woensdag 11 december 2019

Weblogbrief 15.06. 11 december 2019

Weblogbrief 15.06, 11 december 2019

Queridos amigos y familia, van Trudie kun je veel zeggen, maar mijn ijskast vullen met lekkernijen kan ze. Het immense vriesvak zit mutje vol met vleeswaren die maar gewarmd hoeven te worden: gehaktballen, zuurvlees en goulash. Voeg daarbij de drie bakken soep die ik na haar komst op zaterdag 30 november nog over heb en ik kan slechts constateren dat ik een tevreden mens ben. Mij kan wat eten betreft voorlopig niks gebeuren. Ik heb het oprechte gevoel dat ik zeker dit jaar en wellicht ook nog een eind in 2020 vooruit kan.

Laat ik maar gewoon bij surprisenavond - of is het nog middag, in ieder geval op 5 december – beginnen met mijn ditjes en datjes. Overal lees ik de nieuwste slagzin van mijn tweede stad: Las Palmas. donde sucede la vida, Las Palmas, de stad waar HET gebeurt. Is dat niet wonderbaar? Ik vrees dat het reclamebureau hem op een stortregnachtige avond, zoals deze donderdagavond, bedacht heeft. En dat het stadsbestuur vervolgens gedacht heef: die jongens en meisjes gaan erover, dus laten we hem ("donde sucede la vida") maar breeduit gaan afficheren.

Op de afdeling gekomen stuur ik eerst mijn brief uit en dan druk ik hem ook nog eens af voor eigen gebruik. Dan is mijn mail aan de beurt. De organisatie uit Lisse, die namens mij de BTW van de zonnepanelen gaat terugvragn bij de belastingdienst, blijft me bestoken met steeds dezelfde vragen, dus die krijgt van mij nu steeds korte antwoorden. Trudie is in Las Palmas en dan valt er weinig naar haar te mailen. De anderen sla ik eens een keertje over. (De mailboog kan niet altijd gespannen zijn.)

Vooruit, Harry heeft wel een heel mooie clip van ene Luna Lee, die het nummer Venus (van Robbie van Leeuwen) uiterst charmant uitvoert op een groot apparaat dat iets weg heeft van een horizontale harp. Prijzenswaardig op surprisenavond vind ik ook Harry's clip van Henk Westbroek (en nog een Henk) met zijn "Sinterklaas, wie kent hem niet?". Ik heb daar in mijn vorige brief "Zwarte Piet, wie kent hem niet?" van gemaakt, ook leuk toch?
Terzijde, bij Harry kun je met terugwerkende kracht ook terecht voor de strijd om de erfenis van Udo Jürgens (o.a. van "Merci, cherie", "Griechischer Wein") na diens dood in 2014. Het zou om zo'n 80 miljoen gaan. Harry zat met Greetje onlangs in Wenen en vertelt ook over een praatje van een gids bij het graf van Falco. Die vergeet compleet te vermelden dat de Hollandse broers Bolland heel erg mee verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor het wereldsucces van "Rock me, Amadeus" en later "Jeanny". Zowel Udo (Brekelmann) als Falco (Hans Hötzel) liggen in Wenen op het kerkhof. Twee andere pophelden van de stad zijn Anton Karas met "Der dritte Mann" en Cochita Wurst met haar recente songfestivalhit. Voor de rest valt de stad vooral te prijzen voor wie van klassieke muziek houdt.
Een ander recent popartikel van Harry gaat over de luttele jaren dat de Animals in Engeland (en daarbuiten) furore maken. Het grote succes begint, als zanger Eric Burdon in 1963 toetreedt tot de Alan Price (toetsenist) R&B Combo. Net als de Rolling Stones heeft de nieuwe groep uit Newcastle, The Animals, veel oog voor zwarte Amerikaanse bluesmuziek. De eerste single "Baby, let me take you home" schiet al aardig in de roos. Dan komt in 1964 "The house of the rising sun" uit, een nummer van hun eerste album. Het is zegge en schrijve in één "take" opgenomen en schrijft echt wereldgeschiedeis. Tot op vandaag de dag kun je het nog geregeld horen. Op de LP met "The house of the rising sun" staan ook andere onvervalste bluesnummers zoals van John Lee Hooker "Dimples" en "Boob boom" en van Fats Domino "I've been around". Prachtig allemaal! In 1965 volgt nog een mooie tweede LP en "Don't let me be misunderstood" en dan is het helaas alweer "vorüber". Alan Price houdt ermee op, vanwege onderlinge ruzie, o.a. over de verdeling van de inkomsten en ook zijn vliegangst. Einde Animals!

Gaan we naar mijn "Zondag met Lubach" uitje van 1 december j.l. De kleinere onderwerpen betreffen die keer een verhaaltje over staatssecretaris Menno Snel en problemen met de kinderopvang en ook mag ik opnieuw kijken naar de carrière van Frans Timmermans, nu de Europese man voor het klimaat. Lang geleden maakte hij nog reclame voor roltrappen, was hij uitvinder en speelde hij de cabaretier. Toen die loopbanen in het slop raakten, kwam hij uit zijn politieke schulp en werd hij eerst Minister van Buitenlandse Zaken en sindsdien is hij een prominente EU-staatsman.
Veel amusanter vind ik uiteraard Lubach's uitval naar mensen met een bladblazer. Het is herfst en dan zie je "allerlei rare blaadjes op de grond". Daar moet nodig iets aan gedaan worden, legt de industrie ons in de mond. Die wil ons best zo'n herrie-apparaat aanpraten en veel mensen trappen er nog in ook.
Lubach's hoofdonderwerp op 1 december betreft het nieuwe shoppen op het internet: speelgoed uit China. De firma Ali Express, een tak van de Chinese winkel Alibaba, verovert o.a in Nederland een steeds groter deel van de markt. Dat komt vooral, omdat het Chinese speelgoed maar een kwart kost van wat wij gewend zijn ervoor te betalen. Keerzijde van de medaille is dat de Chinese producten vaak van veel mindere kwaliteit zijn, soms is het ook gewoon bedrog of puur jatwerk. Een enkele keer is de Chinese variant ronduit gevaarlijk en garantie krijgen ho maar (maar het zogenaamde keurmerk lijkt wel sprekend op ons C € logo). Controle op het Chinese speelgoed is haast niet meer te doen, nu er dagelijks zo'n 70.000 pakjes Nederland binnenkomen. Dan staat zelfs staatssecretaris Mona Keijzer machteloos.
Mag ik ook de volgende keer mijn Lubach-zegje weer doen?

De verjaardag van Sinterklaas vieren, "dat gief ´t hei neet". En toch, denk vooral niet dat er vandaag op vrijdag hier gewerkt wordt. Op 6 december is het hier "Día De La Constitución Española". Dat is een nationale feestdag (maar details kan ik jullie helaas niet geven). Domper op de feestvreugde vandaag is dat af en aan de regen naar beneden gutst. Gisteren was het overigens nog erger. (Tussen de buien is het droog, roep ik dan maar.)
Laat ik mijn dag maar eens beginnen met Trudie in het muziekzonnetje te zetten vanwege haar prestaties als keukenprinces de afgelopen week. Ik heb een driedubbele CD met 60 Duitse succesnummers door de jaren heen, vanaf 1925. Het doosje heeft de naam "Van Du Tot Da Da Da" meegekregen en komt uit de koker van kenner Vic van de Reijt. Laat ik daar maar eens een greep uit doen om Trudie te plezieren. Ik heb zelf het meeste op met de eerste van de drie, over de periode 1925-1963. Zal ik die maar eens voor jullie (en voor Trudie) opzetten? Hier zijn alle twintig nummers:
1.01. Ich hab' mein Herz in Heidelberg verloren – Heinz Lind Maria 1925
1.02. Mackie Messer – Dreigroschenoper 1928
1.03. Ich bin von Kopf bis Fuss auf Liebe einfestellt – Marle Dietrich 1930
1.04. Solidaritätslied – Ernst Busch 1932 1.06. Kan denn Liebe Sünde sein – Zarah Leander 1938
1.07. Lili Marleen – Lale Andersen 1939
1.08. Heimweh nach dem Kurfürstendamm – Hildegard Knef 1949
1.09. Ich hab'noch einen Koffer in Berlin – Marlene Dietrich 1951
1.10. Heimweh – Freddy Quinn 1956
1.11. Titititipso – Caterina Valente 1957
1.12. Banjo Boy - Jan & Kjeld 1959
1.13. Kriminal Tango – Hazy Osterwald Sextett 1959
1.14. Seemann, deine Heimat ist das Meer – Lolita 1960
1.15. Tanze mit mir Zin den Morgen – Gerhard Wendland 1960
1.16. Junge, komm bald wieder – Freddy Quinn 1962
1.17. Zwei kleine Italiener – Conny Froboess 1962
1.18. Ein kleines Kompliment – Louis Neefs 1962
1.19. Ich kauf' mir lieber eien Tirolerhut 1962
1.20. Aber schön war es doch – Hildergard Knef 1963
Dit is toch een serie waar je U tegen zegt. "Mackie Messer" en het "Solidaritätslied" zitten erbij, Caterina Valente mag met "Tipitipitipso" meedoen en kennen jullie "Banjo Boy" van Jan & Kjeld nog?
Ik weet het, op de twee latere CD's staan tussen het Duitse kaf ook enig koren ("pasas entre el escombo") zoals "Monja" van Roland W uit 1967, "Gute Nacht, Freunde" van Reinhard Mey uit 1974, "Skandal im Sperzik" van de Spider Murphy Gang uit 1981 en "Geh' nicht in die Stadt (heut' Nacht)" van Juliane Werding uit 1983. Niettemin blijf ik een voorkeur houden voor de echt oude nummers. Het is een echt memorabel stel schlagers!

Met mijn "novia" heb ik al dagenlang ruzie (in het nette) over iets op het balkon bij mijn overbuurvrouw. Ik heb haar met haar grijze permanentje en Hema-schort hier al eens vernoemd, als ze zelfs ook haar kleine stukje buiten bijna dagelijks een beurt geeft. Haar man is helaas naar beneden verbannen om zijn sigaretjes te roken. Intussen poetst en stoft zij nog steeds of we in de jaren vijftig zitten.
Op haar balkon zie ik een aantal planten en een lichtgroene mop staan, of liever hangen. Jullie weten dat het woord "mop" niet onder één hoedje te vangen is. Het staat voor een grap, ook voor een leuk meisje, moppie, maar volgens mijn Van Dale is het ook een zwabber. Ik heb een variant ervan zelfs hier zelf in huis.
Trudie verklaart me voor gek en haalt zelfs het internet erbij om mij erop te wijzen dat het absoluut geen mop, "mopa" is, maar een hangcactus. Hangcactus? Ik weet haast zeker dat het gemeenschappelijkste kenmerk van cactussen is dat ze rechtop staan. En toch, de twijfel slaat toe.
Nog vóór 10 uur neemt Trudie de streekbus naar het zuiden om daar nog een stuk of tien geocashes te gaan scoren. Ik heb rust tot ongeveer 6 uur en heb daarmee alle tijd om (o.a.) aan deze weglogbrief te schrijven. (plus morgen Sonia's oordeel te vragen over het lichtgroene hanggeval aan de overkant).

We vieren Trudie 's laatste avondmaal bij La Oliva op de boulevard. Eerst wordt er bier van het eiland gedronken en dan gaan we met nieuwe "jarras" allebei voor de vissoep ("sopa de pescado") gevolgd door vis zonder graten (Trudie) en hamburger (ik) met "papas fritas". Een uur erna wacht op het balkon nog een liter overheerlijke chocoladevla (met een overvloed aan cacao - daar kan die van Albert Heijn een puntje aan zuigen.)

Op de zaterdag staat Sonia zoals afgesproken om 10 uur voor de deur. Voordat ze druk aan het poetsen slaat, vragen Trudie en ik haar zo neutraal mogelijk wat het groene geval aan de overkant nou is. Zonder probleem vertelt ze dat het niet om een "mopa" of een "fregona" gaat, maar om een hangcactus.
Terwijl Trudie zielstevreden voor de laatste keer nog eens de boulevard opzoekt, bedenk ik dat je, als je verloren hebt, je je verlies ook moet nemen. Hoe komt iemand er in godsnaam bij om een hangcactus over de rand van zijn of haar balkon te gaan hangen?
Laat ik mijn verlies maar goedmaken door jullie te bestoken met twee lettergrepen woorden die op "mopa" rijmen. Ze dienen wel te kloppen als een bus. Bijv. "zopas" (iemand die slist) en "nopal" (nopcactus) zijn fout. Ik kom tot een zevental, als ik de twee van opa apart tel, zefs acht.
Daar gaan we. Het Spaanse "opa" staat voor sullig, maar ik ken het niet. Met hoofdletters, "OPA" is het een overnamebod, bij mij evenmin bekend. Dan mag ik nu door naar woorden die me wel bekend voorkomen. Ik kom allereerst bij "copa". Dat is Spaans voor een glas en een beker en voor wie dat aangaat, ook een voetbalbeker. "Estar de copas" staat voor op stap gaan en de jaarlijkse winnaar van het bekervoetbal in Spanje verdient de "copa del Rey". "Dopa" is een woord dat hier niet bestaat, maar "hopa" wel. Dat is Zuid-Amerikaans voor hallo en voor laat dat.
Verderop in het alfabet vind ik uiteraard "popa" terug, dat vooral voor achtersteven en achterwerk staat. In Aguïmes hebben ze volgens eigen reclame "el viento en popa", de wind in de rug. Uiteraard kennen jullie ook het woord "ropa", Spaans voor kleding. Als die "usada"is, is het tweedehands en "ropa vieja" is het gerecht van alle restjes van vorige dagen die je nog in de koelkast kon vinden. Dan ben ik alweer bij "sopa", zoals onze prima vissoep. "sopa de pescado" bij La Oliva gisteravond. Een uitvreter "come la sopa boba", leeft op andermans zak. En dan is hier alweer mijn laatste rijmwoord; "tropa", groep. "Estar de tropa" is onder de wapenen zijn en stoottroepen (wat dat nog voorstelt heden ten dage) zijn hier "tropas de asalto".

Ik ben er eindelijk doorheen, "afortunadamente".

Als Sonia verschwunden is om half 1, eet ik met Trudie eerst een kippetje met gebakken aardappelen, dan zijn overgebleven yoghurtjes aan de beurt. Om half 3 breng ik haar naar de streekbus om haar om kwart voor 3 uit te zwaaien. Op de terugweg naar huis vraag ik me serieus af, wanneer ik mijn eerste portie zuurvlees soldaat wil gaan maken. Of zal ik mijn eerste bal gehakt alvast gaan ontdooien?

´s Middags belt Eva mij op om me te vertellen dat het heel slecht met Greetjes gezondheid gesteld is. Een eerdere operatie heeft geen soelaas geboden en welbeschouwd is ze opgegeven. Verdere behandeling zou weinig of geen zin meer hebben. Ik bel daarna ook met Harry en krijg hezelfde naargeestige bericht.
Ik ga ´s avonds de deur niet uit en hang een paar uur voor de televisie. Soelaas biedt het apparaat niet. Mijn balkon is toch een beter bijkompunt. Daar lees ik mijn eerste boek van de week helemaal uit.

Eerlijk is eerlijk, veel zin om de week voort te zetten alsof er niks aan de hand is, heb ik niet. Vooruit, laat ik niettemin toch nog maar nieuwe muziek uit het land van mijn oosterburen opzetten. Van de zomer kon ik op Centre Ceramique de laatste nieuwe van Rammstein (titel: "Rammstein", uit 2019) lenen en hier is hij:
01. Deutschland
02. Radio
03. Zeig dich
04. Ausländer
05. Sex
06. Puppe
07. Was ich liebe
08. Diamant
09. Weit weg
10. Tattoo
11. Hallomann
Al tijden wacht ik op het moment dat ik een rekenkundige reeks nummers kan aanbevelen als uitschieters naar boven. Nu heb ik er een. Mijn voorkeur op "Rammstein" gaat uit naar de liedjes 1, 3, 5, 7, 9 en 11. Ik voeg daar wel nog aan toe dat liedje 1 echt iets bijzonders heeft. Jullie weten toch wel dat de nationale Duitse hymne "Deutschland, Duetschland über alles" na de tweede wereldoorlog niet langer in orde was volgens de overwinnaars van WOII. Daarvoor in de plaats is toen een ander lied gekomen, waarvan ik de titel zo vlug geeneens weet, laar staan dat ik het nummer kan meezingen.
In 2019 opent Rammstein zijn "Rammstein" met het nummer "Deutschland", dat het oude keizerrijk, of is het derde rijk, weer een beetje in ere herstelt.

Met Trudie heb ik het de afgelopen week uitgebreid gehad over hoe weinig wij eigenlijk weten van een lang als de Filipijnen. Nu bar Manila in mijn straat het probeert met karaoke, neemt mijn belangstelling voor de cultuur van het land wel toe. Hoeveel mensen zouden er eigenlijk wonen. Trudie kan zo iets zelfs opzoeken op het balkon (terwijl ik ervoor naar beneden moet, omdat ik daar pas wifi heb, van Carlos). Het land of liever de eilandengroep, in totaal 7640 stuks, ten oosten van Vietnam en ten noorden van het Indonesische Borneo en Sulawesi, telt maar liefst 105 miljoen inwoners. Of je een emmer leeggooit! De hoofdstad Manilla (in het Engels en Spaans met één l) ligt op het meest noordelijke eiland, maar het stikt van de andere grote steden. Hebben jullie überhaupt wel eens gehoord van Cabu of Davao? Die zitten (in mijn atlas van twintig jaar terug) ook boven de half miljoen.
Dan ga ik me uiteraard afvragen welke andere landen boven de 100 miljoen inwoners hebben. Het zal wel gemakkelijk op te zoeken zijn op een CBS-site of dergelijke, maar ook die heb ik boven in mijn "piso" niet paraat. Heeft bijv. Rusland meer dan 100 miljoen inwoners? En Turkije?

Op de maandagmorgen mag ik weer eens constateren dat het voor heel wat Palmenses (goed zo!) nog een vrije dag is. Dat komt, omdat de Kerk van Rome 8 december als bijzondere dag geclaimd heeft: Immaculada Concepción, Maria Onbevlekte Ontvangenis. Voor wie het niet weet of vergeten is, Maria is volgens de bijbel de moeder van god's zoon. Nu die heilige dag op een zondag valt, zijn bijv. de scholen op de maandag gesloten. Als ik om kwart over 8 op het balkon ga staan, is er geen kind met ouder voor de deur te bekennen. De café's bij mij beneden zijn wel open en later op de morgen ook de parfumerieën en dergelijke. Het zoontje van Francesco en zijn miep, in de leeftijd van Yves uit Amby, helpt mee in de zaak.
De schilders die bijna klaar zijn met hun werk boven schoenenzaak Avril, laten in alle vroegte ook hun neus al weer zien, om de puntjes daar op de denkbeeldige i te zetten. Zo waar – dat zal Trudie met terugwerkende kracht leuk vinden – wordt bij het scheiden van de markt het stukje links boven in het flatgebouw alsnog in de verf gezet. Volgens ons zou het beter eerst gestuct kunnen worden, maar daar maalt de daar dienstdoende schilder niet om. Met een kwast op een stok bestrijkt hij de kale plek met zijn toepassenlijke gele verf. Als die verf maar zitten blijft!

's Middags belt Eva weer. Ze is net bij Harry & een apathische Greetje op bezoek geweest.

In de nacht van maandag op dinsdag wordt Greetje vanuit Oegstgeest naar het LUMC gebracht, als ze thuis geen lucht meer krijgt. Er is vandaag, dinsdag, een nieuw gesprek met de behandelaars. Dat kan haast alleen maar "terminaal" eindigen.

Op de dinsdagavond moet Ajax het in Amsterdam opnemen tegen Valencia. Hier stemmen de terrassen liever af op Inter Milan tegen (het tweede elftal van) Barcelona Zelfs voor de rol van Ajax aan de Champions League is dit niet mijn dag. Ajax verliest met 0-1 door een doelpunt in de eerste helft van Rodrigo. Op "Gol" thuis voor de buis zie ik het later op de avond de nodige keren voorbijkomen.
Wie is toch de nummer 3 van Ajax die doodleuk naar het Ajax-doel terugloopt, zodat maar liefst drie Valencia-spelers niet buitenspel staan?

Helemaal zeker ben ik niet over wanneer jullie mijn volgende brief tegemoet kunnen zien. Ik ga morgen nog eens met Harry bellen en dan regelen om naar Nederland af te reizen. Tot kijk, hasta luego, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

Daniel Cole is nieuw voor mij als schrijver. De jongeman uit het Zuidwesten van Engeland, geboren in 1983, heeft intussen al enkele thrillers op zijn conto staan. Min of meer willekeurig begin ik aan "Marionet", uit 2018. Het speelt in Londen en New York. Hier is mijn oordeel erover.
Eerst geef ik maar weer een idee waar het boek overgaat. Emily Baxter is hoofdinspecteur bij de Londense Metropolitan Police. Ze raakt verzeild in een drama dat zich om te beginnen vooral in Manhattan afspeelt: een aantal mensen wordt daar vermoord, waarbij tevens steeds een tweede persoon wordt meegeslachtofferd. De slachtoffers hebben het woord "pop" of "lokaas" op hun borst gekerfd staan. Baxter staat in New York nog een beetje op het tweede plan, achter FBI-vrouw Elliot Curtis en CIA-man Damien Rouche (spreek uit zoals douche). Als we de finale daar gehad hebben, met een ware slachtpartij in en vlakbij een kerkje aan Times Square, keert Baxter terug naar Londen. Rouche is in die stad opnieuw van de partij. Dan gaat het daar "loos", eindigend in een strijd op en om enkele metrostations, vooral Piccadilly Circus. Een groep onder leiding van iemand die ik hier "Azazel" zal dopen, probeert met moorden aandacht te vragen voor de eigen ellende.
Aardige bijrollen bij de politie zijn er voor Alex Edmunds, Finlay Shaw en laat ik Baxter's vriend Thomas Alcock niet te kort doen. Bij de tegenpartij kan ik niet om Alexei Green en later ook Lucas Keaton heen.
Ik heb een leesfout gemaakt. Van Daniel Cole had ik eerst "Ragdoll" moeten lezen, voordat ik aan "Marionet" begon. Niet alles wat ik nu voorgeschoteld krijg, kan ik direct plaatsen. Het zij zo, maar toch vind ik "Marionet" maar een matig boek. Als recensiecijfer heb ik er niet meer voor over dan een 6½, vooruit een 7- vanwege mijn omissie. Ik spreek hier wel uit dat ik Daniel Cole later nog eens een nieuwe kans zal geven door "Ragdoll" ter hand te nemen.

Er is maar één Ilja Leonard Pfeijffer, de voormalige leraar Latijn & Grieks, nu 40+ en schrijver/dichter. Hij heeft al zo'n 40 boeken op zijn naam heeft staan. Vorig jaar verscheen zijn "La Superba", dat terecht met de Nederlandse publieksprijs bekroond werd. Ik heb dat boek hier eerder lovend besproken. Nu ligt zijn "Grand Hotel Europa" al weer een tijdje in de boekwinkel (en ik had een een nieuwe publieksprijs best op zijn plaats gevonden). Het speelt opnieuw in Genua, waar hij woont, maar ook in bijv. Venetië.
Er spelen een paar verhalen door elkaar. Eentje gaat over de tijdelijke relatie van de schrijver met Clio, een jonge kunsthistorica. Hij ontmoet haar bij een lezing in Genua en woont daarna een tijd met haar samen in die stad. Dan verkassen ze naar Venetië, vieren tussendoor vakantie in Portovenere en eindigen hun relatie in Abu Dhabi, als Clio daar een baan accepteert. Tussendoor gaat Ilja Pfeijffer een paar keer naar Nederland, voor een toneelstuk van zijn eerdere boek en een documentaire filmproject met o.a. ene Marco. De mooie Clio is een kenner van vooral het werk van schilder Caravaggio (1572-1610). Die zou vlak voor zijn dood nog een schitterend drieluik hebben gemaakt (voor Scipione Borghese) om daarmee zijn doodvonnis teniet te doen. Het middenstuk: een biddende Maria Magdaena - of is het Caravaggio zelf? - doet boete in de woestijn, is zoek. Clio & Ilja gaan er "als spel" naar op zoek op een aantal plaatsen. Vinden ze het ook?
Pfeijffer vertrekt na zijn korte verblijf in Abu Dhabi naar het Grand Hotel Europa - ligt dat in Noord-Italië? - om bij te komen van zijn afgebroken relatie met Clio en er een boek over te schrijven. In het hotel komt hij in contact met mensen als Albane, Volonaki en Patelski. Ook het personeel in de persoon van Montebello (majordomus) , Abdul (piccolo) en nieuwe eigenaar Wang met zijn tolk ziet hij geregeld. Wang wil het nog zeer traditionele hotel moderniseren, voor nieuwe Chinese toeristen aantrekkelijk maken, door o.a. een zaal om te bouwen tot Engelse pub. Het boek eindigt met de dood van de vorige eigenares die nog altijd in het hotel woonde.
Tussen de twee verhalen door krijg ik een uitermate boeiende beschrijving van de vele nadelen van massatoerisme, zoals we dat heden ten dage kennen (en waaraan ik me ook een beetje schuldig maak). Volgens Ilja Pfeijffer en ook zijn kompaan Paretski is er veel fout aan het volkomen uit de hand gelopen toerisme in Venetië, Rome, Cinque Terre, Amsterdam, Giethoorn en noem maar op. Een terugkerende zin is: "Toerisme maakt kapot waardoor het wordt aangetrokken". Meer dan de twee verhalen is het boek een afgeven op de hordes in korte broeken en bloemetjesjurken die zich overal de baas wanen. Ons Europese continent teert nu vooral op zijn verleden, met zijn ruïnes en aangelegde natuurtuinen. Het is een historisch themapark geworden. Met prijsvechters gaan we steeds meer op reis naar bezienswaardigheden elders en worden intussen overspoeld door X miljoenen mensen die op een selfie willen staan met de Mona Lisa, de Rialtobrug en een Giethoorns bootje.Terzijde voegt Ilja Pfeijffer nog als ontboezeming zijn (minstens) acht types toeristen op. Zelf vindt hij zich (als halve allochtoon in Genua) vooral iemand van wie je niet mag merken dat hij Hollander is.
Voor mij is "Grand Hotel Europa" een pracht van een boek, mede ook omdat het zo'n goede beschrijving geeft van wat ons de komende decennia vanuit landen als China, India en Brazilië nog aan massatoerisme te wachten staat. Moet de overheid, nu de middenstand vooral in het verdienmodel denkt, niet allerlei toerisme gaan ontmoedigen, zelfs verbieden? Ik kom tot een volle 9 als recensiecijfer voor "Grand Hotel Europa". Het is hoog tijd om ook vroegere boeken van Ilja Pfeijfeer te gaan lezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten