maandag 19 januari 2015

Weblogbrief 10.15, 19 januari 2015

Weblogbrief 10.15, 19 januari 20

¿Cómo lo haceïs? palillos y regordetes, hoe doen jullie het, bonenstaken en dikzakken? Hebben jullie gistermiddag nog acte de présence gegeven op de markt? Zijn jullie nog aan het bier geweestna het “oetrope”? “’t Is miech get!” En toch, de tiende maand (december) is al bijna drie weken geweest en we zitten met onsgoede goed volop in de overbruggingstijd naar de maand van de god Mars (maart).
Hier duurt het nog even voordat de “pregón”, de opening van het carnaval als ultieme feest vlak voordat het voorjaar begint, zich aandient. Op 31 januari, de verjaardag van Bea en Rik, is het hier te doen op Plaza Ana bij de kathedraal. Dan gaat Tito Rosales van murga los Chancletas mij en de rest van de stad de les lezen en mogen we met goed fatsoen voor het eerst een dansje maken op de “himno al carnaval” van Sindo Saavedra. De dag voordat ik naar Maastricht afreis om jullie te ontmoeten, is hier om 5 uur de “cabalgata infantil”, de kinderoptocht, die we – hoe is het mogelijk – in mijn geboortestad op het stort hebben geflikkerd.
De afgelopen week is het opvallend rustig geweest. Laat ik vooraan beginnen met mijn schamele wapenfeiten. Op de eerste dag na de vorige brief is mijn prikbord van de muur is gevallen, toen ik het met een paar nieuwe foto’s wilde verrijken. Het zit vast met twee haakjes aan de bovenachterkant en die kwamen een voor een los van de muur. Dan heb je minimaal een hamer nodig om ze er weer in te krijgen. Daarvoor moest ik maar eens een beroep doen op de Indiër van EK Electronics beneden of anders Carlos of zijn maat van cafetaríaNuevoMurias.
Maar wat is ook al weer een hamer in het Spaans? Met Paco van school vroeger heb ik eens een heel rijtje dingen uit de gereedschapskist doorgenomen. Ik ga hier voor jullie op herhaling. Een hamer is een “martillo”, waarmee je een dun haakje, “clavo de gancho” simpel in een muur kunt slaan. Terzijde, een spijker is een “clavo”, een haak een “gancho”. Als je iets met een schroef wilt, dat is een “tornillo”, terwijl een schroevendraaier een “destornillador” is. (Is hij vooral bedoeld om schroeven los te draaien?) Willen jullie er nog een aantal? Een nijptang is een “tenazas”, zoals “tijeras”, schaar, meestal in het meervoud. Een moer is een “tuerca” en een sleutel om iets vast of los te draaien is een “llave”, bijv. een “llave fija” is een moersleutel. Eenhandzaag heet hier “serrucho”, ook wel sierra (de mano). En voor de echte “bricolador”, doe-het-zelver: een boortje is een “taladro”; het hoort thuis in een “taladradora”, boormachine.

Intussen zitten jullie natuurlijk om muziek verlegen. In mijn sectie “Engelstalige Folk, Country” zit een dubbel-cd genaamd “Hills of home” met daarop 40 nummers van allerlei mensen. De ondertitel is: “25 Years Of Folk Music On Rounder Records”. Daar staat van alles op dat naar mijn smaak is, te beginnen met Woody Guthrie’s Do-re-mi. (Dat Do van Do-Re-Mi staat voor “dough”, poen. Zonder poen heb je volgens hem in Californië weinig te zoeken.) Andere mooie nummers zijn bijv. het instrumentale “Silver Bell” van Country Cooking”, idem dito “College Hornpipe” van Mark O’Connor, “My babe” vanJohnny Woods & Mississippi Fred McDowell en “Baby please don’t go” van Bill Moressey & Greg Brown. Echter, veertig stuks is me wat veel om de revue te laten passeren. Dus ga ik me hier beperken tot de tien nummers van de (vooral) dames op de dubbel-cd. Hier zijn ze, zo waar te beginnen met, of ik het bedacht heb, een Spaanstalig liedje:
1.10.Corazón Viajero
Tish Hinojosa
1.13.One Dime Blues
Etta Baker
1.15.Trials Troubles Tribulations
E.C. & Oma Ball
1.17.The Memory Of Your Smile
Maria Muldaur, David Grisman& Mike Seeger
1.18.Never Will GiveUp
Alison Krauss &The Cox Family
2.03.Old Country Stomp
Jody Stechet &Kate Brislin (dames?)
2.07.Hills Of Home
Hazel Dickens
2.12.Aloha means I Love You
The Tao Moe Family
2.15.High On A Mountain
Ola Belle Reed
2.20.Who Will Watch The Home Place?
Laurie Lewis
Dat lijkt me een aimabel lijstje, dat jullie waarschijnlijk geen van alle kennen, op wellicht Allison Krauss na. Maar luister eens, eventueel alleen in gedachte, naar Etta Baker’s gitaar op “One Dime Blues”. Van haar wil ik via het Rotterdamse Muziekweb best wel enkele hele Cd’s in mijn bezit krijgen. En wat vinden jullie van Hazel Dickens’ “Hills Of Home”, het titelnummer van de dubbel-cd? Of “Aloha means I Love You” van The Tao Moe Family, de Amerikaanse KilimaHawaiins.
Wel beloof ik jullie nu al dat mijn volgende muziekkeuze niet van dames zal zijn. Het moet niet te gek worden!

Woensdagavond deed ik een nieuwe poging om weer eens naar het filiaaltje van de bibliotheek aan Las Canteras te gaan. Deze keer was het wel open en, dat zeg ik er maar bij, zat de kleine leesruimte helemaal vol. Ik kon nog net een plaatsje aan een van de achterste tafels bemachtigen. Waren mijn regionale kranten allebei weg. Ik wierp een blik in El País en El Mundo, maar ik ging toch vooral voor het plaatselijke nieuws. Even later zat ik dan toch met La Provincia voor mijn neus. De krant bestaat al meer dan honderd jaar en kost maar € 1.20. Daarna deed ik Canarias7, van begin jaren 80, voor dezelfde prijs in de kiosk (abonnementen zijn hier veel minder in trek).
Waarom heet Canarias7 Canarias-siete? Dat komt, omdat er, als ik La Graziosa en nog kleiner spul weglaat, zeven Canarische eilanden zijn. Wat me vanzelf bij “La cometa de Miel” brengt, het boek voor de jeugd waarmee een kennis van mij hier, Pablo Sabalza, in 2008 furore maakte. Ik las het in het Spaans en houd vol dat ik dat best moeilijk vind. Dus heb ik dat in kleine porties gedaan. Miel is eigenlijk Samuel, die in Las Palmas woont en werkt bij de tweedehandse boekhandel van Iracema. Hij koopt een vlieger (bij Calcetines), maar hij krijgt hem niet de lucht in. Dan hoort hij van Don Benito (Pérez Galdós) dat hij eerst een rondje moet maken langs alle Canarische eilanden. Dus zien we hem vanuit Gran Canaria vervolgens opduiken in La Gomera, Tenerife, Lanzarote, Fuerteventura, El Hierro en La Palma. Daar bezoekt hij diverse leuke plekjes en krijgt ook wat geschiedenis mee van zijn nieuwe vrienden daar. Ik vermeld hier alleen hond Kraus, genoemd naar de tenor Alfredo Kraus uit Las Palmas. En als hij daarna terug is op Gran Canaria, gaat zijn vlieger zonder probleem hoog de lucht in.
Op ieder eiland krijgt hij een symbool mee, te beginnen met iets dat op een M lijkt en eindigend met een omgekeerde driehoek. Hebben jullie enig idee waar die symbolen voor staan? Het zijn de cijfers 1 t/m 7 met hun spiegelbeeld. Ik ken het als raadsel al heel lang, van lang voordat mijn naamgenoot het gebruikte. Hoe dan ook, ik vind in alle oprechtheid het boek van Pablo Sabalza (eigenlijk boekje, want het is maar 120 bladzijden) best aardig, een 7, maar we moeten het ook weer niet overdrijven. Ik keer voor mijn boekenbijlage terug naar mijn Engelstalige en in het Nederlands vertaalde boeken, vooral thrillers.

Over de donderdag heb ik hier alleen te melden dat ik naar de Spar ben gegaan voor boodschappen en mijn wagentje ook eens een groot blik sardines bevatte. Het kost €3.89 en daar doe je dan drie of vier keer mee. Eerder heb ik wel vaker grote blikken tonijn en makreel in huis gehaald, maar sardientjes (met een s) was de eerste keer. Op de verpakking staat het gewicht, “el peso”. Het “peso neto” is het gewicht zonder het blik, maar inclusief het toegevoegde zout en de plantaardige olie. Die olie zal wel geen extra maagdelijke olijfolie zijn, anders stond dat er wel bij. Het netto gewicht is in dit geval 1000 gram oftewel een kilo. Echter, als koopman wil ik graag weten hoeveel vis ik nou voor mijn bijna 4 euro krijg. hoeveel sardientje er nou eigenlijk in mijn blik zit? Het “peso escurrido”, louter vis, het drooggewicht, is 700 gram sardientjes. Daar kan ik inderdaad best een keer of drie mee doen.

Zaterdagmorgen had ik geen kater, maar helemaal fit voelde ik me niet. Dat komt, omdat ik vrijdagavond weer eens met Noé in El Rincon De Velazquez verzeild raakte, het café met Ana (met een n) als eigenares en camarera. Ze heet van achteren, “surname” zegen de Engelsen, Velazquez met inderdaad twee zetten. Ik begrijp van haar dat een “rincón” zowel een binnenhoek is als een knus plekje. In dit geval zal het een knus plekje zijn, want een hoek kan ik niet ontdekken.
Om 9 uur troffen Noé en ik elkaar aan een van de tafeltjes buiten en even later was Juli (van de verkespu) ook van de partij. Van hem kreeg ik weer een paar nieuwe namen mee, van gerechten. Op het terras al kregen we bij ons bier kwarteleitjes van de zaak, huevos de una codorniz (maar “zo doof als een kwartel” is “más sordo que una tapia”, dover dan een lemen muur.). En jullie kennen de woorden voor oester, “ostra” en mossel, “mejillón”, maar wat is een “navaja”? Dat is een zakmes, scheermes, maar kennelijk ook een langwerpige mossel. Nog eentje? Wat zijn “gachas”? Letterlijk is dat, in het meervoud, pap, modder, maar het is ook een soort soep. Van Juli en zijn kookkunst kan ik nog een hoop leren.
Om half 10 was ook Lorena present en we hadden ons net naar een eettafel binnen verplaatst, naast de keuken, toen ook Carlos en zijn (oorspronkelijk Franse) vriendin Rafaela aanschoven. Er was ten slotte nog een zevende persoon present, een kennis van Noé, maar die zat ver van me af en ik weet zijn naam geeneens.
Ana zelf bediende ons. Er kwamen eerst achter elkaar vier voorgerechten op tafel en daarna vier hoofdgerechten. Ik kan me de namen niet echt meer voor de geest halen, maar de hele show kwam voorbij. Ik herinner me iets van varkensvleugels, kwartel, stukjes kip (“het lekkerste stukje vlees”) en inktvis met gebakken aardappeltjes. Er was volop brood bij en ik geloof dat we er vier flessen lekkere rode wijn bij hebben gedronken plus de nodige spa. Na afloop was er koffie, enige grappa en een fles drank van de eilanden. En wat kost zo iets nou? Ik denk dat je in Nederland met 250 euro niet klaar was geweest. Hier is dat dan niet meer dan 110 euro in totaal.
Rest me te zeggen dat Juli een keer voor het drietal van de keuken, een aardige man en twee bezige dames, op zijn Catalaans gaat koken. Ana zelf gaat dan bij ons aan tafel aanschuiven.

Terug en dus vooruit naar de zaterdag. Ik zit met een licht “morning after”-gevoel en een boek op het balkon en denk: het is tijd voor een andere plaat; ik heb genoeg van de “Hills of home” dames. Stond niet ook Mississippi John Hurt op mijn Rounder records dubbel-cd? Echter, van die heb ik naast “Worried blues” nog maar één ander nummer: “Candy man” en dat moge best aardig zijn, maar echt avondvullend is het niet. Anders is dat met Mississippi Fred McDowell. Volgens allmusic is hij 68 geworden (1904-1972), mijn leeftijd en van hem heb ik toch maar mooi twee Cd’s. Laat ik eens een munt opgooien om te kijken of ik Mississippi Delta Blues zal draaien (kop) of dat het zijn album in de serie van The Blues Collection met als ondertitel “Mississippi blues” wordt (munt).
Het is munt geworden, dus hier is Mississippi Fred McDowell met zijn twaalf nummers van volume 45 van The Blues Collection. Als oorspronkelijke jaartal staat er 1965 bij. Hier komen ze:
01.Some day baby
02.Milk cow blues
03.The train I ride
04.Over the hill
05.Goin’ down to the river
06.I wished I were in heavensitting down
07.Louise
08.Germany blues
09.Some sweetday
10.The sunrosethismorning
11.When I laymyburden down
12.Going down to Louisiana
Voor wie zijn versie van Louise op het album te lang vindt (ruim zeven minuten) doe ik er wel de kortere versie op de andere plaat bij.En voor de aanhangers van de Rolling Stones, daarop staat ook o.a. “Yougotta move”.
Op de Blues Collection Cd van Fred McDowell ( dat Mississippi hoeft er niet bij) ben ik vooral gecharmeerd van de nummers “Some Day Baby”, “Goin’ Down The River”, “Germany Blues” en “The Sun Rose This Morning”. Het mooiste nummer vind ik het instrumentale “I Wished I Were In Heaven Sitting Down”. Dat “sitting down” op het einde, wie zo’n toevoeging kan bedenken, verdient enig eremetaal. Wat een titel! En de man kan wat mij betreft een heel aardig partijtje gitaar spelen.

Zondag op het einde van de middag stonden Lorena, Cucu en Noé voor mijn deur met Lorena’s doe-het-zelf set van IKEA. Ze kwamen gedrieën mijn prikbord ophangen. De beide haakjes gingen er zonder veel probleem in, waarvan acte! Daarna zagen we in een café in de buurt Barcelona winnen bij Deportiva La Coruña. Messi blijft een klasse apart.
Mijn gezelschap drinkt dan koffie (Noé, Cucu) of thee (Lorena) en zo krijg ik wel weer nieuwe Canarische woordjes op mijn bord, drie stuks deze keer. Allereerst, wat is “jalar”? Ik begrijp dat Canariërs dat gebruiken voor aan iets trekken met je arm. Dan “jocico”, dat lijkt een lokaal woord te zijn voor mond, van een dier, maar ook wel van mensen. En ten slotte heb ik nog “arrenquintado voor jullie. Dat staat voor vol, ook wel helemaal opgeladen van een batterij.
Eerder die zondag deed ik een was, maar vergat om vooraf een (nieuw) vijf eurobiljet uit het voorzakje van een zwartzijden polo (uit China) te halen. Fris gewassen kwam het hemd er anderhalf uur later uit, klaar om aan mijn waslijn te drogen. Mijn vijf eurobiljet was ongeschonden.

In deze barre wintertijden is het de moeite waard om je DVD-collectie mooie films voor een prikje aan te vullen. ’s Avonds kan het hier nu best een beetje frisjes zijn en dan wil je wel eens niet langer in een fleece trui (“jersey polar”) op het balkon zitten. Gistermorgen, terwijl mijn was draaide, sloeg ik op de rommelmarkt mijn slag en kwam met een dozijn films thuis.Hier zijn de titels (in het Spaans), dan hoef ik ze niet apart te gaan vermelden bij mijn brieven. Ik zeg jullie toe: als ik na het bekijken ervan een film heel goed vind, ga ik hem alsnog voor jullie crediteren. Wat vinden jullie van:
* En la cuenta floja
* Buenas noches, y buena suerte
* Las Horas
* El amor de dos caras
* Ejecución inminente
* El hombre que susurraba a los caballos
* La chica del gangster
* Atraco perfecto
* Wall street, el dinero nunca duerme
* Tin cup
* Thelma Y Louise
* Nunca palabra
Zie ik op de rommelmarkt ook nog een Cd’tjeliggen van Los Chancletas.Ik begon deze brief met jullie te vertellen dat Tito Rosales van Los Chancletas dit jaar de Pregón, opening van het carnavalsgebeuren mag verzorgen. Dat gebeurt a.s. zaterdag. In 2007 maakten Los Chancletas, met dezelfde Toto Rosales als boegbeeld, in Telde een Cd met vijf van hun meesterwerkjes. Hier zijn ze:
01.Entrada
02.Pepa monamour
03.Siempre doy la cara
04.Manolito el Pichafloja
05.Pon una sonrisa en tu vida
Terwijl jullie je gisteren in het café verveeld af zitten te vragen waarom de Tempeleers voor de zoveelste keer een foute prins carnaval gekozen hebben, is het hier – moeizaam in het Canarisch, maar toch –alvast een beetje lachen geblazen met Los Chancletas (voor 50 cent, te geef), o.a. met de vorigeburgemeesteres, Pepa.

En daar zit ik al weer bij het gaatje van mijn wekelijkse praatje. Het is weer eens op en tijd om mijn besognes weer aan jullie door te geven. De volgende brief komt waarschijnlijk pas over een week, op maandag 26 januari (tenzij ik a.s. vrijdag een speciale reden heb om dan al te gaan). Neem er alvast al eens eentje, is mijn welgemeend advies nu;wacht daar vooral niet mee totaan met carnaval. Oefening baart kunst! Ik beloof bij dezen plechtig dat ik het hier de komende weken ook niet helemaal droog zal houden, zeker niet in de avonduren.
Intussen, zet ook alvast eens een punt, stift eens een lip te weinig en vergeet eens een bakkenbaard te scheren. ¡Anda la hostia! sodemieter op en tot kijk maar weer, hastaluego, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

In de erkende boekwinkel ligt hier uiteraard Ken Follett’s nieuwe boek nog steeds in hele stapels. Een ander boek dat het buitengewoon goed doet, is “Milena o el femurmás bello del mundo”, Milena of het mooiste bovenbeen van de wereld, geschreven door ene Jorge Zepeda Patterson. Ook Julio Navarro doet nog behoorlijk mee met zijn “Dispara, yo ya estoy muerto”, schiet, ik ben al dood. Als ik het voor het kiezen heb, “Adulterio”, overspel, van Paulo Coelho lijkt me ook wel wat.
Echter, deze rubriek is bedoeld voor boeken die ik net uit heb. Mijn eerste boek in dat rijtje is er een van Pablo Sabalza, “La cometa de Miel” uit 2008. Het gaat over hoe mooi de Canarische eilanden zijn. Ik heb Sabalza’s vlieger in het Spaans gelezen. Dat is niet niks en daarom heb ik de besprekingtussen mijn wetenswaardigheden van mijn brief gestopt. Zie daar! Echter, ik weet niet of ik er stante pede nog een in het Spaans moet lezen. Daarvoor heb ik helaas te weinig bagage in die taal in huis.

Daarom mag ik hier wel in één adem door naar mijn volgende boek van de week: “The better angels” van Charles McCarry. De schrijver, van 1930 en hij leeft nog steeds,is hier al de nodige keren aan bod geweest met zijn spionageboeken. Dit erg Amerikaanse verhaal, dat vooral in Washington speelt, is uit 1979, toen hij bijna 50 was. Echter, het tijdstip van handeling is, vermoed ik, 1999, twintig jaar later. Enkele jaren nadat het boek destijds uitkwam, in 1982, is het verfilmd onder de titel “Wrong is right” met Sean Connery. Ik geloof niet dat ik die film ooit gezien heb (maar wat niet is, kan nog komen).
Computers zijn in de voouitblik van McCarry helemaal je het en een missie naar een maan van Jupiter, op een miljoen kilometer afstand van de aarde, komt live in beeld in het boek. De hoofdpersoon is Julian Hubbard, met zijn broer Horace (familie van de Hubbards in andere boeken van McCarry, neem ik aan). Julian is de jongste; hij is de rechterhand van de enigszins linkse president Frosty Lockwood, die op het einde van het boek voor een tweede termijn van vier jaar president hoopt te zijn. Hij, Julian, is getrouwd met de veel jongere Emily, maar heeft twee kinderen uit een eerder huwelijk met Caroline. Zij, Caroline, is nu als eega van rijkaard Leo Dwyer, maar zij was Julian’s eerste vrouw en bovendien had ze vroeger tussendoor ook nog een jarenlange relatie met Patrick Graham, nu een bekende TV-persoonlijkheid en getrouwd is met Charlotte. Julian’s oudere broer is Horace, bankdirecteur in Beiroet en belangrijke man binnen de geheime dienst FIS (opvolger van de CIA). Hij heeft een lang lopende verhouding met Rose McKenzie, een computerdeskundige van die dienst. Hun baas bij de FIS is de stoïcijnse Jack Philindros.
Zijn dat genoeg namen? Dan mag ik nu naar het verhaal zelf. Patrick Graham wordt benaderd door de Engelse agent Clive Wilmot die hem vertelt dat president Lockwood met succes opdracht heeft gegeven om Ibn Awad te doden, de leider van het islamitisch oliestaatje Hagreb. Diens oudste zoon zou het gedaan hebben, waarna ook die “voor de bijl” ging. Ibn Awad stond op dat moment op het punt om aan “The Eye Of Gaza” (ene Hassan) twee kernbommen te geven om daarmee Israel een lesje te leren. Lockwood heeft nu geen zin meer om zijn “justified murder” te ontkennen en Patrick Graham maakt er een TV-uitzending van vlak voor de verkiezing. Vervolgens dreigt Lockwood’s tegenstander, de rechtse oud-president Frankin Mallory, ook op de TV bij Graham, als winnaar van de presidentsverkiezing uit de bus te komen. Op de achtergrond ga ik hier nog O.N. Laster te noemen, de baas van energiegigant Universal Energy en vriend van Mallory, die bij de “ontmaskering” van Lockwood en een aantal nieuwe terroristische aanslagen van “The Eye Of Gaza” in de VS betrokken is.
Over het einde van het boek ga ik het hier niet hebben, omdat ik vind dat het einde het mooie verhaal nogal verpest. Zonder de laatste bladzijden beloon ik Charles McCarry voor dit boek met – alweer - een 8 als recensiecijfer. Het is helemaal de politiek en spionage stijl waarmee de schrijver met al zijn boeken furore maakt. Prima! (Maar ze zijn wel geschreven, die zinnen op het einde, die zo maar een volle punt van mijn oordeel afhalen en er een 7 van maken.)

Is er nog een extra boek dat ik mag recenseren? Ja, eentje van Amerikaan Harlan Coben (geboren in 1962, nu net 53). In 2011 werd zijn “Live Wire” gepubliceerd dat vooral in New York speelt. Ik kreeg het vanmorgen uit. Dat was nog eens een “close finish”.
Het boek gaat bovenal over MyronBolitar. Hij is een ex-basketballer met een kapotte knie, die nu een bedrijfje runt, MB Reps, dat sportsterren financieel en anderszins begeleidt. Zijn partner op kantoor is Esperanza, ex-kampioen worstelen, zijn rechterhand is rijkaard Win en de secretaresse is niemand minder dan Big Cyndi. Een voormalige tennisster, de hoogzwangere Suzze, komt langs en vertelt dat ze valselijk beschuldigd wordt op Facebook dat haar man, popster Lex, niet de vader zou zijn. Een collega tennisster, Kitty, wordt even later in een nachtclub aangetroffen als heroïne-junkie. Kitty is getrouwd met Brad, de jongere broer van Myron, ze hebben een 15-jarige zoon Mickey. Tussen hen en Myron is alle contact verbroken. Popster Lex (van Suzze) is de helft van het beroemde duo HorsePower. De andere helft is de uiterst charismatische Gabriel, die al heel lang alle contact met de buitenwereld mijdt, maar met Lex wel nog in de studio muziek zou maken. Gabriel zou zestien jaar eerder betrokken zijn geweest bij de dood van Alista, een tienermeisje dat met hem mee ging na een concert.Nu komen de diverse akeligheden van destijds een voor een aan het licht, waarbij ik niet ook de rol van maffiosi Herman en Evan moet vergeten. Er vallen de nodige (nieuwe) doden en daar zijn thrillers toch voor?
Ik ga hier de verschillende clous van “Live Wire”, genoemd naar een album van HorsePower, niet verklappen, maar vertel jullie wel dat ik die maar magertjes vind, eigenlijk heel magertjes. Als met name Win me niet af en toe bij de les had gehouden met zijn onverstoorbare grollen, had ik na driekwart van het boek misschien wel afgehaakt. Ik geef voor “Live Wire” niet meer dan een 6½ als punt. HarlanCoben heb ik wel eens stukken beter meegemaakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten