dinsdag 25 november 2014

Weblogbrief 10.05. 25 november 2014

Weblogbrief 10.05, 25 november 2014

Queridos godos, nee dat zal ik moeten toelichten. “Godos” staat niet voor godheden, maar – naast Gothen - voor vastelanders. Dat zijn bewoners (m/v) van het schiereiland van Spanje, evt. ook de rest van Europa, gezien door de spottende bril van Canariërs. Even goed, queridos godos, hier ben ik weer.
Ik had jullie pas voor donderdag of vrijdag een nieuwe brief toegezegd, maar het wordt dus vanmiddag al, 25 november. Afgelopen vrijdagmiddag laat liep ik Jorge tegen het lijf en die wilde mij vanmiddag wel een nieuwe versie van Panda, een bekend antivirusprogramma, waarop de universiteit hier geabonneerd is, op mijn computer zetten, vandaar. Overigens, morgen hoopt hij herkozen te worden als rechterhand van de decaan, voor student-onderwijszaken van en naar de medische faculteit van de ULPGC (we leven in een tijd van afkortingen). In dat geval is Lluis hem voor de komende twee jaar alweer min of meer kwijt, want als Jorge eenmaal een hoofdtaak heeft, heeft hij voor andere dingen haast geen tijd meer. Ik neem aan dat dat ook de reden is waarom hij mij de afgelopen twee jaar aanzienlijk minder bedeeld heeft.
En toen dacht ik vrijdagavond: als ik toch nog op dinsdagmiddag in het nieuwe faculteitsgebouw moet zijn, kan ik net zo goed dan al een nieuwe, maar wat beperktere weblogbrief posten. Hier is-t-ie.

Laat ik beginnen met het begin van de vrijdagavond te memoreren. Om half 6 verliet ik die dag het oude faculteitsgebouw bij het San José ziekenhuis met de bedoeling om op mijn gemak naar de buurt van de kathedraal in Vegueta en de winkelstraten van Triana te wandelen. Ik had net een paar honderd meter gelopen, toen het begon te regenen en niet zo’n beetje ook. Bovendien kwam een wind opzetten die je niet van de straat blies, maar gewoon doorkuieren was er niet meer bij. Dus ben ik toch maar in bus 12 naar huis gestapt. Op Santa Catalina aangekomen - of preciezer de halte erna, want die is nog dichter bij mijn straat - plensde het nog steeds en wie ben ik om dan niet voor een drankje en zoutjes op mijn balkon te kiezen. Aldus kon ik tevens een ferme duik in mijn nieuwe boek op de e-reader nemen. Ik weet het, vrijdagavond in een stad als Las Palmas, dan hoor je toch minstens enkele bloemetjes buiten te zetten. Echter, soms vind ik het best lekker om vanaf mijn balkon de natte wereld beneden te bekijken. Om half 11 zocht ik geheel voldaan mijn bed op.

Over de vrijdagmiddag moeten we het nog even hebben. Hebben jullie al naar www.mestreechtertaol.nl gekeken? Ik heb er al meer dan een uur aan gespendeerd en wat is hij mooi! Wat is “site” trouwens in goed Nederlands en goed Maastrichts?
Ik begin met een citaat uit het Sermoen van 1729: “…iech sal uch bewiesen dat et Mastreegs de beste van alle taulen is…”. Is dat geen binnenkomer? Toen bekeek ik een aantal korte filmpjes, waarin bekende Maastrichtenaren, zoals Theo Bovens, Pie Castermans, Ron Elsen en Fons Kurris uitlegden dat ze echte Maastrichtenaren waren. Ik begon met de woorden harmonica, mondharmonica en trekharmonica, die voor mij stante pede in goed A.B.M. vertaald werden. Omgekeerd was er ook niks mis met de vertaling naar het Nederlands van woorden als “bougie, kemissie, rijstartel, sjogkel, sjevraoj”. Daarna heb ik een aantal woordjes geprobeerd, waarvan ik me al langer afvraag hoe ze in het Maastrichts gespeld moeten worden, woorden als juist, goede, hier, lastig, politie, rug. Voor wie het nog steeds niet weet, dat is “zjus, gooje, hei, lesteg, pelitie, rögk”. Binnen tijd van niks zat ik vervolgens tegen een keurige samenvatting van de Maastrichtse spelling aan te kijken, waarna een inkijkje in de grammatica en de etymologie volgde of het niks was. Voor de deugnieten onder jullie zocht ik ook een paar uitdrukkingen op die bij “stroont” en bij “pisse” hoorden. Van allebei vond ik elf stuks.
Ik kan er bijna niet over ophouden: die splinternieuwe “site” van www.mestreechtertaol.nl hoort sinds nu bij mijn favorieten, mijn apps, op de computer.

Muziek! Daarvoor ga ik deze keer terug naar ik geloof 1992, toen ik op doorreis voor mijn werk van Iguazu op een punt van Brazilië, Argentinië en Paraguay (weer eens een ander drielandenpunt) naar McMaster in Hamilton, Canada was. De hele week ertussen had ik vrij en die gebruikte ik om Buenos Aires te “doen”. Daar in die prachtige stad maakte ik destijds uitgebreid kennis met de oude tangomuziek en de diverse bijbehorende orkesten. Ik kocht er cassettebandjes van zanger Carlos Gardel en van de orkesten van Anibal Troilo, van Juan D’Arienzo en van Osvaldo Pugliese.
We zijn intussen ruim twintig jaar verder. Mijn belangstelling voor tangomuziek is er nog steeds en had een jaar terug al vele tientallen Cd’s. Via Viviane van Kempen uit Maastricht kreeg ik het contactadres van een tango-fanaat uit Cadier en Keer en bij hem op bezoek kon ik mijn verzameling in één middag verdubbelen. Hij had misschien wel meer dan 1000 Cd’s van tango’s en was bereid om van alle orkestleiders er eentje af te staan.
Uit zijn verzameling van toen kies ik hier een Cd van de oude meester Pugliese. Hij is van 1905 en werd 80 jaar. Van hem presenteer ik, met enige overmoed, de Cd “A Los Amigos, Reliquias”. Ze is uit 1996, het jaar na zijn dood; er staan zestien behartenswaardige instrumentale nummers op. Ik denk tussendoor: hoe bedenk je daar de namen van, van al die nummers, als je (meestal) geen enkele tekstaanwijzing hebt. Maar goed, mooi blijven ze, stuk voor stuk. Hier komen ze:
01.La Chachila
02.Quejas De Bandoneón
03.La Guitarrita
04.Nieve De Julio
05.Alma De Bohemio
06.Chiqué
07.El Africano
08.Emancipación
09.Unión Civica
10.A Los Amigos
11.La Bordona
12.Arrabal
13.Camandulaje
14.El Andariego
15.Ojos Negros
16.Tinta Roja
Het is allemaal zeer wel te verdragen, de bandoleónmuziek van orkestleider en pianist Osvaldo Pugliese en zijn maten. Echte uitschieters ga ik hier niet noemen. Ik heb trouwens ook een Cd van hem samen met Astor Piazzolla, “Finally Together”. Wie weet, komt die in mijn muziekhoekje ook nog eens aan bod.

Zaterdagmorgen heb ik eerst zitten lezen, maar om 11 uur was het droog en tijd om, fris gewassen en aangekleed, in de richting van de grote overdekte markt hier, “el mercado central” te gaan, o.a. om “pulpo” en “ensalada rusa” in te slaan. Ik was net op weg, toen om de hoek Lorena kwam aanzetten, die samen met een vriendin (de naam ben ik kwijt) naar mij op weg was om samen “iets te gebruiken” bij Souza. Dat is een nieuw terras bij mij in de straat. Ik mee terug naar de Luis Morote voor een café americano (met water), Lorena nam een café solo en de vriendin een kopje thee.
De dames namen er allebei ook een broodje “pata asada” bij, Lorena zelfs met Gouda-kaas erboven op. Ik moest omstandig vertellen over vooral mijn Cuba-reis en ook over het congres over voeding en gezondheid. De vriendin was Canarische, maar woonde al drie jaar in Engeland, bij Manchester (vandaar de thee?). Ze werkte er als vet, veterinaria, dierenarts. Haar specialiteit was kleine huisdieren zoals katten en honden. Toen Lorena een foto liet zien voor wat ze voor een konijntje aanzag, vertelde ze zonder omhaal dat het een “prairie dog” was. Wat zal ik er verder van zeggen; het was een aangename ontmoeting. Na drie kwartier gingen de dames door naar het plaatsje Santa Brigida, ergens midden op het eiland en ik mocht alsnog naar mijn markt.
Op de terugweg werd mijn doorgang bij de Tomas Miller ter hoogte van Maya (horloges, fototoestellen e.d.) versperd door een groep demonstranten. Zij waren kennelijk door het bedrijf ontslagen, net zoals collega’s van hen elders in Spanje: “Maya no paga”, “123 trabajadores a la calle”, “nuestros no tienen que comer”. Het is me wat! En toch, ook ik vind dat Maya zijn mensen netjes moet behandelen, crisis of niet.
Op de terugweg naar huis begon het voor de zoveelste keer te plenzen. Wat mij op de vraag brengt: wat is het verschil tussen “húmedo” en “mojado”? Volgens mij betekenen ze allebei vochtig, nat, maar is er onderscheid? Bij “húmedo” vind ik als voorbeelden in mijn woordenboek: “clíma húmedo”, vochtig klimaat, en “la colada está húmedo todavia”, de was is nog nat. Bij het woord “mojado” zie ik geen voorbeeld, maar ik heb het wel eens bij een wegdek gezien: “asfalto mojado” en bij een pas geschrobde vloer: “suelo mojado”, maar ben ook al “piso húmedo” tegengekomen. Ik denk eigenlijk dat er geen enkel verschil tussen de twee is. Ik zal nog eens rondvragen.

Wij hier van Las Palmas worden door de stad op allerlei manieren aangespoord om ons afval ordentelijk te scheiden en vervolgens in de groene, gele, blauwe dan wel zwarte afvalbak te deponeren. “Orgullosos de lo nuestro. Orgullosos de reciclar” heet het hier, “orgulloso” is Spaans voor trots. “gruuts” op zijn Maastrichts.
En dan komt hier mijn retorische vraag: en wat word ik verondersteld te doen met een glazen flesje met een min of meer plastic dekseltje? En met het papieren etiket op een plastic verpakking? Hoef ik het scheiden niet al te pietje precies te nemen? Marja, kun jij dat misschien eens vragen aan je twee vrienden die daar op je werk, de Maastrichtse Toeleverings Bedrijven, over gaan?

Het afgelopen weekend was het bepaald geen stralend zomerweer, ook op de zondag niet. Zelfs heb ik bij mijn spaarzame uitjes, in navolging van de autochtonen, een paraplu meegenomen. (Ik herinner me opeens hoe ik een decennium terug gewapend met een splinternieuwe paraplu van de U.M. naar mijn eerste afspraak met Jorge op de faculteit was gegaan. Die overhandigde ik hem toen bij de zonovergoten buitendeur van het gebouw als welkomstgeschenk. Of hij hem nog heeft, moet ik hem toch eens vragen.)
Op de zaterdagavond zat ik, met drank en spijs, op mijn balkon, toen om half 10 een groepje van vijf Mexicaanse muzikanten door de straat kwam, met erom heen fans en aanhang. Ze hadden allemaal een zwarte, breedgerande grote hoed op, die volgens Marij meer dan tien kilo weegt. (Leon heeft er eens een van een klant gekregen.). De bijbehorende instrumenten van de groep waren een grote trommel, enkele trompetten en een gitaar. De gitaar hoorde bij een man die ook voor de onmiskenbare zang zorgde. Zo mooi als Chavela Vargas of Los Panchos klonk hij niet, maar het was alles bij elkaar toch aardig te pruimen. Zo krijg je zelfs in huis toch nog iets mee van de sfeer hier op een natte zaterdagavond.
De zondag was qua weer nog erger dan de zaterdag. Wat een kutweer! Hoe ga ik dat in het Spaans vertalen? “Tiempo de coño? Coño de tiempo? Of wordt het “tiempo de mierda”? In ieder geval is kut met peren in het Spaans “que coñazo”, dat slaat als kut op Dirk is ” no pega ni con mocos” en voor de kat zijn kut is hier “al pedo”. Er stond de hele dag een behoorlijke wind en, hoe zal ik het zeggen, tussen de buien was het droog. Ik had ’s ochtends een was gedraaid, maar die kon ik met goed fatsoen niet buiten te drogen hangen. Op de rommelmarkt, waar ik voor een Duits brood bij Zipf moest zijn, waren de helft van de kraampjes niet opgezet. En ’s avonds liep ik bijna in mijn uppie, met een paraplu in de aanslag, op de boulevard. Ik was blij, toen ik me met goed fatsoen naar het internetcafé in mijn straat kon begeven. Eerder had ik al een mooie foto van Eva en de “nietas” uit Zuid-Afrika gekregen, maar daar kwam er nu een bij met op de achtergrond, volgens Eva, 600 pinguïns. Wij, holandeses, zetten dan een trema, een umlaut op de i. In Spanje is het pingüino met het trema op de u; verschil moet er zijn. Mag ik het daarbij laten voor het ware herfstweekend…

Om jullie op te fleuren op de zondagavond kom ik nu met een vraag: noem mij eens tien artiesten, vooruit vijf, die het nummer “Making Believe” op de plaat hebben gezet? Ik verklap alvast dat eentje een duo is bestaande uit Conway Twitty & Loretta Lynn, twee mensen die voor country & westernmuziek veel betekend hebben. Los daarvan is Conway Twitty solo uiteraard vereeuwigd met zijn “It’s only make believe”, wat er qua titel wel op lijkt. En daarnaast zijn er meer bekende man-vrouw duo’s in de C&W-wereld zoals George Jones & Tammy Wynette en Porter Wagoner & (de jonge,1967-1976) Dolly Parton, van wie ik zelfs een hele box muziek heb met daarbij een imposant fotoboek.
Ik weet niet zeker of ik Ella Fitzgerald en de Ink Spots wel tot mijn rijtje van “Making Believe” artiesten mag rekenen. Hun lied heet “I’m Making Believe” en als ik ernaar luister, is het een totaal ander nummer. Blijven op mijn harde schijf over: Cab Calloway, Duane Eddy, Dolly Parton, Emmylou Harris, Floyd Cramer, Kitty Wells, Lefty Frizzell en Wanda Jackson. Met Conway Twitty & Loretta Lynn erbij kom ik op negen versies in mijn collectie.

Gelukkig was het maandag, gisteren dus, alweer veel beter weer. Het regende niet meer en zelfs liet het zonnetje zich weer even zien in de middag. De was, die ik eerder over stoelen en banken had verspreid, kon weer gewoon buiten hangen en was in een mum van tijd droog.
Gisteravond had ik enige moeite met de i in N.B. Nederlandse woorden. Is het minitieus of minutieus? Het antwoord is minutieus, “minucioso” in het Spaans, terwijl bijv. miniatuur wel met een e is. En hoe schrijf je lineaal, met een e of een i? Lineair is met een e, maar liniaal met een i. In het Spaans zeg je: regla.

Ik had met mezelf afgesproken dat ik deze winter niks verkeerds zou zeggen over de “feestmaand” december, maar een enkel woordje moet zo maar kunnen. Jullie in Nederland hoeven het engelenhaar, de lampkes, ballen en piek nog niet van stal te halen om een driehoekige boom mee te versieren, want je hebt eerst nog sinterklaas te vieren met tegenwoordig Pieten in alle kleuren van de regenboog. Pas over een week of twee is het bij jullie tijd voor Rudolf the rednose reindeer (“Rodolfo, el reno con nariz roja”) en de bejaarde baardman in rood pak met muts met zijn arreslee (trineo”) erachter. Dan pas mag de kerstman in Nederland op de buis en in de winkels weer mooi weer spelen.
Hier in Las Palmas bestaat San Nicolás niet en dus schroomt men niet om ons al in november met “papá Noel” lekker te maken. Laat ik in deze brief volstaan met te zeggen dat ik al mensen met een plastic kerstboom (“árbol de plástico de navidad”) over straat heb zien sjouwen. (Een echte “dennen”boom zou, als hij nu al zou worden opgezet, te veel gaan “ruzele”.)

Ik zag een foldertje liggen van restaurante Grill Casa Carmelo. Hun specialiteit is “carnes a la brasa”, gegrild vlees, op houtskool neem ik maar aan. Iedereen die naar Las Palmas komt, raad ik aan om daar eens te gaan eten. Het eten is er werkelijk “delicioso” en bovendien krijg je er geen “plato, maar een “platón” vlees geserveerd.
Casa Carmelo is een broertje van een visrestaurant hier aan de “puntilla”, het noordpunt van de stad. Het visrestaurant heet “La Marinera”, het is half overdekt en wie meer in vis dan vlees eten ziet, kan ik aanraden om daar maar eens plaats te nemen voor een visje op het droge, wel een “comida tipico Canaria, con productos frescos”. Persoonlijk vind ik de bediening bij La Marinera ietsje minder; de obers neigen ertoe om je bord te snel weg te pakken, als je net klaar met eten bent. Aan de andere kant zie ik de zaak wel als een van de betere eetgelegenheden in mijn deel van de stad.
Jullie willen namen van gerechten van La Marinera? Dan geef ik hier de namen van de diverse “tapas” en “raciones” die op de folder staan afgebeeld: “Ensaladas”, “croquetas”, “pulpo”, “gambas de ajillo”, “calamares”, “papas arrugadas” en (moeilijk te vertalen, een soort sardientjes?) “pejinos/longorones”. Duur zijn ze niet en uiteraard staat er ook een mooie “paello de marisco” op de kaart. Met Jorge en Trudie heb ik er lang geleden eens copieus geluncht, met Trudie solo heb ik er eens “vieja” gegeten, een vis die alleen hier in de buurt actief is (als hij nog “pez” heet en niet al “pescado”) en ik herinner me ook nog een gezamenlijke maaltijd met Eva, nadat we eerst net iets teveel sambuco gedronken hadden in een terras.

Hierbij verklap ik dat mijn rubriek uitgebreid Spaans onderricht de geest heeft gegeven. Doe het maar met kleinigheden zoals “gambas de ajillo”, gamba’s in de knoflook, en “paella de marisco”, paella van schelpdieren. Op deze dinsdag zo’n vijf weken voor “Nochevieja”, oudejaarsavond, beperk ik mij ertoe om jullie voor de komende dagen niet het weer toe te wensen dat ik het afgelopen weekend heb mogen verduren. Het is wel over hier, dat natte gedoe. Het leven is alweer zo aangenaam dat ik vanochtend in alle rust op mijn balkon kan plaatsnemen en daarna naar de universiteit kan bussen voor Jorge’s Panda en om deze brief naar jullie, godos, te versturen. Mijn volgende blog komt waarschijnlijk pas a.s. maandag, als ik toch naar de universiteit moet voor mijn huur aan Lluis. In the meantime, keep cool, “entrotanto, mantenga la sangre fría”, en tot ziens maar weer, a luego, PaulKXX (met twee kusjes, zoals dat hier hoort).

BOEKENBIJLAGE

Wie omkomt in de tijd, kan veel lezen. Afgelopen vrijdagochtend ben ik begonnen aan een boek van Ken Follett dat ik al in het voorjaar bij jullie onder de aandacht heb gebracht. Ik had toen het epische “World Without End” uit 2007 gelezen en zag dat op mijn e-reader nog een eerder middeleeuws werk van hem stond, “The Pillars Of The Earth”, in Nederlandse vertaling uit 1989. Daaraan ben ik vrijdag met voortvarendheid begonnen. Echter, het boek is 875 bladzijden dik en ik ben nu op ongeveer driekwart. Dus laat een bespreking ervan nog een brief op zich wachten.
Als doekje voor het bloeden vertel ik jullie wel alvast dat de man, geboren in 1949 in Cardiff, onlangs een trilogie heeft voltooid die t.z.t. zeker ook nog eens bij mij aan de beurt komt. Ik heb het over achtereenvolgens “Fail Of Giants” uit 2010, “Winter Of the World” uit 2012 en het onlangs verschenen, “Edge Of Eternity” uit 2014, een bestseller op dit moment. Dat wordt echt een klus! (En om onduidelijke reden moet “The Third Twin” uit 1997 er ook nog eens aan geloven; dat vind ik nog eens een mooie titel voor een boek.) Hoe dan ook, hier houdt mijn boekenbijlage voor deze brief al op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten