dinsdag 31 december 2019

Weblogbrief 15.09, 31 december 2019

Weblogbrief 15.09, 31 december 2019

Queridos amigos y familia, aan alles komt een eind, ook aan 2019. Op de eerste avond van 2020 (twintig twintig, volgens de kenners, niet tweeduizend twintig) zit ik weer in Las Palmas, Het zal me benieuwen hoe het er is, na 2½ week verblijf in Nederland. Ik heb best een aardig oponthoud hier gehad, maar ben toch ook blij dat ik de natte winter in Maastricht en omstreken weer mag inruilen voor veel draaglijker weer in Las Palmas.

Terug in de tijd begin ik maar met een plaatje op te zetten. Het wordt voor mij in de kerstdagen terugvallen op een dubbelCD van Vic van de Reijt uit 2009. Hij heet "Ik Voel Me Als Een Kerstboom Zonder Piek", 2x20 oerhollandse liedjes met in gedachte de boreling in Bethlehem, zo'n 2000 jaar terug. De titel is ontleend aan het liedje "Eenzame kerst", een tekst van André Hazes (en muziek van A.W. Le Roy). Hier zijn een paar regels: "Voor mij zullen hier geen kaarsen branden. Ik voel mij als een kerstboom zonder piek. Ik voel me zo alleen. Waar moet ik straks nog heen? In gedachte hoor ik kerstmuziek".
Om het voor jullie niet te gek te maken, zal ik hier niet alle veertig nummers gaan zitten opsommen. Ik volsta met het twaalftal dat me het meest een kerstgevoel bezorgt. Hier zijn die, met het jaartal van uitkomen erbij:
01.(1955) Kerstmis in de Jordaan - Johnny Jordaan
02.(1963) De onbekende – Jules De Korte
03.(1965) Hij was maar 'n neger! - Zangeres Zonder Naam
04.(1971) Hoog daar aan de hemel - Corry En De Rekels
05.(1976) Eenzame kerst – André Hazes
06.(1978) Karsmis deur de jaore – Stafle Fabri
07.(1981) Flappie – Youp Van 'T Hek
08.(1984) Ik ben een kerstbal – Bert En Ernie
09.(1985) Wat moet ik nu met kerstmis - Marieke
10.(1992) Gaandeweg – Carry Tefsen En Kinderen Voor Kinderen
11.(1997) Kerstmis – Rowwen Hèze
12.(1999) Maaltijd – Maarten Van Roozendaal
Zijn die twaalf apostelen geen uit-de-kunst kerstnummers? Wat vinden jullie bijv. van de Zangeres Zonder Naam met "Hij was maar 'n neger, zo'n zwarte. Zo iets haal je niet in je huis. Omdat je het noodlot dan tartte. Want die zwarten zijn immers niet pluis."? Niemand minder dan Johnny Hoes heeft nog aan dit overduidelijk ironisch bedoelde nummer meegeschreven. En weten jullie wel dat Carry Tefsen als zangeres best redelijk uit de verf komt, als je er een kinderkoor achter zet?

Van de avond vóór kerstmis, in Las Palmas het familiehoogtepunt van het jaar, staat me vooral de film "Cirque Du Soleil" bij die op de Belgische TV vertoond wordt. Voor mij is circus echt iets van vroeger, iets dat vandaag de dag nogal passé is met alle beroemdheden op de buis. Ik kende het wel al, dat "Circque Du Soleil", o.a. van aan bomen vastgebonden advertenties op Santa Catalina.
Dan denk ik: als Canvas me bedeelt met een film over het circusspektakel van anderhalf uur, is er misschien toch iets bijzonders aan de hand. Om kwart over 9 stem ik daarom maar eens op de zender af en eerlijk is eerlijk: ik krijg een show voorgezet waar je U tegen zegt. Ik ga hem hier niet onderwerp voor onderwerp nabauwen, maar voor mij was de circusuitvoering prima de luxe. "Cirque Du Soleil" is vanaf nu een aanrader!

's Ochtends vertelt Harry me dat het met Greetje nog steeds beroerd gaat. Eva is door de telefoon goed voor een vrolijke noot. Met Jan Willem heeft ze gisteravond "Once Upon A Time... In Hollywood" gehuurd bij Pathe Thuis. Als ik er interesse in heb, kan ze mij de code van de film wel per e-mail sturen. Ik word verondersteld hem dan wel dezelfde middag af te kijken op mijn laptop.
Dus zit ik even later aan geanimeerd te kijken naar de film van 2½ uur uit 2019. Quentin Tarantino is de regisseur en de twee hoofdrolspelers zijn Leonardo DiCaprio en Brad Pitt. Ik houd die twee coryfeeën van de film best moeilijk uit elkaar, maar het lukt me deze keer, bijv. door erop te letten dat het haar van Pitt een stuk langer is dan dat van DiCaprio. Leonardo DiCaprio speelt filmacteur Rick Dalton, die na negen jaar film en tv-series een beetje op zijn retour begint te raken. Voor zijn stunts maakt hij graag gebruik van de diensten van stuntman Brad Pitt, in de film Cliff Booth, die ook zijn mannetje staat, als er in het echt geknokt moet worden. Als Pitt (Cliff Booth) een bezoek brengt aan een ranch in de buurt (met allemaal volgelingen van Charles Manson?), wordt een band van zijn auto doorgestoken. De jongen die het gedaan heeft, wordt eerst door hem in elkaar geramd en dan verplicht om de reserveband erop te zetten. Later komt een drietal van de ranch, een jongen en twee meisjes, verhaal halen bij Rick Dalton thuis. Met Cliff Booth als tegenstander, en ook Rick Dalton, leidt dat tot zwaar weer.
Ik vind het een alleszins acceptabele film, niet fantastisch, maar zeker aangenaam genoeg om mij door een stuk kerstmiddag heen te helpen.

Dan valt me een verhaaltje in dat ik jullie niet wil onthouden. Het gaat over mijn tegenwoordige ijver om overal waar ik kom, potjes mosterd te confisqueren en die uiteraard later ook leeg te eten, want vooral daarom is het me te doen. In de Observant, het weekblad van de Universiteit Maastricht, ben ik wel eens uitgemaakt voor een mosterd-junkie, zo ver is het kennelijk met me gekomen.
We gaan terug naar mijn kinderjaren, als ik nog op het Cörversplein aan de Maas woon, bij de Aw Brögk in Wiek. In navolging van mijn oudere broer Harry word ik lid van het jongens-zangkoor van de Sint Martinuskerk, met in mijn hoofd de mantra: "zingen is dubbel bidden". Dat ik er echt iets van kan, zullen jullie van mij niet horen. Ik mag als jongetje meedoen van de dirigent, maar word wel gemaand om me heel erg in te houden. Onder ons gezegd: ik zong zelfs toen al aardig vals.
Een bijzondere gebeurtenis is de jaarlijkse kerstmisviering in de kerk aan de Rechtstraat, waarvoor ook het zangkoor uiteraard zijn kunst mag vertonen. Na de hoofdmis, in de vroege ochtend, wordt ons, jongens van het koor, een lekker ontbijt geserveerd, met limonade en brood, kaas en leverworst. We hebben het over 1955 of zo - ik zal een jaar of acht geweest zijn – en dan laat jeje zo'n ontbijt goed smaken. Op de grote tafel, waarin ik zit, staat ook een grote kom met mosterd en ik zie naast me verscheidene jongens niet alleen royaal mosterd smeren op hun kaas, maar ook op de leverworst. Dat doe ik dan ook maar, voor het eerst, hiervoor was dat nooit aan de orde, en het bevalt me meer dan prima.
Van het kerstontbijt in mijn jonge jaren houd ik over dat je op allerlei eten mosterd kunt smeren, als je daat zin in hebt. Intussen, zoveel decennia later, ben ik zo ver dat ik een potje mosterd, als hij niet te sterk is, zelfs sec kan leeg lepelen zonder brood en/of beleg erbij. Niettemin, mijn voorkeur gaat nog steeds uit naar met brood en beleg met een flinke lik sterke mosterd van dit of dat merk.
(Terzijde, Eva heeft hetzelfde vandaag de dag met sambal oelek. Dat doet ze al te graag op mijn boterham met kaas of dergelijke.)

Het kan niet op: op dezelfde christelijke feestdag is het van "een film is geen film". Ik doe er nog een, wel eentje die ik al eens eerder gezien heb. Op NPO3 is in de late avond "Slumdog Millionaire". Het is een film uit India – weer eens iets anders - die maar liefst acht Oscars in de wacht heeft gesleept. Hij krijgt in 2008 zelfs een Oscar als beste film van het jaar en ik heb toen o.a. regisseur Danny Boyle nog naar voren zien komen om een "Academy Award" in ontvangst te nemen. De man van de soundtrack van de film, ene AR Rahman, kom ik later nog eens tegen op een CD uit 2011 van de eenmalige popgroep SuperHeavy. Daarop figureren naast AR Rahman ook Darrian Jr, Dave Stewart, Gong Marley, Mick Jagger en Joss Stone,
Hoofdpersoon in "Slumdog Millionaire" is een jongeman genaamd Jamal Malik, die meedoet aan de Indiase versie van "Who wants to be a millionaire?". De Robert ten Brink van de quiz daar heet Prem, zoals de advocaat die vroeger af en toe bij DWDD te gast was. Gaat Jamal een hele vracht roepies verdienen? Hij wordt hoe dan ook gaandeweg van bedrog beschuldigd, ten onrechte. Intussen gaat de film vooral over Jamal's jonge leven in de sloppen van Mumbai, samen met zijn broer Salim en vriendinnetje Latika. De vragen in de quiz blijken steeds van doen te hebben met een gebeurtenis uit zijn jongste jaren
Het blijft, ook in herhaling, een goede film, die een aardig inkijkje geeft in de barre armoede, waarin mensen in Indiase sloppenwijken leefden.

Dan is het alweer Tweede Kerstdag, in Nederland alweer een vrije dag. In Las Palmas is het een gewone werkdag. In Engeland is op "(Chrismas) boxing day" zelfs een compleet voetbalprogramma. The day after is voor mij vooral een dag dat ik in mijn boek zit te lezen. Ik maak een flinke ruk en denk dat ik mijn boek in het weekend uitkrijg.

's Avonds heel laat ga ik op herhaling bij Diederik van Vleuten. Ik heb diens geschiedenisverhaal over zijn oudoom Jan, broer van zijn opa Sam, in Nederlands Indië al eens eerder gezien, maar zit de hele voorstelling uit 2015, opgenomen in Den Haag, opnieuw helemaal uit, tot het gaatje. De titel is: "Daar werd wat groots verricht" en Diederik van Vleuten baseert zijn verhaal op het Indische familiearchief van Jan, nog eens verluchtigd met een serie foto's.
Het archief vertelt vooral wat Jan van Vleuten zo al meemaakt in de eerste helft van de twintigste eeuw. Hij is van 1905 (of zo). Eerst gaat het over zijn kindertijd in Indië, dan zijn schooljaren in Nederland, gevolgd door zijn opleiding in Zuid-Afrika. In 1930 keert hij terug naar zijn geboorteland Indië. Daar maakt hij de crisisjaren mee, ook zijn liefde voor zijn vrouw Auke, en dan komt de tweede wereldoorlog en de Japanase bezetting. Tenslotte is er de onafhankelijkheidsstrijd van Soekarno en consorten. "Onkruid vergaat niet", is en blijft het motto van oudoom Jan en terug in Nederland in 1945, met Auke, gaat hij nog een aantal decennia mee. Zijn uitgebreide memoires schrijft hij vlak voor zijn dood.
Ik vind de voorstelling van Diederik van Vleuten nog steeds een van de betere in zijn soort. Hij overstijgt ermee het niveau van de gewone cabaretvoorstelling zoals die dezer dagen usance lijkt te zijn. Wat maakt hij er een adembenemend verhaal van, tegen de achtergrond van een grote landkaart van wat vandaag de dag Indonesië heet en overdreven islamitisch is.

Op de vrijdag is de kerst helemaal finito. Vroeger, toen ik nog een "begenadigd" bridger was, deed ik ieder jaar op derde kerstdag mee aan een tournooitje onder vrienden en kennissen, net over de grens in België. Ik herinner me er nog van dat bridger Mw. Hermans (de voornaam ben ik kwijt) van banketbakkerij Hermans bovenaan bij de Brusselsestraat het tournooitje altijd sponsorde door met een hele stapel fruit- en rijstevlaaien aan te komen zetten.
Vandaag doe ik Alex Roeka (van 1945) nog maar eens voor jullie. In de periode tot 2019 is de man uit de buurt van Nijmegen nog eens goed voor opnieuw vijf CD's: "Mannenwoestijn" uit 2007, "Beet Van Liefde" uit 2008, "Zachtaardig Vergooid" uit 2010, "Gegroefd" uit 2012 en "Voort!" uit 2015. "Rauwe Genade", uit sinds 11 december 2019, staat er nog niet bij. In totaal gaat het op de vijf CD's om maar liefst 72 liedjes. Hier ben ik met mijn tweede, eigen compilatie van Alex Roeka. Mijn favorieten over de periode 2007-2015 zijn:
01.07.01.Dieper leven, als ik zing
02.07.02.Afscheidslied voor mijn zoon
03.07.03.Dit is leven!
04.07.04.Twaalf uur
05.07.07.De rode vod
06.07.09.Aad praat met zijn te jong gestorven vrouw
07.07.12.Hades bar
08.08.01.Wat is toch die liefde
09.08.03.Wil je voorzichtig zijn
10.08.05.Een ander zijn
11.08.07.Helemaal op
12.08.09.In galop
13.08.12.Naar dat huis toe gaan
14.10.01.Stille dromers in de stad
15.10.03.Gestreeld en gekrast
16.10.05.De vrouw op de trap
17.10.07.De schommel van de liefde
18.10.09.Het wordt weer eens tijd dat ik dronken word
19.10.12.Ik ben een renner
20.10.13.Dansen op de bodem van de nacht
21.12.01.Het nachtcafé aan het eind van de straat
22.12.04.Het hart dat jaagt en eenzaam is
23.12.06.In het neonlicht
24.12.11.Als je blijft
25.15.02.Mooie meid
26.15,04.Naar mezelf terug
27.15.05.Nog eenmaal zoals toen
28.15.05.Als een rollende steen
29.15.08.Moeder
30.15.13.Nog altijd samen
Wat zijn het er veel, zelfs nadat ik diverse nummers weglaat die er, wat mij betreft, eigenlijk ook bijhoren. Hoe dan ook heb ik genoeg muziek bijeen staan voor een dubbelCD. Laat ik het maar toegeven: ik ben een fan van de muziek van Alex Roeka, in het kwadraat. Deze nieuwe serie, nu uit de periode 2008-2015, moge daarvan getuigen. Als ik met carnaval terug ben in Maastricht, ga ik eens kijken of en waar ik hem eens "live" kan gaan zitten bewonderen.
(Nagekomen bericht: op 7 februari 2020, de zaterdag na na het feest van Trudie & Marcel, treedt Alex Roeka op in het Theater aan het Vrijfthof in Maastricht. Komt jet zien, komt het zien!)

Al om kwart over 11 staat Trudie voor de deur. Ze komt om te lunchen, maar dat niet alleen. Ze komt ook een aantal dingetjes in mijn huis in orde maken, waar ik slecht in ben. De dekbedden worden van verse hoezen voorzien, de lamp tegenover de TV krijgt een nieuw schakelaartje (dat lukt overigens maar half), de binnen- en buitenthermometer krijgt zijn plek en mijn kantoorprinter wordt voorzien van een nieuwe cartridge. Ook mijn haar wordt "gesneden", zodat ik er weer twee maanden tegen kan.
Mijn kleine koffertje heeft het helaas begeven, is kaduuk. Zonder dit hulpmiddel zal ik woensdag toch een beetje onthand zijn, als ik dan terug naar Las Palmas ga. Dus staat later op de middag ook een bezoek van ons tweeën aan de ANWB op het programma. Op de Wieker Brögkstraot sla ik mijn dubbelslag door me een mooi, klein koffertje toe te eigenen met Trudie's ANWB-korting en nog eens 40% uitverkoopkorting. Het kost nog maar 30 euro, is een lichtgewicht geval en heeft vier onderwieltjes. De kleur ervan zit tussen lichtgroen en lichtblauw in, turquoise komt er het dichtste bij.
Later op de dag komt "batse knien" op tafel, met patat friet en doppertjes, en Griekse yoghurt na. Daarna kijken we naar "Adaptation", een film uit 2002 van regisseur Spike Jonze over een orchideeëndief. In de hoofdrollen zien we Meryl Streep, Nicolas Cage en Chris Cooper. Ik ken hem al, maar Trudie nog niet. Hij is bij mijn weten in Nederland nooit uitgebracht. Ook nu is hij best wel aardig, hoewel: Trudie is minder enthousiast.

Zaterdag is vooral de dag dat ik mijn "Of Human Bondage" van W, Somerset Maugham helemaal uit krijg. We hebben het over ruim 600 dichtbeschreven bladzijden, uitgesmeerd over CXXII oftewel 122 hoofdstukjes. Eerder kocht ik voor habbekrats al een exemplaar van het boek, maar dat had zo'n klein lettertjes dat ik er 's avonds op mijn Palmese balkon nauwelijks uit wijs kon worden. Dus heb ik me later een leesbaarder versie aangeschaft, deze dus. Lege bladzijden, omdat ieder hoofdstuk rechts bovenaan dient te beginnen, is er niet bepaald bij.

Dit is de tijd van de (oudejaars)conferences. Op de late avond val ik voor het cabaret van Leneke van Dongen, een Uithoornse van nu 61 jaar. Ze is naast cabaretière ook maker van CD's, DVD's en boeken en af en toe doet ze mee met iets op de televisie. De dame is wat je noemt een veelzijdig iemand.
Haar cabaretprogramma "Tegenwind" van ruim een uur, dat ik krijg voorgeschoteld, is van 2015. Het is een aanhoudende ode aan de rol van de vrouw, waarbij de nodige dagelijkse bezigheden voor het voetlicht komen en de mannen het soms moeten ontgelden. In de zaal waar het programma is opgenomen (in Utrecht), bespeur ik in het publiek trouwens veel meer vrouwen dan mannen. Thuis aan de buis zit ik – als man, dat wel - te genieten.

Daarbij steekt de oudejaarsconference van Pieter Derks, die ik op NU.NL zie op zondagmorgen, maar mager af, al was het maar omdat die nog geen vijf minuten duurt. De titel daarvan is: "Koeien laten nu andere scheten" of iets dergelijks. Sinds kort zou het voedsel voor de beesten anders van samenstelling zijn, waardoor ze tot genoegen van de politiek minder ammoniak aanmaken.
Pieter Derks kan nog steeds een potje bij me breken. Ik vind hem misschien wel de leukste beoordelaar van wat er allemaal mis gaat in de Nederlandse samenleving.

Kennen jullie de Griekse filosoof Epicurus? Hij leefde ongeveer 300 jaar voor Christus en had vanaf 307 voor Christus een filosofieschool in Athene, genaamd "De Tuin". Ik ben geen filosoof en zal dat ook nooit worden. Niettemin, ik beweer bij dezen dat de ideeën van Epicurus dichtbij komen bij wat ik me van het leven voorstel.
Het hoogste goed in het leven is volgens hem persoonlijk geluk, met name op de wat langere termijn. Direct genot is voor hem minder gewenst, als dat problemen geeft. We moeten pijn en angst (voor de dood) zo veel mogelijk zien te vermijden. Tegelijkertijd dienen we ons ethisch te gedragen, zodat anderen weinig of niks over ons te mopperen hebben. De leer van Epicurus (die overleden zou zijn aan een niersteen) is lichamelijk en mechanistisch: vooral het bevredigen van "natuurlijke" behoeften zoals geen kou lijden, gewoon eten en drinken zou volgens hem belangrijk zijn. Bekendheid, in de schijnwerpers treden, rijkdom e.d. hoeven niet zo erg. Vrienden en gemoedsrust, daar gaat het in het leven om.
In de oudheid en ook door de Kerkvaders daarna is Epicurus afgeschilderd als een oppervlakkige, genotzuchtige filosoof. Dante kende hem in "La divina comedia" een plaatsje in de hel toe. Latere bekendheden zoals Thomas Jefferson en Karl Marx zagen veel meer in zijn ideeën. Mag ik voor mezelf een bescheiden plekje claimen in de laatste groep verlichte denkers?

Harry laat terecht maar weinig van zich horen de laatste weken. Wel krijg ik op de zondag van hem een mooi citaat (van Hester Carvalho in de NRC in 1998). Dat geef ik graag door aan jullie: "(Tot in het) begin van de jaren zestig werd een zwarte artiest nog wel eens van de hoes van een plaat geweerd. "My guy" bijv. van Mary Wells verscheen in een hoes met een tekening. En als er toch een foto werd gebruikt, kregen de donkerste artiesten een wat lichtere huidskleur – dit alles om de blanke platenkopers niet af te stoten.
N.B. We hebben het over nog geen zestig jaar geleden. Ik neem maar aan dat er intussen hele boeken zijn volgeschreven over het rassenleed dat zwarte artiesten (en ook zwarte politici bijv.) destijds in de Verenigde Staten te verduren hebben gehad van hun niet-zwarte evenknieën. Achterin de bus zitten, geen goede hotelkamer, noem maar op. Misschien zou Harry t.z.t. aan die schande eens aandacht kunnen geven in een R&B-artikel. Wat moeten de jaren met Barack Obama als president van de VS een opluchting geweest zijn voor veel zwarten.

Dan is het zondagmiddag 2 uur en sta ik op het station om Dalí en Eva te verwelkomen, die mij met een bezoek komen vereren. Met zijn drieën lopen we terug naar mijn huis. Eva wil graag weer eens gaan "shoppen" in het Maastrichtse centrum, maar Dalí voelt daar bitter weinig voor. Die wil liever met mij boodschappen gaan doen bij Albert Heijn op de Scharnerweg. Eva maakt een lijstje wat er allemaal gehaald dient te worden en gaat dan met mijn fiets de hort op. Om een uur of 3 vertrekken Dalí en ik gewapend met een grote boodschappentas naar de supermarkt. Op de heenweg passeren we de grote houten en stalen dinosaurus met touwen, sinds de zomer genaamd Klimrex. Op het beest zijn een paar jongens in de weer en Dalí loopt er straal voorbij.
Met een karretje, terwijl Dalí voorop staat met het boodschappenbriefje, gaan we de winkel in. Een voor een worden de "kemissies" uit de schapppen gehaald en dan door Dalí weggestreept op het briefje. Op de terugweg weet Dalí niet hoe snel ze de dinosaurus ook moet beklimrexen. Ze gaat boven langs, onder langs en door het midden, en dat een aantal keren. Zou het mede komen, omdat ze nu alleen is en niet de blik en aandacht van de jongens hoeft te dulden?
Thuis gekomen ruimen we de boodschappen in en gaan dan samen aan het kienen (met de bingomolen mini). Ik win, als mijn nummer 54 uit de molen valt, terwijl Dalí op haar kaart nog enkele nummers leeg heeft. Om half 5 is Eva weer terug, kan die haar aankopen door ons laten bewonderen. Dan gaat ze de keuken in om "ons eten" klaar te maken. Ik word gesommeerd om de tafel te dekken. We eten "wraps", een Engels woord voor tortilla's. De vulling is vooral gehakt of tonijn, nadat eerst een grote ronde tortilla is ingesmeerd met Philadelphia kaas of mayonaise. Als extraatje hoort er ook mosterd, sla, augurk, avocado, zelfs Hüttenkäse op gedaan te worden, voordat het zaakje aan oprollen toe is. Pas dan kan het spul richting je mond gebracht worden. Lekker! De dames eten er twee en ik ben goed voor nog een derde. Wat willen jullie: ik heb nou eenmaal meer lichaam mee te slepen. Als toetje zorgt Dalí voor pudding met smarties.
Na het eten en nog wat napraten wil Dalí best gaan slapen, maar eerst moet haar mamma haar dan nog wat voorlezen. Eva kijkt met mij nog een restje jaaroverzicht van de sport uit en daarna doen we het acht uur journaal. Niet veel later, als ik "Heel Holland Bakt" bemonster, met André van Duin als hofmeier, geeft ook zij er al de brui aan en kruipt boven naast Dalí in haar tweepersoonsbed. Ik zing het beneden uit tot even over 12, als het live concert van Bruce Springsteen op de TV eindigt.

's Morgens zijn de dames net op en fris gewassen en gestreken, als ik mijn kop om even over 9 uit de slaapkamerdeur steek. Niet veel later is Dalí al weer goed voor een ontbijtboterham en zit Eva aan haar smartphone en laptop. Dan is het kwart voor 11, hun weekendkoffertje is her-ingepakt en mogen we naar Ton & Marion voor nog een laatste familiepraatje. Zo waar is het daar ook tijd voor vers aangesleepte vlaai van Albert Heijn op Plein 1992. Waarom zou ik nog lunchen, als ik even later al twee stukken op heb? Om even voor half 1 neem ik op de hoek van de Wilhelminasingel en de Hoge Brugstraat afscheid van Eva & Dalí. Ik kan aan mijn laatste stukje Maastricht beginnen, voordat Las Palmas weer aan de beurt is.
De voordeur kan niet meer op het nachtslot, dus mijn eerste aktie wordt om Trudie te vragen om morgen spul mee te nemen om het euvel te verhelpen.

Later op de dag zit ik een uur of wat te lezen in "Nudge", het boek dat ik van Marcel & Damaris heb gekregen. Het blijft een aardig, zelfs als het vooral over "duwthes in de rug" in de Venenigde Staten gaat. Ik heb nog tachtig bladzijden te gaan. Zal ik het hier in Maastricht laten of mee terugnemen naar Las Palmas?

Ik bel nog eens met Harry en ja, het gaat onverminderd slecht met Greetje. De huisdokter is gisteren langs geweest en het aftellen is begonnen.
En dan is het alweer verzenddag, nog net in 2019. Zo meteen komt Trudie en ze heeft me al gemaild dat ze sleutelspul meeneemt. Wat we later op de dag en avond gaan doen, staat nog in de sterren. Transavia vertelt me dat mijn vliegtuig naar Gran Canaria morgen pas om 1 uur vertrekt in Eindhoven, niet om 12 uur. Dus heb ik vanavond nog een extra uur respijt, als ik verondersteld word de bloemetjes buiten te zetten. Buiten? Als ik dan maar niet tegen allerlei toegestaan, laat staan verboden vuurwerk aan loop.
Mijn volgende brief wordt er weer een vanuit Las Palmas. Ik verstuur hem wel pas na Driekoningen, de variant van Sinterklaas in Gran Canaria, op 7 januari, als het niet de achtste wordt. Jullie moeten het er maar voor doen. Laat ik deze brief eindigen met jullie allemaal, zonder uitzondering, "'ne gooje roetsj" (of is het "gooie" dan wel goje" – even opzoeken in Mestreechter Taol) toe te bedelen en tot in 2020. Neem het ervan en tot ziens maar weer, hasta luego, PaulK.

BOEKHOEK

Ik heb de neiging om vooral boeken te lezen die nog niet zo lang geleden zijn uitgekomen. Boeken van de nodige decennia terug schieten er een beetje bij in. Als ik toch een oud boek doe, van een "oude meester", verbaas me er soms over hoe goed zo'n boek soms nog steeds is. Tot de vergane glorie boekenschrijvers reken ik W. Somerset Maugham (de W. staat voor William). Deze Engelse schrijver van veel boeken en toneelstukken is van 1874 en hij is best heel oud geworden, 91 jaar (in 1965). Van hem had ik nog maar drie boeken in huis, in Nederlandse vertaling: "Toen en nu", "Verhalen" en "De Brief en andere verhalen", boeken die ik heel lang geleden moet hebben gelezen. Ze zijn nog van mijn joinge jaren met Wil. Maugham's kennelijke meesterwerk "Of Human Bondage" is van 1915, nog net uitgekomen voor het begin van de eerste wereldoorlog. De man is dan 40 jaar of zo.
Is het autobiografisch? Ja en nee. Het boek begint bij het overlijden van zijn moeder - zijn vader is dan al dood. Wees Philip Carey is dan 10 jaar, kan goed meekomen op school en heeft een klompvoet (in het echt stottert hij). Hij vindt onderdak bij zijn ouderwetse oom, dominee William Carey en tante Louise in het plaatsje Blackstable (in het echt Whitstable) niet echt ver van Londen. Met name met oom William kan hij het slecht vinden in zijn jonge jaren, op de lagere school in de buurt en daarna als hij op kostschool in Tercanbury zit en voor vacanties naar huis komt. Zijn eerste baantje is er een als hulpje van een boekhouder in Londen, maar dat is helemaal niks. Philip is wat blij, als hij voor zijn vervolgopleiding filosofie (?) na de middelbare school naar het Duitse Heidelberg mag. Daar ontmoet hij in het pension o.a. zijn langdurige vriend Hayward voor het eerst.
Vrouwen vallen niet op hem, ook niet in zijn jaren daarna in Parijs, als student schilder. Hij gaat er als twintiger tegen de wil van zijn oom heen. De Parijse periode vind ik in de Wikipedia-biografie van Somerset Maugham in het geheel niet terug. Zijn tijd in de Franse hoofdstad, in een omgeving van legio schilders, van wie er een aantal beroemd zijn geworden, is in het boek een zegen voor hem, met veel vermaak. Hij krijgt er nieuwe vrienden bij, zoals Clutton, Flanagan en Lawson. Met de laatste blijft hij ook weer veel langer bevriend. In Parijs gaat hij ook om met mede-leerlinge en schilderes in de dop Fanny Price en de dichter-aan-de -drank Cronshaw. Philip Carey leert er dat hij als schilder net niet goed genoeg is om er een royale boterham mee te kunnen verdienen.
Dan is Londen als woonstad weer aan de beurt, waar hij medicijnen gaat studeren. Hij zoekt er zijn liefde bij de afhoudende Mildred Rogers, dienster on een theehuis. Die geeft met afstand de voorkeur aan contact met andere mannen, zoals Emil Miller (waar ze ook een kindje van krijgt) en later Philip's bovenbuurman, ook geneeskunde student Harry Griffiths. Dezelfde Mildred blijft hem intussen wel alle jaren bestoken en om geld vragen. Philip Carey laat een andere, veel sympathiekere vriendin, Norah Nesbit, vallen, als hij Mildred weer eens op straat tegenkomt, als die aan de grond zit. Dan mag ze zelfs een tijd met haar kind bij hem wonen, zonder dat ze een verhouding hebben.
Philip studeert intussen door voor dokter. Hij onderbreekt zijn studie een hele tijd, als zijn eigen portemonnee leeg is. Op voorspraak van een nieuwe vriend, Thorpe Athelby, een kleine man met een groot gezin, wordt hij bediende (later ook ontwerper) bij een kledingfirma. Zijn tante Louisa gaat dood en als zijn oom William eindelijk ook overlijdt, heeft hij eindelijk weer genoeg geld om zijn medische studie af te maken. Daarna is het kiezen tussen zich settelen met Sally, de oudste dochter van Athelby, dan wel de wereldreis gaan maken waarnaar hij al die tijd heeft uitgezien. Philip Carey is op het einde van het boek bijna 40 jaar.
W. Somerset Maugham verbaast me echt met zijn levensverhaal dat het midden houdt tussen nonfictoe en fictie. Niks krijgen we te horen over zijn bisexualiteit, eigenlijk vooral homosexualiteit. Ook zijn stotteren komt niet aan bod; die wordt ingeruild voor een klompvoet, waar hij in het boek aanhoudend onder gebukt gaat. Zijn beschrijving van oom William lijkt me helemaal naar het echt getekend, maar bijv. zijn jaren in Parijs als jongeman zie ik in de biografie van zijn echte leven niet terug.
Terzijde, in het boek frequent voorkomende woorden zoals "presently", "brick" en "ripping" zijn nu helemaal uit de tijd. Niettemin vind ik "Of Human Bondage" uiterst leesbaar geschreven en in porties van steeds zo'n 50 bladzijden tekst heb ik het probleemloos tot me genomen. Ik ben het helemaal eens met de mensen die dit een prachtboek vinden. Als recensiecijfer heb ik er maar liefst een 8½ voor over. Dit boek van W. Somerset Maugham ga ik koesteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten