maandag 20 januari 2020

Weblogbrief 15.12, 20 januari 2020

Weblogbrief 15.12, 20 januari 2020

Queridos amigos y familia, fris en fruitig ga ik jullie weer op de hoogte brengen va mijn ziele- en andere roerselen in de afgelopen week. Fris en fruitig, heb ik die opening niet al eens eerder gebruikt? Zo ja, dan val ik maar eens in herhaling, dat moet zo maar kunnen. Mijn leven hier, hoe aardig ook, toch ook een beetje repeteergeweer, met de nodige losse fodders. Dat zij dan maar zo!

Als ik een week terug, op maandag de dertiende, mijn gang op de universiteit binnenkom, is het al half 3. Dat komt mede door een "atasco" met de bus. Enne... ik ben helemaal in mijn uppie op de afdeling van Lluis. Zo'n universitair baantje zou ik ook wel willen hebben. Of nee, ik ben van mezelf niet bepaald de hyperactiefste, maar enige ijver is me wel gegeven.
Gelukkig loop ik wat later toch Lluis zelf nog even tegen het lijf. Hij steekt de resterende huur van mij, in een goedkope envelop, achteloos in de binnenzak van zijn colbertje. Dan vraagt hi mij iets waar ik niet op gerekend heb: wil ik misschien na carnaval nog een paar maanden extra van de woning gebruik maken? De echte verbouwing is – blijkt nu – toch pas in de late zomer gepland en waarom zou de woning van eind februari tot september leeg blijven staan? Ik vraag bedenktijd, weet nog niet wat ik wil doen. Vooralsnog heb ik er weinig mee, denk ik.

Ik verstuur vervolgens mijn vorige weblogbrief aan jullie, druk hem ook af voor mijn eigen administratie en begin dan aan mijn e-mails. Daarna kijk ik of Arjan Lubach al terug op de buis is geweest, maar nee, dat is niet het geval. Als beetje surrogaat kijk ik eens de recentste aflevering af van Toren C, van gisteren, een ander programma van de VPRO. Margôt (met een hoedje) Ros en Maike Meijer maken er, samen met een hele rij bijartiesten, voor de zoveel;ste leer een spektakel van. In een kantoortuin werken op de zoveelste etage van een min of meer torenflat is mij niet echt gegeven, nog steeds niet.
Het is pas half 5, als ik daarna aan de aflevering van afgelopen vrijdag van De Wereld Draait Door begin, met Matthijs van Nieuwkerk als ankerman en uiteraard op de vrijdag Marc-Marie Huijbregts als side-kick. Al tijden beweer ik dat ik er eens mee moet ophouden om naar hun onderlinge gekeuvel te kijken, maar ik laat me vandaag op de universiteit hier toch weer een keer verleiden. Wat is alles vooraf tot in den treure uitgeregisseerd! Welbschouwd hebben de gasten maar weinig of niks te vertellen, heeft MvN allang vastgesteld wat ze wel of niet mogen zeggen. De foto's en filmpjes op de achtergrons zijn intussen eerder ook door hem goed bevonden.
DWDD opent deze keer wel met dominee Gremdaat, Paul Haenen, die vindt dat het met al die onrust in de wereld tijd is voor wat meer vrede op aarde. Hij blijft goed. Dan komen er twee mensen aan het woord die kennelijk net van een gigantische gadgetsbeurs in Las Vegas terug zijn gekomen. De slaap zit nog een beetje in hun ogen. O.a. krijg ik te horen dat daar een een digitale lippenstift is gedemonstreerd die je per dag de juiste kleur op je lippen smeert, zonder dat je zelf steeds een keuze moet maken uit enkele aangeschafte, te dure stiften. Ook wordt er in de gokstad kennelijk melding gemaakt van een nieuwe Uber-taxi door de lucht, met helcopterallures, als het op starten en landen aankomt. Het gaat om een veredelde drone met ruimte voor vier mensen plus chauffeur en met brandstof voor maximaal 100 km afstand. Willen jullie er nog eentje, om het af te leren? Frans Evenblij mag komen uitleggen hoe zijn avondje ongegeneerd stappen met Daphne Schippers is geweest, in zijn programma "Evenblij Maakt Vrienden". Een begeleidend filmpje maakt duidelijk dat ze echt lol hebben gehad. Dan houdt MvN hem nog even fijntjes voor dat het eigenlijk wel ongepast is wat ze aan het doen zijn: een topatlete mag aan zo iets liever niet meewerken.
Het wordt hoog tijd dat ik eens een foute bijnaam bedenk voor de overrijpe TV-man. En vuilnisman, mag die zandzak rechts van MvN op de vrijdagen ook mee?

Om half 6 sta ik weer bij de bushalte opzij van het gebouwcomplex van de universiteit in Las Palmas-Zuid. Dan duurt het deze keer echt een eeuwigheid, nou ja meer dan een half uur, voordat ik in mijn bus 12 naar mijn binnenstad kan stappen. Uiteraard is dan ook nog eens mijn favoriete zitplaats bij de ingang vooraan al bezet. Omdat het nogal waait en mijn bibliotheekje bij het park pas vanaf donderdag weer 's avonds open is, kies ik er deze keer voor om linea recta op huis aan te gaan. Alweer komt de bus in een file terecht en het is op mijn horloge al 10 voor 7, als ik weer monter tussen mijn eigen spullen sta.

In mijn laatste boek van vorige week, "Verloren Vrouw" van Gillian Flynn, wordt Daniel Day-Lewis geciteerd in de film "The Last Of The Mohicans" uit 1992. Laat ik die DVD, waarvan ik als jongetje ongetwijfeld het boek moet hebben gelezen (van ene James Cooper) nou zondag op de rommelmarkt zien liggen. Dan neem je hem uiteraard mee en wat is erop tegen om hem op mijn verwaaide maandagavond af te draaien. Daniel's liefje in de film is Madeleine Stowe en Michael Mann is de rol van regisseur toebedeeld. Is het wat, als ik zit te kijken naar de veldslagen tussen de Engelsen en de Fransen in 1757, met als bijproduct ook nog eens wilde indianen? De film valt mij helaas tegen en hoeft de reis naar Nederland vlak voor carnaval niet mee te maken. Moet ik kieskeuriger worden bij mijn keuze van interessante DVD's voor de late avond?

Op de dinsdag begin ik maar eens met een CD'tje op te zetten. Het wordt, met een afscheidsgroet aan Greetje, een stukje muziek van min of meer cabaretier Jaap Fischer. Dat is de artiestennaam van een nu al hoogbejaarde man, uit 1938. Hij is geboren in Utrecht en heet eigenlijk Joop Visser. Vooral in de jaren 60 is hij populair, zeker in het cabaretcircuit.
Ik ben de gelukkige bezitter van een serie van 55 van zijn liedjes van Jaap Fischer. Daaruit kies ik hier voor julli een twaalftal dat me ook vele decennia later nog steeds aanstaat. Hier zijn de 2X6 - het lijkt wel een ouderwetse LP - alfabetisch:
01.Als ze slaapt
02.Blaren
03.De bal
04.Elke morgen gaat de zon op
05.En in juli als het warm was
06.Fietsers
07.Hilversum
08.Nooit een vak geleerd
09.Tuig
10.Utrecht
11.Worteltjes
12.Zwanger
Wat een rijtje! Laat ik mijn verhaaltje over Jaap Fischer eindigen met de nu 81-jarige nog eens een pluim op zijn hoed te steken. "Als ze slaapt" (maar psychiatrie is nooit echt mijn ding geweest) blijft een favoriet van mij.

Ik zie in de straat bij mij voor de deur een enigszins mollige jongedame voorbij lopen. Op haar zwarte trui, met lange mouwen, staat of het gebeiteld is: "It's a long story". Die zou ik best eens willen aanhoren, denk ik besmuikt. Terzijde, die lange mouwen van haar hoeven voor mij niet zo nodig, zeker niet door de dag.

Gisteravond had ik echt pech met mijn film over "De Laatste Der Mohikanen". Hij stelde zo weinig voor dat ik vandaag al rijp ben voor een nieuwe, eentje die veel acceptabeler is. Het wordt "Judas Kiss" van regisseur Sebastian Gutierrez uit 1999. Vraag: wat is ook al weer een judaskus? Ik weet van mijn bijbelkennis dat apostel Judas zijn baas Jezus op Witte Donderdag met zo'n kus aan de Romeinen verraden zou hebben in de Hof Van Olijven. Mijn Van Dale woordenboek geeft aan dat het een verraderlijke kus is. Zo ben ik nog niet echt veel verder. Hoe dan ook, Emma Thompson speelt mee in de "Judas Kiss" en dat alleen al zie ik als een reden om hem eens af te kijken.
Het verhaal speelt in New Orleans. Een bende van vier, Cora Chavez (gespeeld door Carla Gugino) plus Junior, Lizard en Ruben, gijzelt een jonge rijkaard. Als zijn omgeving hem levend en wel terug wil zien, moet er vier miljoen dollar losgeld op tafel komen. Aan de andere kant van de medaille zijn vooral twee rechercheurs in touw: David Friedman (gespeeld door Alan Rickman) en de al gememoreerde Sadie Hawkins (Emma Thompson). Er volgt anderhalf uur onvervalste smeerlapperij, voordat ik de twee politiemensen bebloed op een stoepje zie zitten en Cora over het strand van het eiland Margarita naar de horizon loopt.
Zo maak je een boevenfilm, verklaar ik maar weer eens, in de stijl van de "black movie" uit de jaren 30 en 40. De "Judas Kiss" kan mijn goedkeuring helemaal wegdragen.

Ik krijg mijn thermometertje annex klokje niet of amper meer aan de praat. Alleen de graden Celsius worden nog feilloos aangegeven, tot zelfs een cijfer achter de komma. Vandaag, op de woensdag, is het pas 16 graden, als ik om kwart over 8 het balkon op ga en op mijn thermometertje kijk. Beneden zal het dan niet warmer zijn dan een graad of 14, 15. Gelukkig, om 11 uur is het op mijn balkon alweer (maar net aan) 20 graden. En als ik in de middag nog eens kijk – maar dan staat de zon vol op mijn apparaatje – is het zelfs 39, 40 graden. Dan lijkt het potverdriedubbeltjes wel een koortsthermometertje. (En voor wie ook nog eens het naadje van de ochtendkous wil, de lantaarns gaan uit om ongeveer kwart voor 8.)

Ik heb een niet gecheckt verhaal dat ik jullie (bij gebrek aan beter?) toch maar voorleg. Misschien kan het vanuit Nederland eens verder door een van de jongeren onder jullie worden uitgezocht. Ik denk dat de temperatuur overdag en 's nachts hier schommelt op dezelfde manier als in Nederland. Als het overdag hier zo'n 25 graden is, kun je in Nederland best je dikke jas thuis laten, omdat het daar dan ook niet echt winters weer is, zo'n 10-15 graden. En op een ochtend als nu zou ik, als ik in Maastricht of zo 's morgens "de stad" in zou moeten voor een "kemissie", mijn handschoenen maar uit mijn jas halen dan wel mijn handen diep in de zakken van mijn overjas stoppen.

Het voetbalnieuws van de dag komt uit Barcelona. Daar is de trainer of hoe noem je vandaag de dag de man die sportief gezien aan het roer staat (of hoort te staan), de laan uit gestuurd. Je kan veel van Ernesto Valverde zeggen, maar een uitgespoken extravert type heb ik nooit van hem kunnen maken. En jullie weten het: gisteren was je nog de held (voor de zoveelste keer landskampioen, met pech de halve finale Champions League verloren tegen Liverpool) en vandaag mag je je biezen pakken. Zo gaat dat in het miljoenenspel van het topvoetbal.
Bij mijn Barça laat men er vervolgens geen gras over groeien om een opvolger te benoemen. Valverde heeft nog maar net zijn jas aan om te vertrekken via een zijdeur of zijn opvolger komt al weer goedgemutst door de voordeur aankachelen. Zoals hij het zelf in een interview aangeeft: zo sta je nog in de wei tussen de koeien en dan ben je ineens de trainer van de beste club van de wereld. We hebben het uiteraard over Quique Setién, nu toch al 61 jaar, maar "still alive and kicking". Ik ken hem nog als trainer van UD Las Palmas, nog niet zoveel jaar geleden. Ook Betis Sevilla daarna is kennelijk nog niet zijn einddoel geworden. Hier op mijn eiland was hij in ieder geval toen echt een smaakmaker. Het zal me benieuwen hoe Quique (slang voor Enrique, Harry) Setién het bij Barça gaat doen. "!Benvingut!", welkom.

Donderdag is crematiedag van Greetje. Om kwart voor 1 – dan is het in Leiden kwart voor 2 – staar ik wel een tijdje voor me uit op het balkon.

Een Nederlandse band waar ik al jaren belangstelling voor heb, heeft de naam "Johan". De leider van de groep, Jacob de Greeuw uit Hoorn, was eerst nogal gecharmeerd van de naam: "Visions Of Johanna" naar het nummer van Bob Dylan uit 1966 (op Blonde On Blonde). Echter, zoals dat gaat, heeft hij er later, samen met zijn kornuiten, "Johan" van gemaakt. Bekt dat beter?
De groep heeft in de periode 1996-2009 bij mijn weten vier CD's afgescheiden, maar die ben ik allemaal kwijt, als mijn extra harde schijf plus zijn vervanger allebei tegelijker tijd crashen. In 2017, een paar jaar terug, besluit Jacob de Greeuw het nog eens opnieuw te proberen met wat muzikanten om hem heen. Is dat de tijd dat hij ook Alex Roeka met het maken van diens platen helpt? Hoe dan ook, hier zijn de elf nummers van de nieuwe CD: "Pull Up" van "Johan" uit 2018:
01.About time
02.W.F.
03.What a scene
04.Just because
05.Making sense
06.Anyone got a clue?
07.Dream (on my mind)
08.Your face
09.Books and TV
10.No problem next week
11.Quicksand
Overweldigend vind ik de CD niet, maar toch wel aardig. Zelfs na een paar keer afluisteren kan ik geen nummers aanwijzen die er echt bovenuit stijgen. Alle elf nummers, een aftreksel van wat de Byrds zestig jaar teug lieten zien, zijn te pruimen.

's Avonds doe ik maar weer eens een rondje boulevard naar rechts. Het is redelijk druk; hebben mensen al het weekend in hun kop? Op mijn bank bij het Imperial NH hotel hebben de muisjes – of het er maar eentje? – nog steeds vrij spel. Af en toe komt hij of zij buurten, pikt een graantje mee van de grond en verdwijnt dan weer schichtig onder de bank richting de struiken daarachter.
Ik besluit al snel om mijn koptelefoon op te zetten voor een portie onvervalste prietpraat uit Nederland. Ik kom vanavond uit bij Maarten Spanjer. Amsterdamser kan het haast niet, het is zelfs vooral Amsterdam-Oost dat ik te verduren krijg. Maarten gaat als jongertje naar de kapper in de Linnaeusstraat. In die straat heb ik in 1964-1969 nog gewoond, bij mevrouw Versteeg tegenover de Hema. Ook vertelt hij me over een schoenenzaak op de Middenweg, "Matteo" genaamd, waar hij met zijn vader nieuwe schoenen gaat kopen. Mij staat de zaak nog een beetje bij en inderdaad, op het eerste stuk van de Middenweg was inderdaad de ene na de andere schoenenzaak. De verzameling stukjes van Maarten Spanjer staat op drie CD's en staat geboekt als: "Eigen Schuld En Andere Verhalen" uit 2008. Die Maarten Spanjer is nog niet van mij af.

Lluis had het als appje al aangekondigd: op de vrijdagmorgen staan om even voor 10 uur twee mannen, glazeniers, bij mij op de stoep die de ramen een voor een komen opmeten. Ze zijn er een stief kwartiertje mee zoet, voordat ze alles in een schrift hebben genoteerd en mijn "piso" weer verlaten. Nou maar hopen dat Lluis ze niet besteld heeft om binnenkort al ook enkele dagen hier te komen werken. Ik heb hem afgelopen maandag dringend gevraagd om daarmee te wachten tot ik over ruim een maand weer naar Maastricht ben afgereisd.

Voor wie daarin geïnteresseerd is, ik kom hier na carnaval niet meer terug, heb ik besloten. Aan alles komt een eind, ook aan mijn halve jaren Las Palmas in de wintermaanden. Na vijftien winters, die eigenlijk geen winters zijn, moet het maar genoeg zijn.

Mag ik nog eens terugkomen op de woning op Luis Morote 21, boven "Besito Volao", die te koop staat? De eigenaar, die ik maar Negonzo zal noemen, omdat de aak lang gelegden Negonza heette, is echt helemaal holderdebolder van de a.s. verkoop. De kleine brede man, een Jerommeke voor wie van Suske en Wiske is, vind ik echt een controlefreak. Hij doet de bezichtigingen zelf. Ik heb intussen een paar keer iemand met hem de woning in zien gaan en dan blijkt maar weer eens hoe overdreven veel hij aan het woord is om zijn waar aan te prijzen. Uiteraard moeten de bezoekers noiet alleen op een hoog, maar ook op het plat dak op twee hoog een kijkje nemen. Na afloop zie je hem dan steeds verwoed het plat dak weer aanvegen.

Om 4 uur heb ik mijn deur naar de tussenruimte open en hang een beetje over het balkon, want Sonia is in aantocht. Als het kwart over is, zie ik haar nog steeds niet verschijnen. Hoe kan dat, mijn Sonia heeft het nog nooit laten afweten. Een keer eerder heeft ze mij geappt dat ze toch niet op vrijdagmiddag kon komen wegens een andere afspraak, maar vond ik het goed, als ze dan op de zaterdagmorgen kwam.
Als het me te lang duurt, ga ik maar eens naar beneden om de wifi op mijn telefoon te bekijken. Blijkt ze me ´s ochtends al te hebben gemaild dat ze ziek is en daarom liever een paar dagen later komt. Is a.s. maandag om 4 uur misschien een mooie tijd om te komen poetsen? Dan bedenk ik in mijn antwoord het woord "beterschap" en kan er helaas niet opkomen wat dat in het Spaans is. "Salud" is me te ver af en ik moet het opzoeken. Iets met "mejorar'?
Mijn woordenboek komt met de uitdrukking "¡Que te mejore!", ook wel "¡Que te alivie!". Die laatste verzuchting is mij onbekend. "Aliviar" is verlichten en "aliviarse" opknappen. Ik app haar dat "¡Que te alivie!", dat je weer moge opknappen, en kijk ernaar uit om haar a.s. maandag (in de) weer te zien. De "fregosuelos", het spul om ze me gevraagd heeft te kopen, om de vloertegels overal in de woning te dweilen, is in huis.

Intussen heb ik ook een uitgebreide e-mail van Trudie binnen over de uitvaart, rouwdienst ("funerales", meervoud) van Greetje, donderdagmiddag. Het was best druk, zo'n 160 aanwezigen. Een deel moest noodgedwongen zelfs genoegen nemen met een tweede kamer met een scherm. Om Greetje's kist lagen zeker twintig grote bloemstukken en dan nog de nodige boeketten en losse bloemen.
Van mijn familie waren Eva, Jan Willem & Lux er, Ton & Marion en ook Marc & Floortje. Wil & John hadden eveneens de reis naar het uitvaartcentrum in Leiden gemaakt. Voor en tussen de verschillende sprekers, was er klassieke muziek, nummers die Greetje zelf had uitgekozen en die ze eerder ook op de piano gespeeld had. Aan het woord kwamen vriendin Liesbeth, die ook iets van Greetje zelf voorlas, dan een neef van Greetje, vervolgens de voorzitter van Merlijn (Leids Historisch Dispuut) en de directrice van de Nederlandse Loterijen (waar Greetje lang gewerkt heeft). De laatste spreker was Harry, die over zijn 28 jaar met Greetje vertelde en daarbij ook met de nodige anekdotes kwam.
Achter Harry aan liepen Trudie en de anderen daarna naar een ruimte voor een "gezellig samenzijn". Daar werden boterhammen geserveerd, saucijnenbroodjes, zelfs bitterballen, terwijl ook alle mogelijke drank klaar stond. De uitvaart begon om zeg kwart voor 2 en ongeveer om half 5 ging iedereen weer weg, Trudie ook. Harry is door Liesbeth terug naar de flat op de Frans Halslaan in Oegstgeest gebracht.

Op de zaterdagmorgen begin ik hier in Las Palmas met nog eens te constateren dat ik sinds mijn terugkeer naar "hiero" de Canadese zwerver niet meer heb waargenomen. Ik heb het dan toch over al ruim twee weken. Wat ben ik blij dat de onverlaat met de stem als een kolenschop weg is. (Maar wat niet meer is, kan best nog weer terugkomen, lispel ik vervolgens.)

Als de volksmuziek gestopt is en ik mijn haren gewassen heb, is het tijd voor mijn eten, om 1 uur. Het is deze keer, naast mijn groente, vooral gebakken ei (drie stuks) met de nodige oude kaas erop gebakken. Dat is nog eens een vegetarische lunch van formaat!
Of het zo moet zijn, heb ik op het einde veel meer "uitsmijter" per stukje brood dan in het begin. Zou dat een karakerrtrek weergeven? Heeft iemand de mensheid wel eens ingedeeld in vroege genieters, de middengroep en de mensen die zoals ik het lekkerste eten graag tot het laatst bewaren, om vervolgens uit te zoeken of er een relatie is met bijv. intra- en extraversie of de mate van verlegenheid?

's Avonds laat denk ik: het is wel zaterdagavond, dan kan ik niet al om half 11 of zo mijn bed in kruipen. Dus kijk ik dan nog een film van bijna een uur af over de "Gipsy Kings" (met een saluut aan Marcel). Bij het begin bvan de burgeroorlog in 1936 is de zigeunerfamilie Reyes, met aan het hoofd flamencozanger José Reyes, vertrokken uit Catalonië en verkast naar het Franse Arles (Rue des Douaniers). Later zijn diens zonen de "Gipsy Kings" begonnen, terwijl de bijbehorende dames er vooral zijn voor het huishouden en het dansen. Dan voegt zich een drietal mannen Baliardo bij de groep, ook zigeuners. De verdeling wordt daarna een beetje: de Reyes vooral voor de zang en de Baliardos voor de gitaarbegeleiding.
De "Gipsy Kings" worden in de jaren 90 wereldbekend met hun nummer "Bambolero". Persoonlijk ben ik bovenal gecharmeerd van hun Spaanstalige versie van "Hotel Califorrnia". Hun muziekgenre zit ergens tussen flamenco en rumba in.

Op zondagmorgen mag ik constateren dat het carnavalspodium op Santa Catalina al aardig in de steigers staat. Ook de mega-tribune vlak voor La Alemana is er al. De bushokjes vlak achter het hek komen er maar bekaaid af. Ik zie, net als in de vorige winter, een opa die roept"Cuídate a lo grande". Met dat "grande" bedoelt hij griep en in de pil die hij aanprijst: "Pharmagrip forte", zitten maar liefst drie chemische stoffen om de eventuele griep enigszins buiten de deur te houden: paracetamol, fenilefrine en chloorfenamine.
Veel overdrevener vind ik een reclame om kinderen die niet goed kunnen zien, weer het licht in de ogen te gunnen. De aanprijzing komt van een groep genaamd "tengobajavisión" met op de affiche een zielig kindje met een button op zijn trui. "Si necesito tu ayuda, tenlo la cuenta", als ik je hulp nodig heb, neem dan je verantwoordelijkheid. Staat dat er echt? In dat geval zou ik zeker niet mijn portemonnee trekken.

's Avonds zit ik op de boulevard inderdaad opnieuw te genieten van Maarten Spanjer op mijn koptelefoon. Als hij het over de bioscoop op de Middenweg in Amsterdam-Oost heeft, niet zo ver van "De Meer", het oude Ajax-stadion, vraag ik me af hoe die bioscoop ook al weer heette. Ik ben er halverwege de jaren zestig, toen ik daar vlakbij woonde, vaak genoeg langs gelopen en op zondagavond was de film daar ook wel eens een buurt-uitje voor me, net als naar het klaverjassen kijken bij café Sport bij mij tegenover op de Linnaeusstraat.

Dan is het alweer maandag, verzenddag van deze brief. Nog een maand, beste lezers, en dan ben ik weer fulltime in Nederland, te beginnen met "die drei daog". Voor wie meer in het heden is geïnteresseerd: ik denk dat ik vanmiddag al – als Sonia aan het poetsen is – weer een begin ga maken aan een nieuwe brief, de dertiende. Die hoop en verwacht ik op de internetbus te doen op maandag de 27ste, de dag dat mijn oudste kleindochter Lux al weer 10 wordt.
Ik hoop maar dat ik ook de komende week geen klachten over jullie krijg, anders zwaait er wat. Probeer er het beste van te maken en wie weet, ken je de nieuwe prins carnaval wel, als die a.s. zondag op de Markt wordt ingezegend door de Tempeleers. Ik wens jullie alle voorspoed en geluk en tot ziens maar weer, hasta luego, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

Mijn eerste boek - of is het het enige deze keer? – is er een van A.J. Kazinski. Als ik op de Wikipedia naar meer informatie over de schrijver of schrijfster zoek, kom ik uit bij een Deens schrijversduo: Anders Klarlund (geboren in 1971) en Jacob Weinreich, een jaar later geboren. Het zijn nog relatief jonge gasten en het boek dat ik op mijn e-reader heb zitten lezen, is alweer hun derde: De Herboren Moordenaar" uit 2016. Het speelt in Kopenhagen en omgeving.
Politie-onderhandelaar Niels Bentzon van de anti-terreureenheid wordt opgezadeld met een aparte taak. Hij gaat undercover naar een forensisch psychiatrisch centrum voor hopeloze criminelen, om daar als zogenaamd nieuwe patiënt om uit te zoeken wie de leidende psychiater van het centrum, ene Christian Paludan, vermoord heeft. Dat zou gebeurd zijn met het uiterst pijnlijke, maar ook dodelijke gif van de gevlekte scheerling (waaraan ook Socrates overleden is). Zijn vrouw Hannah, astrofysica, gaat in dezelfde tijd met andere sterrenkundige op studiereis naar Chili om daar een kijkje nemen door de grootste telescoop ter wereld. In de inrichting is Niels Bentzon vooral uit op meer informatie over ene Richard Juhl, De Schaar, en nog meer over het hebben en houden van Salomon Gašpar, "De Portugees", ook wel "De Hoteleigenaar" genoemd.
Er is nog een tweede verhaallijn. Die gaat over drie jonge studenten in het Engelse Oxford in 1939. Zij hebben een manuscript over Socrates van 2500 jaar geleden gevonden, maar dat is hun afgenomen door hun professor. Ze stelen het terug, waarbij een van hen, Alxander, de professor doodknuppelt en de vrouw van de professor alleen Michael te zien krijgt. Dan besluiten de drie studenten om in Londen met hetzelfde gevlekte scheerling zelfmoord te plegen. Vervolgens blijkt alleen een van hen, Michael, eraan te bezwijken, terwijl de andere twee, Alexander en Rachel, de dans ontspringen.
Laat ik niet alles hier gaan verklappen, maar wel nog vertellen dat Niels Bentzon met de hulp van zijn baas Leon en zijn vrouw Hannah de dader, Salomon Gašpar, uiteindelijk wel te pakken krijgt. Is die "Hoteldirecteur" de reïncarnatie van de in 1939 overleden Michael Bedford?
Als reïncarnatie in een boek een rol van betekenis speelt, trek ik haast automatisch een puntje van mijn recensiecijfer af. Aan de andere kant is "De Herboren Moordenaar" wel een boek waarmee ik het schrijversduo (A.J. Kazinski) best mag feliciteren. Het verhaal is van het begin tot het einde echt spannend en het verbaast me niks dat er recent ook nog een film van gemaakt is. Dus kom ik nog steeds uit op een glorieuze 8 voor dit boek. De eerdere twee boeken van A.J. Kazinski, die ik ook op mijn e-reader heb staan, zullen er t.z.t. zeker ook aan moeten geloven.

Gelukkig maar, ik heb nog een tweede boek voor jullie ter bespreking: "A Simple Act Of Violence" van R.J. Ellory uit 2008. Ik heb het in het Engels op mijn e-reader staan. De schrijver komt uit Engeland, maar zijn boeken situeer ik steeds in de V.S. Dit verhaal speelt nagenoeg helemaal in hoofdstad Washington D.C. en speelt in het najaar van 2006.
Robert Miller is rechercheur in het tweede district van de stad en krijgt de moord op ene Catherine Sheridan op zijn bordje. Ze is gewurgd (maar blijkt wel ook terminaal longkanker onder de leden te hebben) en heeft een lint om haar nek en ruikt naar lavender. Robert Miller en ook zijn maat Al Roth vinden maar geen aanknopingspunt, ondanks al hun inspanning, Wel vinden ze drie eerdere recente gevallen van wurging in Washington van vrouwen onder dezelfde omstandigheden. Eindelijk komt er een kleine doorbraak, als de zwarte Natasha Joyce Catherine Sheridan meent te herkennen van vroeger, maar dan wordt ze wel vlak erop ook omgebracht. Hoe loopt de zaak uiteindelijk af en komt Robert Miller nog toe aan een Joods ontbijtje bij zijn onderburen?
Tussendoor krijgen we in cursieve taal een beeld van de mogelijke dader, ene John Robey, die in de tachtiger jaren in Nicaragua voor de Contra's mensen vermoordt, samen met ene Dennis Powers en op de achtergrond de al genoemde Catherine Sheridan (en daarmee de zogenaamd communistische regering van Sandinisten probeert omver te werpen). John Robey is van de CIA, zoals zijn bazen Don Carvalho en Lawrence Matthews. In die tijd komt een hele vracht cocaïne vanuit het land de VS binnen en worden de Contra's als tegenprestatie van wapens voorzien. Zit de CIA daarachter en is dat echt geoorloofd? Ook na Nicaragua zou de aanvoer van drugs door dezelfde CIA omvangrijk blijven als geldbron voor haar rol bij allerlei brandhaarden in de wereld.
Moet ik nog meer kwijt of mag ik het hierbij laten? Laat ik in ieder geval de naam van forensisch pathologe Marilyn Hemmings hier nog noemen, omdat ze zo normaal blijft doen, en van kinderen als Sarah en Chloe die er toch maar mooi klaar mee zijn dat hun ouders vermoord zijn.
Ik vind "A Simple Act Of Violence" een prachtig boek, heel spannend en ook uit het leven gegrepen (ik ben zelf in Nivcaragua geweest). In het verlengde daarvan houd ik vol dat R.J. Ellory een van de beste thrillerschrijvers is die er momenteel op de aarde rondlopen. Ik beloon zijn boek met een 9- als recensiecijfer en ben blij dat ik er op mijn e-reader nog steeds een te gaan heb.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten