donderdag 8 maart 2018

Weblogbrief 13.19, 8 maart 2018

Weblogbrief 13.19, 8 maart 2018

Querid@s amig@s y familia, van verscheidene kanten verneem ik dat de helse kou in Holanda voorbij is. Gelukkig! Hier loopt de temperatuur dagelijks op tot bijna 30 graden in de middag. Laten we samen hopen dat het ook in Nederland verder de warme kant op zal gaan. Mijn wijsheid: in maart is er altijd (minstens) één zomers weekend. Dan kunnen jullie ook zonder jas buiten in het zonnetje zitten.

Onderweg in de bus naar de universiteit afgelopen vrijdag zie ik een aansprekende advertentie van alweer een nieuwe “provider” van telefoon- en internetdiensten: Giovo. Die doet hier zijn best om zieltjes te winnen met het zinnetje: “Tú pide? Ya vamos nosotros! Vraag het en we komen er al aan!

Op de afdeling staat alleen Patricia’s deur open. Ik neem maar aan dat zij de enige is die nog present is. Als ik even later de muziek op mijn computer ietsje te hard laat schallen, ook nog eens met de deur wagenwijd open, komt ze vriendelijk vragen of het wat minder kan. Natuurlijk, bovendien kan ik om haar een lol te doen de deur dicht houden. Patricia’s Engels moge dan maar zeer mondjesmaat zijn, in het Spaans kan ze iemand de oren van zijn hoofd kletsen. Van haar leer ik af en toe een woordje Spaans dat ik wonderwel zo vlug niet zelf kan ophoesten. Lawaai is in goed Spaans “ruido”, dat jullie het maar weten.
Later komt ook Jorge nog even buurten. Hij vertelt mij dat zijn vader – 88, oud en versleten – vorige week overleden en afgelopen maandag gecremeerd is. Daarna gaat het over twee studenten die hij de helpende hand aan het bieden is. Samen met hen doet hij iets dat met enige goede wil literatuuronderzoek naar de klinische effectiviteit van alternatieve behandelingen genoemd kan worden. Voor mij is het bepaald geen splinternieuw onderwerp. Jorge komt zelf op de proppen met een stukje van Oostenrijker Edzard Ernst, bij wie ik vijftien jaar terug nog eens in het Engelse Exeter op bezoek ben geweest. Aanstaande maandag, om half 6, gaat Jorge het met de studenten hebben over homeopathie. Wil ik er misschien eens een keer bij zijn? Ik zeg toe.

Harry heeft mij deze keer weinig aparte dagclips te bieden. Wel lees ik zijn artikel over “the dean of DJs” Jack Jackson (1906-1978) met plezier. Als jongeman is Jack Jackson trompettist en in de jaren dertig heeft hij vijf jaar lang zijn eigen orkest. Op YouTube vind ik probleemloos een nummer van bijv. Al Bowlly met het orkest van Jack Jackson (I’m playing with fire, uit 1933-34). Vervolgens, in WOII verdient Jack Jackson zijn brood vooral als cartoonist. Daarna wordt hij lid van de City Slickers, met als uithangbord drummer Spike Jones. De groep is hilarisch vanwege hun parodieën op bekende liedjes. De clip “Cocktails for two” uit 1945, aan Harry’s artikel toegevoegd, gaat mij lang bijblijven. Dan wordt Jack Jackson’s werk voor de avonduitzendingen van Radio Luxemburg steeds populairder. Wie kent hem niet, als bijv. de DJ van Jack Jackson’s Jukebox op de zondagavonden om 7 uur en als man van een heel arsenaal aan geluidseffecten. Hij hoeft daarvoor overigens niet voortdurend naar het groothertogdom. Bijna alles neemt hij thuis in Engeland op, in een eigen studio en dat wordt dan als tape naar “the continent” doorgestuurd. Bekende collega’s van Jack Jackson op Radio Luxemburg in de jaren vijftig zijn o.a. (voormalige zanger) Sam Costa en Pete Murray. Een mooi stuk!

Als snoepje van de week kijk ik vervolgens naar een documentaire over Joan Baez. In een klein uur tijd krijg ik vooral het nodige mee over haar bezigheden in de jaren zestig, ook samen met Bob Dylan – men heeft het over een wederzijdse crush. Later raakt ze steeds verzeild in anti-Vietnam activiteiten. Joan Baez trouwt in 1968 met ene David Harris, die vindt dat jongelui niet voor hun nummer moeten opgaan in de Vietnamoorlog. Hij belandt daarvooor, en Joan Baez ook, nog in de gevangenis. Veel later herhaalt ze haar pacifistische inslag nog eens in Sarajevo in 1992-93. En toch, mag ik vooral gecharmeerd blijven van haar muziek?

Op het einde van de vrijdagmiddag is het voor mij uitgebreid mensen uitkijken op een bank bij het Castillo de la Luz. Daarna is het naburige bibliotheekje weer aan de beurt. Een beetje ter ere van de latere DJ Jack Jackson krijgen jullie een (uitgeschreven) cartoon van mij, die ik tegenkom in El Mundo. Onlangs was een grote demonstratie op diverse plaatsen in Spanje, waarin werd geprotesteerd vanwege het uithollen van de pensioenen: “Queremos pensiones dignas”, wij willen een behoorlijk pensioen. In de cartoon staat naast het plaatje uit 2018 eenzelfde uit 2038 met de zin: “Queremos pensiones”, waar blijft ons pensioen?
Atletico Madrid blijft maar winnen. Afgelopen woensdag wordt het 4-0, met aal vier de doelpunten op naam van Antoine (nou weet ik zijn voornaam weer) Griezmann. Barcelona daarentegen laat het donderdagavond een beetje afweten, tegen UD Las Palmas NB. Lionel Messi scoort uit een mooie vrije trap de 0-1 in minuut 20, maar vlak na rust wordt UD Las Palmas ten onrechte een penalty toegekend, goed voor de 1-1, Daar blijft het vervolgens bij. Barcelona staat nu nog maar vijf punten voor op Atletico, 66 versus 61, met a.s. zondagmiddag de titanenstrijd in Camp Nou in het verschiet. Real Madrid en Valencia staan inmiddels heel ver achter op het tweetal.

Soms kom je zo maar een leuk opschrift op een trui tegen. Dat zo iets in het Spaans aan de hand is, ligt alweer een tijd achter me. Als ik vrijdagavond op weg naar mijn etage ben, loop ik een forse dame tegen het lijf, met op haar voorgevel: “Wake me up when the winter is over”, maak me maar wakker, als de winter voorbij is. In het Spaans kom ik dan uit op: “Despertame, cuando se acabó el vierno” (maar dat staat er helaas niet).

Op zaterdagmorgen weet ik al bij het opstaan en koffie zetten dat Joan Baez geboren in 1945) mijn eerste artiest(e) van deze week gaat worden. Ik heb een hele doos muziek van haar: studio-albums, live optredens en compilaties. Uit een kleine 50 CD’s kies ik voor jullie “Diamonds & Rust” uit 1975, mede omdat die schijf in de documentaire gistermiddag een aantal keren genoemd is. Hier komen de elf nummers:
01.Diamonds & rust
02.Fountain of sorrow
03.Never dreamed you’d leave in summer
04.Children and all that jazz
05.Simple twist of fate
06.Blue sky
07.Hello in there
08.Jesse
09.Winds of the old days
10.Dida
11.I dream of Jeannie/Danny boy
Een mijlpaal kan ik van de CD (eigenlijk nog LP) niet maken, maar Joan Baez is en blijft een acceptabele sopraan. Het aardigste op de plaat vind ik het titelnummer: “Diamonds & rust” en verder “Fountain of sorrow”, “Simple twist of fate”, “Jesse” en vooruit, ook (Lucy Ball’s) “I dream of Jeannie”. Dan bedenk ik ineens dat ik nog een tweede “Diamonds & Rust” CD heb, van een live optreden, “Diamonds & Rust In The Bullring” uit 1989. Dat album, met twaalf heel andere nummers, heb ik hier al eens de revue laten passeren, jaren geleden, dat wel.

´s Avonds is het op de boulevard niet echt druk. Dat kan mede komen, omdat het waait als de pieten. Van een “tormenta” is geen sprake, maar toch ben ik blij dat ik aan de goede kant op mijn bank bij hotel NH Imperial zit, met de wind in mijn rug, “con el viento en popa”.
Er komt voor een zaterdagavond weinig volk voorbij. Vooruit, vlak voor me langs zie ik een dame langs wandelen met alles erop en eraan. Op haar trui, met lange mouwen, staat: “Don’t judge me by my sweat shirt”, beoordeel me niet op mijn (sport-)trui. Waarom heb ik, als het om trui-opschriften gaat, een voorkeur voor dames?
Verderop bij het pleintje van La Puntilla, op weg naar visrestaurant La Marinera, is een herhaling van murga-optredens gaande. Is dat niet wat laat? We zitten immers al in maart en carnavalszondag was dit jaar op 11 februari, drie weken geleden. Toch laat ik me overhalen om – al is het maar voor even – die kant op te lopen. Het blijkt er toch behoorlijk druk te zijn, vele honderden toeschouwers. Net als ik aankom, begint de kampioen van dit jaar op Santa Catalina, Los Serenquenques, aan zijn litanie van een half uur. Dan kan ik het niet laten en kijk het hele optreden glimlachend uit, voordat ik me over de boulevard weer huiswaarts begeef.

Thuis is het dan tijd voor een weekend (speel-)film. Het wordt een DVD van “The Story Of Us”, van regisseur Rob Reiner met Bruce Willis en Michelle Pfeiffer in de hoofdrol. Hij is uit 1999, nog net van voor het nieuwe millennium. (Ik heb hem eerder al eens bekeken, maar wat is er tegen een herhaling?) Bruce en Michelle, in de film Ben en Katie, zijn netjes getrouwd en hebben intussen twee kinderen. Dan komt de klad een beetje in hun huwelijk. Vraag (in het Spaans): “Puede el amor durar para siempre?”, is liefde iets eeuwigdurends? Voor de muziek van de film tekent niemand minder dan Eric Clapton (samen met ene Marc Shaiman), heel goed.
Als ik de DVD anderhalf uur later weer uit mijn laptop haal, heb ik er best “een goed gevoel” bij. Met een “waarom zou je per se je hele leven bij een en dezelfde partner moeten blijven?” kruip ik onder mijn katoenen dekentje.

De ochtendstond heeft goud in de mond, zeker op zondagmorgen. Al om 8 uur ga ik eerst eens plassen, neem dan mijn zes verschillende pillen en vul tenslotte mijn koffiezetapparaat met water en koffie, goed voor vier mokken. Daarna neem ik in een nog lege Luis Morote plaats op mijn balkon, voor een hap uit mijn leesboek. Voor erg vol hebben we diverse woorden in het Nederlands, maar hoe zeg je dat iets, bijv. een straat, nog helemaal leeg is?
Om 11 uur ben ik ook nog eens fris gewassen en aangekleed en kan ik met goed fatsoen naar de rommelmarkt voor een “run” op nieuwe DVD’s. Die kosten hier doorgaans één “eurito” per stuk en tevreden kom ik terug met een tiental nieuwe films. Heb ik er voorlopig weer genoeg in huis om eventuele mindere avonden door te komen.

Mijn zondagse middageten is deze keer corned beef, zilveruitjes en mayonaise/mosterd, aangevuld met een salade van uien, komkommer en Franse selderij. Daarna is het een beetje afwachten totdat ik met goed fatsoen de straat op kan om naar Barcelona thuis tegen Atletico Madrid te gaan kijken. Ik ga daarvoor deze keer naar het terras van El Palikeo, op de hoek van Santa Catalina bij hotel Miami. Wat mij van de zaak vooral aanstaat, is het grote scherm dat buiten is neergezet. Vooraf vrees ik dat Atletico helaas met de drie punten naar huis zal gaan, dat Barcelona voor het eerst dit seizoen tegen een nederlaag gaat aanlopen. In dat geval staat mijn club nog maar een luttele twee punten voor op de arbeidersclub van de hoofdstad.
De wedstrijd begint om kwart over 3 en dan zit het goed vol op het terras, met mij op een centrale plek op de voorste rij. Dan nu de wedstrijd zelf. In de eerste helft gebeurt er weinig behalve in minuut 26, als Leo Messi zijn tweede of derde vrije trap neemt. Vanaf 23 meter – het is nagemeten – krult hij de bal met een vaartje over een muur van verdedigers heen in de driehoek. Keeper Oblak van Atletico kan hem nog net aanraken, maar er echt bij komen is hem niet meer gegeven: 1-0. In de woorden van de televisiecommentator is het een “golazo”, een schitterend doelpunt, en daar heb ik niks aan toe te voegen. Vooruit, laat ik El País citeren die op maandag met een foto van een mooie achteraanzicht van Jan Oblak komt, die gestrekt naar de driehoek gaat, maar onverrichter zake: “Oblak se estira sin poder detener el disparo de lanzamiento de falta de Messi, al fondo a la izquierda”.
Veel gebeurt er verder niet meer in de eerste helft, of het zou moeten zijn dat Iniesta na eerst een opdonder in minuut 23 en daarna nog een in minuut 35 het veld geblesseerd moet verlaten. Messi krijgt ten onrechte een gele kaart, nadat hij in aanvaring is gekomen met de langharige Filipe Luis.
Na de rust worden de bordjes nou eens niet verhangen. Ik zie vooral veel gedoe op het middenveld, maar tot echte doelkansen voor Barcelona of Atletico komt het niet meer. Ik zie wel hoe met name midvoor Diego Costa van Atletico zich steeds vervelender gaat gedragen. Hij is het ook die heftig protesteert, als een doelpunt van Atletico in minuut 85 wordt geannuleerd, omdat hij net aan buitenspel staat. Luis Suarez is veel eerlijker, als diens doelpunt op het einde wegens buitenspel wordt weggestreept. Aan de kant van Barcelona zie ik bij de jonge Braziliaan Coutinho in de tweede helft wel nog een paar aardige ideeën. Van Antoine Griezmann van (nu nog) Atletico krijg ik helaas weinig te zien. Het blijft 1-0 en Barcelona staat weer acht punten op Atletico voor.

Terug op het honk om kwart over 5 vind ik dat Joan Baez wel weer de lappenmand in kan, dat het tijd is voor nieuwe muziek. Laat ik voor de afwisseling eens iets veel recenters nemen, van een dame die nog lang niet tussen de mottenballen ligt. Ik kom uit bij Katy Perry, uit 1984, van wie in 2013 de CD “Prism” uitkomt. Ik heb hem eerder in Maastricht al eens gedraaid, ook als DVD met lichtbeelden, en nu gaat hij op reprise. Hier zijn de dertien nummers van het album:
01.Roar
02.Legendary lovers
03.Birthday
04.Walking on air
05.Unconditionally
06.Dark horse (feat. Juicy J)
07.This is how we do
08.International smile
09.Ghost
10.Love me
11.This moment
12.Double rainbow
13.By the grace of God
Dit is muziek van een andere orde dan mijn vele platen van vroeger, van inmiddels overledenen artiesten dan toch op zijn minst bejaard. Katy Perry is een van de idolen van nu, van de jeugd, van “hoe kom ik zo snel mogelijk hoog in de hitparade”. Geloof het of niet, maar ik vind de CD “Prism” best wel in orde. Voor wie ook nog wil weten welke nummers er bij mij extra ingaan, noem ik hier: “Roar”, “Legendary lovers”, “Walking on air”, “International smile”, “Love me” en “This moment”.
Ik heb ook nog een MTV Unplugged CD van haar uit 2009, met zeven andere nummers, en als ik op “Prism” uitgekeken ben, dan kan ik die altijd ook nog eens opzetten.

Als ik ‘s avonds mijn rondje boulevard doe, is het heel druk, veel drukker dan gisteren. Komt dat mede, omdat het nu zondag in plaats van zaterdag is? Nee, daar geloof ik niks van. Ik denk dat het alles te maken heeft met de wind die er vanavond helemaal niet is.
Ik zie een nieuwe reclame van Bandido. Mijn bierfabriek Tropical heeft zijn speciaalbier nu ook op de markt gebracht met een scheutje rum, in plaats van tequila. Daar zit iets raars in. Een fles tequila heb je niet zo snel in huis, ook hier niet, maar rum van het eiland hoort haast bij het meubilair. Het is voor kanariepieten net zo gewoon als een fles afwasspul en een duizend-dingen-doekje. Waarom zou je nou iets op tafel zetten dat verdacht veel lijkt op wat in Nederland een stelletje heet: een groot glas bier met een jonge klare?
Voor wie mij ervan verdenkt dat mijn trui-opschriften steeds Engelser aan het worden zijn, heb ik er nu een die ik met de beste wil van de wereld niet als Engels kan verkopen: een T-shirt met alleen een varkenskop erop. Ik kan er wel “pig’s head” van maken, maar de jongeman die er in zit, is onmiskenbaar een Spanjaard, bijna zeker zelfs van hier. Dus bedenk ik voor mezelf (en jullie) als onderschrift: “cabeza de cerdo”. Echter, in Spanje wemelt het van de soorten varkens. Naast “cerdo” vind ik in mijn onvolprezen woordenboek vijf andere “varkens”: “cochino”, “gorrino”, “guarro”, “marrano” en “puerco”. Het blijft behelpen met vreemde talen! (En het Spaanse equivalent van “zo lui als een varken” is “más vago que el sastre de Tarzán”. Een sastre is een kleermaker, niet vergeten!).

Gaan we naar de maandag. Mijn gordijn begeeft het steeds meer. Het lint waarmee de haakjes vastgezet horen te worden aan het enorme gordijn zelf, laat steeds meer los. Ik ga Lluis ervan op de hoogte stellen, ‘s middags, als ik toch op de universiteit moet zijn. Hij vraagt mij om een foto te appen en daarna zal hij actie gaan ondernemen.
Ik moet eigenlijk naar de universiteit om Jorge te helpen met zijn studenten en hun homeopathische literatuur. Blijkt ter plekke dat de twee hebben afgebeld, omdat ze dachten dat Jorge nog wel met zijn overleden vader bezig zou zijn. Jorge zelf vertelt me dat ze waarschijnlijk intussen een andere afspraak hebben gemaakt, die ze niet meer kunnen of willen veranderen. Ons gesprek met de twee studenten over homeopathie wordt een week uitgesteld.
Mij rest die middag weinig anders dan op mijn schreden terug te keren naar Las Palmas-Noord. Ik doe een paar boodschapjes bij El Corte Inglés en loop vervolgens door naar het bibliotheekje aan de boulevard. Als ik daar – behalve diverse verslagen van Barcelona-Atletico – weinig van mijn gading kan vinden, kuier ik op mijn gemak terug naar huis en ga door in mijn boek dat ik intussen grotendeels uit heb.

Voor Lluis maak ik dinsdagmorgen in alle vroegte twee foto’s van mijn losgeraakte gordijn en daarmee mag ik met een liter koffie op het balkon gaan zitten. Later op de dag appt Lluis mij terug dat het gordijn, “la cortina”, wat hem betreft aan vervanging toe is. Het gaat wel een week of zo duren, voordat het klaar is.

Trudie laat me, ook al per app, weten dat onze reis in de tweede helft van juni met reisorganissator Ambiance Travel er waarschijnlijk eentje wordt per huurauto, van San Sebastián naar Santiago De Compostella. We nemen het vliegtuig naar Bilbao en komen veertien dagen later terug vanaf Santiago. We prefereren die reis boven de eerder bedachte rondreis over een stuk van Noord-Spanje langs de kust en dan terug over het binnenland via León, Burgos en Vitoria. Een offerte van onze reis komt eraan.

Op dinsdagmiddag ben ik Katy Perry een beetje beu en ga op zoek naar toch weer een gouwe ouwe. Wie zal ik eens nemen? Ik ben al heel lang fan van Dolly Parton, het fameuze country & western opdondertje uit mijn geboortejaar. Haar eerste twee LP’s, uit 1963 en 1967, heb ik helaas (nog) niet, maar ik ben wel de trotse lener van “Between You And Me”, een hele doos duetten, intussen op zes CD’s gezet. Die heeft Dolly in de jaren 1967-1974 opgenomen samen met countrygrootheid (uit die tijd) Porter Wagoner, met zijn eigen TV-show. Als ik de hele bups via de Rotterdamse CD-theek in huis haal, krijg ik er ook nog een fotoboek bij uitgeserveerd. Daarin heb ik nog eens naar hartenlust zitten bladeren. Uiteraard staan alle maar liefst 160 nummers van “Between You And Me” intussen op mijn computer (“voor eigen gebruik”). Daaruit een keuze maken voor deze brief is moeilijk, zo niet ondoenlijk. Laat ik jullie het allereerste begin van hun samenwerking voorschotelen, de twaalf nummers uit 1967, ruim vijftig jaar terug. Hier komen ze:
01.Just between you and me
02.Before I met you
03.Two sides of every story
04.Mommie, ain’t that daddy
05.Four o thirty three
06.Love is worth living
07.The last thing on my mind
08.Sorrow’s tearing down the house (that happiness once built)
09.How is where the hurt is
10.This time has gotta be our last time
11.Put it off until tomorrow
12.Because one of us was wrong
Het is – Country &Wester muziek van vijftig jaar terug – een beetje huisje, boompje, beestje plus wat verliefd naar elkaar kijken en een scheut luduvudu, maar hoort dat niet een beetje bij C&W muziek uit die tijd? Echte uitschieters naar boven bespeur ik niet, of het zouden de volgende moeten zijn: “Just between you and me”, “Mommie, ain’t that daddy” (met een gesproken stukje), “Home is where the hurt is”, “This time has gotta be our last time” en “Because one of us was wrong”. Ook de jonge Dolly Parton is het aanhoren royaal waard, zelfs met een foute man erbij.

‘s Avonds kies ik, of het niks kost, nog eens voor een stevig partijtje voetbal. Paris Saint Germain heeft twee weken geleden uit bij Real Madrid verloren met 3-1 en staat nu volgens de pers in Parijs op scherp. Kan het de achterstand in het eigen stadion nog in winst omzetten? Op het terras, alweer bij El Palikeo, ben ik de enige, denk ik, die de Parijse club de overwinning een beetje gunt. Groot minpunt voor mijn standpunt: PSG’s hoop in bange dagen Neymar Jr., voorheen van Barcelona, is helaas geblesseerd en doet niet mee. In zijn plaats speelt Ángel Di María, ex-speler van Real Madrid en bepaald niet een voetballer voor wie ik over de omheining wil klimmen. Een opvallend ander detail gaat over het reclame-opschrift op de kleding: beide ploegen komen het veld op met de slagzin: “Fly Emirates” op hun shirt. Zou het de klandizie van de vliegtuigmaatschappij echt bevorderen?
In de eerste helft valt mij vooral op hoe snel het allemaal gaat. Er wordt over en weer wat afgetikt in een ijltempo. Keeper Areola van PSG krijgt twee echte doelkansen te pareren, van Sergio Ramos in minuut 17 en van Benzema in minuut 37. Aan de overkant moet Navas ingrijpen bij een schot van Mbappé in minuut 42.
Dan, vlak na de rust, komt voetballer van het jaar Cristiano Ronaldo in actie. Hij kopt nog naast in minuut 49, maar twee minuten later mikt hij voor de zoveelste keer raak met zijn gecoiffeerde hoofd. Apart blijft het. Ronaldo’s Champions league score deze winter staat nu op twaalf doelpunten in acht wedstrijden. In minuut 65 krijgt Marco Verrati van PSG, best een aardige speler, voor de tweede keer geel (na een aanmerking op de scheidsrechter) en mag zich gaan douchen. Tegen de verhouding in wordt het in minuut 70 1-1 door een ouderwetse frommelgoal, die op naam komt van de weinig indrukwekkende Edinson Cavani. Benzema mist vervolgens opnieuw en dan mag Calimero van Real Madrid de 1-2 intikken. Kansen daarna zijn er alleen nog voor Realspelers en 2-1 blijft het.
Eerlijk is eerlijk, Real Madrid is eigenlijk geen moment in gevaar geweest. De club is gewoon veel beter dan Paris Saint Germain. De uitslag over twee wedstrijden, 5-2 voor Real, vind ik volkomen terecht. De winnaar van de Europacup in de vorige twee jaren zit opnieuw bij de laatste acht.

Als Laura woensdagmorgen bij mij thuis aan het poetsen is, gaat de telefoon. Trudie vertelt me dat de reis van San Sebastián naar Santiago de Compostela definitief doorgaat. Ik kijk ernaar uit. Als ik in Maastricht ben, zal ik wat literatuur proberen te bemachtigen.
Verder is het een echt rustige dag, die ik vooral met lezen doorbreng. Voordat ik ‘s avonds van mijn wandelingetje terugkom, zit ik soms nog even voor me uit te kijken op een bank in mijn straat. Er komt een dikke man voorbij met op zijn T-shirt een basketbal die door het netje gaat. Erboven staat: “I am dunk”. Daar was ik zo vlug niet opgekomen; ik dacht eerst dat er “I am drunk” stond. Even later komt hij “weerom” van de andere kant. Blijkt er “Slam dunk” te staan. Die uitdrukking ken ik van het basketballen. Het is zo iets als met een geweldige klap de bal van bovenaf in het mandje kiepen.

Mag ik het hierbij laten voor deze keer. met de toevoeging dat het voorjaar eraan komt? Voor wie gelooft in 1 maart als de eerste dag van de lente, is het al ze ver, maar Laura komt pas weer poetsen op woensdag 21 maart, de enige, eerste echte voorjaarsdag. Zelfs de zomertijd is nakende, beste mensen: op 25 maart, op Palm(takken)zondag, gaat de klok weer een uur vooruit, of is het terug? In ieder geval blijft het ook vanaf 21 maart hier een uur vroeger dan in Nederland. En voordat ik het vergeet, mijn volgende brief komt er alweer aan op woensdag 14 maart, over zes dagen.
Voor nu, maak er het beste van. Koop eens een paar makrelen; dat schijnt de kans op een hart- en vaatziekte te verminderen. Of haal eens een zak hazelnoten in huis; ook die zouden de balans de juiste kant op kunnen trekken. En als het allemaal “flaweköl” mocht zijn, lekker blijven ze, die makrelen en hazelnoten. Tot ziens maar weer, hasta luego, PaulK.

BOEKBIJLAGE

Op zijn tijd is een boek van RJ Ellory (Roger Jon) hier op zijn plaats. Er zijn menen die vinden dat hij een tweederangs thrillerschrijver is, maar daar hoor ik absoluut niet bij. In deze bijlage heb ik eerder al diverse boeken van hem lovend besproken. Deze keer is “Carnival of shadows” aan de beurt, gepubliceerd in 2014. Het speelt echter in vooral het jaar 1958 in de VS, rond een circus in de buurt van Kansas City.
Senior Special Agent Michael Travis is van 1927 en in 1958 dus 31 jaar. Hij is heeft een uiterst beroerde jeugd gehad, erin uitmondend dat zijn moeder Janette zijn brute vader Jimmy met voorbedachte rade doodt en daarna ter dood veroordeeld wordt. Hij komt in een weeshuis terecht, maar woont vanaf zijn 16de samen met aangetrouwd familielid Esther Faulkner, dan 34 jaar oud. Ze overlijdt helaas in 1950 aan kanker. Dan gaat Michael Travis het leger in en vanaf 1953 werkt hij zich omhoog in de FBI. In 1958 krijgt hij zijn eerste grote opdracht: de moord op een Hongaars bendelid, wiens lichaam wordt gevonden onder een draaimolen van een rondtrekkend circus in het plaatsje Seneca Falls in Kansas.
Daar raakt Travis steeds beter bekend met het dorpsleven, o.a. sheriff Chas Rourke en Laura McCaffrey van het plaatselijke hotel waar hij logeert. Bij het circus werken o.a. goochelaar Mr. Slate, dwerg Chester Greene, de broodmagere Oscar Haynes en niet te vergeten het koppel Edgar Doyle en Valeria Mironescu. Vooral van Edgar Doyle steekt Travis veel op, ook over de legio schandalige dingen die de overheid aan het doen is, o.a. in Unit X: de Behavioral Science Division. De FBI wordt gekenmerkt door een uitermate hierarchische structuur: van Michael Travis naar Tom Bishop naar Frank Gale van Unit X. Gale rapporteert weer aan Warren, die aan Tolson en die aan hoogste baas J Edgar Hoover. Gaandeweg gaat agent Michael Travis steeds meer inzien dat het oplossen van zijn moordzaak voor zijn superieuren maar bijzaak is, dat het hen vooral om Edgar Doyle te doen is en dat er in de Unit X ontoelaatbare dingen gebeuren. Hij komt gaandeweg tot de conclusie dat hij bij de FBI niks meer te zoeken heeft en beter wat anders kan gaan doen.
Voor mij is “Carnival of shadows” misschien niet het beste boek van RJ Ellory, maar het mag er zeer zeker zijn. Het is spannend tot op het eind en ik krijg ook iets mee van het reilen en zeilen van organisaties zoals de FBI. Mijn minpuntje is dat het feilen van de dienst en de foute geestesexperimenten in die tijd m.i. een ietsje te prominente plaats krijgen. Dat gezegd hebben kom ik toch nog uit op een goede beoordeling. “Carnival of shadows” van RJ Ellory gaat terug in zijn mand met een 7½ als recensiecijfer, vooruit een 8- vanwege eerdere verdiensten van de schrijver.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten