vrijdag 13 april 2012

Weblogbrief 7.28, 13 april 2012

Weblogbrief 7.28, 13 april 2012

    Queridos compadres, wat kan het leven onbarmhartig hard zijn. Afgelopen dinsdag betrad ik om een uur of 5 vrij neutraal het nieuwe faculteitsgebouw in Las Palmas Zuid om Jorge te consulteren. Eerder had ik in het oude gebouw mijn weblogbrief aan jullie verstuurd, een hapje gegeten en een aantal e-mailtjes gelezen en beantwoord, op een computer van de afdeling.
    Mijn laptopje had ik wel bij me. Mijn power point deed het niet meer, maar Jorge had thuis nog een 2003 versie liggen en die zou hij er wel even opzetten. Vooraf moest ik luisteren naar twee artiesten van de vrouwelijke kunne van wie hij tegenwoordig bovenmatig gecharmeerd is: Ricky Lee Jones (vroegere ex van Tom Waits) en ene Renese en nog wat. Echt een verademing kon ik de dames niet vinden, maar als hij mij in de nabije toekomst met wat muziek van ze wil vereren, zeg ik geen nee. Langs mijn neus weg vroeg ik hem nog eens naar platen van Sinéad O’Conner, van wie ik de eerste drie cd’s heb, maar de laatste zeven in het geheel niet. Ik had hem daar eerder al om gesmeekt, maar zonder succes. Hij wist nu wel hoe hij haar muziek eenvoudig kon opsporen, maar verder was hij in de paasweek niet gekomen. Muziek van Sinéad O’Connor, dat kon nog wel even duren; die eeuwige beatnik was hem te min eigenlijk. Hetzelfde gold voor Ali Farka Touré, bij hem door mij aangemerkt als de Afrikaanse John Lee Hooker; dat had ik op een internetstukje over de man gelezen. Waar was ik in hemelsnaam mee bezig?
    Terug naar mijn power point. Toen hij de adaptor van mijn apparaat in het stopcontact deed, gebeurde er helemaal niks. Het bekende groen oplichtende knopje gaf geen sjoege. Hij een etage naar beneden in het gebouw, waar hij eenzelfde adaptor van een aanwezige bibliothecaresse leende. Die deed het wel. Power point was vervolgens snel weer op orde gebracht, maar mijn adaptor, “dat is een probleem, Paul, die laat het definitief afweten. Dat euvel moet je zelf maar oplossen; er komen zo weer studenten, met wie ik moet praten.”
    Ik naar huis, mokkend. De hele avond dacht ik (bij tijd en wijlen, maar toch): hoe krijg ik dat kwaad uit de wereld? Ik ben er ’s nachts zelfs nog even wakker van geworden. Woensdagmorgen toog ik enigszins moedeloos naar een reparatiewinkel  voor computers in de Naval, maar William van die winkel bleek zijn nering onlangs voorgoed gesloten te hebben. Toen was de ACER-winkel in de Juan Rejón aan de beurt, tegenover het parkje van het Castillo De La Luz. De twee mannen achter de balie spraken desgevraagd Engels met mij, “un poco”, zagen mijn groene knopje niet oplichten en een van de twee haalde zo’n draadgeval als de mijne uit een doosje: een LVSUN laptop AC adaptor. Zijn input ging van 100 tot 240 volt, hij bood als bescherming een multi-beveiliging, er zat zelfs een jaar garantie op en hij had een “Innovation Design” prijs gewonnen. Die nieuwe adaptor deed het direct prima,. Voor 25 euri was ik het heertje! Probleem opgelost en twee minuten later kon ik monter weer huiswaarts.
   
    Daar hoort opwekkende muziek bij. Dus presenteer ik hier, hopelijk met goedvinden van Franse leraar en goede kennis René van Maddy, Juliette Gréco geboren in Montpellier in 1927, bien conservée. Hij heeft haar afgelopen zomer in Amsterdam zien optreden en het mens bleek het op haar zeer oude dag nog steeds te kunnen. Van Juliette Gréco heb ik drie cd’s, “Hommage à Jacques Brel”, “16 titres Chansons D’Auteurs” en de overzichtsdubbelcd  uiy 2002 “Je suis comme je suis”. Ik moet zeggen: het is even wennen, mijn favoriete dames Mistinguett en Edith Piaf zijn doorrrokter qua stem, maar echt iets verkkerds is er niet aan Juliette Gréco.
    Om onduidelijke redenen ben ik bij enkele keren afluisteren van de platen vooral gecharmeerd van haar versie van de klassiekers van “chansonniers”. (Is dat Frans voor singer-songwriters?) . Ik noem er hier vier: “Paname”, “Jolie Mome”, “Paris Canaille” en van Jacques Brel “La Chanson Des Vieux Amants”.
    Natuurlijk staan die alle vier ook op haar dubbelcd. “La Chanson Des Vieux Amants” heb ik dus drie keer, maar een mooi nummer blijft het. Om het af te leren doe ik er voor jullie ook nog enkele andere liedjes  van “Je Suis Comme Je Suis” bij: “Le Guinche”, “On N’Oublie Rien” en het aanstekelijke “Sous Le Ciel De Paris”. Juliette Gréco, ik weet het, het is vergane glorie, maar wel glorie.   

    Is het om Jorge in een hoek te zetten? Mijn tweede artieste bij deze brief is Sinéad O’Connor. Jullie weten misschien nog hoe ze aan de kant is gezet, toen ze in 1990 in de VS weigerde op te treden, als eerst het “national anthem” werd gespeeld. Toen ze vervolgens in een TV-uitzending in 1992 ook nog eens een foto van paus Johannes Paulus 2 verscheurde, waren de rapen gaar. Met haar vind ik dat de paus in een gevangenis hoort te worden opgeborgen, maar ik maak geen platen, ik hoef niet steeds een zaal mensen te bezingen, zij wel. Haar carriere ging acuut naar een dietepunt en nogmaals, Jorge: het wordt tijd dat je me op zijn minst inzahge geeft in haar cd’s. Hier zijn ze allemaal, als ik het wel heb:
(1987)    The lion and the cobra
(1990)    I do not want what I haven’t got
(1992)    Am I not your girl

(1994)    Universal mother
(1997)    Gospel oak (EP)
(2000)    Faith and courage
(2002)    Sean-nos nua
(2003)    She who dwells...
(2005)    Collaborations
(2007)    Theology
(2009)    That’s why there’s chocolate and vanilla
(2012)    How about I be me
    Ik wil t.z.t. graag een hitparade van Sinéad O’Connor nummers maken, maar op dit moment heb ik nog te weing in huis. Terzijde, behalve de drie eerste cd’s heb ik ook nog een verzamelcd van haar uit 1997: Sof ar... The best of Sinéad O’Connor, maar die is uit 1997. Daarop volgen nog maar liefst zeven origu=inele cd’s. Ik kom nog wel eens terug op de vrouw die Prince’s “Nothing compares 2U” tot een wereldsucces maakte.

    Hoe ver ligt Las Palmas van Maastricht en Amsterdam af? Het duurde even, ik heb vanzelf al in boeken en op kaarten gekeken, maar nu heb ik hem gevonden: de paal waarop keurig in kilometers staat aangegeven hoe het zit. Hij staat bij de Muelle, bij mij om de hoek, dichtbij de plek waar de cruiseschepen plegen aan te meren.
    Laat ik alle bestemmingen op de paal noemen, te beginnen met die die het verst af gelegen zijn. Van hier naar de zuidpool is 13.112 km, Shanghai ligt op 11.584 km en New Dehli begint al in de buurt te komen, maar is toch nog 8.803 km. Al iets meer in de richting kom ik bij Kaapstad, “slechts” 7.741 km en San Salvador dan wel de Bahamas, 5.877 km. Volgen Amsterdam, 3.173 km en Brussel, 3.020 km.  Pas echt in de buurt bevinden zich Madrid, niet meer dan 1.734 km, van Amsterdam naar Madrid is dus 1.439 km, en Casablanca, 966 km, onder de 1.000.
    Nog een keer Amsterdam en Brussel, zodat jullie het niet vergeten. Lux, Eva & JW, vanuit Amsterdam is het zo’n 3.200 km vliegen naar mijn eiland en Trudie, als je van Charlerloi vertrekt, Brussel-Zuid, heb je zo’n 3.000 km  te gaan. Hemelsbreed!
   
    Niet zo ver van mijn “paal”, bij het grasveld achter Santa Catalina, staat trouwens een aardig buitenhuisje van zo’n 7 lengte bij 10 meter breedte en 4 meter hoogte. Het is een open plek met rondom zuilen, wel met een dak. Vroeger, in de periode 1916 t/m 1965 volgens een bord ter plekke, was hier een aanlegplaats voor boten, “un embarcadero y escalera para viajeros”, ietsje boven het water bij de haven, vandaar de trap. Allerlei bobo’s moeten destijds via de toenmalige trap Las Palmas hebben betreden; dat is ook op foto’s te zien die zijn opgeplakt. Onassis staat zelfs twee keer op de foto, eerst met Maria Callas en daarna met Jacqueline Kennedy. Had hij in 1965 al een relatie met Jacky?
    Een paar jaar terug besloot men om de oude aanlegplaats in ere te herstellen, leuk toch? En wat de naam van het gebouwtje ook al weer? La marquesina”, de wachtplaats, overkapping. Wij hebben dat woord ook in het Nederlands; een markies is (ook) een luifel. Hier is het echter wel een dame, de markiezin.

    Kennen jullie het “sindrome de yo no me haría ilusiones” al. De bijbehorende affiches hangen hier overal, waarschijnlijk door heel Spanje, wie weet tot in Nederland toe. Het gaat om “enfermedades de mientras a mí no me toque trastorno de no puedo hacer nada. Estas enfermedades son más frecuentes de lo que gustaria. Por suerte, tienen cura. Vacúnate contra indiferencia en www.enfermedades-raras.org.” Dus dat is het: niet iets met ziektes, maar een reclame tegen onverschilligheid! De moeite van het vermelden waard.
   
    Pochetsje, dat lijkt me nou nog eens een naam voor een nieuw te starten restaurant in Maastricht. (Ik kwam erop, toen ik in Vegueta een eetzaak zag die La Porcheta heet, maar dat is Spaans voor een kleine galerij, een voorportaal.) Bestaat er al een restaurant met die naam in Maastricht? Nou, hier nog niet anders! De naam “pochetsje, dat gief ’t hei nog neet”. Het woord is ongetwijfeld Frans; la pochette, dat is een etuitje, een plat handtasje en dus ook het bekende lefdoekje. In mijn Nederlands-Spaans woordenboek staat pochet (zonder -te) aangeduid als een “panuela para el bolsillo superior de la chaqueta”. Dat is voor mij geen vertalen meer. Zo’n pochetsje is me lang om mee aan komen zetten.

    De stad hangt vol met reclame voor de film The Titanic. Nou heb ik het meesterwerkje van James Cameron al een paar keer gezien, met Leonardo di Caprio en Kate Winslet in de hoofdrol, afgelopen zomer zelfs nog eens, dus wat moet ik met die film? Echter, echter, zei de rechter, hij is nou in 3D. Is of wordt dat een nieuwe trend, de top 100 van imbB (bekijk die site eens, je vindt echt alles over film wat je zoekt) opnieuw uitbrengen, maar dan in 3D (of 4D of 5D, de tijd zal het leren). Worden we trouwens verondersteld daarbij ook zo’n fout roodgroen brilletje op te zetten? Het kan niet waar zijn.
   
    Zoals aangekondigd in mijn vorige brief kom ik terug op het “Parque De La Salud” in Triana hier. Er moge dan in de aankondigingen staan dat het afgelopen vrijdag al begonnen is, in werkelijkheid is dat pas vanavond. Dus kan in alle rust het programma vast bij jullie slijten en jullie in een van mijn twee laatste brieven van deze winter vertellen of het wat voorstelde en zo ja, wat dan. Ik volg de Spaanse tekst, dus dit deel van mijn brief moet ook maar als Spaans lesje dienen.
    Laat ik beginnen met de zes “actividades permanentes”:
1.    Cine full dome: viaje al interior del sistema immunitario.    
2.    Pelicula holografica: el proceso de la digestión.
3.    Arteria gigante.
4.    Análisis de salud cardiovascular
5.    Tests sobre densidad ósea.
6.    Hueso gigante.
    Daarnaast zijn er, hoe kan het anders, een aantal “talleres”, workshops. Twee betreffen de “cocina saludable al alcance de todos” dan wel “el sentido del gusto y elaboración de postres saludables para niños”. De andere zijn gepland in de twee weekenden ’s middags en hebben alles te maken met bewegen, sporten:
1.    Ejercicios aerobicos en familia
2.    Aprender a mover nuestro cuerpo (2X)
3.    Tabla de stretching
4.    (Op de laatste avond) Baile para todos. Gran fiesta final.
    En dan is er een hele raffel “charlas”, praatjes, altijd leuk. Het begint vanavond al met “Cómo cuidar nuestros huesos”, en “nuestros huesos”, dames en heren, dat zijn onze botten, us kneuk. Daarna volgen, nee, laat ik de praatjes ook maar netjes tabelleren:
13.    Cómo cuidar nuestros huesos.
14.    Cocina cardiosaludable.
16.    Mejorando tu salud digestiva.
17.    ¡Cuidado con la diabetes!
18.    Alimentación y nutrición infantil
19.    Pautas y recomendaciones para la salud cardiovascular.
    Voor alle duidelijkheid, de nummers 13 t/m 19 verwijzen naar de dagen waarop de praatjes gegeven worden, steeds om half 6 “por la tarde”. Op 23 resp. 24 worden de laatste twee nog eens uitgeserveerd.
    Waar zal ik eens naar gaan luisteren? Het praatje op maandag 16 april lijkt me wel wat: “mejorando tu salud digestiva”. Of de dag erop: “¡Cuidado con la diabetes”. Overigens, mij is nog niet duidelijk of dat “baile” nou op de 24ste of de 25ste april is. Ik kom er nog wel achter, als ik de markt ga bezoeken.

    Willen jullie het daarmee doen? Wie maar een paar dagen heeft om zijn volgende brief te versturen, ik dus, heeft het er maar moeilijk mee. Volgende week kom ik met nummertje 7.29, ik ga de dertig volmaken, dat weer wel. Voor nu, doe eens een wollen das om, en de regenjas hoog dicht graag, het kan in Nederland nog best fris zijn, begrijp ik van mijn geregelde e-mailers. Tot ziens maar weer, hasta luego, wordt jullie van ganser harte toegewenst door niemand minder dan ondergetekende.

BOEKBIJLAGE
   
    En alweer ben ik maar goed voor één boek. Dat komt, omdat deze brief al drie dagen na de vorige verschijnt en daar bovenop omdat mijn boek van de afgelopen dagen iets van een epos weg heeft. Het telt maar liefst 579 bladzijden en dan tel ik de acknowledgements niet eens mee. De thrillerlezers onder jullie kennen C.S. Sansom ongetwijfeld nog wel van zijn beroemde “Winter in Madrid”, dat in de jaren 30 van de vorige eeuw speelt. Zijn echte werk is echter een serie boeken, er zijn er al vijf verschenen, over een advocaat ten tijde van Hendrik (Tudor) VIII en Cromwell, in de zestiende eeuw. Zijn eerste in die serie, “Dissolution”, vond ik heel mooi en vandaag gaat deel 2 door de mangel: “Dark fire” uit 2003.
    De betreffende advocaat is een 38 jarige bultenaar genaamd Matthew Shardlake. Waar hij eerder de moorden in een geconfisceerd plattelandsklooster moest ontrafelen, blijft hij nu met beide benen op Londense grond staan. Gaande het boek heeft hij twee zaken te klaren. Eentje gaat over de dood van het 12 jarig jongetje Ralph Wentworth. De beschuldigende vinger gaat naar diens 18 jarige nicht Elisabeth, Lizzy in huiselijke kring, maar of die er de hand in heeft? Rond de put in de tuin, waarin de jongen gevallen of geduwd zou zijn, is het nodige te doen. En dan heb ik het nog niet over de spullen die op de bodem van de put liggen.
    De andere zaak is veel politieker, tegen de achtergrond van Henrik VIII’s idee om Engeland te verschonen van alle Rooms-Latijnse poppenkast. En passant is hij bezig om zijn vierde echtgenote Anna van Kleef in te ruilen voor de veel mooiere Catherine Howard. We schrijven 1540 en de paapse buurlanden Frankrijk en Spanje staan in de startblokken om Engeland binnen te vallen. Hendrik’s minister-president Lord Cromwell geeft Shardlake de opdracht om hem het “Griekse vuur”, ook wel “Donker vuur” genoemd, te bezorgen, zodat hij het aan Hendrik kan demonstreren. Met dat vuur zou Engeland buitenlandse schepen in brand kunnen steken en aldus baas in eigen land blijven, wie weet zelfs Europa kunnen veroveren. Shardlake krijgt bij deze zaak alle hulp van Jack Barak, een jonge gast en onvervaarde Cromwell-aanhanger. Samen betreden ze een strijdperk met steeds meer lijken, te beginnen met de gebroeders Gristwood die de herkomst van het Griekse vuur in de bibliotheek van een klooster zouden hebben herontdekt. Gaandeweg blijkt dat we de smeerlappen steeds meer hogerop te moeten zoeken. Hier is een rijtje waaruit jullie de dader alvast zelf mogen kiezen: serjeant Gabriel Marchamount, Lady Honor Bryanston, mispunt Richard Rich, advocaat Stephen Bealknap en hertog van Norfolk Thomas Howard. Belangrijke bijrollen zijn er te vergeven in de persoon van o.a. Cromwell’s secretaris Edwin Grey, apotheker en dokter Guy Malton, het duo pockface Toky & reus Wright, hoertje Bathsheba Green en niet te vergeten oma Wentworth.
    Ay, wat een boek! By Gods wounds, ik heb de bijna 600 bladzijden in één ruk uitgelezen, in slechts drie dagen tijd. “Dark face” van C.S. Sansom is ongemeen spannend, het houdt maar niet op en dat zelfs Matthew Shardlake intussen valt voor oude adel Lady Honor, het zij hem graag vergeven. Overigens is niet iedereen in het boek zo’n reformist als Cromwell, er duiken af en aan ook de nodige conservatievelingen op, Shardlake’s associé Godfrey Wheelwright voorop. Daarentegen, slechts zeer weinigen bekennen in het openbaar dat God maar flauwekul is. Hier is tenslotte mijn recensiecijfer van “Dark fire”. Dit boek van C.S. Sansom beloon ik al te graag met een 8½, waarom niet, ik maak er een 9 van. Heel goed gedaan! De volgende delen in de Shardlake serie liggen thuis op me te wachten... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten