vrijdag 14 december 2018

Weblogbrief 14.07, 14 december 2018

Weblogbrief 14.07, 14 december 2018

Queridos amigos y familia, daar ben ik al weer, niet meer dan vier dagen na mijn vorige brief. Ik heb over de afgelopen dagen best nog het nodige aan jullie te “verdutsen”. Daar gaan we, terug in de tijd.
Op de heenweg naar de gezondheidsfaculteit afgelopen maandag is het druk, maar ik heb wel een mooie zitplaats. Onderweg verrast El Corte Inglés me met een aparte reclame: “La ilusión de regalar”. “Ilusión” staat niet alleen voor illusie, waandenkbeeld, maar ook voor droom. Het gaat dus om “de droom om een cadeau aan iemand te geven”.
Op de universiteit post ik eerst mijn brief 14.06 aan jullie (en maak voor mezelf een kopie op de printer). Dan mail ik Ton dat ik een behoorlijke portie “zoervlies” zal bewaren voor met kerstmis. Een man alleen moet wat! Dan zijn Harry’s clips aan de beurt. Deze keer ben ik nogal gecharmeerd van een half uur museum RockArt in Hoek van Holland. Diverse mensen die geïnterviewd worden, o.a. Johan Derksen, zijn van mening dat het museum met vooral overheidsgeld verplaatst moet worden naar de residentie, “O o Den Haag mooie stad achter de duinen”. Jaap & Jacqueline Schut die het meeste aan de zaak trekken, komen uitvoerig in beeld.
Een mooie andere clip komt voor rekening van bluesmuzikant Daniel Castro. Hij is uit Ensenada in Baja California en ik neem maar aan dat dat in Mexico is. Zijn versie van “I’ll play the blues for you” doet me er hevig naar verlangen – net als vorige keer met Gary B B Coleman met zijn “The sky is crying” – om eens een hele (overzicht) cd van de man in mijn computer te installeren. Prachtig!

Via de clips van Harry kom ik aan de rechter zijkant uit op een college, vijf keer een kwartier, van Ralph Wijers voor YouTube site Universiteit van Nederland. De man, al aardig kaal en met een hoge stem, is professor in de sterrenkunde. Hij legt in voor mij begrijpelijke taal het een en ander uit over de oerknal, 14 miljard jaar geleden. Het begin is niet meer dan een heel gloeiende prop ter grootte van een pompelmoes (grapefruit voor de jongeren). Die springt uit elkaar, alle kanten op en zo ontstaat ons heelal. Dat wordt steeds omvangrijker, als een ballon die steeds verder opgeblazen wordt, waarbij de snelheid van uitzetting toeneemt. Wat we nu zien in de hemel, zijn allerlei planeten, sterren en melkwegen van nu, maar vooral van vroeger en heel vroeger. Hoe kleiner ze zijn, des te verder weg. In totaal zouden er, als ik het goed heb onthouden, zo’n 100 miljard melkwegen in ons heelal zijn, ieder met zijn eigen legio zonnen met daaromheen weer planeten. We zien overigens maar een klein deel (4%) plus zwarte stof (23%) van het totaal; de rest blijft verborgen. Volgens Ralph Wijers – en die kan het weten – is er vóór de oerknal niks. Interessant is de zijvraag of er nog meer heelallen zijn, ontstaan uit andere oerknallen.

Daarna lees ik Harry’s artikel over popster Stevie Nicks. Het meisje uit Phoenix, Arizona, geboren in 1948, maakt haar eerste plaat samen met Lindsay Buckingham in 1973 en treedt daarna samen met hem toe tot Fleetwood Mac. Vanaf 1976, nog vóór de opnames van de beroemde LP “Rumours” is ze al verslaafd aan de cocaïne. Ze houdt ermee op, als haar neus bijna van haar gezicht af is gevallen. Omdat ik de diverse clips bij het artikel nog moe bekijken, lijkt het mij raadzaam om mijn mening tot a.s vrijdag uit te stellen – iets voor mijn volgende brief.

Als ik ‘s avonds mijn appartement binnenkom en de keuken betreed, zie ik mijn eerste kakkerlak van de winter in huis. Hij of zij is zo’n vier centimeter lang en loopt onder een mooi donkerbruin schild, als hij mij doorheeft, steeds rapper. Ik heb mijn schoenen nog aan en terwijl hij naarstig op zoek is naar een veilig heenkomen, vermorzel ik hem onder mijn rechterschoen.
Vraag: stel het is een zwanger vrouwtje. Verspreid ik dan nu de eitjes door het huis en kunnen zo later weer nieuwe jonge kakkerlakken in huis komen te zitten? Mag ik hem (haar) ook niet gewoon in de prullenbak doen, omdat een dode kakkerlak soortgenoten aantrekt? Met de eenvoudige hulp van het internet kom ik er niet uit of het broodjes aap verhalen zijn of dat ik beter rekening kan houden met de volkswijsheden.

De dinsdagmorgen begin ik maar weer eens met vanaf mijn balkon naar beneden te kijken naar de spelende kinderen. “De Francesco” en “Don Manué” aan de overkant zijn vandaag dicht, maar bij Carlos is daardoor misschien wel des te meer reuring. Ik zie een meisje zitten met een cortado (koffie met drupje melk) voor zich. Ze is het gapen kennelijk nog niet verleerd. Dan zie ik op haar T-shirt staan: “I don’t want to wake up”. Daarvan lijkt me een vertaling niet nodig.

Mijn vermaledijde sok is terecht! Normaliter loop ik hier in huis en op straat zonder sokken. In het vliegtuig hierheen begin november heb ik echter wel nog sokken aangehad. Na het wassen ervan een paar dagen erna wist ik er nog maar eentje terug te vinden en hoe ik toen ook heb gezocht, de andere leek definitief het hazenpad te hebben gekozen.
Vanmorgen doe ik een schone korte broek aan, mijn blauwwitte, en wonder boven wonder, daarin zit ie netjes verstopt. In mijn huis kan je je als sok wel weg te maken, maar eens ontdek ik je toch (net als de kakkerlak gisteravond).

Het is intussen al middag, als ik denk dat het echt tijd wordt voor wat opbeurende “arbeidsvitaminen”. Ik heb Amerikaan John Moreland hier al eens een beurt gegeven, maar nog een kan volgens mij bij hem geen kwaad. De man is intussen 33 jaar, echt jong nog, en qua postuur ben ik vergeleken met hem nog steeds een iel mannetje. Deze keer kies ik voor John Moreland’s “In the throes” uit 2013. Hier zijn ze tien nummers:
01. Blacklist
02. Blues & kuzdu
03. Break my heart sweetly
04. God’s medicine
05. Gospel
06. I need you to tell me who I am
07. Nobody gives a damn about songs anymore
08. Oh Julia
09. Your spell
10. 3:59 AM
Het blijft een wonderlijke vent, die John Moreland. Zijn muziek is naar mijn onbescheiden mening erg goed, op deze plaat vooral de nummers 1, 3, 4, 5, 8 en 9. Als ik al niet thuis was hier, zou ik zeggen: met die muziek kan ik thuiskomen. Ik heb nu al zeven cd’s van hem, de eerste uit 2008 - toen was hij 23 – en ik kijk alweer uit naar zijn volgende.

Als ik ‘s avonds bij La Oliva door mijn nu.nl berichten loop, valt me vooral het gemekker in het Verenigd Koninkrijk op. Wat een pantomime! In de Britse politiek is kennelijk geen meerderheid te krijgen voor het compromisvoorstel over de Brexit, dat premier en leidster van de “conservative party” Teresa May met haar mensen bij de Europese Unie in Brussel bedongen heeft met oeverloos onderhandelen. Vooral over Noord-Ierland is er nog blijvende, grote onenigheid. Wat doet de weifelende dame nu? Ze gaat nu overal in Europa bij staatshoofden op de koffie of thee langs om wie weet nog weer eens een extra toezegging te krijgen, na alle gerek en getrek in de afgelopen jaren. Dan moet je iemand als Juncker of Merkel zijn om nou eens klip en klaar tegen de niet zo ijzeren dame te zeggen dat de tijd van onderhandelen voorbij is. Het is nu dit compromis of helemaal niks. Teresa May overleeft wel een stemming binnen haar partij om haar af te zetten, maar als ze al enige ruggengraat had, is die weg. Achteraf gezien hadden de Britten misschien toch maar beter in de Europese Unie kunnen blijven.

Eerder heb ik jullie uitgelegd dat een “mecedora” een schommelstoel is. Kom ik langs een van de vele zandsculpturen op Las Canteras, een niet door de overheid gesponsorde, en daar lees ik: “Gracias a su mecenazgo”. Wat is dat nou weer? Volgens mijn onvolprezen diccionario is het Algemeen Beschaafd Spaans voor begunstiging, sponsoring, met hetzelfde begin als “mecenas”, sponsor. Dat jullie het maar weten.
Alweer terzijde, waarom is dat dankjewel voor “gracia” steevast in het meervoud? Wat is er mis met het enkelvoud? Volgens mijn woordenboek staat dat voor gunst, charme, gratie, geestigheid en vriendelijkheid. Die woorden zitten voor mij allemaal best in de buurt van “dankjewel”. “Mucha gracia”, beste lezers.

December is voor mij de maand dat families dicht op elkaar kruipen. In stijl komen Trudie en Math op zondag de 23ste met de kinderen en kleinkinderen bij elkaar in Eindhoven voor de kerstdis. Hier is vooral de 24ste ´s avonds, ook al is het een maandag, het moment om de familiebanden weer eens strak aan te halen. Het is een verplicht nummer voor bijna alle mensen in Las Palmas die ik ken.
Zelf heb ik een uitnodiging binnen om dan de boot naar Santa Cruz de Tenerife te nemen en daar op de 24ste – als genode gast, “invitado” – de jaarlijkse aanstaande geboorte van de Here Jezus te vieren bij Noé thuis, met diens familie. Ongelovige als ik ben (Noé trouwens ook) heb ik de uitnodiging beleefd afgeslagen, maar vereerd ben ik wel. Ik prefereer om die maandagavond op mijn balkon te zitten met een drankje en een mooi boek. En als het weer onverhoopt tegen mocht zitten, kan ik altijd nog een mooie film op mijn laptop kijken.
Betekent dat het einde voor mijn relatie met Noé, omdat hij vanaf begin januari (uiteraard pas na Driekoningen) definitief naar Madrid verhuist om daar bij het reumatologisch genootschap zijn brood te gaan verdienen? Nee, gelukkig niet! Er staat mij op 28 december sowieso eerst nog een groepsmaaltijd te wachten met Noé en zijn vele vrienden hier in Las Palmas. Die is voorgeprogrammeerd in Koreaans restaurant Kim’s Pojanmacha. Het is een idee van smulpaap Juli om daar samen te gaan eten (en drinken uiteraard). En waar is de nering gesitueerd? Daarvoor hoef ik maar bij mij de hoek om te lopen op de Secretario Artiles. Ik zou er bij wijze van spreken in mijn pyjama heen kunnen, zo dichtbij is het.
Als ik er woensdagavond alvast eens langs loop, zie ik op de hoek van de Secretario Artiles met de Alfredo Jones alleen maar een klein bord met uitheemse tekens, kennelijk Koreaans, en zeer dichte deuren. Niettemin wordt mij door Noé en anderen verzekerd dat het daar op de 28ste ‘s avonds goed toeven is.

Op de donderdag ga ik jullie eens verslag doen van alle fotografische kunst op mijn prikbord, dat aan de muur bij het voeteneind van mijn bed hangt. Aan top zie ik een foto van Lux & Dalí op een glijbaan, een fotootje van Trudie samen met mijn kleinkinderen in een parkje en een recente uitvergroting van Trudie (genomen door Greetje). Daaronder zijn van links naar rechts een foto van mijn favoriete viertal rechtstreekse familie uit Amsterdam-Zuid, met Eva en Jan Willem, dan een kleintje van mij tussen de neptulpen bij het Guggenheim-museum in Bilbao, eentje van Wil Gijsen omringd door Maastrichtse buschauffeurs en afdrukken van mijn aangetrouwde kleinkinderen uit Eindhoven (Tygo, Renske & Anoek als Sinterklaas en Zwarte Pieten) en Amby (Yves & Raúl aan een muziekinstrument). Onder de tekst van het nieuwe carnavalsliedje (Ech woer! Jeh jao!) dat er ook hangt, zitten mijn achterneefjes Julien & Luno op een soort van tandem. De fel gekleurde overzichtstentoonstelling wordt gecompleteerd met de poster die ik van Eva in oktober kreeg: een intens gelukkig gezinnetje met twee katten.
Eigenlijk zou ik een foto moeten maken van het prikbord en die bij deze brief voegen, maar ik weet niet goed hoe ik die ergens in mijn blog geplakt krijg. Dus doen we het met tekst.

Dan is het nu tijd om jullie te vertellen over een boek dat ik zo nuttig vind dat ik mijn bespreking ervan gewoon in deze tekst zet en niet in mijn altijd interessante boekenbijlage. Ik krijg het, voordat ik naar hiero afreisde, cadeau van Susanne en Peter; het was een aanrader in een van de Medisch Contacten. De titel is “Factfulness”, in Nederlandse vertaling “Feitenkennis”, met als ondertitel: “10 redenen waarom we een verkeerd beeld van de wereld hebben en waarom het beter gaat dan je denkt”.
Het boek is vlotjes geschreven door de Zweed Hans Rosling, met plaatjes (bubbels) van zijn zoon Ola en schoondochter Anna. Kent iemand van jullie Hans Rosling? Ik moest passen, ben min of meer blanco aan het boek begonnen. De man is in 1948 geboren in Uppsala, waar hij later ook statistiek en geneeskunde studeert. Daarna gaat hij als naar India en Mozambique. Vanaf 1997 is hij Professor Internationale Gezondheidszorg in Stockholm. Met Ola & Anna richt hij in 2005 de Gapminder Foundation op, om de onwetendheid van het echte wereldbeeld te bestrijden. Intussen is hij met zijn lezingen de hele globe al de nodige keren afgereisd. Volgens Time behoort hij in 2012 tot de honderd invloedrijkste mensen ter wereld. Een aantal jaren terug besluiten Hans, Ola & Anna om hun verhaal ook in een boek vast te leggen. Als het boek in concept klaar is, overlijdt Hans Rosling voortijdig aan alvleesklierkanker in 2017. Postuum komt het boek “Factfulness” uit in het voorjaar van 2018. Het boek overal promoten is Hans Rosling niet meer gegeven, maar Ola & Anna zetten het werk voort.
Dit is niet een boek om even met een paar zinnetjes af te handelen. Het begint al direct, als mij dertien vragen met drie antwoordcategorieën worden voorgelegd. Als ik die over de opwarming van de aarde volgens de klimaatexperts weglaat, houd ik een twaalftal over, allemaal over grote onderwerpen, waarvan ik net zoveel antwoorden goed blijk te hebben als de eerste de beste aap. Hier zijn ze:
01. Hoeveel meisjes in de lage inkomensklasse maken de basisschool af?
02. Waar woont het grootst deel van de wereldbevolking?
03. Hoe verandert in de afgelopen 20 jaar het deel van de wereldbevolking in extreme armoede?
04. Wat is nu de levensverwachting in de wereld?>BR> 05. Nu zijn er 2 miljard kinderen van 0-15 jaar. Hoe is dat in 2100?
06. Volgens de VN zijn er in 2100 4 miljard meer mensen. Zijn dat vooral kinderen (0-15), volwassenen (15-74) of oude mensen (boven 75)?
07. Hoe is de afgelopen 100 jaar de verandering van het aantal slachtoffers door natuurrampen?
08. Hoe is de verdeling van de huidige 7 miljard mensen over de continenten?
09. Hoeveel eenjarigen zijn nu ingeënt tegen een ziekte?
10. Wereldwijd hebben mannen 10 jaar op school gezeten. Hoe is dat bij vrouwen?
11. In 1996 golden tijgers, reuzenpanda’s en zwarte neushoorns als bedreigde dieren. Hoe is dit nu?
12. Hoeveel procent van de mensheid heeft enige toegang tot elektriciteit?
Probeer zelf maar eens de goede antwoorden op te lepelen. Ik neem aan dat je vervolgens alle antwoorden op deze Gapminder Test gemakkelijk kunt vinden op de site van Gapminder dan wel op bijv. dollarstreet.org. Wie er niet uitkomt, kan de antwoorden ook van mij krijgen.

Veel van wat Hans Rosling beweert, hangt volgens hem samen met inkomens en de verdeling ervan. Hij begint zijn boek ongeveer met de verzuchting dat er al lang geen kloof meer is tussen de ontwikkelde en ontwikkelingslanden. Ons idee daarover dateert van vijftig jaar terug, toen de mensen in bijv. het verre oosten nog grotendeels in grote armoede leefden. Vandaag de dag kunnen we veel beter uitgaan van vier inkomensniveaus, met als afkappunten 2, 8, en 32 dollar per dag. India en zeker China zaten in 1965 nog op niveau 1 en dat hebben ze al lang verlaten. Ze zijn overgestoken naar niveau 2 en 3, waar trouwens de overgrote meerderheid van de wereldbevolking nu zit. Op niveau 1 (blote voeten, geen eigen water, koken met brandhout, dorre grond, geen medicijnen) bevinden zich nog maar 700 miljoen mensen (van de ruim 7 miljard), nog geen 10 procent. In 1966 was dat nog 50% en in 1800 85%. De wereldbevolking is er de laatste eeuwen gestaag maar onmiskenbaar op vooruit gegaan en niet zo’n beetje ook! Een van de belangrijkste opgaven voor de komende tijd is om ook de kleine minderheid van landen op niveau 1, zoals Somalië, Congo, Mozambique en Afghanistan, naar minstens niveau 2 te gaan tillen.
De vier niveaus worden aansprekend uitgelegd op blz. 44-47 in het boek. Het blijkt dat allerlei belangrijke gezondheidskenmerken niets of nauwelijks van doen hebben met cultuur of religie, maar over de hele wereld bovenal met het inkomen. Voorbeeld: wie rijk is, neemt minder kinderen. Dat geldt zowel voor de “heidenen”, de hindoes, de christenen als de islamieten.

De Roslings komen met een lijst van tien vooroordelen die ervoor gezorgd hebben dat mensen (ook slimme mensen) met een totaal verkeerd beeld van de werkelijkheid zitten opgescheept. Het boek is volgens dat stramien (instincten) in tien hoofdstukken verdeeld. Op blz. 264 wordt een en ander nog eens voor mij samengevat:
01. Kloof. Zoek naar de meerderheid.
02. Negativiteit. Reken op slecht nieuws.
03. Rechte lijn. Lijnen kunnen buigen.
04. Angst. Bereken de risico’s.
05. Grootte. Zie dingen in verhouding.
06. Generalisatie. Zet vraagtekens bij je categorieën.
07. Noodlot. Langzame verandering is ook verandering.
08. Één perspectief. Zorg dat je een gereedschapskist krijgt.
09. Zondebok. Wijs geen schuldige aan.
10. Urgentie. Zet kleine stapjes.
Als concrete voorbeeld geldt volgens Hans Rosling de bankencrisis tien jaar terug. Die kun je niet zo maar op het conto van de CEO’s of raden van bestuur van de grote banken schuiven, zelfs niet op dat van de aandeelhouders. Daaronder zit het geld van onze pensioenfondsen.
Nog eentje? De mensensmokkelaars zijn volgens hem bepaald niet de enige schuldigen, als het over al die bootjes gaat die van Syrië en Libië onze Europese kant op komen en soms zinken. Daarvoor moet je bijv. ook kijken naar het beleid op onze vliegvelden ten aanzien van de vluchtelingen: oorlogsvluchtelingen en gelukzoekers. Die zijn per persoon moeilijk uit elkaar te houden aan de grens en worden dus in veel te groten getale provisorisch binnengelaten.
Nog een derde voorbeeld? Dan neem ik er eentje waarbij ik er helemaal naast heb gezeten. De wereldbevolking neemt volgens Hans Rosling niet exponentieel toe, zoals in bijv. een boek van Dan Brown gesuggereerd wordt. In 2100, als inkomensniveau 1 nagenoeg is uitgebannen, hebben we pas 11 miljard mensen volgens de deskundigen van de Verenigde Naties en daarna blijft het aantal mensen op de wereld min of meer gelijk.
Nog een laatste om het af te leren? Nu landen als India en China al lang het niveau 1 ontstegen zijn, is daar veel meer afzet te halen voor westerse bedrijven dan het op het akelige af interesseren van de rijken in niveau 4 voor nog meer snufjes. Misschien worden West-Europa en de Verenigde Staten t.z.t. wel overruled door de steeds meer overheersende industrie van voormalige “derdewereldlanden”.
Als grote gevaren, naast het nog onbekende, ziet Hans Rosling voor de nabije toekomst een vijftal opdoemen: een nieuwe wereldwijde pandemie (zoals de Spaanse griep honderd jaar terug), een nieuwe instorting va de financiële markt (men leert het nooit), een derde wereldoorlog, de onvermijdelijke verandering van het klimaat en (de al genoemde) extreme armoede. Ik voeg daar als mijn verzuchting aan toe: vooral voor een nieuwe wereldoorlog, met atoombommen en al, moeten we waken. Zoals het nu gaat met de NAVO en dergelijke, komt de wereldvrede zeker niet dichterbij – integendeel. Maar wie ben ik?

Ik beveel jullie “Factfulness” (Feitenkennis) van Hans Rosling e.a. van ganser harte ter lezing aan. Ik kan best de bezwaren gaan opsommen die aan onderzoek als dat van Hans Rosling verbonden zijn. Epi-onderzoek op meer individuele basis zou sterker overkomen. Tegelijkertijd vind ik ook dat zijn boodschap een veel ruimere verspreiding verdient dan alleen onder de “happy few” die bereid is om eens een boek (of e-reader) ter hand te nemen.

Voor de vroege vrijdagmorgen heb ik jullie leed te melden. Als ik om even over 8 over de leuning van het balkon hang om de voetballertjes gade te slaan - jongens en meisjes, altijd een belevenis – komt er een politieman beneden aanlopen. (Of is het een handhaver, bedenk ik nog.) Een hele meute hermandad staat vanaf kwart voor 8 tot kwart voor 9 niks te doen in de buurt van de school, zogenaamd om het verkeer in goede banen te leiden, maar deze heeft nog een piepkleine missie. Hij pakt met enige bravoure de voetballertjes hun bal af. Dan houdt ook nog eens een toespraak, voordat hij terug naar zijn fiets loopt om “het bruine monster” in een tas achterop te doen. Hoe bestaat het? Met het weghouden van alle auto’s is de straat eindelijk weer een klein beetje terug voor de spelende kinderen, komt een “govie” aan de kinderen uitleggen dat balspelen uiteraard taboe zijn. Ik heb er verder geen woorden voor, zo erg vind ik het.

Ik had jullie alweer voor vandaag een brief beloofd en nu is hij af. Doe er je voordeel mee. Wat is erop tegen om het boek van Hans Rosling op je verlanglijstje van kerstcadeautjes te zetten. Daar kun je trouwens best een handje kransjes bij vermalen. Mijn volgende brief gaat, zoals het nu uitziet, het licht zien op donderdag 20 december. Dan zie ik de hoogzwangere Maria al op een ezel zitten met Jozef lopend naast haar, op weg naar de stal.
Het ik nog een laatste advies aan jullie uit te serveren? Niet? Dan sluit ik bij dezen deze brief 14.07 af. Het ga jullie goed, beter zelfs, en tot kijk maar weer, hasta luego, Paul.

BOEKHOEK

Voor deze brief heb ik maar vier dagen tot mijn beschikking gehad. Daarbij is ook nog eens een boek van de bijlage verdwenen richting hoofdtekst. Dan ben ik blij dat ik toch nog een moordboek heb om jullie mee te verrassen. Het heet “Innocent Graves” en is van Engelsman Peter Robinson. Eerder is de thrillerauteur hier al een paar keer onder het mes gegaan, met succes. Dit boek is uit 1997 en speelt in Yorkshire in de buurt van Leeds (het plaatsje Eastvale) en ook nog een beetje in Londen.
Centrale man in het verhaal is detective chief inspector Alan Banks. Zijn opdracht is om de moord op de 16-jarige Deborah Harrison te ontrafelen, die is gewurgd op een plaatselijk kerkhof. Directe helpers van Banks bij het onderzoek zijn o.a. Barry Stott, Susan Gay en Jim Hatchley en boven hem in de hiërarchie zitten Gristhorpe en Riddle. Deborah is de dochter van een heel rijk echtpaar: Geoffey en Silvie Harrison, met vriend aan huis Michael Clayton. Het lijk van Deborah is ontdekt door Rebecca Charters, vrouw van dominee Daniel Charters en tot voor kort ook de bedvriendin van leraar Patrick Metcalfe. Als potentiële daders komen – naast bovengenoemde mensen – ene Ive Jelaĉić uit Kroatië in aanmerking, Deborah’s ex-vriendje John Spinks en dan – als een duvel uit een doosje – Engelse leraar Owen Pierce, de ex van ene Michelle. Owen Pierce moet het wel zijn, maar dan wordt hij in een strafproces vrijgesproken. Vlak daarop valt er een tweede slachtoffer, de zeventienjarige Ellen Gilchristy en de verdenking die eerder op Owen Pierce rustte, krijgt alleen maar nieuwe voeding. Dan komen op een computer en in Deborah’s verloren gewaande dagboek aanwijzingen voor een andere dader komen drijven.
Peter Robinson vind ik echt een prima thrillerschrijver. Zijn “Innocent Graves” leest als een Zwitserse trein en hoewel ik al snel een vermoeden van een andere dader dan degene die onder vuur komt te liggen, blijft het boek mij de hele tijd boeien. Als recensiecijfer heb ik er een 8+ voor over, echt goed. Ik ga kijken of ik nog meer boeken van peter Robinson met DCI Banks in de hoofdrol kan vinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten