vrijdag 21 december 2012

Weblogbrief 8.08, 21 december 2012

    Beste mensen, “mi querida gentuza, mala hierba”, het hoogfeest van kerstmis is nu echt nakende. Vanavond mag ik hier in mijn eentje de langste nacht van het jaar vieren, op dag 50 van mijn winterse verblijf in Las Palmas. Trudie en Marij hebben mij gisteren verlaten na een weekje gezelschap dat me zal bijblijven. Ik zit opgescheept met een mooi boek van Frank van Kolfschoten, “Ontspoorde wetenschap”, dat ik van hun cadeau kreeg. Daarnaast was ik goed voor een drietal tubes sterke mosterd van de Lidl, waarvan overigens de eerst al grotendeels het loodje heeft gelegd. Mijn diepvries bevat tot mijn vreugde nu de nodige gehaktballen en idem dito zuurvlees voor zowel eerste en yweede kerstdag als (zalig) nieuwjaar.

    Zaterdagmiddag kwamen de dames om kwart voor 6 aanzetten op het ondergrondse streekbusstation hier op Santa Catalina. Ze bleken in het bezit te zijn van de nodige spullen die ze niet mee terug namen, maar pas in april, als ze iets langer van mijn flat en diensten gebruik wensen te maken. Was het bij aankomst koffer en handbagage, gisteren keerden ze weerom naar vliegveld Brussel-Zuid, Charleroi dus, dat bijna helemaal draait op RyanAir, met minder dan tien kilo de “man” in zo’n verkeerd koffertje. Daar zouden Math en Arno hen ophalen voor het laatste stuk naar Maastricht.
    Terug naar zaterdag, onderweg naar uitspanning Café Santa Catalina lieten Trudie en Marij zich eerst het georganiseerde volksdansen op het plein eventjes welgevallen en maakten kennis met twee Argentijnse vrienden van Noé, Agust en Lorena, die daar vlakbij in een van de standjes stonden met allerlei houten speelgoed in de aanbieding. Pas daarna was het tijd om op het terras bij de eerste drankjes de recentste roddels uit te wisselen. Om ongeveer 8 uur zaten we aan mijn gevulde soep; ik heb zelden mensen zo tevreden naar me zien kijken. Maar goed, wat wil je, als de meesterkok zelf de boodschapjes heeft gedaan, vervolgens ook nog de “apio y puerro” (“poor en selderij” in het Maastrichts) keurig heeft uitgebalanceerd ten opzichte van de “carne molida” (“gehak” op zijn Maastrichts) om het geheel daarna lang genoeg aan de pruttel te houden. Mijn overheerlijke soep, jongens en meisjes, komt niet uit een pakje, mag zich ook zeker geen “caldo” noemen, een uitdrukking als “sopa de Pascua” komt meer in de buurt.

    Vooruit, ik ga nog even verder terug in de tijd. Afgelopen vrijdagmiddag, nadat ik mijn brief aan jullie had verstuurd, belde ik met Jorge en om half 4 sprak ik hem eindelijk weer eens in levenden lijve, na ruim vijf weken. Er werd me op zijn kantoor in het nieuwe faculteitsgebouw uitgelegd dat mijn externe harde schijf al verbrand was, toen hij ze van mij kreeg, althans toen Fran ze van Jorge kreeg. (Wie het fijne ervan weet, mag het zeggen.) Mijn verbrande schijf terugkrijgen was andere koek; ze was nog bij Fran en die wilde eerst ook mijn andere LaCie mollen (grapje) voordat ik een en ander plus mijn diverse kabeltjes terug zou mogen ontvangen.
    Jorge had wel nog twee recente albums voor me, die ik dus maar uitroep tot albums van de week. Het gaat allereerst om het dubbelalbum “Privateering” van Mark Knopfler. Stiekempjes denk ik vooral: ik had de muziek van Mark Knopfler, eerst als anchorman van Dire Straits en later solo en samen met andere sterren, helemaal compleet, alles wat de nu 63-jarige ooit op de plaat heeft afgescheiden.
    Niettemin, dit staartje is er een met een muisje. Er is niks mis met Mark Knopfler, nog steeds niet. Echt nummers die er huizenhoog bovenuit steken, hoor ik op “Privateering” niet en af en toe hoop ik dat hij zijn mond houdt en iets meer gitaar speelt. Echter, mooi blijft-ie met zijn twintig nieuwe nummers. Luister eens naar de gitaarsolo’s van “Redbud Tree” of “Miss You Blues”. Of voor wie hele nummers prefereert, leen je oor eens aan “Haul Away”, “Hot Or What”, “Got To Have Something”, “I Used To Could”, “Bluebird” of “Blood And Water”. Zoals altijd bij Mark Knopfler is “Privateering” over de breedte zeer de moeite waard. Wat een rare bestelauto trouwens op het hoesje! Ik ben blij dat ik die op mijn iTunes heb meegekopieerd.
    Gaan we naar het andere album dat Jorge voor me in de aanbieding had: “Born To Sing: No Plan B” van bejaarde (67) Van Morrison. Ook van die is dit een voorlopig slotakkoord van een rij albums waar je u tegen zegt. Wat willen we, de man loopt al meer dan veertig jaar grammofoonplaten te maken. “Born To Sing. No Plan B” heeft, vind ik, weinig meer met popmuziek van doen en zit dicht tegen jazz aan; “Close enough for jazz” is de titel van een van de tien nummers, niet ten onrechte. De cd is niet geconcipieerd rond een of twee hits, maar is meer een algemene proeve van bekwaamheid. Zijn jullie uit op een paar nummers die eruit springen, die ik kan aanbevelen? Dan noem ik hier “Open The Door (To Your Heart)”, Pagan Heart (meer blues dan jazz) en het ruim acht minuten durende “Goin’ Down To Monte Carlo”. Van The Man doet het nog steeds!

    Ander onderwerp: weten jullie wat een “enchufado” is? Ik hoorde het woord bij het etentje dat ik vrijdagavond had, de dag voordat de dames op bezoek  kwamen. Een “enchufe” is een stopcontact, waar je een stekker (“clavijero” of ook “enchufe”?) in kunt steken. In figuurlijke zin is het ook een connectie, een kruiwagen. En iemand die zo’n kruiwagen heeft, bijv. bij het zoeken van een baantje, heet in het Spaans een “enchufado”. Interessant!
    Hier is er nog eentje, om het af te leren. In allerlei landen zeggen de mensen tegen rode wijn “rode wijn”, “red wine”. “vin rouge” en ga zo maar door. Echter, in Spanje is het niet “vino rojo”, maar “vino colorado”, vandaag de dag “vino tinto”; hoe komt dat? Bij het eten legde mij een vriend van Noé uit dat het te maken heeft met de betekenis van het woord “rojo”. “Rojo” in de Franco-tijd was een besmette term, gebruikt door de Nationalisten om een Republikein, een rooie aan te duiden (socialist, communist, trotskist, anarchist). Dus moest er voor rode wijn een ander woord gezocht worden: “vino colorado” en later werd dat ”tinto”.

    Laat ik dan in een moeite door uitgebreider over het etentje vertellen. Afgelopen vrijdag na mijn bezoek aan Jorge en een paar hoofdstukken leeswerk op mijn balkon zat ik met Noé op het aimabele terras van café Tasquita Cambullonera, waar - terzijde - een trompettist en een gitarist voor leven in de brouwerij zorgden. Na de nodige “small talk” en een Paulaner-bier begaven we ons naar een restaurant om de hoek, La Naval Toledana. La Naval is een lange straat in La Puntilla en het restaurant had onmiskenbaar iets met Toledo.
    Rond 10 uur waren we daar met zijn achttienen, acht dames en tien heren, allemaal ongeveer 35 jaar oud, met maar één uitzondering. Niettemin, ik had bepaald niet het gevoel dat ik er misplaatst bijzat, ook mijn mindere kennis van Spaans werd niet als een beletsel gezien.
    Laat ik met de drank beginnen. Eerst zat ik aan het bier, San Miguel, en bij het eten werd een rode wijn geserveerd, in grote overmaat mag ik wel zeggen. En ten slotte was er bij de koffie voor wie dat wilde, nog whisky of zo en bij het weggaan “chupitos” van het huis, rum met honing. En wat kwam er aan eten op tafel, behalve de pinda’s bij het bier vooraf? Ik weet niet zeker of ik alle schalen nog kan noemen, naast de mandjes brood, maar het begon met veel chorizo, salami en (Manchego-)kaas. Deze schalen overlappend kwamen daarna “tleuren” met een groentemix voorbij, vooral sperziebonen, gevolgd borden vol met kleine viskroketten, vervolgens schotels met stukken rode puntpaprika in een cocktailsaus. Daarna was het twee keer tijd voor geopende mosselen in een bruin goedje. Als hoofdgerecht mochten ik en de rest ons toen onderdompelen in de migas. Migas zijn broodkruimels, die werden ons in enorme schalen, zoals met paella, opgediend in een roodachtige saus met allerlei worst en dergelijke, met als bijgerecht spiegeleieren, ¡muy delicioso!. Waarna we het eten afsloten met pudding dan wel chocoladetaart plus koffie, de laatste met evt. een drankje erin, café bautizado. “Bautizar” is dopen, het drankje werd dus in de koffie gedoopt.
    Mochten we daarna linea recta weer huiswaarts? Nee, dus. Micky of hoe hij heet trakteerde ons na het eten op en uitgebreide ronde “Saca lo mal malo que tienes dentro”, een spel dat hier in de mode is, maar in Nederland bij mijn weten nog onbekend. Eerst mochten we alle achttien allemaal een onduidelijk cadeautje uitpakken en daarna begon het steeds verder ruilen in het kwadraat. Steeds las Micky een naam voor en dan werd je geacht je iets van een ander toe te eigenen. Om me heen zag ik op het einde van alles: damesslipjes (“bragas”, bij mannen zijn dat “calzoncillos”), een dekentje, een set met een schaartje, vijl en nagelknipper, een verlicht spiegeltje, een verkeerd tasje, een nog onbeschreven dagboek. En er was een jarige, Eduardo (Edu), die twee keer werd toegezongen en iets extra’s, al even duister, in zijn maag gesplitst kreeg. Uiteindelijk bleef ondergetekende zitten met twee snuisterijen: een schattig zakje om memory sticks in te vervoeren, met twee jaar garantie, en een koptelefoon van een onduidelijk merk met 3,5 mm plug en een 1,2 meter kabeltje. Kon ik die misschien gebruiken als “headset” voor de radio op mijn mobieltje. Niet, daarvoor is de plug te groot.
    Om half 2 liep de meute over Las Canteras, de meeste mensen in de richting van een nachtzaak bij plaza Farray en ik naar mijn flat voor de broodnodige nachtrust.

    Ik ben een liefhebber van smaakmakende teksten op t-shirts, in het Spaans wel te verstaan. Afgelopen dinsdag zag ik er weer een, die jullie enthousiasme verdient. Een student op de faculteit had op zijn T-shirt met lange mouwen (een longsleeve volgens Trudie) staan: “¡Al golpito, mi niño!    “, ten aanval, jongen.  

    Willen jullie nog iets helemaal Nederlands? Ik zat dinsdag om even over 11 in bus 13 van Santa Catalina op weg naar het nieuwe faculteitsgebouw. Halverwege San Telmo ongeveer is een winkel langs de snelweg, die ter plekke de (calle Alcalde José) Ramirez Bethencourt heet; het is nog vóór het basketbalstadion. Die heeft over de breedte van de zaak met grote letters staan: MOTO BOUTIQUE BAKKEN, motor(brommer)winkel Bakken. De naam Bakken, die komt mij zo Hollands voor als hij maar zijn kan.
    Royaal op tijd kwam ik aan in het uiterste zuiden van de stad, waar om 12 uur Mariela Nissensohn ging promoveren. Mariela werkt bij Lluis en Almudena, ze is Argentijnse, maar haar vader komt uit Hamburg, vandaar dat Nissensohn. Sinds een paar jaar woont ze hier, met haar man Jorge en haar twee kleine kinderen. Hij is Spanjaard en piloot, vooral voor een IJslandse vliegtuigmaatschappij. Mariela promoveert op een meta-analyse over het nut van zinksuppletie bij baby’s die nog borstvoeding krijgen. Daarbij is gekeken naar zink in serum en bloed (8 studies), naar de groei (19 studies) en de geestelijke en motorische ontwikkeling (5 studies), met op de achtergrond een betere normering voor zink bij zuigelingen. Ze heeft het allemaal netjes gedaan, constateerde vooral grote heterogeniteit tussen de trials en nogal wat “riesgo de sesgo” (kans op vertekening), maar in Nederland zou haar “revisión sistemática” toch niet meer dan een doctoraalwerkstuk zijn. Hier ligt het criterium voor een “tesis doctoral” kennelijk lager.
    Ik heb jullie eerder als eens verteld over promoties hier, eentje over het metabool syndroom, waar ik bij aanwezig was, en eentje over de etiologie van multiple sclerose; dit is mijn derde hier. Zo’n promotie is een nogal statige, officiële bijeenkomst hier met weinig publiek, in ons geval alleen de mensen van de afdeling. De promotor (Lluis) en copromotor (Almudena) zitten op de eerste rij en maken geen deel uit van de beoordelingscommissie. De leden daarvan, vijf personen, zitten opzij van de belangstellenden. In dit geval betrof het twee dames en drie heren, pediaters en gynaecologen, met de rector als voorzitter, allemaal zonder toga. Mariela kreeg eerst omstandig de gelegenheid om haar proefschrift toe te lichten. Haar verhaal van drie kwartier was interessant en ook wel handig voor de verdere toehoorders, die zonder uitzondering geen boekje hadden; ik had mezelf 15 pagina’s gekopieerd. Paranimfen en een pedel waren er niet. Het vragen stellen duurde ongeveer een half uur, daarna moesten we, ook Lluis en Almudena, buiten wachten. Bij terugkomst kreeg ze haar diploma cum laude, waarna wij, behorend tot het gewone volk, zonder receptie of feest weer weg mochten.

    Ik kan het niet laten, Gonzo van Negonza is alweer in de weer geweest. Eerder vertelde ik jullie over zijn grote dakterras ter hoogte van mijn balkon, dat hij volgestouwd heeft met tientallen planten, voor, in en rond zijn vierkante tent daar. Sinds vorige week is de voormalige bijetalage, waar nu de ingang en trap van het woonhuis is, ook voorzien van planten en bloemen. Het heeft alles van een “floristería”, een bloemisterij. Bij die planten en bloemen, alsmede bij zijn eigen en andermans honden, daar ligt de man zijn liefde.
    Ondernemend is hij wel. Terwijl zijn “gordito” hulp zich tegenwoordig graag ophoudt bij de dame van Sol Y Son, het Cubaanse café zo’n vijftien meter meer naar links, heeft Gonzo een deurenman laten komen om de gevel van de zaak kaarsrecht te maken. Het halletje zo gezegd is nu voorzien van een glazen deur, die links en rechts kan worden teruggeklapt. Midden in het halletje staat een rek met extra kledij. Nou de klanten nog.

    Een haan is in het Spaans “gallo” en een kip “gallina” en hun kinderen mogen zich “polluelos” noemen, maar wat is dan een “pollo”? Volgens mij is het een ouder kuiken, zowel een haantje als een kipje. Gangbaar is echter om het woord te bestemmen voor haan/kip om te eten, zoals in “pollo asado”, gebraden kip. Enne... wisten jullie dat de toog in een café ook een “pollo” is? Zo leer ik bij, iedere week weer opnieuw.

    In het faculteitsgebouw, waar Mariela de dag van haar leven had, staat een brievenbus bij de ingang, waar jullie en ik onze gram kwijt kunnen. Een buzón heet zo’n brievenbus in het Spaans, vlak voor Driekoningen staan ze op diverse plaatsten om de brieven van de kinderen aan hun favoriete vorst te versturen. Terzijde, een “buzón de voz” is goed Spaans voor een voice mail.
    Hier is de tekst die bij de brievenbus staat afgedrukt, om jullie Spaans bij te vijzelen, met erbij een handje formulieren, impresos. “Buzón para cualquier reclamación o sugerencia. Cumplimentar los impresos que encontrarás en el buzón de sugerencias, serán atendidas en la mayor brevedad posible. Gracias.” Het is dus niet de bedoeling dat jullie op het formulier een heel verhaal opdissen, als de ergernis de spuigaten uitloopt. Houd het kort, is het motto.    
    Trudie heb ik uitgenodigd om op de laatste avond van haar bezoek aan hier, met Marij, op te schrijven hoe content ze over me is en of ze het eiland nog altijd even leuk vind. Hier komt ze, cursief en wel. Tja, dit keer wel een heel kort bezoek aan Paul en daarmee aan Las Palmas en Gran Canaria. Een ding is zeker: we hebben genoten. Niet alleen de soep van Paul was voortreffelijk, maar ook het weer! Zoals jullie beslist weten is 20 graden en meer voor Paul goed weer! Een paar wolken doen er voor hem niet toe. Voor mij is de temperatuur niet zo van belang, als er maar vvvveeeellll zon is! En die hebben we dit keer hier dus echt gehad! Gisteren was de lucht boven Las Palmas en boven de bergen zelfs alleen maar blauw, iets dat hier toch echt tot de zeldzaamheden behoort. Maar ja, je krijgt wat je verdient, toch?
    Zondag hebben we vooral geluierd aan het strand en in de loop van de avond wat caches langs Las Canteras weggewerkt.
    Maandag zijn Marij en ik naar het zuiden gegaan. Eerst heerlijk wat gelezen, gegeten en gedronken op “ ons”  terras en daarna een wandeling gemaakt met weer een aantal caches. Het is je hobby of niet!
    Gisteren was het hier dus de mooiste dag en hebben we vooral weer veel geluierd en gelezen. Maar toch alle moed verzameld voor de wandeling naar San Telmo, een drankje op het plein met de “kwakvorsen” en een eenzame cache in Vegueta.
    Vandaag al weer heel mooi weer. De planning was om naar het zuiden te gaan voor een echt cache-event. Even voordat de bus vertrok besefte ik ineens dat het event niet vandaag, maar gisteren was. Dat krijg je dus van al dat rusten en zalig niets doen.... Toen toch maar besloten Paul gezelschap te houden in Las Palmas en dus alweer veel gelezen en geluierd.
    Nu is het inmiddels 22.30 uur. Marij is net naar bed en ik ga ook lekker pitten. Morgenvroeg nog de laatste zonnestralen meepikken en een pollo asado wegwerken, met aardappelen met knoflook, en dan met de bus naar het vliegveld, met het vliegtuig naar Charleroi, met de auto naar Maastricht en te voet weer naar bed! En overmorgen is er weer een dag, en wat voor een!!

    Horen jullie het eens van een ander. En Marij kan het beamen: voor een alternatieve winter is het hier goed toeven. En daarmee sluit ik mijn brief maar weer af. Vandaag is Damaris alweer een volle dag 30 jaar, perfisia! En vanaf morgen gaan de dagen weer lengen en de nachten weer korten. Deze jongen gaat “een eenzame kerst” tegemoet, althans als André Hazes zaliger moet geloven. Willen jullie nog wat voortekenen. Vlakbij mij in de straat zit een oudere, enigszins chagrijnige vrouw loten te verkopen in een vuurrood kerstpak en met een hondje erbij dat ook met een rood kerstjasje getooid is. Mijn overbuurman van Negonza heeft het nummer van zijn kerstlot groot tegen zijn raam geplakt in de hoop dat het helpt en hij over een weekje vele tientallen miljoenen zal kunnen incasseren. En dit vind ik de leukste: bij mijn benedenburen rechts hangt naast de deur een kerstman van niks, zo’n 3 cm hoog, aan een lusje.
    Ik wens jullie een mooie aanloop naar de bevalling van Maria en het ondersteunende gezucht van voedstervader Jozef. En mocht het kindeke op 25 december geboren worden, dan mogen daar best een warme maaltijd aan spenderen. Hier is het vooralsnog stilte voor de storm. Ik nam gisteren afscheid van de dames en vandaag ook van jullie. Tot na kerstmis, waarschijnlijk 27 of 28 december, als ik mijn volgende brief verstuur, esgodbleef. Voor nu, tot ziens maar weer, hasta luego, van een vrome herder zonder schapen, compleminte, PaulK. 
   
BOEKENBIJLAGE

    Philip Kerr reken ik al heel lang tot mijn favoriete schrijvers van policiers, om het eens op zijn Frans te zeggen. Diverse keren boeken van hem zijn hier lovend besproken. Zal ik dat ook zijn vrij nieuwste boek uit 2010, “Field Grey”, zijn zoveelste Bernie Gunther thriller, ook een hoog cijfer overhebben? Ik las het boek in het Engels, mooi Engels. “Field Grey” (zie bladzijde 35-36) was de kleur van het Duitse soldatentenue te velde in de tweede wereldoorlog, toen het leger o.a. Rusland probeerde te veroveren, operatie Barbarossa.
    Het boek vertelt stukjes uit het dagelijkse leven van Bernie Gunther, in de jaren 1931, 1940, 1941, 1945-47 en 1954. Zijn geboortejaar is 1896, dus bij zijn eerste ontmoeting met de tweede hoofdpersoon, Erich Mielke, is hij 35 jaar oud is en bij zijn laatste in 1954 is hij 58. Die Erich Mielke is dan een fanatieke communist, die uit Berlijn verdwijnt, onderduikt, nadat hij met een kameraad enkele politiemensen heeft omgebracht. Gunther, die niets van de Nazi’s moet hebben, laat hem lopen. Wordt pas weer politie-inspecteur, als Heydrich hem in 1938 ronselt. In 1940 krijgt hij de opdracht om Mielke op te sporen, die in een Frans concentratiekamp bij Toulouse gevangen zou zitten, zonder succes overigens. Later wordt Gunther afgevoerd naar een Russisch kamp, om weer in Duitsland terug te keren na de oorlog; Mielke is dan al heel hoog in de Oost-Duitse pikorde en de Stasi. In 1954, een jaar na Stalins dood, zit Gunther in Cuba - zie zijn vorige boek - waar hij door de CIA wordt weggehaald en via Guantanamo in een Duitse gevangenis belandt. (Terzijde, kennen jullie het nummer “Guantanamera”? Dat is dus een vrouw uit Guantanamo, zoals (Spiel noch einmal fur mich) Habanero een man uit Havana is.) Dan komt dezelfde Erich Mielke voor de zoveelste keer om de hoek kijken.
    Naast de confrontaties tussen Gunther en Mielke staan in “Field Grey” de nodige bijverhalen, die ik eveneens zonder uitzondering prachtig vind (verklap ik alvast). Mooi bijv. vind ik Gunther versus Nicolaus Willms in Parijs, versus KriPo Paul Kestner, versus Silverman/Earp op Guantanamo, versus de pijprokende Scheuer van de CIA in Duitsland, op zoek naar Ergard de Boudel.
    Plilip Kerr is en blijft als bedenker van Bernie Gunther een fenomeen. Het kijkje dat ik van hem krijg op de Duitse jaren 30, 40 en 50, reken ik tot het allerbeste op dit gebied. “Field Grey” is voor mij net zo goed als zijn beste eerdere boeken, zowel qua spanning als qua ondertoon. Het boek gaat hopelijk niet gebukt onder de 9 die ik het als recensiecijfer toeken. Philip Kerr blijft mij verbazen.

    En dan is er nog een tweede boek, dat ik afgelopen zondagmorgen hier op de rommelmarkt kocht, voor zegge en schrijve één euro. Het heet “Dead Souls” en ik heb het bijna uit, nog niet helemaal.  Dus moeten jullie tot mijn volgende brief wachten, voordat ik het ga bespreken, eerlijk is eerlijk. Ik voeg er wel aan toe dat Trudie en Marij mij behoorlijk van het lezen hebben afgehouden.         

Geen opmerkingen:

Een reactie posten