dinsdag 10 april 2012

Weblogbrief 7.27, 10 april 2012

Weblogbrief 7.27, 10 april 2012

    Queridos lectores (de cabo a rabo), feliz Pascua a todos, con retroactividad. Of het zo moet zijn, hier ben ik voor de zoveelste keer met een doos vol opwekkende woorden voor nu, een terugblik op de afgelopen hoogtijdagen en een vooruitblik waar jullie ongetwijfeld iets aan hebben.
    Om met mijn terugblik te beginnen, het lijkt wel, nee het is zo, dat Pasen hier eerder gevierd wordt dan in Nederland. Wij van het regenachtige noorden hebben niet veel op met Witte Donderdag. Er gaat weinig of niks boven Het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci, als het op schilderijen aankomt, maar bij ons is het op de donderdag vooral: is er nog iets leuks op de televisie vanavond? Je hoort niemand denken: “Als dat maar goed gaat, daar in de Hof van Olijven.” Zelfs de kerkdienst op Goede Vrijdag, ’s middags om 3 uur, is niet meer een bijeenkomst, waarvoor “we” nog uitlopen. Dat was in mijn jeugd anders, de diverse ouderen onder jullie herinneren zich dat van vroeger nog al te goed. Daarentegen zijn in Nederland zowel de zondag en ook de maandag van Pasen echte feestdagen, nog steeds, met gekleurde eieren, chocolade paashazen, lekker eten en drinken, dagen om met de familie te monopolyen, te mens-erger-je-nieten of modernere spelletjes te doen. Het is niet voor niks dat Trudie en Marij gisteren op bezoek zijn gegaan bij John en Ans. Het ganzenborden mag dan vervangen zijn door een blokje om en een glaasje, onder familie zijn  blijft het.
    Hier is de Semana Santa, hoewel haast niemand meer “gelooft”, wel nog een bijzondere week. Kennen jullie de Spaanse thriller Semana Santa, die in Cadiz speelt, de naam van de schrijver ben ik even kwijt. Op de universiteit hier is de hele Goede (?) Week haast niks te doen, het is een week voor “thuiswerken”, op het eens op zijn ambtenaars te zeggen. Ook de verscheidene toeristenkiosken zijn de hele week dicht. (Waarom eigenlijk, je doet toch ook geen café op zaterdagavond dicht, omdat je met de familie wilt uitrusten? De Goede Week en het Paasweekend trekt extra bezoekers en die willen al te graag zo’n gratis stratenkaart van Las Palmas uitgereikt krijgen.)     
    In een stukje dat Harry onlangs op zijn site www.harryknipschild.nl zette, vergelijkt hij verschillende processies met elkaar: die in Maastricht met de noodkist, eentje ter ere van Greetje in een gehucht bij Nice, een islamitische ommegang in het Perzische Yazd en uiteraard de glorieuze Spaanse paradas, procesiones, in zijn stukje in Sevilla, Segovia en Madrid. Hier in Las Palmas kunnen ze er ook wat van, maar de processies die ik hier gezien heb, zijn wel binnen een uur voorbij. De gigantische beelden van “Jezeke” en van Maria, met tientallen dragers eronder, wij hebben dat vanzelfsprekend ook. Honderden puntmutsen, mannen en vrouwen trouwens, en diverse geketende boetedoeners, wij doen niet onder voor Sevilla. En mensen die ineens een lied aanheffen tijdens de processie, op zijn gregoriaans, hier is het niet anders, Harry, alleen heb ik de zangers en zangeressen niet alleen langs de kant, maar ook in de processie zien lopen.
    Voor allochtonen zoals ondergetekende is het vanaf de donderdagmiddag echt behelpen. De ene winkel na de andere gaat op slot tot zaterdagmorgen, familieleden  kruipen op elkaars lip enz. Of de kerken nog vol lopen voor het een-tweetje “aan het kruis genageld worden” en vervolgens “uit de dode herrijzen”, weet ik niet, maar het zijn bepaald niet de dagen om vage Spaanse kennissen eens met een bezoekje te vereren. Met name de zaterdagavond is heilig voor de familie; dan komt men “tezamen” om op te zitten en de maaltijd te “gebruiken”. De zondag, toch het Hoogfeest van Pasen, is hier vooral vanaf ‘;s middags een dag om van de zaterdagavond bij te komen en je klaar te maken voor de nieuwe werkweek, die maandagochtend begint. Gistermorgen om even voor half 9 was het bij de school naast mijn huis een drukte van belang. De kinderen moesten weer netje op tijd op school worden afgeleverd.
    Met een mooi boek op mijn balkon zitten dan wel een beetje aan mijn weblogbrief prutsen, deze dus, dat is waartoe ik hier veroordeeld ben met de Pasen. Daar is overigens niks mis mee.

    Voordat ik aan mijn muziek begin, geef ik jullie nog even de betekenis van een “derecho de pernada”. Bert Minne, die ik vanwege zijn nautische perikelen om nadere informatie vroeg, kwam prompt met een e-mail, waarin hij mij uitlegt dat het “derecho de pernada” met boten niks van doen heeft. Hij heeft het voor mij en jullie op internet nagezocht. Volgens hem gaat het om het recht om te ontmaagden, het recht van een kasteelheer in de middeleeuwen om als eerste persoon  geslachtsgemeenschap te mogen hebben met de dochters van zijn ondergeschikten, zijn lijfeigenen. Bert schrijft er fijntjes bij dat er geen geschiedkundig bewijs is van dit recht. Gravend in mijn geheugen denk ik dat ik het wel eens heb zien toegepast in een speelfilm, maar ik heb geen idee meer welke.

    Geheel verkwikt mag ik dan nu eindelijk naar mijn muziek van de week. Als opening presenteer ik jullie alle nummers op mijn harde schijf met het woord “Easter”, Pasen, in de titel. “Eastern” mag niet meedoen, want dat is “oosten” en we willen de feestdag, niet de wind. Veel zijn het er niet, mijn Paasnummers. Pasen in de titel kom ik vier keer tegen: “Before Easter” van Tracy Chapman, “Easter Parade” van Bing Crosby, “Easter Song” van A Man Called Adam featuring ene Eddie Parker en “Easter Tree” van June Tabor.
    June Tabor? Ik denken, June Tabor, in vredesnaam, wie is dat ook al weer? Blijk ik vijf originele cd’s van haar te hebben: “Airs And Graces” uit 1976, “Ashes And Diamonds” uit 1977, “Freedom And Rain” uit 1990, “Angel Tiger” uit 1992, en “A Cut Above” uit 1980, dat ze samen met Martin Simpson bij elkaar zingt, plus nog twee losse nummers. Daar bovenop ben ik ook nog bedeeld met haar “Anthology” uit 1993. June Tabor is een Engelse folkzangeres, geboren in 1947 in Warwick, een jaartje jonger dan ik. Mooi is ze niet, op een foto op Wikipedia zie ik een draak van een mens, maar ze heeft ruim twintig cd’s op haar naam staan. Daarbij komt dat haar stem er in 2012 nog steeds mee door kan. Het is zeker niet heel fantastisch allemaal, maar haar platen van mijn computer verwijderen wil ik niet. Het gaat wel! Ik heb overigens geen flauw idee hoe ik aan haar muziek kom; is Henk wellicht een June Taborfan?

        Pasen is wat mij betreft helemaal voorbij; het is al weer bijna de zondag van de klokkenluider van de Notre Dame, in het Engels “Low Sunday”. Dus kan ik weer met goed fatsoen uitwijken naar niet-Spaanse muziek.
    Vorige week kwam ik met Linda Ronstadt in het Spaans en mijmerde na afloop: dat “Blue Bayou” van haar, dat is nou echt een nummer om op de commode te zetten, zo vind je ze maar zelden. Even later was het: die Roy Orbison, ik sla hem als liedjesschrijver minstens zo hoog aan als als zanger, met zijn “Blue Bayou”, en andere nummers zoals “In Dreams”, “Only The Lonely” en “Dream Baby”. Uiteraard heb ik de man compleet, bij mijn weten, je weet het nooit zeker. En vlak daarop dacht ik:  welke andere nummers van hem beginnen met “blue”? Ik kom op drie liedjes: “Blue Angel”, “Blue Avenue” en “Blue Blue Day”, evenmin te versmaden. (Of Roy Orbison meezengt op “New Blue Moon” van de Traveling Wilburys, ik denk van niet.)
    En toen bedacht ik ineens dat er nog een nummer van Roy Orbison is met “blue” in de titel, “California Blue”. Jongens en meisjes, misschien vind ik dat nog wel het beste nummer dat Roy Orbison ooit geschreven en daarbij ook nog gezongen heeft. Trouwens die hele cd “Mystery Girl” uit 1989, waar het op staat, vlak voor zijn dood opgenomen, moet maar eens voor het voetlicht. Daar gaan we, hier zijn alle nummers:
01.    You Got It
02,    In The Real World
03.    (All I can do is) Dream You
04.    A Love So Beautiful
05.    California Blue
06.    She’s A Mystery To Me
07.    The Comedians
08.    The Only One
09.    Windsurfer
10.    Careless Heart
    “Mystery Girl”, het is echt tien keer prijs. Aan de teksten zou ik best nog een middagje willen sleutelen, maar de muziek van Roy Orbison op zijn oude dag... En daarbij de in- en intrieste manier waarop hij het allemaal brengt, niet te filmen.

    Zoals jullie intussen behoren te weten, kijk ik hier zelden of nooit televisie. En de weinige keren dat ik kijk, is het vanwege een interessante voetbalwedstrijd. Afgelopen dinsdagavond, alweer een week geleden, zat ik met zo’n mannetje en vrouwtje of twintig weer eens voor de buis, een heel groot scherm, op het terras van Lolita aan parque Santa Catalina. Om kwart voor 8 begon Barcelona tegen AC Milan, een kwartfinale voor de Europacup of zoals het vandaag de dag heet, de Champions League. De eerste wedstrijd in Milaan was in 0-0 geëindigd, ik hoor het Frits van Turenhout nog zeggen: nul, nul, dus moest in Camp Nou de beslissing vallen, wie in de halve finale tegen Chelsea mag spelen. De andere halve finale is Real Madrid tegen Bayern München.
    Het werd een wedstrijd die door Barcelona gedomineerd werd, met name door Messi, de onnavolgbare nummer 10, voor de zoveelste keer voetballer van het jaar. Echt spannend werd het niet, maar ik denk dat de scheidsrechter zeker niet op de hand van AC Milan was. Eerst schoot Messi twee keer mis en toen kreeg hij in de tiende minuut, m.i. overdreven, een penalty cadeau, omdat hij gehaakt zou zijn: 1-0. Daarna gebeurde er twintig minuten helemaal niets en zo waar kreeg AC Milan vervolgens een eerste kansje: 1-1. Tien minuten later hield Nesta een Barcelona-speler al te opvallend vast bij een hoekschop, tweede penalty van Messi: 2-1. Na de rust (“el descanso”) gebeurde er weinig tot niks meer. Toen in de 52ste minuut een schot van alweer Messi geblokt werd, had Iniesta de bal voor het intikken: 3-1. Einde wedstrijd.
    Messi is Lionel Messi, de jonge god uit Argentinië, maar hij speelt al vele jaren voor Barcelona. Iniesta is eigenlijk A. Iniesta. Hier komt mijn voetbalvraagje van de week: waar staat die A voor Iniesta voor? Hij maakt reclame voor Kaliza ijsjes, yoghurt en dergelijke, maar dat helpt niet echt. Probeer er op te komen zonder het op de computer op te zoeken. De oplossing van mijn  raadseltje vinden jullie aan het einde van mijn brief.

    Voor het geval jullie het nog niet doorhebben: een opvallende reclame versmaad ik niet. De firma Firgas, van de rode Spa hier, tovert mij vanuit de bus een foto voor van een wel heel gelukkig gezinnetje, een en al stralende gezichten. Daaronder staat met grote letters Firgas geschreven en de slagzin: “Ponle corazón”. Moeilijk te vertalen, vind ik. Marcel, kan jij er wat mee. Volgens mij is het zo iets als “Leg er je hart in”.

    Op markten zie je nog wel eens van die onderbedeelde verkopers die een vlekkenwatertje aan de man proberen te brengen. Volgens mij is het 100% gezever, maar als je buren bij de kraam, ingehuurd door de nering maar dat weet je niet, prompt hun portemonnee trekken om zich een literfles van het spul aan te schaffen, met gratis doekje, moet je redelijk sterk in je schoenen staan om niet ook toe te geven. Het zijn duivelse kunstenaars, die vlekkenwaterverkopers.
    Deze week zag ik op de markt hier een variant: “manteles antimanchas”, tafellakens zonder vlekken. “Sólo con pasar una esponja húmedo sobre las gotas de vino, aceite, café... las manchas desaparecen!” Het lijkt het bejaarde duo uit Guanarteme wel, over wie ik in mijn vorige brief schreef: een vochtig sponsje erover en weg zijn de wijn-, olie- en koffievlekken. Bij de mevrouw die ze verkocht, lag niet slechts één vlekvrij tafellaken, je kon de speciaal geprepareerde tafellakens in alle maten en soorten krijgen, tegen betaling uiteraard, van effen grijs tot zeer gebloemd. En na gedane arbeid konden ze gewoon in de machine tot een temperatuur van 30 graden. En daarna mocht je ze ook nog strijken, maar echt nodig was dat niet, “planchado opcional”.
    Gaat Maastricht er binnenkort op de vrijdagmarkt ook aan geloven? Dat lijkt me niet onmogelijk.

    Donderdagmorgen, op Jueves Santo, nog net in de eerste helft van de Semana Santa, was Bety, “mi limpiadora, mi señora, mujer de la limpieza. mi asistenta, mi empleada del hogar”, hier om te poetsen. Zij kan dat zoveel beter dan ik dat ik me haast schaam, als ik zelf eens een stoffer en blik ter hand neem. Zij is intussen een habituée in mijn “piso” met haar poetsbeurten, ongeveer eens in de twee weken .
    Ik vermeld haar deze keer vanwege twee zaken. De eerste zal Piet mij in dank afnemen: Bety heeft altijd een parapluutje in haar tas, want wie weet, kan het zo maar gaan regenen. Trots liet ze mij hem zien, toen het halverwege de ochtend inderdaad begon te plenzen. Het had al twee weken of zo niet meer geregend, dus Piet: je hebt hier een medestander. Even later kon ik Bety, die trouwens vlakbij woont, geruststellen dat het regenen weer was opgehouden, maar zo zit de Canariër, man en vrouw, niet in elkaar. Ieder buitje is mooi meegenomen op een eiland, waar het klimaat naar kurkdroog neigt. En dan kun je “el paraguas” maar het beste bij de hand hebben.
    Mijn tweede vermelding heeft met mijn laptopje van doen. Terwijl ik toch netjes gewassen en aangekleed, mijn nagels geknipt, zat te typen aan een stukje brief, kwam ze achter me staan en verklaarde met luider stemme dat mijn computer “muy sucio” was. Vervolgens kwam een heel verhaal dat ik aanvankelijk niet door had, omdat ik “pagar” en niet “apagar” verstond. Maar even later had ik het door en hem uitgezet. En daar ging ze aan de slag met haar spuitbus, haar doekje en stukjes keukenrol. En ik moet zeggen, het apparaat ziet er nu compleet anders uit, of er een ratelslang in heeft huisgehouden. Limpito, om eens een nieuw woord, door Bety geïntroduceerd, hier te citeren.
    (P.S. Het woord “fregona” betekent niet alleen poetsvrouw, maar ook mop, dat is nog eens een ouderwets Nederlands woord. Voor de volgende poetsbeurt is Bety toe aan een nieuwe “fregona con rosca”, met schroefdraad. Die ga ik bij de Spar graag voor haar aanschaffen.) 

    Als wederom een tussendoortje geef ik hier een hele mooie zin weg bij de slagboom van het San José hospital, het academisch ziekenhuis tegenover het oude faculteitsgebouw, waar ik iedere week kom, o.a. om mijn weblogbrieven te versturen. De voetgangers worden vriendelijk, doch dringend verzocht zich niet te laten overrijden door het druk in de weer zijnde autoverkeer. Het beste kan hij of zij maar op de stoep blijven tot aan de ingang van het gebouw waar men zijn moet. “Peatones, por su seguridad transiten por la acera”. Het lijkt me ook een aardig voorbeeld van een zinnetje om enkele betekenissen van het voorzetsel “por” aan gringos zoals ik uit te leggen.

    Net als in Nederland rijden hier af en aan door de stad allerlei auto- en zelfs vrachtwagengrote machines van de stadsreiniging, “limpieza”, om de rotzooi van de straat te vegen. Ze maken een hoop herrie, oorverdovend is wat veel gezegd, maar stil is anders. In Maastricht zie ik soortgelijke gevaartes ook wel eens bij café de Poort voorbijkomen, als ik daar op het terras zit. Om het lawaai geestelijk binnen de perken te houden en wie weet ook om ons anderszins te paaien is een bijpassende slogan gelanceerd: “Vuelve a latir”, kom terug om te stampen. Eigenlijk is het: “Su ciudad vuelve a latir gracias a ti”, maar dan is het al te gemakkelijk. Is dat wat de apparaten beogen, steeds weer opnieuw stampen? Persoonlijk ben ik wel iemand van “opgeruimd staat netjes”, dus af en toe wat gedreun, niet te veel en niet te vaak, moet volgens mij zo maar kunnen. Bij dezen worden de “Viuelve a latir” machines door mij gesanctioneerd.
    (Maar ik heb minstens zo veel bewondering voor de vooral dames van de “limpieza viaria”. Deze hedendaagse “dreklui” in hun feloranje en donkerblauwe pak, gewapend met ouderwetse bezems en grote palmbladen, zijn mij misschien nog wel liever dan die vermaledijde herriemachines.)

    Op diverse plekken zie ik een aankondiging dat het “Parque de la salud”, het park van de gezondheid, vandaag geopend wordt. “Ven y disfruta de cómo mejorar tu vida”, je leven verbeteren, ook nog met plezier, wie wil dat niet? De gezondheidsmarkt, met dagelijks ook lezingen en dergelijke, is van 10 t/m 25 april gehuisvest op de plaza Stagno achter het opgeknapte Pérez Galdós theater in Triana. Voor de mensen die zelfs het theater niet weten te vinden, neem bus 1 op Santa Catalina en laat je naar de eindhalte rijden. Daar is het. Ik ga er zeker een kijkje nemen en of jullie het leuk vinden of niet, daarvan kond doen in een volgende brief.
    Vooruit, omdat die firma de markt sponsort, geef ik alvast één Danone voorproefje. Danone, of het zo moet zijn, is zeer bezorgd over onze botten. Afgelopen vrijdag laat op de middag zag ik op de boulevard een grote iglo staan met van binnen allerlei gaten. Die verwezen naar een ziekte die ik hier in het najaar al eens besproken heb: osteoporose, een te lage botdichtheid met bijbehorende negatieve consequenties. Het was in het kader van steeds verder gaande  overdiagnose, weten jullie nog, en een boek daarover van een dokter die zich daar grote zorg over maakte. De ziekte neemt intussen epidemische vormen aan, niet omdat ze steeds meer voorkomt, maar omdat steeds meer mensen tot patiënt worden gebombardeerd. Vooral oudere dames zijn in toenemende mate de klos.
    “Las necesidades de calcio aumentan un 30% a partir de los 50 años”. Wisten jullie al dat “2 de cada 3 mujeres no toman el calcio necesario cada día”? Danone heeft om die reden een voedingssupplement op de markt gebracht, dat wij ouderen misschien maar het beste allemaal kunnen gaan gebruiken: DENSIA, waarbij de I een klein mensje voorstelt. Als ik het wel heb, zo staat het in ieder geval in enkele gaten in de iglo, zit er kalk en vitamine D in, “para ayudar y mantener tu densidad óstea”, ongeveer 50% van de dagelijks benodigde hoeveelheid. En helaas, het is even duurder dan een glas melk en/of een Kruitvatpilletje, maar dan heb je ook wat. DENSIA,waarom zouden we het niet preventief aan de hele mensheid kunnen aanbevelen?

    Mensen die hier wel eens op Spaanse les A2 niveau hebben gezeten, weten dat in dat blok voor gevorderde beginners diverse sprookjes langs komen. Lisette, hoe heet Assepoester ook al weer in het Spaans? Cenicienta, correct. En Trudie, graaf eens in je geheugen, wat was de Spaanse naam voor Sneeuwwitje ook al weer? Blancanieves, con los siete enanitos, met de zeven dwergen. Marcel, voor jou een moeilijkere; hoe zeg je Kleinduimpje op zijn Spaans? Pulgarcito, is het geloof ik. Het Meisje Met De Zwavelstokken is in ieder geval La Niña De Las Cerillas, een verhaal naar mijn hart.
    Woensdagavond was ik in El Corte Inglés om mijn voorraad Schweppesblikjes (latas) aan te vullen, de suikerarme variant wel te verstaan: “cero azúcares añadidos”. Mijn standaard boodschappenrijtje daar is acht naranja, vier limón en vier tónica. Maar voordat ik de Hipercor betrad, zo heet de supermarkt van El Corte Inglés, er is er ook een op het eind van de Guanarteme, keek ik eerst weer eens rond aan de overkant bij de platen en films. Daar kwam ik op het lumineuze idee om Jorge eens te vragen naar cd’s van Sinéad O’Connor. Ik heb alleen de eerste drie en als ik over een maandje sier wil maken in Dublin, zouden de andere zeven mij zeer welkom zijn. Ik heb het hem intussen per e-mail doorgegeven, nu is het afwachten.
    Terug naar de glitterwereld van de sprookjes. Tot mijn favorieten reken ik de Gelaarsde Kat, hoewel mij het verhaal niet echt meer bijstaat. Volgens mij moet het trouwens De Gelaarsde Kater zijn en niet kat, maar laat ik vandaag niet moeilijk doen. Nou blijkt er een recente film zijn van het verhaal te zijn, naar ik aanneem uit de Disney-fabriek. Dus is hier mijn vraag: hoe heet de Gelaarsde Kater in het buitenlands? In het Frans is het “Le Chat Botté”, in het Engels “Puss In Boots” (ik zou “Tomcat In Boots” gezegd heben) , en in het Spaans, daar komt-ie, El Gato Con Botas. In het Maastrichts ga ik voor de Gestievelde Kater, maar ik geloof niet dat mij dat thuis zo is voorgehouden.

    Je hebt hier twee soorten stadsbussen, allemaal even geel, die van gewone lengte en bussen die twee keer zo lang zijn, met een min of meer rubberen tussenstuk. Hebben de laatste ook meer nooduitgangen, bedacht ik, hoewel ik, zo oud als ik ben, nog nooit iemand een bus via een nooduitgang heb zien verlaten. Op een bank bij El Corte Inglés, voordat ik mijn nieuwe voorraad blikjes (“latas”) insloeg, zie boven, kwam eerst een gewone bus voorbij. Ik meen me te herinneren dat het bus 45 was, afkomstig uit de buurt van Siete Palmas; de bus had zegge en schrijve één “salida de socorro”. Vlak daarop was bus 21 aan de beurt, op de terugweg van het Dr. Negrin ziekenhuis. Die bus is doorgaans van dubbele lengte, nu ook. Ik zag eerst een “salida de emergencia” voorbijkomen, vervolgens een “salida de socorro” en, het kon niet op, daarna nog een tweede “salida de emergencia”.

    Gaan we naar mijn zondagmorgen, ongeveer het moment dat Jezus Christus, of is het zijn dubbelganger, ieder jaar weer opnieuw monter zijn graf verlaat, levend en wel. Ik werd wakker om half 9, trok mijn paasbeste kleren aan, stond even later op mijn balkonnetje en zag: “kermis in de hel”. Voor wie die uitdrukking niet kent, volgens mij is hij puur Maastrichts. Je spreekt van “kermis in de hel”, als het tegelijkertijd regent en de zon schijnt. Dat komt niet zo vaak voor, maar op mijn vroege paaszondag hier gebeurde het dan toch. Even later trouwens was het regenbuitje over en moest ik het weer met zon alleen doen.
    Gaan we naar een typische paasbezigheid, die ik helaas hier moet missen. Ik was helemaal solo in mijn appartement en dus had ik niemand om mee te “totsje”. Dat vraagt misschien enige uitleg. Het aloude spel wordt louter en alleen gespeeld aan de brunchtafel op paaszondag. Benodigd is een mandje met liefst felgekleurde, hardgekookte eieren. De deelnemende spelers, twee of meer, kiezen een voor een hun favoriete ei uit en dan kan het “totsje” zijn aanvang nemen. Je “totsjt” met je ei tegen dat van een ander; hij of zij mag het ei natuurlijk stevig vasthouden en slechts een klein stukje laten zien. “Totsje” mag je maar één keer en dan maar hopen dat het ei van de ander en niet jouw ei een barst vertoont. Daarna is de ander aan de beurt om nog eens te “totsje” met zijn of haar ei tegen dat van jou. Ieder ei heeft twee lange kanten, de een iets boller dan de ander. Tot de heilige kunst van het “totsje” behoort dat je eerst uitkiest met welke kant van je ei je het beste kan beginnen met “totsje”. Bij meer deelnemers kun je vaker met eieren van anderen “totsje” totdat uiteindelijk één winnaar overblijft. Eeuwige roem, in ieder geval voor het moment, is dan zijn of haar deel.
    Bij gebrek aan “totsjers” koos ik als mijn paasbrunch dit jaar voor een overheerlijke gemengde eiersalade. Daarin zaten vijf hardgekookte eieren verwerkt, verder overgebleven “ertsjes en wörtelkes”, stukjes gebakken spek, royaal groene pepers (“guindillas”; zakkenrollers noem je ook zo) en niet te vergeten mayonaise. Eigenlijk hoort die zelfgemaakt te zijn, maar die van Ybarra hier kan ermee door. Daarbij  had ik een barra gallega tot mijn beschikking, het beste stokbrood dat ze hier hebben, oorspronkelijk uit Gallicië. Ik mag dan een man alleen zijn met Pasen, een copieus eiermaaltje laat ik mij niet ontgaan.  

    Waar staat de A van A. Iniesta voor, de onderdeur en middenvelder van Barcelona die ik maar een aansteller vind, in tegenstelling tot zijn compaan Xavi? Minkukel van het zuiverste water Iniesta heeft er intussen wel voor gezorgd dat Nederland een paar jaar terug voor de derde keer een WK-finale verloor. Zijn voornaam is volgens de mensen die het kunnen weten, Andrés.
    Net als ze andere Barcelona-spelers heeft hij tegenwoordig aan de voorkant op zijn voetbalshirt Quatar Foundation staan. De naam Unicef is naar de achterkant van het shirt verdreven. Terzijde: waarom staat de sponsornaam eerder op de voorkant en niet op de achterkant? Valt dat meer op? Tweede terzijde: wat vinden jullie van de nieuwe Heinekenreclame langs het veld bij de Champions League wedstrijden? De naam van het biermerk is nu helemaal foetsie, je ziet alleen nog een ster en een groene achtergrond met de woorden: open your world. Geef mij maar Amstel van de tap of Jupiler.

    Trudie en ik zijn voornemens om begin september af te reizen naar noordwest Spanje als vakantiebestemming. We doen dat in de voetsporen van Greetje, die over een week vanuit de Franse Pyreneeën begint aan haar zes weken lange exodus daarheen, eindigend in Santiago de Compostella. De door haar en ons beoogde streken om doorheen te trekken, verschil moet er zijn, wij gaan met het autootje, zijn achtereenvolgens Baskenland, Cantabrië, Asturië en Galicië.
    Wat weten jullie en ik eigenlijk van dat weggewaaide deel van Spanje, de noordwesthoek, waar het, als ik mijn voormalige Spaanse leraar Paco mag geloven, dag in dag uit regent? Niks eigenlijk, ik althans. Maar net zoals in Maastricht, waar je zo maar een Indisch, Grieks, Thais of Japans restaurant kunt binnenvallen, kun je hier in Las Palmas zonder probleem op zijn Baskisch of Gallicisch terecht. Als variant daarop heb ik hier voor jullie hier enkele wetenswaardigheden over een Asturisch café- restaurant, dat van de Hermanos Rogelio aan de calle Valencia. De komende week zijn de negende “jornadas gastronómicas Asturrianas” en dat dient uiteraard tot in Las Palmas toe gevierd te worden. Hier is mijn Spaans lesje van deze week. Durante estas jornadas se podrán degustar, entre otros:
+Empanada de bonito del norte
+Chorizos a la sidra
+Fabada asturiana
+Fabes con marisco
+Pito de Caleya guisado
+Lomo de merluza en salsa de manzana y sidra
+Salteado de solomillo de cerdo con chorizo asturiano, setas y patatines
+Cachopo de ternera
+tarta de frixuelos
+Arroz con leche
    Asturië, dat is de streek waar de cider rijkelijk vloeit. “Chorizo a la cidra”, daar laat ik me voor hangen. Op een Asturische foto zie ik een man, compleet in klederdracht, die een fles cider een meter boven een glas houdt en het op afstand volgiet. Asturië en omgeving, daar wil ik heen, Trudie!

    En daar laat ik het graag bij. Nog twee weken en ik moet mijn praatje houden. En over 2½ week zit ik al weer in het vliegmachien naar Dusseldorf om vervolgens een glorieuze entree in Maastricht te maken, midden in de nacht. Het ga jullie goed, ik neem aan dat er gekeken zal worden naar de Amstel Gold Race komende zaterdag? Of is die een week later?  Ik heb me voorgenomen om me de komende week enigszins koest te houden; dat moet ook zo maar kunnen half april. Het kan niet altijd feest zijn! Tot over een week, en tot ziens maar weer, hasta luego, don Pablo, un gigante con pies de barro.

BOEKBIJLAGE

    Ik zie het jullie al denken: heeft-ie een hele Goede Week plus een compleet paasweekend om te lezen, komt hij maar met één boek aanzetten. Hij, dat ben ik dan. Dat klopt als een bus, “wie ‘ne een zweretigge vinger”, boek 2 heb ik nog niet uit en overvraag me niet. Ik heb nog wel andere dingen ook te doen, behalve boeken lezen.
    Er is nog een andere reden. Mijn eerste en enige boek van deze week, “The day after tomorrow” van Allan Folsom, telt maar liefst 725 bladzijden, keurig verdeeld over 159 hoofdstukjes. De diverse scabreuze Nederlandse thrillerdames zouden er een trilogie van gemaakt hebben. Allan Folsom, geboren in Boston in 1941, is niet van een kleintje vervaard. Mijn boek, zijn eerste, kwam uit in 1994 en speelt o.a. in Parijs, Londen, Berlijn en nog wat Europese steden, plus enkele evenknieën in de VS. Eigenlijk had het boek Übermorgen moeten heten, of Uebermorgen, maar dat bekt kennelijk niet volgens de schrijver dan wel zijn uitgever, Het is dus “The day after tomorrow” geworden, verwijzend naar de uiteindelijke wereldheerschappij van de Duitse Nazi’s.
    Laat ik hier drie hoofdpersonen noemen: de Amerikaanse orthopedisch chirurg Paul Osborn, superdetective (Paddy) McVey en de Argentijns-Duitse boef Pascal Von Holden. Paul Osborn loopt in Parijs de moordenaar van zijn vader, 28 jaar eerder, tegen het lijf, ene Henri Kanarack, in andere kring bekend als Albert Merriman. En daar valt hij ook voor Vera Monneray, een beginnende dokter, die tot dan een verhouding had met de Franse minister-president. Beiden moeten eraan geloven, Merriman wordt slachtoffer en Vera zijn vriendin. Via Merriman komt Osborn in contact met een kringetje superpolitiemensen, met belangstelling voor losse hoofden, gescheiden van het verdere lichaam.
    En zo kom ik bij hoofdpersoon 2: Paddy McVey, maar iedereen noemt hem gewoon McVey. Wat is die man slim en sluw en hoe snel bedenkt hij hoe zaken in elkaar steken. Daarbij, wat weet hij in ondervragingen binnen de kortst mogelijke tijd mensen hun geheimen te ontfutselen. McVey wordt in het boek bijgestaan door aparte collega-politiemensen zoals de sigaretrokende Lebrun, commander Noble uit Engeland en Interpolconnectie Cadoux.
    Gaan we naar hoofdpersoon 3, te verdelen in 3a en 3b. Bij 3a denk ik met name aan de baas van een duistere Nazi-zakenwereld, Erwin Scholl. Hij is puissant rijk, is bevriend met de leiders der aarde en helaas, kan ook heel vervelend uitpakken. En mijn 3b is de Leiter der Sicherheit van Erwin Scholl, ene Pascal Von Holden. Hij heeft een Russisch-Spartaanse training achter de rug, dames zoals Joanna Marsh versieren kan hij ook, maar zijn hoofdkaraktertrek is toch de rücksichtlosheid waarmee hij beginnende tegenstanders omver kan maaien. Er zijn nog andere boeven, zoals Helmuth Salettl, Uta Baur en Gustav Dortmund, in de bijrollen. Met zijn allen hebben ze Elton Lybarger van zijn beroerte verlost of zit het anders in elkaar?
    Daarmee laat ik het boek voor wat het is, maar verplaats me met jullie alleen nog naar de finale. In kasteel Charlottenburg in Berlijn krijgt Erwin Scholl het te kwaad, als McVey hem belaagt en daarna in het hooggebergte bij Interlaken mogen Paul Osborn en Pascal Von Holden zich met elkaar meten. Pas op bladzijde 713 en volgende wordt alles echt duidelijk, als Helmuth Salettl zijn duit in het zakje mag doen. En voor de komische noot, het verhaal eindigt met de komst van oma Monneray en haar kleindochter, op bezoek bij Paul Osborn in Los Angeles voor de kerstdagen.
    “The day after tomorrow” vind ik een ongemeen spannend boek, eerlijk waar. En het verhaal gaat maar door: heb je net de ene ploert bij zijn jasje, blijken er twee volgende te zijn, die dood en verderf zaaien. Vrolijk is het allemaal niet, maar moet dat dan in een thriller? Allan Folsom verrast mij in zeer positieve zin met zijn debuut als schrijver van een moordverhaal. Ik geef hem voor zijn “The day after tomorrow” een 8½ en dan houd ik me nog een beetje in vanwege de Goede Week. Zijn andere vier boeken, te beginnen met “Day of confession” uit 1998, wil ik hoe dan ook eveneens zien te bemachtigen. Wat een aanwinst voor het genre!

1 opmerking:

  1. Ik ben anita , ik heb nooit believes in spreuken en magie totdat ik ervoer men soms geleden en het werkte echt voor mij . Ik was verliefd . Met deze kerel en ik heb is verliefd op mij voor 4 jaar en waren we klaar om te trouwen totdat deze dame wandelde langs en ​​nam mijn man van me weg . Ik was echt kapot van , dus ik contact opnemen met een vriend van mij die nu introduceert mij drokojie , en ik zei dat hij gaat om me te helpen een spreuk die we terug te brengen mijn man Binnen drie dagen geworpen , en ik heb het gedaan ik heb is de beste spreuk in het woord ook ik problemen zoals bv op te lossen,
    ( 1 ) Als u wilt dat uw ex terug
    ( 2 ) Heeft u altijd al slechte dromen .
    ( 3 ) U wilt worden bevorderd in uw kantoor .
    ( 4 ) U wilt vrouwen / mannen, lopende achter je aan.
    ( 5 ) Als je een kind wilt .
    ( 6 ) Wil je rijk worden .
    ( 7) U wilt bind je man / vrouw te zijn
    van jou voor altijd .
    ( 8) Als u financiële hulp nodig .
    ( 9) Herbal care
    ( 10 ) Als u niet in staat zijn om je vrouw tevreden te
    geslachtswens verschuldigd of
    err lage actie .
    ( 11) als uw menstruatie weigeren te komen
    de dag dat het
    veronderstellen of overloopt .
    ( 12 ) je werk als je weigert om , mensen betalen
    schuldig vanwege je ? .
    (13 ) om land probleem op te lossen en het terug te krijgen .
    ( 14) Heeft je familie Denny u van uw
    toch?
    ( 15 ) Laat mijn volk hoor mijn woorden en doen
    wensen
    (16 ) Heeft u een laag aantal zaadcellen ?
    (17 ) Zaak lossen E.T.C. zijn e-mail drokojiehealinghome@gmail.com , Vrienden ik moet je de waarheid vertellen dr egbo is een zeer betrouwbare spreuken .

    BeantwoordenVerwijderen