donderdag 29 januari 2015

Weblogbrief 10.17, 29 januari 2015

Weblogbrief 10.17, 29 januari 2015

¡Qué lastima! hombres, wat zonde nou, mensen. De voorpretdagen van carnaval zijn hier nog niet begonnen. Maar ze zijn wel in aantocht; over twee dagen, a.s. zaterdag, gaat het gebeuren. Dan is op Santa Ana in het zuiden van de stad de Pregón en doet Las Palmas ook mee. Nog even geduld dus. In afwachting daarvan heb ik een klein maar dapper schrijven voor jullie, weblogbrief 10.17. Ik hoop dat hij bevallen zal.

Noé, jullie kennen hem intussen, zadelde mij woensdagavond een week geleden op met een mooi Canarisch woordenboekje en een aardige review uit 2010 over valeriaan als alternatief slaapmiddel. Maar dat was nog niet alles. Hij had bij mij thuis in een mum van tijd ook mijn zes nieuwe boeken op mijn e-reader geïnstalleerd. Die komen uiteraard in mijn boekenbijlage aan bod, maar pas, als ik ze een voor een uit heb.
Als klap op de vuurpijl kwam bovendien de lang beloofde cd van María Dolores Pradera (88 of 90 jaar) die ik nog niet had, op de proppen. “Gracias a vosotros 2” heet ze, ze is uit 2013 en is het vervolg op de eerdere met duetten, die zelfs in de Spaanse hitparade heeft gestaan. Het had Noé wel enige arbeid gekost, omdat zijn eerdere downloadmogelijkheid van muziek afgesloten was. Maar dan surf je even en je zit in geen tijd weer op de volgende. Het enige dat ik woensdagavond nog niet van decd wist, was hoe de dertien nummers precies heetten en wie op ieder nummer mee mocht doen met de diva. Ik heb hem gekregen als tracknummer 1 t/m 13, dus moest ik zelf nog even naar het internet of de platenwinkel om dat op te zoeken. Dat werk heb ik intussen verricht. Hier zijn ze, de dertien nummers van Gracias a vosotros 2, met María Dolores Pradera (MDP) die tikt als een Zwitserse klok, en de diverse duetzangers:
01.Se me olvido otra vez
MDP + Enrique Bunury
02.Contigo en la distancia
MDP + Sole Jiménez
03.Ausencia
MDP + Carlos Baute
04.Habanera imposible
Estrella Morente
05.El talisman
MDP + Rosana
06.Amaneci en tus brazos
MDP + Dani Martin
07.Como han pasado los años
MDP + José Mercé
08.Las mañanitas
MDP + Amala Montero
09.El tiempo que te quede libre
MDP + Carmen Paris
10.Hijo de la luna
MDP + Ana Torroja
11.Golondrina presumida
MDP + Amaya Uranga
12.Esta tarde vi llover
MDP + Armando Manzanero
13.Qué tal se fue la vida
MDP
Dat is een hele lap papier, vanwege de tweede stem op alle nummers behalve het laatste. Ik neem aan dat dat nieuw is, onuitgegeven (inedita). Mooi blijf ik de plaat vinden, een pracht vervolg op de cd met eerdere duetten. Ik ga hier geen nummers noemen die er bovenuit willen steken; bij Pradera (en co) gaat het meer om de breedte. In orde, erg in orde!

Ander onderwerp. De Spar, mijn winkel om “kemissies” te doen, “hacer las compras”, doet er alles, nou in ieder geval veel aan om zijn klanten tevreden te houden. Bij die van mij in de Alfredo Jones griste ik zaterdag een foldertje mee dat ik jullie niet wil onthouden. “Han llegado los días Spar” staat erboven, de dagen van de Spar zijn aangebroken. Eronder staat: “un soplo de aire fresco directamente de las naturaleza, para ofrecerte día a día una alimentación sana, creciendo de forma saludable siempre junto a ti”.Zo is het maar net! Dinsdag is de “día de la charcutería”, woensdag de “día de las frutas & verduras” en donderdag de “día de la carnicería”. En dan komt nu mijn vraag: “frutas & verduras” staat uiteraard voor fruit en groenten, wij draaien die woorden om, maar wat is het verschil tussen een “charcutería” en een “carnicería”? Ik loof een carnavalspils uit voor de eerste die mij het juiste antwoord kan geven.

Afgelopen vrijdagavond keek ik nog eens naar “The Horse Whisperer” uit 1998, 160 minuten lang, van regisseur Robert Redford (geboren in 1936). Hij speelt tevens de rol van Tom de fluisteraar, met in de tegenrol Annie (Kristin Scott Thomas, bekend van “The English Patient”) en haar dochter Grace (Is dat Sam Neill?). Grace mist de onderhelft van haar rechter been door een ongeluk met haar paard Pilgrim. Annie huurt Tom in om het paard, dat ook gehavend is, weer beter te maken. “The Horse Whisperer”, het is en blijft een mooie film, in de prairie van Montana.
Terzijde, in de film komt een prachtig liedje voorbij, gezongen door Allison Moore: “A soft place to fall”. Van die dame moet ik nog eens het mijne weten. Ik mis hier in Las Palmas sinds half december mijn collectie Spaanse en popmuziek, sinds mijn extra harde schijf het begeven heeft, maar gelukkig heb ik een C&W-plaat, met de titel “Just because I’m a woman”. Daarop staan liedjes van Dolly Parton, gezongen door allerlei bekendheden. Een daarvan is Alllison Moorer, met een r, is dat dezelfde dame? Het gaat om “Light of a clearblue morning”, maar is het dezelfde dame? Volgens allmusic.com niet, wie kan mij te hulp komen?

Een marathon (hier heet dat “maraton” zonder h) lopen of wheelen doe je niet in de volle zon midden op de dag. Ik was zondagmorgen net uit mijn bed, was gaan plassen, nam mijn pillen en had koffie gezet, het was beneden 17 graden, licht bewolkt en bijna windstil. Toen hoorde ik ineens geklap. Ik op mijn balkon naar links kijken en daar kwamen, iets verder op, waar Santa Catalina overgaat in de calle Albareda, twee wheelers aangesjeesd. Het was nog net geen half 9. Wheelers, kun je in het Nederlands dan wielers zeggen? Volgens mijn woordenboek niet, dan is het eerder rolstoelers of zo iets. Even later zag ik vanaf mijn balkon ook (de eerste) echte hardlopers aan komen snellen. En vanaf 9 uur volgde een ware stroom van minder snel spul dat kennelijk nu ook, maar waarschijnlijk een kleinere afstand ging overbruggen.
Om half 11, mijn koffie was op en mijn was hing aan de lijn, ging ik toch maar eens beneden kijken. Op de hoek bij Santa Catalina was er punt met een reclameboog, waar witte sponsjes in de vorm van Gran Canaria konden worden gepakt. In grote hoeveelheden stonden ze op tafels in plastic bakken, die met emmers water nat werden gehouden. Op de tent en de tafels stond Luis Morote Esponjas No. 4; zou het om het vierde verversingspunt gaan? De deelnemers maakten er grif gebruik van. De straat vlakbij was bezaaid met de uitgeknepen sponsjes.
Hoe veel mensen deden mee aan wat kennelijk een halve marathon was, omdat ik nogal eens 21 km op een shirtje zag staan? Even kijken naar de hoge nummers: ik zag al snel een nummer 4983 voorbijkomen en later zelfs een 5008. Maandag in La Provincia zag ik dat er een recordaantal deelnemers had meegedaan: zo’n 800 aan de marathon, bijna 3000 aan de halve marathon en nog eens hetzelfde aantal aan de 10 kilometer. Zoals verwacht kon worden, waren nummer 1, 2 en 3 bij de marathon zwarte mensen, met Pharia Kimani uit Kenia als winnaar. Ook bij de dames won een negerse, Sastro Insermu uit Ethiopië. Hun tijden waren overigens niet om naar huis te schrijven, respectievelijk 2 uur 14 en nog wat en 2 uur 34 en nog wat.
Langs de kant was een overmaat vrijwilligers, in blauwe hesjes met daarop Organización. Het zal de gemeente en provincie weinig kosten, zo’n loopwedstrijd, behalve enige inzet van de politie, maar leuk is het wel, ook voor de toeschouwers zoals ondergetekende. Het is de zesde marathon in successie en het zal ongetwijfeld niet de laatste zijn, als de Spaanse oliefirma Disa, ook van mijn butagasflessen, als sponsor wil blijven fungeren.
Die van vorig jaar heb ik toen hier ook “verslagen”. Is er een vast tijdstip voor de gebeurtenis, de laatste zondag van januari of de zondag vóór het “carnaval canino”? (Op “carnaval canino” kom ik in mijn volgende brief terug.)

Maandagavond leek mij een prima avond om weer eens naar “Thelma & Louise” te kijken. De film, een roadmovie, is uit 1991, duurt 124 minuten en de regisseur is Ridley Scott. De hoofdrollen zijn voor het duo Geena Davis (Thelma) en Susan Sarandon (Louise) met o.a. politieman Harvey Keitel (hal) in een mooie bijrol. In de film speelt ook een zeer jonge, overdreven gespierde lifter Brad Pitt (JD).
Het verhaal in het zeer kort: Thelma & Louise besluiten om het er eens van te nemen, zonder hun mannen. Dan wordt Thelma bijna verkracht op een parkeerplaats en Louise schiet de dader (ene Harlan) ter plekke morsdood. Het koppel is vanaf dat moment vogelvrij. Thelma berooft nog een supermarkt, nadat JD hun geld heeft gestolen, een agent die hen voor hard rijden wil beboeten, wordt in de kofferbak van zijn auto gedeponeerd en dan zijn de beren echt los. Op het einde ziet Harvey Keitel Thelma & Louise in de diepte van de Grand Canyon verdwijnen.
In de film, al zo vaak en zo intensief geprezen dat mijn recensie er niet meer bij hoeft, komen terzijde prachtige liedjes voor. “The way you do the things you do” van de Temptations staat me nog bij en nog meer “The ballad of Lucy Jordan”, gezongen door Marianne Faithfull. Ik neem hem uiteraard mee terug naar Maastricht om te koesteren en te bewaren.

Op de dinsdagmorgen vind ik het definitief tijd om Maria Dolores Pradera in teruilen voor een ander album. Ik denken, denken… Zal ik iets van Marianne Faithfull doen? Maar die zit bij mijn popmuziek. Dan wordt het de eerder genoemde “Just because I’m a woman. Songs of Dolly Parton”. Hier zijn de dertien nummers op die plaat:
01.9 to 5
Alison Krauss
02.I willalways love you
Mellisa Etheridge
03.The grass is blue
Norah Jones
04.Do I ever cross your mind
Joan Osborne
05.The seeker
Shelby Lynne
06.Jolene
Mindy Smith
07.To daddy
Emmylou Harris
08.Coat of manycolors
Shania Twain, Alison Krauss, Union Station
09.Little sparrow
Kasey Chambers
10.Dagger throughtheheart
Sinead O’Connor
11.Light of a clear blue morning
Allison Moorer
12.Two doors down
Me’ShellN’Degecello
13.Just becauseI’m a woman
Dolly Parton
Dit is, alweer, een uitzonderlijk mooie plaat. Vooruit, nu heb ik wel een aantal uitschieters voor jullie, in volgorde van de cd: “The grass is blue” van Norah Jones, “Do I ever cross your mind” van Joan Osborne, “Little sparrow” van Kasey Chambers en “Dagger through the heart” van Sinead O’Connor. Het mooiste nummer vind ik echter “To daddy” van Emmylou Harris; dat is echt iets heel aparts. Het is van haar cd uit 1978 “A Quarter moon in a ten cent town”. (Waar zijn trouwens andere dames die het volste recht hebben op een plekje op de cd zoals Linda Ronstadt, Tammy Wynette,eventueel Rosie Gaines?)

Verder was de dinsdag ook die van Cecilia en Lux. Cecilia stond aan de vroege kant voor mijn deur en ging vervolgens als een wervelwind door mijn flat. Tussendoor ben ik nog naar de stomerij geweest om twee colbertjes (“americanas”) te brengen. Ik kan ze vrijdag schoon aan de haak weer ophalen.
Om vijf uur lokale tijd, zes uur in Mokum, had ik Lux aan de lijn. Ik ben geen beller, maar was blij om haar stem te horen. Ze is dinsdag vijf jaar geworden, maar het echt vieren doet ze het pas a.s. zaterdag. Dan is een ouderwets verjaardagsfeest gepland (met hopelijk mijn “frozen” taart als onderdeel). Ook Dalí wilde me nog even spreken dinsdagmiddag. Maar helaas, het blijft behelpen door de telefoon. Ik hoop dat ik ze in het carnavalsweekend in levende lijve te zien krijg.
Pas na Lux mocht ik mijn opwachting maken bij La Regenta, het kunstcentrum van de provincie, waar ik eerder een mooie tentoonstelling heb gezien over hoezen van popmuziekplaten. Nu was een week lang een tentoonstelling van schilderijen van kinderen. Het was geen carnavalskunst, zoals die nou hangt in de hal van het AZM, maar toch… Hier is mijn vraag aan jullie: wat is een I.E.S.? Dat is de afkorting voor een “Instituto Enseñanza Secundaria” (of is het Secundario met een O?). Sommige kunstwerken in de twee ruimtes, allemaal ongeveer 1 bij 2 meter, stonden op naam van een klas van een colegio en bij andere hing iets van I.E.S. Het geheel werd gepresenteerd als “Premio XXI” met een groot bord erbij met allerlei tieners aan het werk.
Ik heb wel eens betere kunst dan deze “cuadros”gezien, maar het gaat ook om de poging. Oefening baart kunst en wie weet zit er tussen het tienerspul wel een nieuwe van Gogh, Mondriaan of Escher. De tijd zal het leren, “el tiempo lo dirá”.

Tussendoor: wat is een “pesca”? Ik hoef jullie niet meer uit te leggen – dat heb ik al eens gedaan – wat het verschil is tussen “pez” en “pescado”. Dat “pez” is overigens met een Z, niet met een S. En terzijde, “pesa” staat voor gewicht, zoals in gewichtheffen, “levantar pesas”. Meestal gebruik je bij gewicht het woord “peso” met een O. Een voorbeeld van het laatste is: alles heeft zijn voor en tegen, “cado peso tiene su contrapeso”. “Pesado” is Spaans voor zwaar, traag. Ik had deze brief kunnen openen met “¡Qué pesdado!, hombres”.
Terug naar “pesca”. Lluis is een expert op het gebied van voeding. Toen we elkaar weer eens zagen, vertelde hij me van alles over een middagje lezingen waar hij bij was geweest, nou eens niet als spreker, maar als student. De middag ging over het inblikken en invriezen van allerlei voedingsmiddelen. En daarna kwamen wij te spreken over de firma Pescanova ergens in Noordwest-Spanje, gespecialiseerd in vis. De naam staat voor “nieuwe visvangst”, dat jullie dat maar weten.

Later op de dinsdagavond was het alweer tijd voor een filmpje. Een nadeel van al dat film kijken is dat ik ’s avonds geen bladzijde meer lees. En dat merken met name de happy few onder jullie die gewend zijn om mijn boekenbijlage te spellen. Wie minder leesuren heeft, krijgt zijn volgende boek niet op tijd uit. Deze keer was het echt kantje boord.
Het was dinsdagavond wel weer raak. Ik keek naar “True crime” uit 1999, van regisseur Clint Eastwood, die ook de hoofdrol voor zijn rekening nam. Mag ik eraan twijfelen of ik de “largometraje” van 122 minuten al eens eerder gezien heb? Hoe dan ook, Eastwood speelt een oudere journalist, die na een afgebrande carrière in New York nu zijn geld verdient bij de Oakland Tribune. (Voor de geoanalfabeten: Oakland is vlakbij San Francisco.) Het is nog steeds alcohol en dames dat bij hem de klok slaat. Hij heet in de film Steve Everett, Ev en wordt erop uitgestuurd om nog snel even een “human interest” verhaaltje in elkaar te draaien over een man (Frank Beecham) die zes jaar eerder een meisje in een supermarkt vermoord zou hebben. Frank is tot de doodstraf veroordeeld en zou dezelfde avond nog op de blaren moet zitten. Laat ik volstaan met te zeggen dat het Ev niet gemakkelijk afgaat om dat verhaaltje over Frank’s laatste uren op tijd bij zijn krant af te leveren.
Wie zich voor bijna geen geld DVD-tjes aanschaft, moet niet vreemd opkijken, als hij of zij een keer bot vangt. Dat is me ook al enkele malen overkomen. Echter, ik vind “True Crime” van Clint Eastwood (alweer) een film die royaal boven het maaiveld uitsteekt. Ook deze ga ik mee naar Maastricht nemen om zoals dat heet “in huiselijke kring” nogmaals te vertonen.

Mijn oudere broer loopt bijna dagelijks een rondje rond een plas bij hem in de buurt en mijn jongere broer ontgaat bijna niks van wat er op Plein 1992 en omstreken gebeurt. Ik zit hier dagelijks mijn ding te doen in een ouderwetse “zedeleer” op mijn balkon. Van daaruit kijk ik linea recta naar een vier etages hoog zeer geel hoekhuis, eigenlijk meer een hoekgebouw, want het is zowel naar de Veintinueve als de Luis Morote behoorlijk breed. De verscheidene etages worden naar boven toe steeds ietsje kleiner met een balustrade om de bijzonderheid te benadrukken. Beneden op begane grond, dat is dus de eerste etage hier en niet de nulde, zit een van de vier geurtjeszaken van Topaz, voor wie hier een beetje thuis is. Een vriend van Marc is er nog wel eens over de verlichting gaan klagen.
Een week terug begon een bedrijfje, genaamd Bibiano, met op de stoep een stellage om het bouwwerkje te zetten. Als leek denk ik dan: dat is zo voor de bakker, maar een mannetje of 4, 5 was er, niet voltijds, maar wel meesttijds, bijna een week mee bezig. Sinds afgelopen maandag wordt er aan het gele geval gehamerd, geplamuurd en hopelijk later ook geschilderd door twee mensen met respectievelijk een gele en een rode helm op. De bovenste etage vertoont al allerlei witte plekken tussen het geel achter een groen doorzichtig gordijn. Voor hoe lang het werk nog duren, gaat en hoe het af gaat lopen, moeten jullie niet bij mij zijn; ik ben meer een kamergeleerde in ruste. Maar ik sluit niet uit dat ik pas na carnaval het complete resultaat mag beoordelen.

De woensdag, gisteren dus, verliep zoals een dergelijk midweekse dag behoort te verlopen. Ik heb vooral zitten lezen om mijn derde boek op tijd uit te krijgen. Wel ging ik nog een blokje om, naar El Corte Inglés en omgeving, o.a. om opzetstukjes voor mijn elektrische tandenborstel te kopen. Opzetstukjes? Hoe zeg je dat nou weer in het Spaans? Cepillos de dientes añadidos? Ik heb eerlijk gezegd geen idee.
Voor jullie heb ik verder alleen een aankondiging op de roltrap van El Corte Inglés in verband met de uitverkoop (met kelderende prijzen tot wel 50%): “Te mereces unas rebajas como estas. Daar is geen woord Frans bij! Laat jullie dat gezegd zijn!

Morgen is Trudie jarig. Ze wordt 65, maar moet wel nog drie maanden doorwerken. En AOW krijgen, van Drees trekken, zit er ook nog niet in. Omdat ik pas over bijna twee weken in Düsseldorf aankom, ga ik haar zeker en uitgebreid bellen.
De dag erop wordt mijn neef Rik 30. En volgende week woensdag, 4 februari, wordt Marcel 40. Op die dag kunnen jullie ook mijn volgende weblogbrief verwachten, nummertje 10.18. Het zijn drukke dagen zo vlak voor mijn carnavalsreces. Voor nu: keep cool and smiling. En tot kijk, hastaluego, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

Mijn eerste boek van deze zesdaagse is er een van Håkan Nesser (Zweed, geboren in 1950). Ik ken hem al van enkele van Veeterenverhalen, maar hier is er een met inspecteur Barbarotti in de hoofdrol. Het heet “De man zonder hond” en is uit 2006, in Nederlandse vertaling uit 2012. Het speelt in plaatsje Kymlinge en op enkele andere plekken in Zweden, waaronder Stockholm, waar ik komende zomer met Trudie een week heen ga. De titel van het boek verwijst naar de onvoltooide roman van Robert. Vooraf merk ik ook vast op dat ik de vertaling van Ydelet Westra uit de kunst vind. Alleen die vertaling al maakt dat ik best nog wel eens een Barbarotti van Nesser wil lezen.
Jullie willen wat namen en gebeurtennissen? De familie met aan het hoofd Karl-Erik Hermansson en zijn vrouw Rosemarie en hun drie kinderen komt vlak voor de kerst bij elkaar om de verjaardag van Karl-Erik en zijn oudste dochter Ebba te vieren. Karl-Erik en Rosemarie, net gepensioneerde leraren van 65 en 63, staan op het punt om in een gehucht in Andalusië te gaan wonen. Ebba wordt 40 en ïs hartchirurge, terwijl haar man Leif “maar” slager is, kan dat wel? Ze hebben twee tienerzoons, Henrik en Kristoffer. De zoon van Karl-Erik en Rosemarie is de 35-jarige Robert, vrijgezel, ex-hardloper en gemankeerde schrijver. Onlangs werd hij landelijk bekend, toen hij zich in een realitysoap op de tv stond af te trekken; hij is daarmee het zwarte schaap van de familie. Het derde kind is de 31-jarige Kristina, sinds enkele jaren getrouwd met tv-producent Jakob; ze hebben een zoontje van 1½, Kelvin, en later in het verhaal is er nog eentje op komst. En nou komt de “chute” in dit sonnet: eerst verdwijnt Robert definitief van het toneel en de dag erop ook Henrik. Worden ze nog levend en wel teruggevonden?
Aan de kant van de opsporing zie ik vooral de 45-jarige inspecteur Gunnar Barbarotti, gescheiden en met een aardige dochter Sara thuis, zich met de zaak bezighouden. Dat het niet allemaal koek en ei in de familie is, integendeel, heeft hij snel door, maar hoe de vork precies in de steel zit, komt hij met al zijn gepeuter moeilijk aan de weet. Zijn directe collega is Eva Backman, ook bij de les en best goed, en verder noem ik hier nog Gerald Sommerman bij hermandad. Het duurt even, voordat er schot in de vermissingen komt, meer geef ik hier niet prijs.
Håkan Nesser komt met een verhaal dat ik meer dan een beetje de moeite waard vind. Het is spannend en halverwege zit er nog steeds weinig schot in. Een komische noot kan ik niet ontdekken, maar moet dat per se in een thriller? “De man zonder hond” krijgt van mij een 8, vooruit zelfs een 8+! En ik zeg jullie toe dat Håkan Nesser met zijn Barbarotti-verhalen nog niet van me af is. Ik heb een nieuwe Zweedse thrillerschrijver op mijn lijstje staan.

Mijn tweede boek is er een van Ibn-E Safi. Dat is een pseudoniem van Asrar Narvi (1928-1980), een uiterst productieve schrijver in het Urdu uit Pakistan/India. Zijn boek, vertaald als “The house of fear”, kreeg ik van Anneke Gorter, die mij eerder best verraste met een boek uit Thailand en nog meer met eentje uit Maleisië. Ik begon aan “The house of fear” en vond het twee keer niks. Dan lees je door tot bladzijde 50, maar toen was het nog steeds louw loene. “¡Turutú!” Ik heb het toen, zoals dat zo mooi heet, terzijde gelegd.

Dus ga ik nu vlug nog naar mijn derde boek, “The gods of guilt” van thrillerkanon Michael Connelly. Het is de vijfde in de serie van de “Lincoln lawyer”, Mickey Haller die als advocaat zijn strafzaken managet vanuit een Lincoln auto. Het boek is uit 2013 en speelt zoals alle boeken van Michael Connelly in Los Angeles.Terzijde, “The gods of guilt” is een uitdrukking om de 12 juryleden aan te duiden die het schuldig of niet schuldig moeten uitspreken. Ik ben niet echt een fan van dat jurysysteem, maar wie ben ik?
Het team van Mickey Haller bestaat verder uit secretaresse Lorna Taylor, onderzoeker Cisco Wojciechowski, de jonge mede-advocate Jennifer Aronson en chauffeur Earl Briggs. Haller en zijn mensen nemen de verdediging op zich van ene Andre La Cosse, een “digital pimp”, die beschuldigd is van het vermoorden van escorthoertje Gloria Dayton. Die ken ik al uit een eerder verhaal van Connelly als een vroegere vriendin van Mickey Haller; ze is zoals dat heet terug van weggeweest. De rechter in de strafrechtszaak heet Nancy Leggoe en de officier van justitie is Bill Forsythe. Aan Forsythe’s kant bevindt zich tevens onderzoeker Lee Lankford. Eerder werkte die bij de politie, waarvan ik hier agent van de Drug Inforcement Administration James Marco een eervolle vermelding geef. Er zijn nog diverse andere mensen in het verhaal, ook belangrijk, die ik hier voor het gemak allemaal weglaat. Ik maak één uitzondering: Mickey Haller gaat af en toe te rade bij zijn vroegere mentor David “Legal” Siegel, die nu oud en versleten is.
Gaandeweg verschuift de beschuldiging van La Cosse als dader steeds meer in de richting van de politie. Meer wil ik hier niet kwijt.
Bij een Michael Connelly zit ik geregeld op het puntje van mijn balkonstoel, zodat niks mij kan ontgaan. Ook bij “The gods of guilt” is dat aan de hand. Ik heb het boek van bijna 400 bladzijden, in minder dan drie dagen, ondanks mijn filmpjes ’s avonds, uitgelezen. En spannend is het weer. Toch vind ik het ietsje minder dan bijv. het eerste Mickey Haller boek en daarom ga ik voor mijn recensiecijfer niet hoger dan een 8, wel een volle 8. Als echte fan van Michael Connelly kijk ik met belangstelling uit naar zijn volgende proeven van bekwaamheid, zowel met Harry Bosch als Mickey Haller.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten