maandag 10 november 2014

Weblogbrief 10.02, 10 november 2014

Weblogbrief 10.02, 10 november 2014

Querid@scompañer@s(de Holanda), na regen komt zonneschijn en na brief 1 volgt als vanzelf brief 2. Ik beloofde jullie vandaag een nieuw schrijven en hier is het. Ik begin deze keer monter met een aankondiging van de lokale bierfabrikant Tropical. Die produceert een bier waar de firma Heineken nog wat van kan leren. Onlangs kwam Tropical met een variant op de markt die ik ook bij Nederlands bier al gezien heb: TropicalLimón. Het is weer eens wat anders, unamezcladiferente, ik ken het al van bijv. Amstel Radler. Het enige dat ik minder geslaagd aan het citroenbier vind, is dat het maar 2 procent alcohol bevat. Persoonlijk zou ik de gangbare 4 à 5 procent aangehouden hebben. Echter, smaken doet het bij een Canarisch zonnetje, dat heb ik de afgelopen dagen al een paar keer mogen ervaren.

In mijn vorige brief vertelde ik jullie over het dicht zijn van café Santa Catalina. Ik voorspelde tevens een snelle doorstart en die is er al. De omgeving van het café is, net als het standbeeld van Lolita Pluma, verrijkt net een perkje en opzij daarvan staan nou de nieuwe stoelen en tafeltjes van “La Alemana”. Ik vind de stoelen eigenlijk een beetje aan de krappe kant, meer iets voor “smaalbetsers”, maarhosanna, de eer van het plein is gered.

Muziek! De vorige keer kwam ik met iets Portugees, dan is nu Cuba aan de beurt. Tussen de vele aanwinsten uit dat land is er een van GuillermoPortabales die ik met graagte aan jullie voorleg. Diens “Al vaíven de mi carrera” was de afgelopen maand steeds niet beschikbaar bij het Rotterdamse Muziekweb, maar zijn “El Carretaro” heb ik toch maar mooi kunnen lenen. Hier zijn de zestien nummers van die plaat.
01.El Carretero
02.Cumbiamba
03.Junto A Un Ca Averal
04.Nostalgia Guajira
05.Tristeza Guajira
06.Yo Te Canto Puerto Rico
07.Lamento Cubano
08.Guateque Campesino
09.Oye Mi Son
10.Al Vaíven De Mi Carreta
11.Voy A Santiago A Morirme
12.Romance Guajiro
13.El Amor De Mo Bohío
14.El Arroyo Que Murmura
15.Cuando Salí De Cuba
16.Flor De Amor
Laat ik hier geen aperte voorkeur voor bepaalde liedjes uitspreken.Het album vind ik in de breedte zeer de moeite waard. Natuurlijk zijn er nummers bij die ik, zeker na mijn Cuba-reis, schaamteloos kan meezingen, zoals “El Carretero” en “Cuando Salí De Cuba”. Dat het liedje “Al Vaíven De Mi Carreta” er ook opstaat, kan de pret alleen maar verhogen.

Wie weinig verschil ziet met een half jaar terug, moet oppassen dat hij of zij niet in herhaling vervalt. Vorige winter, of was het een jaar eerder, kwam ik Petra op de boulevard tegen. Ik ken haar van eerdere Spaanse lessen op het schooltje aan de Dr Grau Bassau. Ze is intussen ongeveer 50 en nog steeds huisarts in een dorp in de buurt van Keulen. Mij staat nog bij dat ze altijd op Rosenmontag met haar vriendenkring die metropool onveilig maakt.
En nu komt het: de afgelopen dagen ben ik haar wederom, twee keer zelfs, tegengekomen op de boulevard, met een sigaret in haar hand, dat was nieuw voor mij. We hebben maar weer eens met animo enkele Duitse en Canarische wetenswaardigheden uitgewisseld. En we zegden elkaar toe dat een derde ontmoeting zou uitmonden in een gezamenlijk terrasbezoek. Jammer vond ik het dat die derde keer tot dusver is uitgebleven. Binnenkort zal ze ongetwijfeld weer huiswaarts moeten gaan om de dokter uit te hangen.

Keren we terug naar Las Palmas (waar trouwens best de nodige Cubanen zijn neergestreken). Vanaf mijn balkon in de LM-straat kijk ik uit op de nodige flats aan de overkant. Onder de woning van “vader en zoon” – ze lijken wel uit een vroege Peter van Straaten tekening te stappen – is het nog steeds gordijnen dicht. Daar heeft, denk ik, nog steeds dezelfde kettingroker met vrouw en kind domicilie, die er nooit is, maar zijn woning waarschijnlijk nog steeds als tweede onderkomen aanhoudt. Ernaast en ook daar weer naast zie ik zeer tijdelijke huurders rondscharrelen. Boven Negonza, ik bedoel Dócil, zit nu een clubje van drie “jovenes”, twee meisjes en een jongen. Die zijn tot ’s nachts in de weer. Het zijn toch geen voedingsdeskundigen die het congres van Lluis frequenteren?
Beneden bij Dócil worden nog steeds kleren en schoenen aan de man en vooral vrouw gebracht. Ernaast is de vrij donkere opgang naar boven. Wisten jullie al dat daar een gipsen hond van zeg een halve meter hoog bij de entree zit? Zo heeft de wolf van weleer zijn standbeeld.

In het oude faculteitsgebouw werd ik uiteraard deelgenoot gemaakt van www.nutrition2014.com. Op die site staat van alles over het congres dat Lluisen de afdeling (behalve Jorge) in het Alfredo Kraus auditorium organiseren, met – ik heb het uit de eerste hand – ongeveer 800 deelnemers.Dat zijn er een heleboel. Niettemin, er zijn dezer dagen maar heel weinig Afrikanen present en des te meer Europeanen en Amerikanen. Uit Nederlandkomt bijv. Frans Kok en Boston is van de partij met o.a. Walter Willett. Gisteravond was de opening en van de drie echte congresdagen vandaag, morgen en overmorgen geef ik met stip de voorkeur aan de woensdag. Lluis heeft me toegezegd dat hij voor mij voor die dag een gratis entreebewijs regelt.
’s Middags worden dan, onder supervisie van o.a. Almudena, de beste mondelinge presentaties gehonoreerd. Eerder op de woensdag zijn er, helaas tegelijkertijd om half 1, drie debatten georganiseerd. Eentje gaat over de vraag of wijn drinken beter is voor het hart en de bloedvaten dan bier drinken, met een Belgische bierexpert als een van de sprekers. Een tweede treffen gaat over de vraag of “zij” van de preventieve geneeskunde niet moeten ijveren dat er een gezondheidsbelasting op foute voedingsmiddelen komt. Ik denk echter dat ik voor het derde debat ga kiezen: of onderzoek naar voedingsmiddelen in relatie tot gezondheid niet beter experimenteel dan wel toch weer observationeel moet zijn. Dezelfde Willett, met wie ik al heel lang een appeltje te schillen heb, heeft Lluis beloofd daar zijn zegje te komen doen en wie weet, haal ik hem overmorgen definitief van zijn voetstuk. We zullen zien!

Zoals jullie intussen wel weten, is de dubbele El Corte Inglés-winkel hier een winkel naar mijn hart. De naam betekent letterlijk “De Engelse snit, pasvorm”, een ongebruikelijke, maar intussen overbekende naam. De schutkleur van de gevelnaam is groen en op de diverse aankondigingen en verpakkingen zijn vooral om en om vele groene en zwarte vlaggetjes op een witte achtergrond te bespeuren.
Omdat zo ongeveer iederemuziekliefhebber vandaag de dag straffeloos zijn muziek downloadt van het internet, is de CD-afdeling langzaam aan gekrompen tot een steeds kleinere bedoeling. Echt veel aan Cd’s staat er niet meer, zelfs niet bij grootgrutter El Corte Inglés. Gelukkig constateer ik bij mijn eerste hernieuwde bezoek dat Serrat nog steeds vertegenwoordigd is, met een cassette van 4 Cd’s (“Antología desordenada”, 50 nummers waaronder diverse duetten) en ook nog eens samen met JoaquinSabina op de CD “El symbolo y el cuate” (symbolo met een y en dat cuate staat voor tweelingbroer, vriend). Ook MaríaDoloresPradera doet nog steeds mee, nu met haar dubbel-cd“Originales”.

Afgelopen donderdag had iets bijzonders. Ik zou bezoek krijgen van Ton, Marion, hun kinderen en aanhang. Helaas was Ton ziek – hij is zelfs vrijdagavond met Marion met het vliegtuig terug naar Nederland gegaan – en dus moest ik me tevreden stellen met Rik & Marc en Paulien & Floor. Ook die mogen er zijn! Ik ben iemand die gewoonlijk iets te royaal eten en drank inslaat, als er bezoek komt. Deze keer kon zelfs de diepvries na afloop nog behoorlijk gevuld worden, o.a. met stokbrood. Ik geloof in “de proef of de som” en nu gaat eens blijken of bijv. bruin brood, “integral” heet dat hier, nog knapperig is, als het dagen later ontdooid wordt.
Om even vóór 12 kwamen ze aanzetten. Eerst moest er beneden bij Carlos een drankje genomen worden, was de binnenkomer en pas daarna was het tijd voor mijn smakelijke lunch. Zo gezegd, zo gedaan. Ze namen het er eerst beneden van en lieten zich daarna mijn eetwaren goed smaken. Vervolgens moest voor de mannen Fabricio nog even op de draaitafel: “’t Leve zit mét”, “Bel Lando”, waarna ze gevieren monter richting Las Arenas togen. Toen ik ze om vijf uur bij La Oliva aan de boulevard weer terugzag, werd mij als intro gewezen op een kleren-outletwinkel daar van El Corte Inglés in het winkelcentrum. Die gaf 70% korting op de normale prijs, dus die zaak konden ze me van ganser harte aanraden. We eindigden ons rendez-vous met een copieuze maaltijd bij Casa Carmelo. O.a. kreeg Rik zijn malse biefstuk met pepersausen Marc koos voor de lamskoteletjes. De dames en ik beperkten ons bescheiden tot een spies, met gepofte aardappel en gebakken paprika. Om even vóór 8 leverde ik ze voldaan af op Santa Catalina af voor de bus terug naar Playa del Inglés. Zij gingen gisteren weer terug naar Nederland.

Vrijdagavond was ik het slachtoffer van klein leed. Vlak voor het scheiden van de markt ging ik nog even langs mijn Spar in de Alfredo Jones en kocht daar twee 1,5 literflessen vruchtensap, een met piña-coco (ananas met cocosnoot) en een met melocotón (perzik). Ik was daarvoor zegge en schrijve 2 euro kwijt, maar die had ik niet paraat aan de kassa. Dus betaalde ik met een briefje van 5 euro, waarop de (nieuwe) kassière mij eerst aankeek en mij toen geen geld meer wou teruggeven. Ik vertellen dat ik nog drie euro tegoed had, maar dat ontkende ze vervolgens in alle toonaarden. Ik had haar volgens haar zeggen precies twee euro gegeven en geen cent meer. Ik mopperen, de bazin van de kassièresmoest er zelfs aan te pas komen, maar die wist zo vlug ook niet wie van ons tweeën nou gelijk had (ik natuurlijk). En toen kwam een kanariepiet, die achter mij stond, in het geweer. Hij had mij onmiskenbaar met het vijf eurobiljet zien zwaaien en verklaarde zich volledig op mijn hand. Dat gaf zonder meer de doorslag. Ik kreeg alsnog, zij het onder protest van de kassière, mijn resterende drie euro en verliet enigszins ontdaan de winkel. En ik weet het: het gaat om niks, maar toch…

Zaterdagvond ging mijn uitje naar het stuk van Santa Catalina tussen het terras van La Alemana en het station van de streekbussen. Daar was het festijn “Moda cálida” in volle gang, warme mode of is het kwalitatief hoogstaande mode, met tientallen kraampjes en de nodige cafés. Ik kan het niet helpen, misschien heb ik te weinig op met mode. Hoe dan ook, ik vond er niet veel aan en goedkoop waren de diverse aanbiedingen evenmin. Bovendien kwam ik ook nog eens niemand tegen die om een praatje van mij verlegen was. Dus was ik al vrij snel weer terug op mijn vertrouwd terrein, tussen de schuifelaars over de boulevard.

In mijn bus 12 terug naar Santa Catalina, afgelopen dinsdag, stapte een wat suffe jongen in die op zijn smoezelige T-shirt de zin had staan: “Hoy no puedo me levantar”, vandaag sta ik maar eens niet op. Om zijn zaak kracht bij te zetten was er op het truitje een bed bijgetekend, waarin overduidelijk iemand lag te pitten.
En gisterochend moest ik op de markt, de rastro zijn om daar een nieuw sleuteletuitje te kopen. Is dat in het Spaans een “estuche de llaves”? Ik had er net mijn 1 euro voor betaald, toen ik hem zag lopen, een echt buitenmaatse Palmees met, alweer, een T-shirt met opschrift. Daarop stond deze keer in kapitalen: “AHORRA AGUA. BEBE CERVEZA”, Wees zuinig met water. Drink bier.Het opschrift moge niet splinternieuw zijn, leuk blijft het.
Heb ik jullie hiermee ook mijn Spaans lesje gegeven? Doe het er maar voor.

Is mijn tweede brief aldus pakkend genoeg? Dan zuig ik er hierbij een puntje aan. Laat ik verzuchten dat ik de uitverkiezing van het carnavalsliedje voor de zoveelste keer gemist heb, maar of ik dat heel erg vind? Een mens kan niet alles hebben. Het is hier mooi weer, het congres van Lluis is druk doende en ik ben intussen alweer in boek 4 bezig. Voor mijn commentaar op de eerste drie verwijs ik naar de boekenbijlage. Ik wens het jullie. Mijn volgende brief komt a.s. vrijdag en als dat om de een of andere reden niet lukt, a.s. maandag. D’n 11de van d’n 11de hebben we dan al achter de rug, want die dag is morgen al. Tot ziens maar weer, hastaluego, met de compleminte van PaulKº, met een º op het eind.

BOEKENBIJLAGE

Ik liep allereerst afgelopen week naar de boekenafdeling van El Corte Inglés om jullie kond te doen van enkele toppers van dit moment. Helaas zag ik op de prominentste plekken vooral damesboeken in veelvoud liggen, die mij – dat moge bekend zijn – meestal niet erg bevallen. Vooruit, eentje was After, ook in het Spaans, van ene Anne Todd; dat lijkt me wel te pruimen. Zelf ben ik veel meer een fan van bijv. Ken Follett, met zijn diverse meesterwerken. Het allerlaatste, “El umbral de la eternidad”, Edge of eternity in het Engels, was gelukkig ook ruim voorradig. Dat ga ik zeker nog eens lezen. En om het af te leren geef ik jullie ook nog “Milena o el fémur más bello del mundo” van ene Jorge Zepeta Patterson en de nieuwste uitgave van de “Diccionario de la lengua Española”. Het verbaast me dat het woordenboek nog steeds in boekvorm te krijgen is. Tegenwoordig zoek je woorden via het internet op, toch?

Dat als inleiding gezegd hebbend mag ik dan nu jullie aandacht voor de boeken die de afgelopen week mijn aandacht hebben gekregen. Aan het eerste daarvan begon ik in het vliegtuig hiernaartoe en eerlijk is eerlijk, ik had het afgelopen maandagavond al uit. Het had dus nog net meegekund in mijn vorige brief. Echter, ik had voor mijn vorige een al zo lange lijst boeken dat ik nu pas aan de recensie toe kom.
We hebben het over “Mirror maze” van William Bayer uit 1994.Hoe ik het ooit bemachtigd heb, ben ik kwijt. Het speelt in New York en omgeving, waar politie luitenant Frank Janek (44 jaar) met de nodige moorden geconfronteerd wordt. Terzijde, “maze” staat voor doolhof en een “mirror maze” zou in kermistaal een spiegelpaleis genoemd worden. In het heden gaat het vooral om het verscheiden van ene Dietz, nadat die door een enigszins gekke, maar artistieke dame, Gelsey verleid en beroofd is. De dame zelf is eerder bij herhaling verkracht door haar vader in een spiegelkelder thuis. Nu zitten o.a. een computerboef en haar voormalige bazin Diana achter haar aan. Het tweede moordgeval is van zeven jaar eerder. Toen werd ene Edith Mendoza doodgeslagen plus ook nog een paar anderen en haar man Jake zit daarvoor nog steeds in de gevangenis. Wie heeft de verscheidene misdaden op zijn of haar geweten?
Ik vind “Mirror maze”best een aardig boek en daarbij is het nog spannend ook. Alleen komt de eindscène mij een beetje als “te” over. Schrijver William Bayer moet het daarom doen met net geen 8, een 8- om precies te zijn.

Gaan we naar nummertje twee, Strip Jack van Ian Rankin. Het is een vroeg boek van hem, zijn vierde, uit 1992, en het speelt grotendeels in het Schotse Edinburgh en een beetje meer naar het noorden. Strip Jack is eigenlijk Strip Jack Naked, een kaartspel.
Detective inspector(DI) John Rebus en in dit boek nog pas in de veertig. Hij neemt het op tegen een groepje mensen die elkaar al van school vroeger kennen en nog altijd vrienden zijn. Een van hen zou de moordenaar zijn van Liz Jack, een zonder meer frivole dame. Uiteraard is haar man en kamerlid Gregor Jack verdachte, bijnaam Beggar. Hij is net betrapt in een hoerenkast en dat vindt zijn omgeving bepaald niet leuk. Anderen van het groepje zijn Bilbo, Blake, Mack, Sexton, Suey en Tampon en dan laat ik de diverse vrienden van Liz maar buiten beschouwing. Ook hier is de onverbiddelijke vraag: heeft een van hen Liz vermoord en zo ja, wie in Godsnaam?
Wat is het verschil tussen Scots en Scotch? Zoek het maar op! En jullie wisten toch wel dat een (Kapitein) haddock een schelvis is? Dan ga ik naar “Many a mickle makes a muckle”; dat is het equivalent van “Vele kleintjes maken een grote”.
Met Ian Rankin is niks mis, ook niet met zijn vroege boeken. En zijn Schots in dit boek mag er zijn. Ik heb “Strip Jack” met plezier gelezen en zo hoort het ook bij een Rankin. Ik geef er, net als voor ”Mirror maze”, een 8- voor. Een volle 8 en hoger reserveer ik voor de latere boeken, als de plots van de schrijver ietsje meer gerijpt zijn.

Op mijn alweer 68steverjaardag kreeg ik van Ton & Marion de allerlaatste Slaughter cadeau. De koningin van je politieroman uit Atlanta, die in de Dominikanerkerk boeken had gesigneerd, had er zelfs “Happy birthday, Paul” ingeschreven.Het betrof, uit 2014, “Coptown”, foutief in het Nederlands vertaald met “Veroordeeld”.
Het boek gaat over de eerste politiedagen van agente Kate Murphy. Ze heeft vooral te maken met de collega’s Jimmy Lawson en haar zus Maggie en daarnaast met o.a. Gail Patterson en nog een heel stel andere agenten, die ik hier niet zal gaan opsommen. Onlangs zijn er in Atlanta vier agenten vermoord en net is daar de partner van Jimmy, Don Wesley, bijgekomen. Wie heeft dat nou weer op zijn malafide geweten? Pas als Kate en Maggie een bezoek brengen aan café Dabbler’s (en Kate aan een orthopedisch chirurg), komt er echt schot in de zaak.
Weten jullie al dat een smous een ander woord is voor een jood? Maar wat is een mezouza? En om jullie slang op te poetsen: wat is een hogleg? Het eerste is een doosje aan de deur als amulet en het tweede een revolver, een blaffer.
“Cop town” moge dan wellicht niet het prachtigste boek van Karin Slaughter zijn, bijblijven zal het me wel. De racistische opmerkingen van blanke agenten in de richting van de rest (bijv. zwarten, homo’s, agentes) zijn in het boek schering en inslag. Het boek vind ik spannend genoeg, ook valt er, bijv. met Gail, best wat te gniffelen. Alleen is het einde m.i. enigszins ondermaats, iets te gezocht. Dus gaat ook “Coptown” alweer met net geen “echt goed” terug in de mand; een 8- lijkt me ten derde maal een eerlijk cijfer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten