donderdag 5 december 2019

Weblogbrief 15.05, 5 december 2019

Weblogbrief 15.05, 5 december 2019

Queridos amigos y familia, dir wordt een brief met twee gezichten. Tot zaterdagmiddag 6 uur of daaromtrent heb ik het rijk nog alleen. Dan stapt Trudie uit de streekbus of stadsbus hier en wordt er van alles van me verwacht. Het zij zo! Laat ik net doen of dit een gewoon kattebelletje is, zoals mijn eerder brieven deze winter, maaar of het ook zo is?

We schrijven met terugwerkende kracht vrijdag 29 november, als ik op de heenweg per bus naar mijn onderkomen in het universiteitsgebouw langs het nieuwe paleis van justitie kom. Dat bestaat uit vier hoge flats, die bijna tegen elkaar aan zijn gebouwd, met een doorgang tussen de flats op één hoog. Tegenover het paleis is langs de straat een café-terras met de gezegende naam: La Palmense. Het zal wel iets met palmbomen van doen hebben, maar wat precies? Die zoeken we op. Het staat voor "uit Las Palmas de Gran Canaria". Ik ben met het woord niet bekend, heb het ook niet horen zeggen op de banken of terrassen hier, maar nu weten we het. Mensen van hier horen zich "Palmenses" te noemen.

"Op het werk" in zuid word ik welkom geheten door twee jongedames, die - zo blijkt gaandeweg – vanmiddag liever in de kantine elders verkeren dan ijverig aan hun scripties of wat het is te gaan zitten sleutelen. Ik post en print mijn vorige brief en neem daarna de moeite om alle diverse mailtjes te beantwoorden. Leuk! Blijf vooral berichten sturen, dan heb ik iets om op te reageren.
Harry heeft nog geen nieuw stuk over Boedapest op zijn site staan en ook zijn artikel over (de vader van) een oud-eindredateut van Oor laat nog even op zich wachten. Dus doe ik het deze keer met zijn clips van de afgelopen week. Daartussen herken ik uiteraard de Village Stompers met "Washington Square", uit 1963, toen zat ik nog op de middelbare school. Meer nog heb ik op met ene Brandi Carlile met haar versie van "Folsom Prison Blues", de evergreen van Johnny Cash. Get toet toet van de trein komt in 2010 feilloos uit haar keel. De winnaar is deze week Ben Hester en zijn groep van vijf die in 2013 hoge ogen scoren, ook bij mij, met hun "In The Sweet By And By". Ik ga mijn best doen om die Ben Hester meer muziek af te troggelen.
Rest me nog te zeggen dat ik het nummer van Billie Eilish niet heb kunnen horen, omdat het alweer van YouTube is verwijderd.

Dan is het weer tijd voor de strapatzen van Arjen Lubach en zijn maten, nu op 24 novenber j.l. Een mededeling van de omroep dat "Zondag Met Lubach" deze keer vanwege de schokkende beelden over dierenleed naar de nachtelijke uren (22-8 uur) is verbannen, laat ik maar voor wat ze is. Met weinig extra moeite krijg ik de diverse onderwerpen toch wel in beeld (om vier uur 's middags).
Het kleine werk kan me – helaas, opindakaas – deze keer niet zo boeien. Wat moet ik in Las Palmas met treinen in Noord-Brabant die door twee tieners beschoten zouden zijn. Ook loop ik hier niet warm voor de schmink op het gezicht van Pieten: roetveeg of – op een keur aan locale tv-zenders – toch weer traditioneel zwart. Zelfs de popcast van Sesam Straat Tommie is niet waarop ik hier zit te wachten.
Vooruit, we hebben nog 19 minuten te gaan, tijd voor het hoofdonderwerp. Dat gaat over het slachten van dieren in "ons lage landje aan de zee". Er worden per dag zo'n 1,7 à 1,8 miljoen dieren van enige omvang geslacht. Per jaar gaat het om zo'n 2 miljoen runderen, 16 miljoen varkens en 623 miljoen kippen/hanen. Even natellen: 641: 365=1,75, het klopt als een bus of voor wie dat prefereert: een zwerende vinger. Om een verder enig idee te geven van wat er in die sector gebeurt: de kippen worden massaal opgehangen en onthoofd, met het afmaken van de runderen gaat het ook niet altijd comme il faut (denk ik maar), terwijl de varkens half vergast vergast worden in een overmaat CO2 en dan gestript en open gesneden. Nu maar hopen dat de darm niet aangeprikt gaat worden, want dan is het poepvlees (en dat kunnen we niet hebben, als we bij de slager of supermarkt een duur onsje salami of chorizo kopen).
Voor de controle dat alles goed gaat, is de NVWA verantwoordelijk, de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit. Er zijn daar zo'n 350 controleurs in het veld in de weer, allemaal met een afgeronde studie dierengeneeskunde. Er blijken helaas best verschillen te zijn in de ijver van die veterinairen. Sommige zijn zeer bereid om op zijn tijd een oogje dicht te knijpen en ook geen boetes uit te delen, als ze al niet geïntimideerd worden door de vleessector. Mensen van de NWVA bellen de slachthuizen soms zelfs van tevoren op, als een zich wel aan de regels houdende controleur een bezoek gaat brengen. Dan kunnen de zieke runderen beter even buiten beeld gehouden worden.
De toch al geplaagde minister Carola Schouten van landbouw en dierveiligheid ziet het met lede ogen aan en belooft de Tweede Kamer onlangs weer eens beterschap.

Ik en met mij de meeste mensen vinde het wel lekker om geregeld een stukje vlees of kip te consumeren. Of ik het zo erg vind dat de varkens er een half minuutje over doen, voordat ze door het CO2 compleet van de wereld raken, dat vind ik persoonlijk en wonderwel nog wel meevallen. Echter, de diverse echte misstanden op weg naar en in de slachterijen zouden m.i. wel per acuut verboden moeten zijn, met bij overtredingen veel meer represaille dan een waarschuwing of een boete.
Ik begrijp intussen dat diverse voor- en tegenstanders van de slachtpartijen zich de afgelopen week met verve hebben laten horen. Laat ik daaraan voor mezelf toevoegen dat ik het dierenwelzijn zo belangrijk vind dat ik al jaren lid ben Wakker Dier. Zelfs heb ik bij verkiezingen de laatste keren op de Partij voor de Dieren gestemd, hoewel de interne ruzie binnen die partij me wel aan het denken heeft gezet of ik daar wel mee door wil gaan.
Ik eindig dit stuk met een vraag: waarom is het eten van vis minder smerig dan van vlees? En wat zou er gebeuren, als we zouden ontdekken en openlijk toegeven dat planten het ook niet leuk vinden om bijv. gekookt en dan op tafel gezet te worden?

Terug in mijn parkje in La Isleta zit ik ruim een uur te lezen in mijn eerste boek van deze week. Wat is het mooi! Dan kan ik het weer niet laten en kijk in het naburige bibliotheekje de kranten door. Het voetbal levert niet veel nieuws op, maar PSV ligt er Europees wel definitief uit, na een 4-0 nederlaag bij Sporting Lissabon. Wonderwel lijkt Boris Johnson lijkt af te stevenen op een absolute meerderheid bij de verkiezing op 12 december. Is rechts tefenwoordig ook in het Verenigd Koninkrijk veel groter dan links?
En dan is er uiteraard nog weer Donald Trump, nu 73 (wat ik in mijn vorig brief vergeten was te vertellen). Hij heeft tot grote ergernis van China partij gekozen voor de mensen in Hong Kong, die meer "Britse" vrijheid willen. En of het niet op kan, wil Trump ook nog eens aan tafel gaan zitten met mensen van de Taliban in Afghanistan om over vrede te praten. Saai is de man absoluut niet, dat moet ik hem nageven. Tegelijkertijd ziet hij de politiek m.i. veel te veel als een serie zakelijke, financiële transacties, handel. Geld is niet alles!

Op zaterdag begin ik mijn dag met de kreet: "Ni fu ni fa" op te zoeken, die ik hier gisteravond hoorde. Mijn dictionair zegt me dat het "vlees noch vis" betekent, ook wel "het maakt niks uit". "Hacer fu" is wegvluchten, dus zal dat "fu" wel van "fugarse" komen.

Dan heb ik iets goed te maken. Toen ik op 9 november hier in Las Palmas aankwam, was de WOMAD, het jaarlijkse muziekspektakel hier, in volle gang. Daar zag ik een drietal muzikanten uit Glasgow in Schotland echt de kachel aanmaken. Ze noemden zich TALISK en hebben me toen met hun folkmuziek (?) echt de stuipen op het lijf gejaagd. De leider en smaakmaker had een mini-accordeon in zijn handen en heette Mohsen Amini. Hij werd geflankeerd door een dame op viool, Hayley Keenan, en een niet praatgrage gitarist genaamd Craeme Armstrong. Ik heb genoten.
Thuis in Maastricht heb ik toen natuurlijk gezocht of ik muziek van TALISK kon vinden. Blijken er bij Muziekweb twee CD's in de schappen te liggen: "Abyss" uit 2016 en "Beyond" uit 2018. Die laat ik hier om mijn euvel goed te maken allebei de revue passeren, ongecensureerd en in volle glorie:
Abyss: 1.Abyss
2.Pict
3.The knife
4.The hills
5.Echo
6.Waterfall
7.Crossing
8.The millhouse
Beyond: 1.Montreal
2.Crooked water valley
3.Servian dreams
4.Cabot trail
5.Farewell
6.Liddesdale
7.Rations
8.Beyond
TALISK is niet zo'n groep waarbij je vóór alles op zoek gaat naar de beste nummers. Het is op beide CD's meer een aaneenschakeling van klinkend enthousiame. Die Mohsen Amini is een figuur waarvoor ik echt warm kan lopen. Hoe die zich vorig jaar op de WOMAD afficheerde, daar krijg ik nu nóg de "sjevraoje" van. Wat was het optreden toen een feest en wat zie ik daarvan nog het nodige terug op de studio-muziek van het drietal.

Op kwart over 5, tien voor half 6 kijk ik weer eens op mijn telefoon beneden op de bank en dan vertelt Trudie me dat ze – "nog mer zjus op tied" – met haar koffertje in de bus naar Santa Catalina zit. Bij het mogen instappen op het vliegveld heeft ze nog een probleem met de chauffeur. Trudie heeft alleen maar een briefje van 50 euro paraat (plus te weinig kleingeld) en dat neemt hij niet aan. Een briefje van twintig euro, hoger dan dat is in de streekvervoer hier foute boel, trouwens ook in de stadsbus. Gelukkig is een Zweedse vrouw, die na Trudie ook nog op de valreep instapt, bereid om twee euro voor haar bij te leggen. (Die krijgt ze van mij terug op Santa Catalina.)
Onze eerste gang in LPA is naar Cafetería Nuevo Murias beneden bij mijn flat. De baas, Carlos, verwelkomt Trudie, alsof hij een oude liefde weer in zijn armen sluit en dan kunnen we ongegeneerd aan de halve liters Tropical. Het worden er drie per persoon, naast wat gratis knabbeltjes. Het hele circuit van gemeenschappelijke vrienden, kennissen en familie wordt doorgenomen, zeg maar doorgetrokken. Trudie wijst me erop dat ik in deze brieven beter niet over personen kan uitwijden, dus de roddels worden hier niet uitgeserveerd.
Om acht uur, half 9 gaan we "upstairs", waar ik met liefde een vlammetje onder mijn pan fenomenale groentesoep met ballen ontsteek. Trudie pakt haar koffertje uit en ik zet alvast de "tleure en lepele" op de keukentafel. Later, als we allebei ons tweede bord op hebben, gaat Trudie zich stante pede gereed maken voor de nachtrust (in mijn mooi opgemaakte bed). Om half 10 is ze al onder zeil.

Pas op zondagmorgen om half 9 komt ze weer boven water, na 11 uur slapen. Ze kijkt eens goed over de balkonrand om zeker te weten dat ze niet langer in het koude Maastricht is, maar neergestreken in Las Palmas de Gran Canaria, de zonnestraal van een eiland voor de zuidkust van Marokko. Onze gezamenlijke week begint aan zijn tweede dag.
We modderen wat aan tot een uur of 11 en dan mogen we naar de rommelmarkt, altijd leuk. Daarna is La Alemana op Sana Catalina aan de beurt en om half 1, als ze vers "integral" stokbrood bij Granier (alweer met i-e) heeft gehaald, gaan we terug naar mijn appartement voor de lunch. Daarna heb ik rust tot een uur of 5, totdat Trudie, koud en uitgewaaid op het strand, zich om komt kleden. Dan volgt het bier van La Oliva, afgemaakt met een goed verteerbare warme maaltijd bij Casa Chen, een Chinese zaak aan de boulevard. We eindigen met een stukje lezen in ons boek op het balkon thuis.
Om kwart voor 10, als voetbalwedstrijd Atlético Madrid tegen Barcelona bijna is afgelopen, klinkt het nodige enthousiame in de straat. Blijkt dat Barcelona nog de 0-1 heeft binnengetikt. Eerder die dag heeft Ajax bij FC Twente met 2-5 gewonnen, na eerst met 2-0 te hebben achtergestaan. En heeft "onze"Max zijn derde plaats in de eindrangschikking van dit formule 1-jaar veilig gesteld met een tweede plaats in Abu Dhabi. Alleen de twee Mercedes-coureurs zijn hem voorgebleven.

Maandagmorgen zit ik vanaf 8 uur weer aan de koffie, maar Trudie doet er nog een uur slapen bij. In haar eigen woorden: "Dan zal ik het wel nodig hebben".
Om half 12 lopen we over Las Canteras naar de Mercado De Puerto. Tussendoor doet ze nog even de "belén de arena", kerststal van zand, sinds zaterdag open voor het publiek, terwijl ik even op een bank mag uitrusten. Dan gaat het definitief naar de markt, waar visboer (Artilez) dicht blijkt te zijn en Trudie's favoriete slager ook. De markt is een beetje aan het omturnen tot een hal voor drankjes en hapjes in aansluiting op de diverse café's aan de noordkant. Net als vorig jaar komen wij op de maandagmorgen voor de twee klio "carne primera" en één kilo "carne molida" terecht bij de slager ernaast, die ook best te pruimen is. Voor onze zalm zijn we aangewezen op de HiperDino bij de markt.
Met twee best wel zware tassen boodschappen - Trudie heeft ook nog andere spullen ingeslagen – loop ik met haar terug naar huis en naar boven. Dan gaat ze aan de slag met spiegeleieren en ham (van Zwan) die we ons goed laten smaken. Vervolgens staat voor haar het srand weer op de rol en kan ik mijn leesboek gaan uitlezen.

\ ´s Avonds wordt er besloten dat we vandaag op het balkon aan onze aperitief mogen. Trudie haalt mijn fles Sangre De Toro uit de ijskast, moppert tegen me dat de wijn te koud is. (Ik riposteer dapper met te zeggen dat de kamertemperatuur hier te hoog is.) Dan trekt ze de fles met een kurkentrekker snel open.
Eerst gaan nog vijf gehaktballen in een pan om gebraden te worden. en dan komt ze bij me zitten met een eerste glas rode wijn en een bak chips. Af en toe vliegt ze wel nog even terug naar de keuken om de ballen eens om te draaien, voor een mooie bruine buitenkant. En toch, na minder dan een uur later staan ze al weer af te koelen op een grote schaal.
Mijn grote pan kan nu gebruikt worden om de hoofdmaaktijd klaar te maken: grote moten zalm met rijst, doperwten en tomaten. Die laat ik me inderdaad goed smaken een half uur later. Nu nog een toetje (van Kalisa) en dan kunnen we ongestoord op het balkon gaan zitten lezen. Wel hoort nu de twee kilo ronderpoulet in stukjes een nachtje in de azijn gezet te worden.

De dinsdag begint best wel apart. Als Trudie, nog vóór 9 uur en nog in pyjama, mijn twee kilo zuurvlees gedrenkt in azijn, samen met vier grote uien en twee pakjes kruiden in mijn grote pan heeft gedaan, blijkt ineens het vlammetje van het gasstel onder de pan uit te gaan. Ook de andere pitten geven geen sjoege meer. Ik word erbij gehaald en mag concluderen dat mijn butagasfles eindelijk leeg schijnt te zijn, na jaren lang zijn (spaarzame) heilzame werk te hebben gedaan. Wordt het u afzien? Gelukkig heeft Lluis nog eens een tweede fles butagas in huis gehaald. Die kan mij – als er niks mis mee is – alsnog nieuw gas verschaffen voor mijn vierpits gasstel. De oude fles wordt eenvoudig ontkoppeld, de nieuwe aangesloten en dan vlamt mijn fornuis weer als eeen fluitje van een cent.
Uren later, zelfs nadat Trudie beneden bij Carlos "café con leche y zumo de naranja" heeft gedronken en haar tabletversie van "De Nieuwe Limburger" compleet heeft doorgespit, komt ze weer boven (water) om te plassen en haar "zoervleis op ze Mestreechs" af te ronden met het toevoegen van een mega-hoeveelheid Limburgse rinse appelstroop. Als die goed door de brij is geroerd, is het nu alleen nog maar afkoelen en invriezen geblazen. Trudie verdwijnt prompt naar Las Canteras om daar anderhalf uur op haar strandstoel te gaan zitten uitblazen.
Ik mag nu dit laatste stukje voor jullie opschrijven en dan nog even dooorlezen in mijn tweede boek. Dat moet ik wel nog vóór donderdagmiddag zien uit te krijgen, zodat het nog in deze brief meekan.

's Avonds troont Trudie me eerst mee naar opnieuw La Oliva voor een halve liter bier en daarna mag ik op het balkon gaan lezen, terwijl zij deel 2 van een vismaaltijd thuis in elkaar brouwt, deze keer opnieuw rijst, erwtje en tomaten, maar met een stuk tonijn van (haast) drie ons per persoon. Dat is smullen. Ik krijg het nauwelijks op, zo veel en zo lekker.

Zal ik op de valreep nog een nieuwe CD inzetten? Nee, want op de woensdag zijn Trudie en ik de hele dag uithuizig. Al vóór half 11 wacht een bus van Global (TGC, Transporte Gran Canaria) in de kelder van Santa Catalina ons op voor een uitstapje naar het zuiden van het eiland, op bezoek bij het trio Marja, Claar en Cyntha. Na nog geen uur zijn we al bij Garbo's, in Bahía Feliz, mar dan komt er een stuk door Playa del Inglés met veel haltes en aanhoudend toeristen die naar Maspaloma mee willen. Dus staan we pas om 5 voor 12 op het bussstation daar. Eindelijk kan Trudie Marja bellen dat we bijna bij hun hotel RIU (met een kroontje) zijn aangekomen.
Claar staat al bij de slagboom van het hotel gereed om ons te verwelkomen en ons naar de balie te loodsen voor een groenblauw polsbandje. Daarop staat dat we vandaag zeer welkom zijn, maar "solo almuerzo", alleen voor het middageten, niet de avondmaaltijd. In de praktijk is het een vrijbrief voor eten en drinken ongeveer totdat het donker wordt (om half 7).
Marja en Cyntha worden op het grasveld "gepuund" en dan gaan de vier dames, Trudie incluis, aan de cava in de "Purple Bar". Alleen ik vind dat een glaasje spa ook in orde is in de nog vroege middag. Vanaf half 2 bezetten we een tafel buiten bij het immense restaurant van het hotel, "Las Dunas", en kan het middagmaal stap vooor stap geconsumeerd worden. Voor mij worden het achtereenvolgens: tomatensoep met frutseltjes, een koude vissschotel met ei, uitjes en groente, een warme vleesschotel (vooral stoofvlees) met nogmaals veel zure uitjes en ook komkommertjes en tenslotte (nog net vóór 3 uur) ijs met pudding en vruchtjes. Ik ben in tegenstelling tot de dames nog steeds aan de rode spa. Na het middageten vinden we een mooie tafel in het zonnetje bij de bar. Pas dan, niet eerder, bezondig ook ik me aan alcoholische drank, te weten drie mojitos op rij.

Vanaf zeg maar 12 uur tot het vertrek van Trudie en mij uit het hotel wordt er aanhoudend gekletst dat het een lieve aard heeft. Uiteraard zijn we begaan met Miep die vandaag op het azM door de mallemolen wordt gehaald. Daarna is het hele circuit van vrienden en kennissen aan de beurt om door de mangel te worden gehaald.
Naast ons zit een oudere vrouw met dochter uit het Belgische Turnhout, met wie we aan de praat raken en die er ook wat van kunnen. Blijkt de dochter een bekende triathlonloopster (geweest) te zijn. Natuurlijk weet ze ook van "The Iron Man" in Maastricht. Laat ik hier volstaan met te zeggen dat ik haar niet als een "diehard" vind uitzien, wel iets mannelijks vind hebben. Ze zal mij zonder twijfel de loef afsteken, als het op zwemmen, fietsen en rennen aankomt.
Trudie en ik zitten op de heenweg in de streekbus vooraan opzij van de chauffeur, wat ik best leuk vind. Je ziet nog eens wat, als je voor je uit door de voorruit van de bus kijkt. Op de terugweg vanuit het busstation van Maspalomas doen we het nog eens dunnetjes over. (Weetje vanuit een busvideo: eyeliners worden populair, als het graf van Toetank-amon (met eyeliner) in 1920 ontdekt wordt.) Om ongeveer 8 uur komt de Luis Morote weer in beeld.

Op donderdag 5 december zijn jullie natuurlijk al van de vroege morgen druk in de weer met je gedichtjes, die vanavond door de legio huiskamers gaan schallen. Wij van Las Palmas hebben wel wat beters te doen. Met Trudie haal ik op de Mercado Central o.a. een kilo goulashvlees, die Trudie nog voor me gaat prepareren. Zij wil me zaterdag niet onverzorgd achterlaten in dit subtropisch oord, waar het overigens aardig aan het waaien is.
's Middags mag ik een uurtje of wat naar de universiteit om deze vijfde brief op de bus te doen. Zou iemand van jullie hem al lezen voordat de avond valt en het "Hoor wie klopt daar, kinderen" met enige vrees gezongen wordt. Als je open doet, is er helaas niemand te bekennen, maar er staat wel een juten zak bij de deur. Laat die nou boordevol allerlei pakjes zitten, van piepklein tot flink groot. "Van je Zwarte, Zwarte, Zwarte Piet, wie kent hem niet...".
Mijn volgende brief kunnen jullie verwachten op woensdag 11 december, de dag voordat Boris Johnson in het Verenigd Koninkrijk de verkiezing glorieus gaat winnen en de Brexit definitief een feit wordt. Beste mensen, "keep smiling" en een beetje overdrijven is op surprisenavond toegestaan. Tot ziens, hasta luego, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

Mijn eerste boek is er een van John Grisham, ik denk uit 1991 (maar dat weet ik niet precies, althans zie ik er geen aanduiding van op mijn e-reader). Het heet in het Engels: "The Chamber", wat naar het Nederlands vertaald is met "Het Vonnis". Het speelt vooral in Mississippi, in het stadje Greenville en twee grote steden ten noorden en zuiden ervan: Memphis en Jackson.
In 1967 heeft ene Rollie Wedge samen met Sam Cayhall twee kinderen en min of meer ook hun vader, de joodse advocaat Marvin Kramer, vermoord. Het zou in opdracht zijn gebeurd van een bekende Klucker (van de Ku Klux Klan) Jerry Dogan. Bommenlegger Rollie smeert hem na afloop en Sam, op de uitkijk, wordt even later gearresteerd, als hij in de buurt blijft rondhangen. Als hij vervolgens niks kwijt wil over eventuele companen, draait hij – na eerst twee onbesliste processen – uiteindelijk in zijn eentje voor de moorden op. Dat komt mede omdat Jerry Dogan bij het derde proces bereid is om tegen hem te getuigen en daardoor zelf als opdrachtgever buiten schot te blijven.
Vanaf 1981 zit Sam Cayhall in de "dodengang" van gevangenis Parchman te wachten op zijn gang naar de gaskamer. Is dat een reële mogelijkheid? In de tachtiger jaren zijn eerder in Mississippi (nog maar) vier mensen doodgebacht. Negen jaar later betreedt een net afgestudeerde advocaat het strijdtoneel, Adam Hall. Hij is, onder zijn vorige naam Alan Cayhall, de kleinzoon van Sam Cayhall en met zijn nu 26 jaar echt nog een jongeman. Weliswaar is hij een verklaard tegenstander van de doodstraf, maar voor Kluckers, inclusief zijn opa, heeft hij nooit enige sympathie gehad. Zijn eigen vader Eddie heeft destijds zijn familie verlaten en heeft later waarschijnlijk zelfmoord gepleegd, mede vanwege de KKK-last van de familie. Diens zus, tante Lee, is bij tijd en wijlen zwaar aan de drank en woont nu wel nog in de buurt, in Memphis.
Adam doet er echt alles aan om zijn opa Sam uit de dodencel de houden, krijgt daarbij ook hulp van enige collega's, maar heeft ook geduchte, machtige tegenstanders. In het boek wordt onstandig uit de doeken gedaan of de diverse inspanningen van Adam enig resultaat hebben.
"Het Vonnis" ("The Chamber") is een lijvig verhaal, met meer dan 500 bladzijden tekst. Hoe bestaat het dat John Grisham mij zo lang en toch zo indringend bij de les kan houden. Spannend is het verhaal zeker, tot het einde toe. Als recensiecijfer heb ik er zo maar een 8+ voor over. Ik prijs me gelukkig dat ik nog veel meer boeken van John Grisham op (e-reader)voorraad heb.

Boek 2 is er een van Robert Bryndza, een Engelse jongeman uit 1979, die vandaag de dag in Slowakije woont. Volgens Ellen en Trudie dien ik zijn vijf boeken te lezen, wel in de goede volgorde, te beginnen met "The Girl In The Ice", het meisje in het ijs, uit 2016. Daar begin ik dan maar eens aan. Het verhaal speelt grotendeels in Londen, vanuit het politiebureau op Lewisham Row.
Erika Foster is net aangesteld als inspecteur bij de Metropolitan Police, als ze al ruzie krijgt met een ander inspecteur, Sparks, en haar bazen commissaris Marsh en daarboven Oakley. De diverse rechercheurs onder haar, zoals lesbo (Kate) Moss en de zwarte Peterson, zijn wel erg van haar gecharmeerd. Stante pede krijgen ze opdracht om de moordenaar (m/v) te vinden van de 23-jarige Andrea Douglas-Brown, dochter van een stinkrijke zakenman. Die heet Simon, zijn vrouw Diana en ze hebben nog twee kinderen over: Linda en David. Andrea is/was bijna een jaar verloofd met ene Giles Osborne, de schatrijke baas van Yakka-evenementenbureau. Heb ik hiermee genoeg namen gegeven? Dan vertel ik jullie wel ook nog dat Andrea een verre van keurig leven leidde en naast haar verloofde graag verkeerde met andere mannen, onder wie ene George Mitchel, die eigenlijk Roemeens is en Igor Kucerov heet. De man zou al de nodige meisjes uit Oost-Europa tot prostituéé in Londen hebben gemaakt. Gelukkig vallen er genoeg dodelijke slachtoffers om van een echt "moordboek" te mogen spreken. Wie komt het meeste voor de daderrol in aanmerking?
Robert Bryndza doet zijn uiterste best om van Erika Foster een eersteklas senior rechercheur te maken. Of hem dat ook gelukt is? Ik vind "Het meisje in het ijs" wel aardig, maar niet meer dan dat. Echt spannend is anders en heel vlot vind ik het niet geschreven; het is aan de kinderlijke kant. Als recensiecijfer komt ik daarom niet verder dan een 7- voor dit boek. Een nieuw boek van Robert Bryndza lezen, zoals het tweede: "De Stalker In De Nacht", hoeft van mij even niet.

1 opmerking:

  1. Coin Casino Review 2021 - Free Spins - Casinowoworld
    We 바카라 review Coin Casino and get details about 인카지노 bonuses, games, payment methods, 메리트 카지노 주소 to the first deposit and withdraw the funds on site.

    BeantwoordenVerwijderen