vrijdag 8 april 2016

Weblogbrief 11.27, 8 april 2016

Weblogbrief 11.27, 8 april 2016

“¡Caro circulo de amigos y familia!” daar gaan we weer, of beter gezegd: hier ga ik weer, want ik ben nou eenmaal degene die mijn brieven moet vullen. Op welk moment mag je gaan zeggen dat je aan aftellen toe bent, als je een hele winter in Las Palmas zit? Dit is mijn laatste Palmese week dat ik zonder bezoek ben. Vanaf volgende week donderdag komen Trudie en Marij mij “lam maken”. Trudie gaat na vier dagen weg om met Math hier te gaan geocachen op het eiland en haar “cuñada”, schoonzus Marij blijft bij mij tot elf dagen later. Ze vertrekt (met Trudie en Math vanaf vliegveld Gando) op de maandag van mijn allerlaatste week hier, “mi final semana aquí”. Op de zondagavond van 1 mei komt Trudie mij in Düsseldorf ophalen.Zijn jullie zo over mijn bezoek de komende weken bijgepraat?
Laat ik zoals wel vaker dan maar op de startknop drukken, die van afgelopen maandag, als ik nog in bus 12 naar de gezondheidsfaculteit zit. Tegenwoordig stap ik in Las Palmas Zuid drie haltes later uit, de voorlaatste,“la penúltima parada” van de bus voordat ze bij de Carrefour daar aan zijn eindpunt is.Achter de chauffeur in mijn bus hangt een mooi affiche met een rijtje vissenaan een waslijn; zijn het sardines die te drogen hangen? Op zaterdag 16 april - dan zijn Trudie en Marij alle twee hier - is een middaguitje naar de wijk San Cristóbal, in het zuiden van de stad aan de zee, te overwegen. We vieren dan “la pesca artesanal”, het vissen op de ouderwetse manier, nog met kleine bootjes. Er is die zaterdag van alles (en nog wat) te doen in de “barrio marinero”(ik dacht dat die in La Puntilla was, maar vooruit.) Zelfs staat er een live optreden op het programma van “Los Lola”, ik neem aan dat het om iets heel bijzonder gaat. Ik zal mijn dames op bezoek minzaam voorstellen om in San Cristóbal maar eens acte de préséance te geven.

Jullie weten dat een vis in het water nog “pez” heet – bijv. een goudvis is een “pez de colores” - en als hij of zij op je bord ligt, “pescado” genoemd moet worden, bijv. gebakken: “pescado frito”? Hoe heet dan een (rauwe) haring die wij Nederlanders graag ongeveer in deze tijd aan een viskraampje wegwerken? Is dat nog een “pez” of al een “pescado”? Laat ik er voor de zekerheid maar een “arenquenuevo” van maken.
Nu wordt het iets moeilijker: wat is een “pescada” en een “pescadilla”? Volgens mijn onvolprezen woordenboek hebben we het dan over een heek resp. een wijting (of natuurlijk een heekje). Ik eindig met een echt moeilijke: wat is een “pescuezo”? Dat woord heeft helaas pindakaasmet vis niets uitstaande. Het is Spaans voor een nek, zoals in “retorcer el pescuezo” de nek omdraaien. Je mag uiteraard ook “cuello” zeggen, maar een stijve nek is wel een “torticilis”.

Ik heb als intro ook nog een klein raadsel voor als jullie net als ik tussen de vier faculteitsgebouwen zouden gaan rondsjouwen. Tussen de twee lage gebouwen met twee etages – in de eerste is ook het restaurant met zitje buiten en de computerruimte – staat een gebouwtje, opgetrokken uit roestbruin metaal. Het heeft de originele naam “Sala de actos” en ik heb geen flauw idee waar die “sala” voor dient, wat daar gebeurt. De deuren waardoor ik naar binnen zou kunnen gaan, zijn op slot, als ik ze probeer. Ooit zal ik Lluis nog eens tegenkomen in de een of andere gang en dan zal ik het hem vragen. Dit lijkt me de plek waar ik prima mijn lezing kan geven; alleen is het denk ik nu te laat om me daarop nog voor te bereiden. We zien wel!>BR>
Muziek! Ik kies deze keer voor een Cd van The Scene met Thé Lau als frontman. Zie het maar als mijn hommage aan de vorig jaar overleden zanger-liedjesschrijver, die te vroeg van ons is heengegaan op 62-jarige leeftijd. De plaat die ik jullie opdien, is van 1997 en is een “2 Meter Sessie”. Hier zijn de veertien nummers:
01.Rigoreus
02.Blauw
03.De stem die fluistert
04.Rauw, hees, teder
05.Open
06.Liefde
07.Steenworp
08.Wild en luidruchtig
09.Bruid
10.Werk van God
11.Slapen, dromen, zweten
12.Schaduw van het kruis
13.Iedereen is van de wereld
14.Brand
Dit is voor mij dus Hollands glorie!Vooral het nummer “Blauw” is en blijft natuurlijk een meesterwerkje. De gelijknamige Cd is van 1990. Eva had die en ik herinner me dat ik het liedje samen met haar vaker gekweeld heb onder het afwassen. Bijna ben ik in die tijd zelfs nog een keer met Riny naar een optreden van The Scene gaan kijken.Het is heel moeilijk om uit deze “2 Meter Sessie” compilatie er nog weer extra goede nummers te pikken; daar zijn er mij te veel van. Laat ik daarom voor de variatie eens het omgekeerde doen. Ik vind “Iedereen is van de wereld” echt een van de mindere nummers op de plaat.Andere liedjes die ik net even minder vind, zijn“De stem die fluistert”, “Steenworp”, “Wild en luidruchtig”, “Slapen, dromen, zweten” en “Brand”; het kan niet altijd feest zijn. Aan de andere kant, luister eens naar een nummer als “Bruid” met als ondertitel: “Wees niet bang”, echt super!

. Ander onderwerp: waar komt het gebruik vandaan dat dokters witte jassen op hun werk aanhebben, zeker in het ziekenhuis? Mij staat bij dat dat iets is van vroegere tijden, de negentiende eeuw, toen dokters zich het liefste in het laboratorium ophielden, maar ook in het er bij liggendziekenhuis moesten zijn om patiënten te zien en nieuwe therapieën, die ze net in het laboratorium bedacht hadden, uit te proberen. Dan hield je als dokter je laboratoriumjas gewoon aan, als je iets in het ziekenhuis te doen had, om na gedane zaken weer snel in het laboratorium terug te keren.
Klopt dit verhaal? Mij staat bij dat ik het uit een tijdschrift voor de geschiedenis van de geneeskunde heb. Het idee van oppassen dat je niet vol bloed- of andere spatten van de patiënt komt, is kennelijk fout. Wetenschap, uiteraard in het laboratorium, dat is wat de dokter echt bezig zou moeten houden en die past hij of zij stante pede bij zijn ziekenhuispatiënten toe.

Op woensdagmorgen haal ik eerst mijn colbertje (“chaqueta”, “americana”) op dat ik bij de chemische wasserij bij mij om de hoek had afgegeven voor een “dry cleaning” beurt. Dan wandel ik naar de “mercado central”, omdat mijn laatste pak koffie alweer half op is. Voor de ingang staan allerlei oudere mannen (zoals ik) met elkaar te kletsen. Is dat niet wat in Maastricht ook gebeurde voor de ingang van V&D (of wat daar nog van over is)? Waar kunnen ze nu terecht?
Bij mijn koffieman, beneden op de overdekte markt in de tweede rij rechts,bestel ik drie kwart kilo’s Kenia en drie kwart kilo’s Colombia. Een pak van zijn duurste koffie, vers gemalen en wel, kost tegenwoordig 1,90 euro. Ik vrees dat je er bij Blanche Dael het dubbele of nog meer voor betaalt. Over de prijs van een groot pak ingevroren tuinbonen, dat ik daarna opdoe bij een viszaak, zal ik het maar niet hebben. Voor twee ons van de lekkerste gekookte ham plus twee smeerbare chorizoworstjes betaal ik bij een kruidenier hier in totaal 2,75 euro. Eerlijk, de mensen worden voor hun werk slechter betaald dan in Nederland, maar als je de dagelijkse boodschappen voor de halve prijs krijgt, lijkt me dat niet heel onoverkomelijk. Een liter benzine, loodvrij 95, kost hier nu 85 cent en bij Carlos bij mij beneden, hartje centrum en autovrij, wordt mij een halve liter bier op tafel gezet voor2,50 euro. Zo lang als je maar niet toegeeft aan de peperdure aankoop van (buitenlandse) spullen bij bijv. El Corte Inglés, is het hier goed toeven.
Het enige minpunt in Las Palmas op dit moment is het weer. Dat niet de hele dag de zon schijnt, daar maal ik niet om, maar dat het nu aan de boulevard behoorlijk waait, dat is andere koek. Daarbij hebben wij, Palmezen, al weer enkele dagen met een aantal minibuitjes van doen, die – dat weer wel – per stuk niet langer dan vijf of tien minuten duren. Er wordt de laatste dagen wat afgekletst onder diverse overkappingen, waar de mensen dan even schuilen.Gisteren draaide ik ’s ochtends een was en hing hem daarna te drogen op mijn binnenplat. Van eventuele regenbuitjes trok ik me niets aan. Toen ik hem ’s avonds binnen wou halen, waren enkele handdoeken en onderbroeken helaas nog een beetje vochtig; die moest ik nog een nachtje laten betijen.
Aan de andere kant, wat moeten mensen zoals ik met een elektrische wasdroger, als je de was gewoon buiten of in de kelder te drogen kan hangen? Meer algemeen: wees blij dat je niet aan al dat nieuwerwetse gedoe mee hoeft te doen. Sommige van deuitgebreide serie “modernidades” van nu zou ik, als ik de baas van Nederland was, acuut in de ban doen.

Is er een verschil “intussen” en “ondertussen”? Vaag staat mij bij dat het ene woord meer in het zuiden van Nederland gangbaar is en het andere vooral “boven de Moerdijk”. Nu ik er nog eens bij mezelf over nadenk, kan ik enig onderscheid niet bespeuren. Aan het blad “Onze Taal” zou ik bovendien willen vragen: bestaat er ook zo iets als “uittussen” en “” boventussen”?
Ik heb er nog zo eentje die even melig is, maar ik kamp daar toch maar mee. Als min of meer stopwoordje, tussenvoegsel, is de Nederlandse taal verrijkt met de woordjes “er” en “daar”. “Daar” is geloof ik iets pregnanter dan “er”, maar verder kan ik weinig onderscheid ontdekken. En nou komt het: ergens staat mij bij dat, als je “er” plus een voorzetsel gebruikt, je het als twee woorden moet schrijven, terwijl het met “daar” één woord moet zijn.Wie bedenkt die flauwekul?
“Wat vind je er van? Daarvan weet ik weinig. Het hangt er vanaf. Hoe zo, daarvan af?”

Op de woensdagavond zie ik een opschrift van een T-shirt dat ik met jullie wil delen (ook al zo’n verkeerde zin). Ik zie het op de borstplaat (?) van een jongedame, als ik naar mijn bibliotheekje loop om mijn mail te bekijken, wie weet zelfs te beantwoorden. Het is in het Engels, maar ik doe maar eens alsof. Jullie krijgen hem in het Spaans: CALMATE Y COME UN PLÁTANO. In vertaling is het: blijf kalm en eet een banaan.
Terzijde, in Spanje en bij ons is een banaan dus geen “banana”, wel meestal in Latijns Amerika en in het Engels ook in de rest van Amerika, bijv. in de “Banana boat song” van Harry Belafonte (Day-O). Hier in Las Palmas zou je de bananenbokser een “platanero” noemen of wie weet een “boxeador de plátanos”.

Jimmy LaFave is in mijn perceptie een van de betere Amerikaanse singer-songwriters. Als ik de Engelse wikipedia mag geloven, is de man, geboren in 1955, intussen goed voor negentien Cd’s, te beginnen met “Down under” in 1976 (maar uit Australië komt hij niet). Tot dusver heb ik er zes van hem: “Highway trance” uit 1993, “Cimmaron manifesto” uit 2007, “Depending on the distance” uit 2012, “Trail two” uit 2013 of 2014 en – het kan niet op – uit 2015 zowel “The night tribe” als “Trail four”. Ik denk dan: is “The night tribe”dan “Trail three”, maar daarin moet ik jullie toch teleurstellen. Er bestaat nog een Cd uit 2014, geheten ”Trail three”, maar die staat niet bij Centre Ceramique in de schappen. Vooruit, laat ik “Trail four” eens uit de kast halen om aan jullie te presenteren. Hier zijn de twaalf nummers:
01.Walking to New Orleans
02.When it starts torain
03.She belongsto me
04.Call me the breeze
05.I’ll rememberyou
06.Rocket in my pocket
07.Chimes of freedom
08.Route 66 revisited
09.Snowing on Raton
10.Hideaway girl
11.It takes a lot to laugh, a train to cry
12.Worn out American dream
De Cd heeft een behoorlijk Bob Dylan gehalte, Jimmy LaFave is niet te beroerd om nummers van anderen te spelen, naast zijn eigen composities. “She belongs to me” uit 1965, “I’ll remember you” uit 1985, “Chimes of freedom” uit 1964 en “It takes a lot to laugh, a train to cry” uit 1965, ze zijn alle vier van Bobby Zimmerman. Het nummer “Rocket in my pocket” is er oorspronkelijk een van Jim Lloyd (wie is dat nou weer?) uit de vijftiger jaren. Verder vind ik “When it starts to rain” en “Snowin on Raton” bovengemiddeld. Mijn eerste prijs gaat deze keer naar “Call me the Breeze”en vooral het gitaarwerk daarin. Wie was die man ook al weer, “The Breeze”, ik heb hem jullie pas geleden nog gememoreerd, toch? JJ Cale, uiteraard, ik liet onlangs een prima ode aan hem van Eric Clapton voorbij komen. Welnu, de versie van Jimmy LaFave van “Call me the Breeze” vind ik onder ons gezegd nog beter.
Jimmy LaFave is niet te beroerd om van “Trail four” een mooie Cd te maken. Hulde! Zal ik de overige Cd’s van de man, dertien stuks, ook maar eens proberen te bemachtigen, eventueel iemand als Rocky inzetten als belangeloos downloadend medium?

Kun je een brief eindigen met een Cd? Eigenlijk wist ik gisterenmiddag en –avond niet echt iets te bedenken om jullie bij de les te houden. En vanmorgen zat ik heerlijk (nou, ja) te lezen in mijn volgende boek, toen ik ineens dacht: laat ik vandaag al maar naar de universiteit gaan om mijn nieuwe brief te versturen, op de dag dat André Knottnerus zijn veertigjarig jubileum als ambtenaar viert (met Trudie in de gelederen). Wie weet, kan ik vanmiddag mijn huur aan Lluis eindelijk betalen en hem vragen of ik volgende winter nog welkom hier ben.
Ik bedenk intussen dat mijn 28ste brief in dat geval nog uit kan op 13 april, de dag voordat Trudie en Marij naar Las Palmas komen a.s. donderdag 14 april. Daarmee is deze brief wel een stuk minder omvangrijk dan mijn vorige. Het is meer een briefje dan een epistel. Dat is dan maar zo; hier moeten jullie het maar voor doen. Gedraag je het komende weekend en eet eens een bak aardbeien met slagroom weg. Zijn die er in Nederland nog niet? Hier wordt je er al tijden mee doodgegooid. Ik wens het iedereen, tot ziens, hastaluego, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

Laat ik jullie eens verrassen met mijn eerste boek. Dat is er een van Mart Smeets uit 2011 en het heet “Prettig verslaafd”. De bekende sportjournalist heeft al tientallen boeken op zijn naam staan, vooral compilaties van de stukken die hij voor diverse bladen schreef. Hij is in mijn ogen veel meer dan alleen het voormalige gezicht als radioverslaggever en van Studio Sport en andere sportprogramma’s op tv. Ik heb hem hier al eerder de maat genomen en hij kan m.i. best goed schrijven.
Dit boek bevat 32 stukken, uiteraard vooral iets met sporters. Maar of het nou over Amerikaans basketbal gaat – Smeets speelde heel lang geleden in het Nederlandse team - of over honkbal, hij houdt mij steeds opnieuw prima bij de les. Laat ik ook zijn serie columns (kolommen lijkt me een beter woord) noemen die over wielrennen, voetbal en tennis gaan, bijv. de wegwedstrijd voor de wielerprofs om de wereldtitel, een jaarlijks hoogtepunt voor hem. Of zijn afstandelijke kijk op sportjournalistiek, met als lichtend voorbeeld Bob Spaak. Dan wel zijn wel haast eeuwige hang naar Engelstalige muziek. De man moet thuis vele kasten vol met Cd’s hebben staan, een tweede Johan Derksen.
Eerlijk is eerlijk, jullie zouden in navolging van mij, toch eens een boek (of meer) van Mart Smeets, een man van mijn postuur,moeten lezen. Voor “Prettig verslaafd” heb ik als recensiecijfer zo maar een volle 8 over. Misschien moet ik in een winkel voor tweedehands boeken maar eens de complete rest van zijn oeuvre opkopen.

Boek 2 is er een dat ik afgelopen zomer op mijn verlanglijstje had staan. Bijna had ik het me al aangeschaft of als verjaardagscadeautje geaccepteerd, toen ik het als e-boek zo maar toegeworpen kreeg. “El amante japonés” van Isabel Allende las ik in Nederlandse vertaling: “De Japanse minnaar”. Het is van 2015 en speelt vooral in San Francisco.
Het is niet eenvoudig om een roman enigszins samen te vatten zonder te veel van de inhoud te verraden. Hoofdpersoon in het boek is niet de Japanse minnaar, maar zijn min of meer stiekeme vriendin Alma Mendel. Ze is Poolse, maar wordt vlak voor in dat land de Tweede Wereldoorlog een feit is, als kind naar haar oom en tante gestuurd,Isaac en Lillian Belasco, die in een landhuis (Sea Cliff) in San Francisco wonen. Ze neemt ook hun achternaam aan en raakt bevriend met vooral zoontje Nat(haniel) en het zoontje van de tuinman, Ishi(mei) Fukuda. Later begint ze, met tussenpozen, een amoureuze relatie met Ishi, net als diens vader iemand met “groene vingers”. Hun geheime liefde – een Japanner met blanke vrouw - duurt met enkele tussenpozen voort tot bijna haar dood, als ze naar bejaardencentrum Lark House (lark = leeuwerik) verkast.
En toch, als jonge vrouw trouwt Alma met Nat, haar dierbare neef. Ze blijft alle jaren ook bij hem, tot hij dertig jaar later overlijdt (aan aids). Nat is een bekende advocaat en homosexueel, maar schenkt Alma wel een zoon, Larry, en via die haar kleinzoon Seth. Alma wordt een bekende schilderes van met zijde beschilderde kleren. In Lark House komt Alma in contact komt met de 23-jarige Irina, een uit Moldavië overgekomen meisje, dat er sinds kort werkt en dat ook voor Alma gaat doen. Irina op haar beurt raakt bevriend met Seth en zo past alles weer in elkaar.Belangrijke bijfiguren in het verhaal zijn o.a. de nu bejaarde dokter Cathy Hope en tandarts Lenny Beal, en, aanvankelijk veel jonger, bijv. Ishi’s zus Megami met haar niet-Japanse vriend Boyd en Alma’s broer Samuel.
Als zijstap vertelt het boek over de uiterst trieste omstandigheden, waarin de Japanners in Californië zich moeten schikken na de Japanse aanval op Pearl Harbour in de Tweede Wereldoorlog. Ze belanden voor jaren in een soort van concentratiekamp in Utah. En weet iemand van jullie waar precies Moldavië ligt en hoe de hoofdstad van dit voormalige stukje U.S.S.R. heet? Het zit min of meer ingeklemd tussen Roemenië in het westen en Oekraïne in het oosten, telt een dikke vier miljoen inwoners en de hoofdstad is Chisinau.
Dan is hier mijn mening over het “El amantejaponés”. Laat ik beginnen met te vermelden dat Isabel Allende’s taalgebruik heel beeldend is. Ik wil ook de vertaler naar het Nederlands, Henk van den Heuvel, een pluim op zijn hoed steken.Daarbij is het verhaal is best de moeite van het vertellen waard. Ik heb echter één bezwaar. Het boek begint met Alma in het bejaardenhuis, waarom niet, maar daarna zou ik gewoon over haar jeugd vertellen en van daaruit langzaam steeds dichter naar het heden toegaan om te eindigen met haar dood. In “El amante japonés” en dus ook in de vertaling staan de verschillende leeftijdsperiodes kriskras door elkaar heen beschreven en daar heb ik een beetje moeite mee. Word ik een oude zeurpiet? Om die reden komt dit boek toch net niet in mijn kast met geweldige boeken, maar volsta ik met een 7½, vooruit een 8- als recensiecijfer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten