het vizier hebben. Krijg ik stante pede een foto van haar terug, met twee vriendinnen, vanuit het stadion in Londen. Als het zo door gaat, wordt ze nog eens een echte “socio” van de club. Gaat ze naar de finale in Madrid, als Ajax stand houdt?

Op 1 mei, dag van de PSOE, komt het straatleven hier maar moeizaam op gang. Als ik om half 9 voor het eerst mijn gezicht op het balkon laat zien, bespeur ik alleen enkele bejaarden met hun hond aan een riempje. Later op de ochtend wordt het anders. Terwijl alle winkels dicht zijn, zie ik alle drie de terrassen hier steeds vol lopen, terwijl over de straat zoveel mensen gaan dat het wel de late vrijdagmiddag lijkt. Op de bank tegen over mijn flat zitten zes bejaarden met elkaar te keuvelen.
Later op de dag zie ik enkele dames verkleed als sevillana (lange strakke jurk, van onderen met diverse ruches, mooie sjaal om en een kam met papieren bloem in het haar). Er is kennelijk weer een treffen voor de liefhebsters van de flamenco. Op de boulevard ter hoogte van hotel Melia en het toeristenhuisje komen de sevillanas samen. Daar zie ik er – aangestaard door fotograferende toeristen – meer dan vijftig op een kluitje. Het zijn merendeels dames van middelbare leeftijd; mannen zijn een uitzondering. Ze zorgen wel voor een ouderwetse opstopping.

Op mijn bank tegenover het NH-Imperialhotel heeft een tiental of zo doven zichzelf de nodige ruimte gecreëerd. De helft zit pontificaal en de andere helft staat erbij of het niks kost. En maar naar elkaar gebaren! Ik kan er absoluut niet uit wijs worden wat ze elkaar mede te delen hebben, maar geanimeerd is het kennelijk wel.
Dan komt een stokdove man voorbij, die ik al jaren lang ken van diverse gelegenheden. Hij is vroeger zelfs nog een tijdje deurman geweest bij het nachtcafé tegenover mijn woning (dat alweer voor de zoveelste keer dicht is). Hij mocht en mag ook graag meedoen met spelletjes op het stukje Santa Catalina, waar de ouderen zich overdag graag groeperen. Daarnaast ken ik hem als de rumoerige, maar altijd aardige voorbijganger, als ik in de buurt geanimeerd naar het voetbal op de TV kijk.
Mijn dove “kwartel” ziet er de laatste tijd goed verzorgd uit in zijn steevaste spijkerbroek en bijpassend jasje. Lang kan ik hem bepaald niet noemen. Met zijn zwarte krullerige haar lijkt hij op Mohammed Salah, de bekende rechtsbuiten en goalgetter van Liverpool. Alleen is diens Palmese equivalent wat ouder (45?) en heeft hij geen baard. Zonder pardon mengt hij zich in het gesprek met de club doven op Las Canteras bij “mijn” bank. De doventaal is hij kennelijk meer dan machtig. Dan blijkt maar weer eens, als ik de anderen om hem hoor lachen, dat hij echt een aardige gozer is.
Een stelletje doven die met elkaar plezier maken, het is weer eens wat anders dan op het openbaar skypende tieners. Vooral in de bus en op de bank bij het strand kan ik van die skypers (of hoe ze heten) echt last hebben, als ze vlakbij mij zitten en hun stem al te zeer verheffen.

Om even voor half 8 wordt het woensdagavond tijd om wederom mijn favoriete café Miami op te zoeken voor een avondje voetbal. Mijn plekje vooraan is nog vrij, ik krijg zo waar een hand van de ober en even later al staat een halve liter bier op mijn tafeltje.
Het gaat uiteraard om Barcelona tegen Liverpool, de eerste van twee wedstrijden voor een finaleplaats van de Champions League dit seizoen (tegen Ajax?). Camp Nou is vol gepakt en ik kom om in de sjaaltjes met de bekende Barça-kleuren. In het vak waar de Liverpoolsaanhangers zitten, is een spandoek met “In This Great Future” en een nog groter met “You’ll Never Walk Alone”. Uiteraard is bij Barcelona het “Mes Que Un Club” weer troef. Scheidsrechter is Bjørn Kuipers, die – dat moet ik hem nageven – de zaak aardig in de hand weet te houden.
In de eerste helft is vooral Barcelona aan de bal en krijgt ook de meeste kansen, o.a. in minuut 3 (Rakitic) en 15 (Coutinho). In minuut 26 verandert Suárez een schot van Jordi Alba vlak voor het doel van Allison van richting en komt de 1-0 op het scorebord. In het laatste kwartier voor de rust gebeurt er weinig interessants meer.
De tweede helft start met een furieus aanvallend Liverpool, dat kennelijk in de pauze van trainer Jürgen Klopp een echte “peptalk” heeft gehad. Ik zie prachtige reddingen van Ter Stegen op schoten in minuut 47, 53 en 59. Dan wordt het weer iets bedaagder en kan ook Barcelona weer aan aanvallen gaan denken. In minuut 75 schiet Suárez, met zijn knie N.B., op de lat en de terugspringende bal wordt door Messi behendig ingetikt: 2-0. Even later, in minuut 82, komt het mooiste moment van de avond, als Messi vanaf zo’n 25 meter een vrije trap mag nemen. Hij krult de bal vlekkeloos in de (voor de keeper) rechter driehoek. Het is 3-0 en Liverpool kan het nu wel schudden. Volgens mijn buurman op het terras is het doelpunt “historico”, schrijft Messi er geschiedenis mee en laat ik dat eens beamen. Even later pegelt Salah wel nog een bal vol op de paal. 3-1 zou toch een andere uitslag geweest zijn. Als invaller Dembélé nog eens voor open doel mist in minuut 94, blijft het 3-0.

Weten jullie wel dat hummus vooral een puree is van gekookte erwten? Er komt geen vlees of vis aan te pas, het spul is zo vegetarisch als het maar zijn kan. Verwar het niet met humus, dat is donkere plantenaarde. En ook niet met het Maastrichtse woord “heumes” dat staat voor hemden.

Op donderdag gaan de boeken die ik mee terug naar huis wil nemen, in een PTT-doos. Het inpakken met pakpapier en plakband kost me best nog enige hoofdbrekens. Vooral de plakband wil steeds weer vastklitten aan de rol en het duurt even voordat ik doorheb, hoe ik de twee stukken plakband gescheiden moet houden. ‘s Middags ga ik met de ingepakte doos (in een grote congrestas van Lluis) naar het postkantoor in de Bernardo de la Torre. Dan bedenk ik dat ik voor mijn boodschapjes best eens naar Siete Palmas kan gaan. (Ook) daar is een grote El Corte Inglés en dan zie ik ook het winkelcentrum ernaast weer eens.
Als ik op plaza Farray op bus 45 wacht, komt een jongeman voorbij met een mooie blauwe polo aan – dat moet ik hem nageven. Daarop staat geschreven: ENJOY YOUR PROBLEMS.
Het winkelcentrum op Siete Palmas valt mij vies tegen. Al snel zit ik op een bank op het middengedeelte, waar ik monter aan mijn derde boek van de week begin. En heb ik de kans om jullie de informeren over een acceptabele reclame van restaurant VIPS (een soort McDonald’s). Ze brengen hun hamburger met alles erop en eraan aan de man met de zin: DICEN QUE IR DE COMPRAS ABRE EL APETITO. AQUÍ NUESTRO REMEDIO, men zegt dat boodschappen doen de eetlust bevordert. Hier is de remedie. Daaronder staat een kleurenfoto van hun – inderdaad smakelijke – hamburger.
De Corte Inglés aan de overkant vind ik meer de moeite waard dan het winkelcentrum. Zeker het HiperCor-gedeelte kan mijn goedkeuring wegdragen. Ik koop er voor de laatste keer o.a. “pata asada” (varkenspoot), ensalada rusa (Russisch ei), avellanas tostadas (geroosterde hazelnoten), stokbroodjes en blikjes. Ik krijg al mijn eten en drinken met het grootste gemak in de stoffen “bolsa”, dat spreekt. Met bus 26, komende van de universiteit op Tafira, ga ik terug naar de bewoonde wereld.
(Daar wacht me op Santa Catalina een show van race-auto’s die gereed staan voor een tocht door de nacht. Er staan hele horden mensen naar te staren. Ik heb wel wat beters te doen en loop door naar mijn huis.)

Ik eindig het muzikale deel van mijn blogs met jullie nog eens opmerkzaam te maken op Maria Dolores Pradera, een van mijn favoriete Spaanstalige muzikanten. Ze is vorig jaar overleden in de gezegende leeftijd van 92 jaar of zo en wat kon en kan ze me bezighouden. Ik heb al haar platen, zonder uitzondering. Daartussen zit er een uit 2001, een ode aan de het jaar ervoor overleden (op 54-jarige leeftijd) Spaanse singer-songwriter (“cantautor”) Carlos Cano. Hier zijn de twaalf nummers van “A Carlos Cano”:
01. María la Portuguesa
02. A las 5 de un 5 de Junio
03. Sin ti no puedo vivir
04. Luna de Abril
05. Habaneras de Cadiz
06. Rocio
07. Cantame un pasodoble
08. Aires de luna
09. Abre tu balcon
10. Romance de Ocaña
11. En la palma de la mano
12. Habanera imposible
Wie ben ik om bij Maria Dolores Pradero te gaan uitmaken welke nummers ik jullie extra kan aanbevelen. Het is gewoon over de hele breedte een prachtige plaat (en ik eer er ook Carlos Cano een beetje mee).

Met Trudie op Kreta is het iets moeilijker communiceren, zeker als Math steeds om de hoek meekijkt. Toch heb ik haar twee vragen gesteld waarop ze me prompt heeft geantwoord. De eerste gaat over de kloof waarin ze destijds vele kilometers gelopen heeft, toen ze met mij in Chersonissos was. Dat is dus de Samaria-kloof. Die doet ze deze keer niet, maar wel door de Imbros-kloof. Die zou ook heel mooi zijn.
Mijn tweede vraag gaat erover of ik, als mijn wasmiddel op is (en dat is het bijna), beter afwasspul of vloeibare zeep als vervanging kan gebruiken. Daar is Trudie heel duidelijk in: dat moet je nooit van zijn leven doen. Het wordt één grote schuimbedoeling. Beter is het dan nog om zonder wasmiddel een wasje te draaien.

‘s Avonds, als ik de voetbalkranten doorneem in het bibliotheekje aan de boulevard, wordt me pas goed duidelijk dat er intussen achter de schermen een jacht is geopend op diverse voetballers van Ajax. We weten al dat Frenkie de Jong naar Barcelona gaat (voor 84 miljoen, sic!), maar nu wordt ook serieus gevlast naar Tadic, Zydech en vooral van de Beek. Over de laatste zou gesproken zijn door Paris Saint Germain en mocht Paul Pogda van Manchesster United niet overkomen naar de club, dan wil PSG onze Donny graag inlijven. Over Matthijs de Ligt ga ik het maar helemaal niet hebben. Alle Europese topclubs – met jaarlijkse begrotingen van 500 miljoen of meer – zijn druk in de weer om de 19-jarige in te lijven. Terzijde: weten jullie dat Ajax aan de Champions League deze winter zo’n 100 miljoen gaat verdienen, meer dan de hele huidige begroting van de club.
Op de terugweg naar huis blijf ik een tijdje kijken naar een live optreden van een popgroep op plaza Farray. De diverse terrassen rond het podium zitten helemaal vol. Tussen de honderden toeschouwers kom ik ook Hinkepie weer eens tegen, met een soort van mountain bike in de aanslag.

Op zaterdag word ik uit mijn ochtendrust gehaald doordat over de hele lengte van de Luis Morote mensen hun marktkramen overal aan het inrichten zijn. Er rijden af en aan auto’s voor, waaruit men snuisterijen laadt, die vervolgens goed in het zicht worden uitgestald. Gelukkig blijft de ruimte voor de drie cafés bij mij voor de deur vrij. Trouwens, ik denk dat Carlos zijn stoelen al lang heeft buiten gezet, voordat de kramen worden opgezet.
Precies tegenover mijn flat zet een nerinkje zijn tent op, waar “Puros artesanos calidad premium hechos a mano” verkocht worden. Voor jullie niet-ingewijden zal ik het maar vertalen. Dat is Spaans voor: ambtelijke sigaren van topkwaliteit, met de hand gemaakt. Het onderhavige merk is “DOBLE M”. Rechts ervan staat een ouderwetse messenslijper. Zo eentje zou aan mijn messen in Maastricht, die nodig eens een beurt mogen krijgen, best een klus hebben. Links van de sigarenkraam, net voorbij de bank, heeft Arkay zijn eigen kraampje ingericht met “natuurlijke” oliën.

Als ik ‘s avonds over de boulevard marcheer, valt me een modeshow van badkleding op. De vrouwelijke jeugd heeft de toekomst, zeker als ze gehuld is in een goed zittende bikini of een strak badpak. Op mijn bank gezeten passeert mij een jongeman met op zijn zwarte T-shirt in rode letters: JUST DO NOTHING. Er staat een omgekeerde swash van Nike bij voor de mensen die hem maar niet willen begrijpen.
Op NU.NL lees ik dat in Zuid-Limburg op de Vaalserberg één cm sneeuw is gevallen. Het moet niet gekker worden. Over een paar dagen had ik wel graag kennis gemaakt met een lekker voorjaarsweertje. Met tulpen in Vijlen in een laagje witte sneeuw heb ik weinig uitstaande.

Heb ik jullie al eens verteld van afwijkende gewoontes hier. Laat ik er één noemen: het erbij gaan zitten waar al iemand anders zit. Op de banken in de parken en op Las Canteras wordt het prima gevonden dat je naast iemand gaat zitten, zeker als je enige tussenruimte over laat . Idem dito in de bus. En mocht iemand in de bus aan de middenkant zitten van een tweezitsbank en de raamplaats nog vrij zijn, kan kun je zonder probleem vragen of hij of zij even plaats voor je maakt.
Echter, op de terrassen hier is het compleet anders. Daar duldt “men” kennelijk geen vreemden aan zijn tafeltje. Als ik me al dan niet per ongeluk aan andermans tafeltje nestel, kan ik meestal minimaal op een scheve blik van de aanwezige rekenen. Dat is zelfs ook het geval, als we – soms met zijn velen – voetbal kijken op het terras,. Ga ik zitten op een lege stoel vooraan, aan een tafeltje waar al iemand zit, dan kan het me gebeuren dat me dat niet in dank wordt afgenomen. Zelfs aan de aardigste mensen kun je beter eerst vragen of het wel toegestaan is dat je aanschuift. Soms krijg je dan te horen dat de plaats al vergeven is aan iemand anders (die dan niet komt opdagen). Wat een flauwekul!

Op de vroege zondagavond mag ik constateren dat Ajax zijn voetbalplicht doet en de KNVB-beker van dit voetbalseizoen in de prijzenkast mag zetten. In de Feyenoord-Kuip N.B. wordt Willem II van de mat gespeeld. In minuut 38 maakt Daley Blind 1-0 voor de Amsterdammers en Huntelaar een minuut later 2-0. Na de rust komen er nog twee doelpunten bij, om de scherpslijpers onder jullie gerust te stellen. Met 4-0 is de eerste prijs binnen en nu paar hopen dat ook de landstitel binnenkort wordt binnengeharkt.
De terugwedstrijden voor de Champions League zijn morgen en overmorgen. Ik voorspel jullie bij dezen dat de finale op 1 juni in Madrid zal gaan tussen het sterrenteam van Barcelona en het stel opgeschoten jongens van Ajax. (Barcelona gaat wel aan het langste eind trekken).

Dan is het maandag 6 mei, vandaag dus, en heb ik de eer om weer een hele winter Las Palmas af te sluiten. Naar alle waarschijnlijkheid kom ik hier nog één keer terug en mogen jullie nog een vijftiende serie blogbrieven van mij tegemoet zien. Voor nu, a.s. woensdagmorgen zit ik in het vliegtuig naar Amsterdam en van daaruit neem ik de trein naar het zuiden. Ik hoop op tijd thuis in Maastricht te zijn om Ajax tegen Tottenham in de Johan Cruyff Arena in een overwinning voor de thuisclub te zien eindigen. Tot binnenkort in Nederland, hasta pronto en Holanda, veer zien us, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

Mijn eerste boek is er een van Harlan Coben: “Caught”, in Nederlandse vertaling “Verzoeking”. Ik lees het vanaf mijn e-reader. Het is uit 2010 en speelt vooral in het Amerikaanse New Jersey (in de buurt van New York).
Dan Mercer heeft iets met basketbal en dus vermoed ik, met allerlei eerder werk van Harlan Coben in gedachte, dat hij de hoofdpersoon in het boek is. Na zo’n honderd bladzijden gaat hij echter hemelen en weet ik zeker dat ik daarvoor bij iemand anders moet zijn: journaliste Wendy Tynes van NTC News TV. Naast haar spelen politiemensen Mickey Walker en Frank Tremont een prominente rol in het verhaal. Dan Mercer wordt door Wendy Tynes in de val gelokt en wordt op de TV neergezet als een pedofiel. Als later Haley, dochter van Ted & Marcia McWaid verdwijnt, weten we het nog zekerder. Dan Mercer blijkt vroeger op Princeton in een flat te hebben gezeten samen met vier anderen, met wie nu van alles mis is. Dat zou te maken hebben met een ongeluk dat toen gebeurd is. Een van de anderen, Phil Turnball, zit tegenwoordig iedere dag met drie andere werkloze vrienden van hem in een café. Een daarvan legt de anderen graag uit wat “virale marketing” allemaal voor kwaad kan doen.
Oud-FBI-er Ed Grayson gaat intussen zo ver dat hij Dan Mercer doodschiet, terwijl Wendy op afstand toekijkt – waarmee hij vooralsnog ook nog wegkomt, met de hulp van zijn advocate. Dan wordt Haley’s lijk gevonden en haar telefoon met daarop min of meer de locatie op een motelkamer van de eerder ondergedoken Dan Mercer. Is dat voldoende bewijs voor zijn schuld? Langzaam ontrafelt zich een verhaal, vooral door het speurwerk van Wendy Tynes, dat nogal afwijkt van wat de mensen voor waar hebben aangenomen.
Harlan Coben vertelt mij een heel mooi verhaal. Ik word een aantal keren op het verkeerde been gezet en wat is het spannend. Voor “Verzoeking” heb ik daarom met plezier een 8+ als recensiecijfer over. Ik ben blij dat ik nog meer ongelezen boeken van hem op mijn e-reader heb staan.

Mijn tweede boek – ook op mijn e-reader, want mijn echte boeken zijn intussen onderweg naar Holanda – is er een uit de beginjaren van Don Winslow als schrijver. Het is uit 1993 en heeft zich de titel: “Way Down On The High Lonely” aangemeten. Voor wie het weten wil, Don Winslow is van New York, geboren in 1953, maar heeft het al vele jaren over de maffia in Zuid-Californië, waar hij tegenwoordig woont. Zijn nieuwe bestseller “The Border” ligt in grote stapels hier in de boekenwinkels.
Neal Carey wordt ingezet als redder van een jongetje van twee jaar, Cody, die door zijn vader Harley McCall ontvreemd is uit de handen van zijn moeder Anne Kelley. De opdracht aan Neal Carey komt van de organisatie waarvoor zijn vader Joe Graham (met een arm) werkt en ook de immense Ed Levine. Het verhaal speelt vooral in Austin en omgeving in de staat Nevada. Daar maakt Neal kennis met het zeer landelijke leven van Steve Mills, diens vrouw Peggy, dochter Shelly en vlakbij ook vriendin Karen. Dan blijkt het kindje zich op te houden op de grote ranch van de buurman van Steve Mills: Bob Hansen. Die heeft een legertje mannen om zich heen, van wie ik hier de akelige Cal Strekker een bijzondere vermelding geef. En nou komt het: Bob Hansen en zijn club zijn door toedoen van Reverend Carter helemaal bekeerd tot de True Christian Identity Church, een mix van neonazisme en bijbelgedoe. Als Neal Carey zich – under cover – voordoet als aanhanger, mag ook hij een “Son of Seth” worden. Intussen gaat de sfeer van heel vredelief naar steeds woester. Voordat Coby weer bij zijn moeder kan worden afgeleverd, ben ik zelfs nog getuige van een vier tegen vier gevecht op leven en dood.
Het boek begint met: They ain’t makin’ Jews like Jesus anymore, een uitspraak van ene Katy Friedman. Dat soort wijsheid is Don Winslow ten voeten uit. De man weet echt wat schrijven voorstelt, al in zijn min of meer probeersels in het begin. Aan de andere kant, laat ik hem niet te veel krediet geven voor “Way Down On The High Lonely”, dat bewaar ik graag voor zijn latere meesterwerken. Dit verhaal, met mij iets te veel wapengekletter in de prairie, gaat terug op mijn Kobo met een 7- als recensiecijfer.

Mijn derde en laatste boek is er een van Roger Jon Ellory dat ik nog niet gelezen heb, maar wel op mijn e-reader heb staan. Het is uit 2005, speelt in 2003 en eerder en heet “A Quiet Vendetta”. De Nederlandse uitgever brengt het in 2010 uit als “Een Volmaakte Vendetta”. De hoofdpersonen, Ray en Ernesto, zijn allebei geboren in The Big Easy, New Orleans, waar ze elkaar ook in het heden tegenkomen, maar het boek speelt ook elders.
Catherine Ducane, de 19-jarige dochter van de gouverneur van Louisiana, wordt vermist en de rol van de locale rechercheur om haar op te sporen wordt snel overgenomen dor twee FBI-mensen, Schaeffer & Woodroffe. Dan meldt de dader zich, Ernesto Perez, maar die gaat wel eerst zijn levensverhaal vertellen voordat hij meer over het ontvoerde meisje wijt wil. Dat doet hij tegenover Ray Hartmann, die daarvoor uit New York wordt ingevlogen.
Ray Hartmann is een gemankeerde man van 37 uit New Orleans, die daar in zijn jeugd zijn broertje Danny verloren heeft. Hij woont in New York, werkt voor de politie. heeft een alcoholprobleem en als hij voor de zoveelste keer bezwijkt voor de drank, gaan zijn vrouw en dochter, Carol en Jessica, bij hem weg. Hij is het hele boek bezig om te proberen weer bij hun terug te keren.
Intussen vertelt de nu bejaarde Ernesto Perez, geboren in 1937, hem – met allerlei geluidsapparatuur in de buurt - over zijn leven bij de maffia. Hij is altijd een huurmoordenaar voor de familie Luchese geweest, een van de vijf Italiaanse “families”. Omdat zijn vader Cubaan was, is hij nooit voor 100% kunnen toetreden, maar vooruit, meedoen mag hij wel, met Ten Cent als directe collega en bazen als Ceriano en Calligaris. In zijn werkzame leven vermoordt hij in opdracht van de maffia een hele rits mensen. Daarover gaan de oneven hoofdstukken van het boek, vanaf hoofdstuk 9, die spelen in Havana (Cuba), New Orleans, New York, Los Angeles, Chicago, nog eens Cuba en New York en tenslotte zit hij weer in New Orleans. In New York trouwt hij met Angel, krijgt een tweeling: Lucia en Victor, maar vrouw en dochter worden in Chicago vermoord. In New Orleans heeft hij altijd veel last gehad van de criminelen Daddy Always Feraud en Charles Ducane, maar de eerste zit nu met allerlei helpers in een villa en de tweede is de nieuwe gouverneur. Kan Ernesto Perez dat tweetal wel aan? En komt Ducane’s dochter nog terecht? Ik geloof dat ik daarmee wel genoeg inhoud heb prijsgegeven.
RJ Ellory is een van de thrilerschrijvers waar ik al jarenlang mijn petje voor afneem. Zijn “A Quiet Vendetta” is alweer een boek (557 bladzijden) dat mij van het begin tot het einde bezig houdt en geloof het of niet: de ontknoping vind ik best origineel. Het af en toe gezever, dat ik ook in het boek aantref, neem ik bij Ellory voor lief. Hij gaat voor dit boek naar huis met een volle 8 als recensiecijfer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten