maandag 10 december 2018

Weblogbrief 14.06, 10 december 2018

Weblogbrief 14.06, 10 december 2018

Queridos amigos y familia, zoals gangbaar begin ik mijn nieuwe bief steeds, als ik in bus 12 stap, op weg naar de universiteit. Mijn vorige heb ik dan net “gekuist” en mijn middageten achter de rug; ik wil op tijd naar de universiteit vertrekken. Deze keer begin ik een “parada solicitada”, halte eerder. Voor de lunch heb ik een grote portie zuurvlees (“zoervleis”, “estofado op ze Mestreechs”) in de ijskast staan, die volgens Trudie nu wel geconsumeerd dient te worden. Dat laat ik me vandaag geen twee keer zeggen. Dus zit ik om 12 uur ‘s middags aan een delicatesse die zijn gelijke niet of nauwelijks kent. Dit is mijn galgenmaal (voor het geval dat ik vanmiddag op de universiteit aan de galg eindig), zo lekker! Ik heb nog drie verdere porties in mijn mini-diepvries staan, dus herhaling van zetten is zeker nog aanstaande.

Op de universiteit krijg ik van Harry een artikel over gouverneur-generaal JB van Heutsz te lezen. De lieveling van koningin Wilhelmina heeft een kleine honderd jaar terug een standbeeld vrdiend en gekregen op een begraafplaats in Amsterdam en uiteraard ook een borstbeeld Coevorden, waar hij vandaan komt, geboren is. JB zou heel belangrijk zijn geweest voor het Hollands houden van “Oost-Indië” in de Atjeh-oorlog. In de jaren 1960 en later is de man wonderwel als “koloniale bezetter” van zijn voetstuk gevallen, heeft men de beelden weggehaald. Is dat wel terecht, vraagt geschiedkundige Harry zich af?
Mijn belangstelling gaart deze keer echter vooral uit naar een van Harry’s clips. Daarin speelt ene Gary B. B. Coleman gitaar op een manier zoals bijna alleen bluesmuzikanten van het hoogste niveau dat kunnen. De zwarte man is geboren in Paris, Texas in 1947 en is helaas maar 47 jaar geworden. Ik had nog niet van hem gehoord, maar ga ik goed maken. Ik ga t.z.t. graag een cd van hem op mijn computer zetten (bijv. The best of GC, uit 1991).

In bus 12 heb ik op de terugweg altijd een mooie zitplaats, omdat de faculteit gezondheidswetenschappen na de Carrefour in het zuiden van de stad pas de tweede halte is. Deze keer kan ik (helaas) niet naast de chauffeur vooraan plaatsnemen, omdat die plek al bezet is. Dus wijk ik uit naar een stoel in de tweede helft van de autobus, aan het middenpad.
Een paar haltes verder is de bus al aardig vol. Er komt een grote, dikke man de bus in met een kerstmuts op zijn hoofd. Op 4 december vind ik dat aan de vroege kant, maar vooruit. Hij gaat pal naast mij staan, eigenlijk leunt hij tegen mij aan, met zijn volle lijf tegen mijn rechter zijkant. Vervolgens is er nog nauwelijks beweging in hem te krijgen. Hij lijkt in de verste verte niet op Albert Einstein of Bill Gates, om eens een paar intelligente zijstraten te noemen. Eerder heb ik in de bus van doen met een exemplaar van de sector “minder bedeelden”, “verstandelijk gehandicapten”, laten we zeggen de drummer van de Josti-band.
Als we San Telmo naderen, roept uit het niets een kleine, mager uitgevallen vrouw: “Paco?” om zich heen. Dat laat de kolos zich geen twee keer zeggen. Hij maakt zich van mij los, worstelt zich naar de uitgang en hobbelt vervolgens achter haar aan de bus uit.

‘s Avonds lees ik in mijn bibliotheekje dat het mooie weer aanhoudt. Voor de komende dagen voorspelt het plaatselijke KNMI “cielos despejados”, een onbewolkte hemel als een spiegel.
De marathon van Las Palmas is deze winter op zondag 27 januari, op de verjaardag van Lux. Daarvóór komt eerst nog op 16 december de loopwedstrijd van baasje plus hond in het parque Romano (www.canwerun.com) en uiteraard op oudejaarsmiddag de niet te missen Silvesterloop. De laatste is ‘s middags en duurt gelukkig niet zo lang. Die heeft wel wat. Hoe dan ook denk ik dat de gemeente en provincie graag hardloopwedstrijden organiseren, omdat die bijna niks kosten (alleen wat consumptiebonnen voor vrijwilligers).
Ik zie ook al een vroege aankondiging van carnaval, die deze winter in het teken staat van “una noche de Río”. Carnaval is hier meer uitgesmeerd, tussen 15 februari en 10 maart. De “Pregón”, opening, komt deze keer van komiek Manolo Vieira. Mijn Nederlandse intermezzo rond carnaval is van 20 februari tot 9 maart. Dus kan ik nu wel naar de Pregón gaan kijken, op plaza Santa Ana, met Marcel en consorten die dan hier op bezoek zijn. En ik ben weer net terug voor het staartje, zeg maar staart: op 9 maart ‘s avonds en ‘s nachts staat de “Gran Cabalgata”, de groeten optoch, op het programma en de avond erop nog eens de “Entierro”, met ten grave dragen van de sardine. Heb ik nog meer over carnaval? Vooruit, er zijn deze keer 23 murgas, wijkgroepen die op het Santa Catalina podium een half uur krijgen om ons te amuseren. De finale met de acht besten op zaterdag op 23 februari ga ik missen. Dan zit ik met de eetclub bij Piet & Tonnie in Mokum.
Laat ik deze bijdrage “oet de gezette” afsluiten met een cartoon uit La Provincia. Een oudere man is in de krant verdiept en zegt: “Tenemos una navidad con muchas luces y un govierno con pocas luces”, er komt meer licht uit de kerstversiering dan uit het gouvernement.

Bestaat het woord surprisendag? Mijn grote van Dale zegt van niet, maar die kent zelfs het woord surprisenavond niet, dat ik weet niet hoe lang al gangbaar is in het ABN en zeker ook in het ABM. Mijn vraag: waarom wordt voor Sint Nicolaas ieder jaar een man uitgekozen, in Maastricht iemand als Jan Janssen? Wordt het niet tijd dat we een vrouw die eer eens gaan gunnen? Net als bij de verkiezing van Prins Carnaval?

Dan acht ik het tijd voor muziek, liefst met een Sint Nicolaastintje. Ik kan zo vlug maar op één artiestennaam komen (maar dan laat ik o.a. wel Nico Haak en Stefan Nicolai weg.): Nico. Deze Duits-Amerikaanse zangeres kennen jullie wellicht nog als de toegevoegde waarde van de Velvet Underground (Lou Reed, John Cale) op hun beste cd: “The Velvet Underground & Nico”. Zij mag twee nummers zingen: “Femme fatale” en “I’ll be your mirror”. Als ik eerlijk ben, zijn dat niet mijn favoriete liedjes op de plaat. Daarna heeft Nico ook solowerk op de plaat gezet: op mijn computer is ze goed voor twee cd’s: “Desertshore” uit 1970 en “Chelsea live” uit 1985. Hier zijn de acht plus twee nummers solo op “Desertshore” en met de Velvet Underground:
01. Janitor of lunacy
02. The falconer
03. My only child
04. Le petit chevalier
05. Abschied
06. Afraid
07. Mutterlein
08. All that is my own
09. Femme fatale
10. I’ll be your mirror
Overhouden doet het niet. Mag ik het daarbij laten? Laat ik hier nog toevoegen dat haar stem wel wat weg heeft van die van Marianne Faithfull uit de periode dat die bekomen was (denk ik) van haar langdurige heroïneverslaving.

Bij een Sint Nicolaas hoort uiteraard ook een al dan niet zwarte Piet. Ook daarvoor heb ik niet een regiment gegadigden tot mijn beschikking, tenzij ik “Peter” includeer. Voor Piet (in het Engels Pete) kom ik maar tot twee namen van artiesten voor jullie: Pete Seeger en Pete Townsend. Daarbij heb ik een uitgesproken voorkeur voor de laatste, met zijn complete armslag op de gitaar. De fout om hier en nu dan maar eens een van diens soloplaten te promoten maak ik na Nico niet. Ik wijk uit naar een verzamelplaat van de Who, waarop Pete Townsend het boegbeeld is, naast zanger en warhoofd Roger Daltry. Hier zijn de veertien nummers van hun “Meaty Beaty Big And Bouncy”:
01. I can’t explain
02. The kids are alright
03. Happy Jack
04. I can see for miles
05. Pictures of Lily
06. My generation
07. The seeker
08. Anyway anyhow anywhere
09. Pinball winzard
10. A legal matter
11. Boris the spider
12. The magic bus
13. Substitude
14. I’m a boy
Zal ik jullie eens iets verklappen? Op drie na kan ik alle nummers, als er tenminste niemand in de buurt is, meezingen. “Pictures of Lily, maake my life so wonderful”, etc… Dit is de rock ‘n’ roll waar ik als jongeman van heb gehouden. Alleen bij “The seeker”, “Boris the spider” en “The magic bus” moet ik verstek laten gaan. Goud van oud!

‘s Avonds ga ik naar El Corte Inglés om mijn mondvoorraad op peil te brengen. Tussen mijn boodschappen zit ook een “cóctel de gambas”, 450 gram diepzeegarnalen in een sausje, van de firma Ensalandía. Goedkoop is anders, maar je krijgt wel waar voor je geld. Ik zal hem morgen, op de “día de la constitución española” zeker eens proberen. Even dacht ik nog dat “gambas” kleine kreeften waren. Mis! Kreeften, jongens en meisjes, zijn “cangrejos” en krabben idem dito (maar zo’n ronde met lange poten is een “centollo”). Een zeekreeft is een “langosta (de mar)” en dat woord staat ook voor sprinkhaan, naast bijv. “saltamontes”. Ik moet toch eens leren om al die verschillende Spaanse beestjes uit elkaar te leren houden. Een kreeftcocktail zou ik vertalen met “cóctel de langosta”.

Als ik op een bank ga zitten op het nog wel open stuk van de Mesa y López, heb ik vol zicht op een jongen en meisje op een bank tegenover de mijne. Ze hebben kennelijk wat uit te vechten, merk ik al snel. Hij praat op haar in als Brugman en zij heeft geregeld haar handen voor haar hoofd om zijn woordenstroom te verwerken. Voor mij is het een verkering die bijna op het eind is, maar dan stort ze zich in zijn armen. Even later gaan ze innig gearmd de Mesa y López af in de richting van de Tomas Miller. En toch, naar mijn bescheiden mening is hun relatie nog maar een kort leven beschoren (maar wie ben ik?).

Op de feestdag hoor ik uiteraard geen kinderen kwaken onder mijn balkon en komt de straat pas later tot leven. Nu ik toch bezig ben: laat ik eens iets vervelends zeggen over de toeristen in de drie flats tegenover mij, de vele aimabele niet te na gesproken.
Klein leed vind ik het, als men zich bespied waant, als ik ook maar eventjes een kijkje van de straat neem vanaf mijn balkon. Moeilijk heb ik het voor de variatie eens met een koppel plus een wat ouder iemand (oudere broer van de jongeman) die op nummertje 19 rechts twee hoog tijdelijk zijn ingetrokken. Ik vermoed dat ze uit Ierland komen, hoor hem iets tegen haar (Jacky) zeggen in onversneden Engels. Ik zie het nodige Ierse groen op de T-shirts die te drogen hangen. Het klein uitgevallen meisje hangt ongegeneerd haar kennelijk net gewassen ondergoed (wit) aan een drooglijn op het balkon. Haar vriend, met kaalgeschoren hoofd, loopt rond in louter een veredelde zwembroek en verder niks. De derde aanwezige, een fervente roker, is tevens goed voor het ene na het andere blikje bier, in de vroege uren al. Er zijn grenzen, denk ik dan (met mijn 72 jaar).
Even later zie ik ze beneden het ervan nemen bij “De Francesco”. Dit zijn dus niet mijn favoriete overburen. Ophoepelen dus! Ik zal blij zijn, als het drietal weer het ruime sop kiest.

‘s Middags en ‘s avonds is het een hele bedoeling in de Luis Morote. Carlos, Francesco en Don Mathé doen goede zaken, als ik me om 6 uur opmaak voor mijn rondje boulevard naar rechts. Er is voor een snelwandelaar (bij wijze van spreken) als ik haast geen doorkomen aan op Las Canteras. De “belén de arena”, kerststal van zand, verderop is geopend voor het publiek en daar staat me toch een rij te wachten: meer dan tien meter lang. De vele meters hoge kerstboom ernaast, barstensvol lichtjes en met een ster aan top, doet zijn werk naar behoren. Er vlakbij zie ik de vrouw met de houten pop haar danstrucje doen. Het is dringen om bij haar in de buurt te komen. De man die tegen vergoeding best een cartoon-portret van je wil maken, heeft zich pal naast de ingang van het “kerstgebeuren” opgesteld in afwachting van nieuwe klanten.
Ik loop door naar mijn (min of meer) vaste plek bij het NH-hotel, maar de royale bank daar, in een halve cirkel, zit al helemaal vol met oudere jongeren en nog ouder. Dus loop ik door naar een van de banken tegenover La Oliva om mijn e-mail en appjes te lezen. Daarna kijk ik op “nu.nl” wat ik allemaal aan recent nieuws gemist heb. Weinig of niks dus!
Als ik weer terug ben bij het NH-hotel, is er wel enige ruimte. Ik ga zitten en wie krijgt mij nog van mijn plek. Even later komt een bejaarde man naast mij zitten. Hij vist een sigaret uit een pakje en met zijn aansteker al in de aanslag zegt hij tegen mij: “No te molestes?”, je hebt er toch geen last van? Dat vind ik nou eens aardig. Ik vertel hen in mijn beste Canarisch-Spaans dat ik een ex-roker ben, die nog steeds gecharmeerd is van de tabaksrook bij anderen. Zo bouw je krediet op, over en weer. Dan vind ik het tijd om op mijn mobiel (met oortjes) op Google Play John Prine op te zoeken. Zijn nummer “Souvenirs” moest ik, naast “Hello in there”, maar eens bij de nummers zetten die in het café na mijn crematie gespeeld dienen te worden.

Het is net als gisteren bijna uitgestorven op de vroege morgen. Gniffelde schoolmeisjes voor mijn deur, geen een! Dan bedenk ik dat veel mensen van deze dag een (vrije) brugdag van gemaakt hebben, een “puente”. Dan heb je een lang weekend, terwijl je maar één vakantiedag hoeft in te leveren.
Sonia zou eerst op zaterdagmorgen komen “pótse”, maar heeft het tijdstip naar voren verschoven, naar vrijdagmiddag om 3 uur. Ze zal toch geen “puente” willen? Om even voor 3 staat ze inderdaad voor de deur, welgemoed. Pas om even voor 7 is ze uitgepoetst, met medeneming van de zijkamer en de tweede wc. Ik vertel haar dat die de volgende keer niet hoeven, omdat ik voorlopig geen slapers meer in mijn huis krijg. Ook alle ramen zemen hoeft voor mij niet iedere keer. In Maastricht bij mij thuis gebeurt dat maar een of twee keer per jaar. Als ze over twee weken weer komt, zal ze er rekening mee houden.

Het nieuws van de vrijdag is vanzelfsprekend de keuze van het CDU in Duitsland voor Annegret Kramp-Karrenbauer als opvolgster van Angela Merkel in 2021, bij de landelijke verkiezingen dan. Kramp, was dat niet een brillenwinkeltje in Maastricht, voordat het is opgekocht door een van de grote jongens met overal brillenkramen? Annegret Kramp is nu 56 jaar en haar politieke voorgeschiedenis is van Saarland. Ik neem aan dat Saarbrücken in Saarland ligt; in dat geval hebben we het over midwest-Duitsland, vlakbij Luxemburg en de Elzas. Zou ze ervoor gaan pleiten om de Elzas terug te geven aan Duitsland? Hoe dan ook, op de foto op nu.nl ziet ze er pront uit. Haar ideeën lijken erg op die van Merkel, alleen is ze wat feller als het over immigratie van vluchtelingen gaat. Wie weet, gaat ze het huidige Duitse beleid voortzetten, mocht ze over ruim twee jaar aan de macht komen.

Voor de zaterdagmorgen heb ik klein leed te melden. Ik doe het zijraam in de keuken open en dan valt een halfvolle doos lucifers naar beneden. De dames van “De Francesco”, die beneden iets van een “steinweeg” hebben, zullen er ongetwijfeld hun voordeel mee doen.
Ik ga me wassen,was ook mijn haar met shampoo (sjampo, lijkt me een beter woord) en ga jullie dan vervelen met een nieuwe cd. Ik had hem al zo’n beetje aangekondigd: hier is John Prine opnieuw, nu met “The Missing Years” uit 1991. De titel slaat op het laatste nummer van de plaat dat over de wilde tienerjaren van Jezus Christus gaat. Hier zijn de veertien nummers:
01. Picture show
02. All the best
03. The sins of Memphisto
04. Everybody wants to feel like you
05. It’s a big old goofy world
06. I want to be with you always
07. Daddy’s little pumpkin
08. Take a look at my heart
09. Great rain
10. Way back then
11. You got gold
12. Unlonely
13. Everybody’s cool
14. Jesus the missing years
Willen jullie nog nummers die ver boven het maaiveld uitsteken? Die heb ik deze keer eens vet gemaakt en cursief gezet. Lukt dat niet in mijn latere herhaling? Dan promoveer ik de nummertjes 1, 2, 3, 5, 8 en 10 nog maar eens op een orthodoxe manier. Voor een nummer als “Picture show” (met op het einde de woorden “young man from a small town with a very large imagination”) kunnen jullie me wakker maken, bij voorkeur na 8 uur ‘s morgens. Folkzanger John Prine loopt al heel lang mee. De eerste plaat die ik van hem heb, dateert van 1970 en ik heb deze zomer nog op de computer een kwartier film van hem gezien, waarop hij enkele van zijn allernieuwste aanwinsten promoot – echt prachtig. De man is er wel een stuk ouder op geworden, veel ouder zelfs, maar voor mij kan hij het nog steeds.
(Terzijde, waar staat het Engelse “goofy” op nummertje 5 ook al weer voor? De halfgare stripfiguur heeft zijn naam te danken aan de betekenis van het woord: belazerd, bespottelijk, verliefd, met vooruitstekende tanden.)

Dan wil ik jullie erop wijzen dat ook vandaag een min of meer feestdag is. Op 8 december wordt heel Spanje en idem dito katholiek Nederland geacht te vieren dat Maria Onbevlekt Ontvangen is, La Inmaculada Concepción. Dat is nog eens andere koek dan de bekende carnavalskrakers “’ne Wals met Maria” of “Daor kump Maria”.
Laat ik de verscheidene Maria-dagen ieder jaar voor jullie op een rijtje zetten, voor de zekerheid. Vandaag, op 8 december vieren we dat Maria, de Moeder Gods, zonder erfzonde geboren is. Voor het begin van de zwangerschap, Maria Boodschap, met zaad van de Heilige Geest, moeten we op 25 maart zijn. Negen maanden later – op 25 december – wordt Jezus geboren; daar kom ik over een paar weken nog over te spreken. Als de Zoon Gods veertig dagen oud is, met Maria Lichtmis, 2 februari, wordt hij door haar naar de tempel gebracht, voor de doop? Maria stijgt later in het jaar dan haar zoon ten hemel, op 15 augustus (als het Sainte Marie is in Luik).
Blijft staan wie weet op welke dag Maria geboren is. Daar heb ik eerlijk gezegd geen weet van. Wie van jullie wel? Op Google vind ik diverse sites die op 8 september uitkomen. Dat is maar tien dagen voor mijn verjaardag. Echter, ik heb nog geen enkele Maria daar melding van zien maken. (En Jozef, de voedstervader, wordt afgescheept met 19 maart, als in Sittard de jaarlijkse Sint Joep markt is).

Het trio uit “Eire” is gisteren vertrokken. Ik zie ze ‘s middags met hun koffers naar de taxistandplaats lopen aan de achterkant van Reina Isabel. Moet ik nou gelukkig zijn?
“Vader en zoon” van twee hoog hebben het wel te verduren. Intussen is er op één hoog, pal onder hen, een wat ouder koppel ingetrokken, ik houd het op een echtpaar van 50 plus. Omdat ze de gordijnen in de woonkamer niet dichtdoen, heb ik permanent zicht op ze. Ze zeggen geen boe of ba tegen elkaar, zeker niet op het balkon. Bijna de hele tijd zijn ze vooral voor zich uit aan het staren, als ze niet - ieder voor zich – met een tablet op schoot zitten. In de avonduren brandt er wel een kaarsje tussen hen in op hun balkon.

Ik ben zaterdagavond naar Las Arenas geweest. De rondgang stelde niet veel voor, maar wat was het poepie druk. Wat is eigenlijk de Nederlandse uitdrukking, als je wilt aangeven dat het heel druk is? Al snel ben ik in de Carrefour supermarkt om enkele exquise waren van de zaak in te slaan zoals hun morro (tête de veau), krabsalade en camembert. Als ik langs de paté’s en leverworst loop, zie ik een plek met potjes “paté con jabalí” staan. “Jabalí” - John van Ans kan het weten – is Spaans voor everzwijn. Eerder heb ik – op doorreis in Helsinki – eens een pot rendierpaté weten te bemachtigen, heerlijk. De “paté con jabali”, uit Frankrijk, ga ik zo meteen uitproberen.
Blijft de vraag wie bedacht heeft dat je lever(worst) beter paté kunt noemen. Is dat om een argeloze klant zoals ik het gevoel te geven dat hij of zij niet zo maar een stukje lever gaat eten , maar iets bijzonders, uit smulpapenland Frankrijk? Dat daar wel een prijskaartje aanhangt, wordt dan voor lief genomen. Hier in Las Palmas valt dat overigens wel mee, ook in de Carrefour. Voor een pot van 180 gram heb ik 1, 65 euro betaald – dat is goed te doen.

Op de zondag houd ik het rustig behalve dan dat ik mijn “paté con jabalí”, met 20% everzwijn, bij jullie kan aanbevelen. ‘s Avonds op Las Canteras zie ik een jongen lopen met op zijn trui: “Truth is expensive”, de waarheid zeggen is best duur. Ik zou hem niet genoteerd hebben, als hij niet ook een spreuk op de achterkant had. Daar stond: “The same lies, but with different words”, dezelfde leugens, maar nu anders gezegd. Dat maakt hem toch een bijzonderheid. Een meisje dat mij niet veel later passeert, schittert met “Don’t text your ex”, stuur geen sms’jes (mail, app) naar je vriendje met wie je net de relatie hebt verbroken. Om het af te leren heb ik nog een derde, nu van een oudere man. Op diens T-shirt staat in kapitalen: “Refuse to comply”, weiger om mee te werken. Daar kunnen mensen zoals John Urquart zaliger met zijn medische pillendoosjes het mee doen.

En dan is het alweer maandag de tiende, de dag dat ik jullie deze brief heb toegezegd. Vanmiddag ga ik hem op de universiteit op de elektronische brievenbus doen. En ik heb een surprise voor jullie: mijn volgende komt er eerder aan dan jullie voor mogelijk houden, a.s. vrijdagmiddag al, op 14 december.
Voor nu, werk alvast eens een complete chocoladeletter weg of een hele Piet van taai taai. Nieuwe christelijke feestdagen zijn in de maak en waarom zou je er met het hoogfeest van Kerstmis niet een beetje opgeblazen uit mogen zien. “Haw doe”, zouden ze in Noord-Brabant zeggen, “haw diech” en tot ziens maar weer, hasta luego, Paúl.

BOEKENBIJLAGE

Mijn eerste boek deze week is er eentje dat Trudie bij mij op het balkon en op het strand heeft zitten lezen de afgelopen week. Ze heeft mij vervolgens met klem aangeraden om er ook aan te beginnen. Het is van Charles Lewinsky en heeft in het Zwitsers/Duits “Kastelau” als titel. In Nederlandse vertaling wordt dat “Alleen maar helden”, niet mijn titel. Het verhaal speelt vooral in het laatste jaar van WO II, eerst in Berlijn en dan in een plaatsje van niks: Kastelau. Dat ligt in het zuiden van Duitsland, niet ver van de Berghof, het buitenverblijf van Adolf Hitler. Het boek is uit 2014 (en in vertaling door Elly Schippers uit 2015).
Ene Samuel Saunders schrijft in de vroege jaren 90 een proefschrift over de jonge jaren van filmster Arnie Walton, die in zijn Duitse tijd nog gewoon Walter Arnold heet. We gaan terug in de tijd, naar 1944 en de eerste helft van 1945. Werner Wagenknecht schrijft (onder het pseudoniem Frank Ehrenfeldt) een filmscenario: “Liebe der Freiheit”, bedoeld als propaganda voor het Derde Rijk. De sterren in de film zijn naast Walter Arnold de akelige Maria Maar en komiek Augustin Schramm. De vriendin van Werner Wagenknecht, Tiziana Adam, krijgt een bijrol. Als Berlijn hen te heet onder de voeten wordt, verhuist het gezelschap per busje naar Kastelau, zie boven, ook regisseur Servatius en producent Kleinpeter. In een grote bus annex vrachtwagen zit de rest van de crew en het hulppersoneel, maar die wordt onderweg weggebombardeerd door een straaljager van de geallieerden. Als vervanging pikken ze in München enkele mensen op en dan komt Kastelau in beeld, met o.a. hotelhoudster Marianne Melchior en haar zoon, vader en zoon Heckenbichler (burgemeester), homo Basti Holzmayr en anderen. Ook als de film nagenoeg op is, gaat het opnemen gewoon door: blijven in Kastelau, maanden lang, wordt belangrijker gevonden dan teruggaan. Dan naderen de geallieerden en proberen ze een draai te geven aan de film en er een verzetsfilm tegen Hitler en Göring van te maken. Ongeveer laatste shot: Werner Wagenknecht, die tegen zijn zin een rolletje moet meespelen, wordt tijdens de opname doodgeschoten door Walter Arnold. Is het een vergissing?
Het boek is geen recht toe recht aan verhaal. Bijna steeds wordt gebruik gemaakt van overgebleven notities van Werner Wagenknecht voor zijn dood en nog meer van de interviews met Tiziana Adam, ruim veertig jaar later. Dat geeft het verhaal een heel aparte ingang. Andere bronnen zoals van Samuel Saunders zelf komen veel minder aan bod. Het proefschrift wordt door zijn promotor afgekeurd en Saunders eindigt als een armlastige videotheekeigenaar, wel nog op zoek naar erkenning achteraf.
Na Trudie’s loftuitingen kan ik uiteraard haast niet anders dan ook zelf Charles Lewinsky de hemel in prijzen voor zijn “Kastelau”. In eerdere boeken en een later werk heeft hij mij al laten zijn hoe goed en origineel hij als schrijver is. Met dit verhaal steek ik opnieuw de loftrompet over hem. Voor zijn “Kastelau” beloon ik hem met een volle 8 als recensiecijfer. De man staat intussen op mijn short list van favoriete auteurs.

Eén boek klinkt zo zuinig, dus ben ik blij dat ik nog een tweede te bespreken heb: Hypnose (in het Zweeds Hypnotisören) van Lars Kepler. Het is uit 2009 en speelt in Stockholm. En dik is het ook, 557 bladzijden. Ik ben wat blij dat ik het nog op tijd uit heb gekregen.
Hoofdpersonen in het boek zijn Erik Bark en zijn vrouw Simone (Sixan), plus hun aan hemofilie lijdende zoon Benjamin. Erik is psychiater van zijn vak met een speciale belangstelling voor hypnose. Hij heeft tien jaar terug een klasje van zeven patiënten gehad bij wie hij toen groepshypnose toepaste. Hun namen: Sibel, Pierre, Charlotte, Marek, Jussi, Lydia en Eva. Het ging mis, toen Lydia hem van poging tot moord beschuldigde. Erik moest toen beloven dat hij zich niet meer met hypnose zou inlaten.
Tien jaar later, nu dus, vraagt politieman Joona Linne aan Erik om de vijftienjarige, comateuze Josef Ek te hypnotiseren om zo inlichtingen over de dader te krijgen. Diens ouders en zusje zijn net vermoord, hij zit onder de messteken en zijn andere zus Evelyn, 23, is in gevaar. Dan ontrolt zich een verhaal dat steeds ingenieuzer wordt, zeker als ook nog eens zoon Benjamin van Erik ontvoerd wordt. Is Jozef behalve slachtoffer ook dader, wat hebben Evelyn, Eva en Lydia ermee van doen? Bijrollen zijn er o.a. van co-assistente Maja, kunstenaar Sim Shulman, Joona’s assistente Anja, Simone’s vader Kennet en Wailord, een figuur uit het Pokemonspel.. Laat ik verklappen dat op het einde zelfs Lapland nog in beeld komt.
Ik heb een hele zit gehad aan “Hypnose” van Lars Kepler. Het boek begint veelbelovend, maar gaandeweg wordt het mij allemaal echt wat veel van het goede (slechte). Dat drukt mijn recensiecijfer, zoals jullie je wel kunnen voorstellen. Ik kom uit op een 7- als eindresultaat. Lars Kepler wordt geen vriend van mij, hooguit een vage kennis.

1 opmerking:

  1. Toen ik uiteindelijk getuigenissen vond over deze toverspreider Dr. AJAYI, hoe heeft hij veel mensen geholpen om hun geliefden en kapotte huizen terug te krijgen, nam ik contact met hem op via zijn WhatsApp-nummer: + 2347084887094 omdat mijn vriend van wie ik echt hou met heel mijn hart plotseling verandert en keerde me de rug toe en haat me zonder reden, hij ging van huis weg en later hoorde ik dat hij samenwoonde met een andere vrouw dit gedrag was heel vreemd alsof hij gemanipuleerd werd, hij blokkeerde me van al zijn sociale media en ik kon niet communiceren met hem. Ik was wanhopig om mijn vriend terug te krijgen. Ik zoek hulp van zijn goede vrienden en familieleden, maar ik heb geen geluk om terug te komen. Na overleg met DR AJAYI vertelde hij me de noodzakelijke dingen die gedaan moesten worden en ik volgde zijn instructies tot mijn verbazing na 2 dagen belde mijn vriend me dat hij naar huis komt en sindsdien leven we in vrede, neem contact op met de grote spirituele man Dr. Ajayi op e-mail: drajayi1990@gmail.com of schrijf hem op zijn nummer hierboven

    BeantwoordenVerwijderen