vrijdag 16 maart 2012

Weblogbrief 7.22, 16 maart 2012

Weblogbrief 7.22, 16 maart 2012

         Queridos heridos, daar ben ik weer, ietsje vroeger dan jullie gedacht hadden. Het weekend, ook dat van mij, gaat zo beginnen. Vanochtend heeft Bety mij weer eens met een bezoekje vereerd en na de poetsbeurt ziet mijn flat er weer spic & span uit. Al zou ik op mijn kop gaan staan, dan nog zou ik dat niet zo voor elkaar kunnen krijgen. Ieder zijn vak en schoonmaken, dat hoort bij dames als mijn Argentijnse Bety. Ik ben meer van het weblogbrieven schrijven en recalcitrante lezingen geven. Daarnaast bezit ik uiteraard nog diverse andere kunnens, maar daar laat ik jullie vandaag naar raden.

         Muziek! Van Jorge kreeg ik afgelopen dinsdag, of het niks is, de nieuwe CD van Serrat & Sabina overhandigd. Hij zei erbij dat hij hem zelf niet de moeite waard vond om te bewaren. Ik wel en niet zo’n beetje ook. Joan Manuel en Joaquín, als ik ze eens met hun voornaam mag aanspreken, het zijn  twee mannen in de herfst van hun leven, net als ondergetekende, maar wat kunnen ze het vuurtje nog opstoken. Mijn laatste aanwinst, net uit en in de winkel, heet “La orquesta del Titanic”, het orkest van de Titanic. Zien jullie het clubje nog voor je, bijv. op de Titanic film met Kate Winslet en Leonardo di Caprio? Hier zijn de elf nummers:
01.     La orquesta del Titanic
02.     Después de los despueses
03.     Idiotas, palizas y calientabraguetas
04.     Canción de Navidad
05.     Quinze o veinte copas
06.     Acuérdate de mi
07,     Hoy por ti, mañana por mi
08.     Dolent de mena (malo por naturaleza)
09.     Martínez
10.     Cuenta conmigo
11.     Maldito blues
         Wat een mooie plaat, voor de zoveelste keer! Jullie weten het, ik ben al vele jaren fan van Joaquín Sabina, ik heb hem zelfs al eens voor de Spaanse Bob Dylan uitgemaakt. Zijn maatje Joan Manuel Serrat (had hij geen longkanker?) zie ik als een goede tweede (of derde, als ik Maria Dolores Pradera meetel). Op “La orqeusta del Titaniv” doet het tweetal alle nummers, stuk voor stuk schoonheden, min of meer samen. En het is deze keer niet vooral om en om, zoals op “Dos pájaros de un tiro” uit 2007. Ik ga voor jullie geen keuze maken welke nummers ik weer net even beter van dan andere. Het zijn zonder uitzondering schoonheden die ik een voor een op mijn bordje krijg.  

        

         Gaan we naar een tweede muziekje. Maar voordat ik dat doe, maak ik jullie er nog op attent dat mijn Tom Waits collectie alweer is aangevuld met drie nieuwe cd’s,  “Alice” uit 2002. “Blood Money”, ook uit 2002, en het mij door Jorge al eerder beloofde “Bad As Me” uit 2011. Plus met nog wat aanvullende liedjes van cd’s die ik al had. Wat blijft er nog over om te rippen “as far as Tom Waits is concerned”? Ik heb “hem” nu bijna compleet nu en hij is en sommige van zijn nummers, ook op “Bad as me”, zijn en blijven de moeite waard, al zeg ik het zelf.

         Maar hier en nu wou ik jullie confronteren met een andere plaat, de allernieuwste van Bruce (door Jorge steevast uitgesproken als Broesie) Springsteen. Ook die cd is net uit; ze heeft de naam “Wrecking Ball” meegekregen. Ken ik die naam niet van Neil Young en Emmylou Harris? Even opzoeken... Neil Young kwam ermee op zijn album Freedom uit 1989 en de (pracht)plaat, een hele CD, van Emmylou Harris dateert van 1995.
         De hoes van die van Bruce Springsteen vind ik een beetje gedateerd. Het heeft mij te veel van een graffiti muurschildering, geen goed begin. Echter, het is natuurlijk boven al de inhoud die telt. Ook van deze plaat geef ik hier alle nummers op een rijtje, 13 stuks:
01.     We take care of our own
02.     Easy money
03.     Shackled and drawn
04.     Jack of all trades
05.     Death of my hometown
06.     This depression
07.     Wrecking ball
08.     You’ve got it
09.     Rocky ground
10.     Land of hope and dreams
11.     We are alive
12.     Swallowed up (in the belly of the whale)
13.     American land
         Jullie willen mijn mening? Ik heb de CD intussen een aantal keren afgedraaid en mijns inziens is het een cd van jewelste, met echt van alles wat. Voor de patriotten onder ons is er ”We take care of our own” en “Death of my home town”, de oude rock ‘n’ rollers kunnen hun hart ophalen aan nummers zoals “Wrecking ball” en “Last of hope and dreams” en, last but not least, mensen met een hele hoop gevoel in hun donder zullen wegzwijmelen bij “Swalowed up” en nog meer bij “Jack of all trades”. Dat laatste nummer is voor mij de druppel die de emmer doet overlopen. Hierbij verklaar ik mezelf officieel tot aficinado van The Boss.


         Rechts van mijn woning, net voorbij de Veintinueve de Abril, ligt een katholieke school, oorspronkelijk van de nonnen, met een bijbehorend kerkje. Je kunt op de hoek ook naar links gaan, de Veintinueve de Abril af richting El Corte Inglés. Dan kom je minder dan 100 meter, net voorbij de Ripoche, aan de linkerkant nog zo’n kerkje van niks tegen. Dat is daar gesitueerd ter memorie van “apóstol San Pablo”. (Katholiek vraagje: was Paulus wel een echte apostel? Was hij er bijv. bij tijdens de wonderbare broodvermenigvuldiging of in de Hof van Olijven op Witte Donderdag?) De parochie van de naar mij genoemde heilige geeft op de zondagen vanaf 5 februari t/m aanstaande zondag, zeven keer dus, ruim baan voor de enige echte voedstervader van Jezus, niemand minder dan “San José” (in Sittard Sint Joep genoemd). Hier is de speciale aanbeveling in het halletje van de kerk: “Acompanálo en sus dolores y gozos”.  Vraag, primair aan mezelf: “Gozos”, wat zijn dat nou weer? Heeft het woord iets met het Amsterdamse woord gozers te maken, nee toch? “Gozos”, zegt mijn onvolprezen woordenboek, is Spaans voor “lol” en voor de mensen onder jullie die het naadje van de kous willen weten, het staat ook voor lofliederen. “Es un gozo para los ojos” is in goed Nederlands: “het is een lust voor het oog”.
         En waarom houdt de aanbidding van Jozef aanstaande zondag op? Ik denk mede omdat hij de dag erop, maandag, jarig is, dan wordt hij weer een jaartje ouder. Tevens vieren we hier dan, anders dan in Nederland, het hoogfeest van VADERDAG, “el día del padre”. In zo wat alle winkels in de stad hangt wel een aankondiging daarvan. Mijn Topaz winkel heeft zelfs een groot affiche tegen de buitenruit aangeplakt: “feliz día de padre”, met een foto van een kind in aanbidding erbij. Eva, als je me maandag wilt e-mailen dat ik het zo hondsberoerd nog niet gedaan heb de afgelopen decennia, krijgt ze van mij de zegen (van boven).

         Ik heb er best over nagedacht: hoe loopt het af, of beter, is het al afgelopen met mijn overbuurman van kleding- en schoenenwinkel NEGONZA (mooie naam trouwens), een man van mijn leeftijd en met een pracht van een herdershond, wolf, of hoe heet zo’n beest, aan zijn zij. Vorig jaar mei, toen ik naar Maastricht vertrok, liep de man nog gewoon rond, misschien een beetje moeizaam, dat wel, en met een honkbalpet op, omdat eerder de (linker?) helft van zijn haar was weggeschoren. Ik vreesde toen wel al dat er iets zeer akeligs onder zijn pet zat; zelfs heb ik jullie daarvan kond gedaan.
         Hoe was de situatie in oktober, toen ik weer terug in Las Palmas was na mijn zomer in Maastricht en omgeving? Eerlijk gezegd heb ik de baas van NEGONZA na mei niet meer gezien, geen enkele keer. Omdat zijn magere zoon, niet de dikke, in het najaar zo veel in huis was, boven de winkel, ook ’s ochtends vroeg en ’s avonds laat, dacht ik toen: Zou de man ernstig ziek zijn, maar wel nog boven de winkel wonen en door zijn zoon verzorgd worden? Wie weet, zou hij dan nog wel weer eens boven water komen, al was het maar tijdelijk. Echter, helaas pindakaas, dat is niet meer gebeurd. Nu woont de zoon boven de winkel, met zijn diverse plantjes, zijn eigen zwarte mormel en ook de hond van zijn vader.
         Deze week hangt een advertentietje op de winkelruit dat een deel van de etage boven, 40 vierkante meter, te huur was. Ook is er beneden sinds kort een aparte woningingang, op de plek waar eerst een extra etalage was. En de zoon doet tegenwoordig bijna alleen nog in schoenen. Ik vrees, beste toehoorders, dat mijn overbuurman van NEGONZA of in een verpleeghuis zit, dan wel, wat ik waarschijnlijker acht, niet meer is. Ik heb hem al die jaren dat ik hier ben, een heel aardige man gevonden, maar goed: er is voor iedereen een tijd om te gaan.

         Ander onderwerp: maakt het wat uit of Trudie in Nederland zit, op ruim 3000 km, of hier op Lanzarote, op slechts een paar honderd km af van Las Palmas? Mijn antwoord is: niet veel, maar een beetje wel. Geef me een zeilboot, met schipper graag, en ik zou er zo naar haar toe hebben kunnen varen, een van de afgelopen dagen. Of haar geocache- en wandelmaatje, voormalige echtgenoot Math, dat zo’n prima idee zou hebben gevonden, is weer wat anders. “Gelukkig” gaat Trudie morgen weer Maastrichtwaarts. En zoals het er nu uitziet, zal ik met mijn volgend rendez-vous met Trudie moeten wachten tot over zes weken, tot 27 april ’s avonds laat.
         Bovenstaande alinea heb ik mede neergetypt als intro voor een foto die sinds kort op mijn prikbord hier hangt, een heuse portretfoto van Trudie. Het is er een uit de koker van amateurfotograaf Rim. Wat kan die man veel doen met een cameraatje, dat in alle ernst niet duurder is dan het mijne. Eerder maakte hij bijv. een kopfoto van mij, die ik nog steeds koester. Ik denk dat die in Las Palmas genomen is, toen Rim, Désirée en Tristan bij mij op bezoek waren, ruim twee jaar terug. Het zou zo maar de geschikte foto kunnen zijn om mijn overlijdensadvertentie mee te verlevendigen t.z.t.
         Toen we in de Pastoor Habetsstraat op bezoek waren, de week na carnaval, maakte Rim een mooie foto van hem samen met mij, blauw bijgekleurd door een gadget in zijn fototoestelletje. Maar de foto van de avond toen was toch die van Trudie, afgedrukt in het geelbruin. Erg sjiek, Rim! 
        
         Ook op de Canarische eilanden, “sjus wie bij us”, is het steeds weer een hele kunst om voldoende zakken bloed te krijgen om die vervolgens te verstrekken aan mensen die het nodig hebben. La Red Transfusional Canarias zit niet “veur de bok z’n kloete” op Facebook, op Twitter en zelfs op YouTube. Dat is (mede) in het kader van “Gracias por compartir una parte de ti. Muchas felicidades.” Op weg naar buiten in het oude faculteitsgebouw dinsdag zag ik op het immense uithangbord daar een brief van ichhcanarias hangen, enigszins gedateerd, maar ik wil hem jullie niet onthouden. Dus heb ik hem dinsdag stiekem mee naar buiten gesmokkeld om hem hier te presenteren, maar vanmiddag krijgt hij weer zijn plaatsje aan de muur daar terug. Daar gaan we, in het Spanjools, zodat hij ook als Spaans lesje dienst kan doen:
         Estimado/a donante: Un año más llega al final y con él muchos de nuestros deseos e ilusiones. Y no un año cualquiera sino un periodo de muchos sobresaltos y preocupaciones para todos. Nosotros, que recorremos las islas, cada día, así lo hemos percibido. Es por ello que estas líneas que compartimos con usted como en cada Navidad, quieren contener no sólo nuestro agradecimiento sino nuestro apoyo y reconocimiento por habemos ayudado a conseguir que la generosidad siga brillando en nuestras islas y continúe al servicio del bienestar de nuestra sociedad.
         Donar sangre es entregar algo de nosotros mismos, un acto del más alto nivel social y sanitario, que nos permite atender las demandas de personas que la necesitan para seguir viviendo o para mejorar su calidad de vida. Es también la representación que nos permite asegurar que todos formamos parte de una sociedad, donde todos nos nececitamos y donde dar es una forma de altruismo que sirve para enseñarnos el vínculo que existe entre un “De mi para ti”.
         Por último, le deseo en nombre del personal de la Red Transfusional Canaria (Hospital Universitario de Canarias, Hospital Universitario Nuestra Señora de la Candelaria, Hospital Dr. Negrín, Hospital Insular, Hospital Materno Infantil, Hospital General de Lanzarote, Hospital General de La Palma, Hospital General de Fuerteventura, Hospital Nuestra Señora de Guadalupe, Hospital Nuestra Señora de los Reyes, Clínica San Juan de Dios y Red Hospitén) y en el mío propio, que esta Navidad sea la más entrañable y que la unión con los suyos colabore a dar autenticidad a esta fiesta, donde la paz y prosperidad llegue a todos los hogares.”
         Is getekend: Manuel Jesús Herrera, presidentye del ICHH. Je moet vandaag de dag kennelijk heel wat “kattepokkele” uithalen om je medemens nog warm te laten lopen voor iets simpels als een half litertje bloed afstaan op zijn tijd. Ik zeg jullie hier: als ik niet allerlei, veel te veel, pillen slikte, zou ik me deze week opnieuw opgeven bij de bloedtransfusiedienst. Daarvoor zou een beduidend minder lange aanbevelingsbrief - simpelweg: kom bloed geven! - voldoende zijn. Jullie doen toch wel mee?   

         En daar laat ik het bij. Morgenmiddag zie ik Noé weer eens, bij het steeds weer aardige terras van La Guarida aan de boulevard, met zo veel blues in zijn vaandel. Wie weet heeft hij zelfs Sheeba bij zich, zijn nieuw verworven “leefste”, “novia”. Jullie horen ongetwijfeld weer van mij na het weekend, wanneer precies staat echter nog in de sterren geschreven. Pik dezer dagen eens een terrasje, is mijn advies aan jullie, we gaan immers op het voorjaar aan. Hier is alles rustig op het moment, de echte uitspattingen laten op zich wachten. En wat kan ik anders doen dan jullie opnieuw uit te zwaaien? Tot ziens maar weer, hasta luego, met de compleminte van de apóstol San Pablo van het kerkje in de Vientinueve de Avril, santón Pablo.

BOEKBIJLAGETJE

         Wie maar een paar dagen heeft voordat hij zijn volgende blog mag uitsturen, kan zich er moeilijk op beroepen dat hij een heel rijtje boeken net uit zou hebben. Ik word verondersteld wel normaal te blijven doen. Dus heb ik de moed en de eer om hier slechts één enkel boek naar voren te halen: “The death and life of Bobby Z” uit 1997. (Die Z spreek je uit als zie, zoals in Broesie.) Eigenlijk is het geeneens een echte roman, meer een novelle, keurig opgesplitst in 79 stukjes. Het is er wel eentje van Don Winslow, een van mijn favoriete thrillerschrijvers. En zoals dat bij hem betaamt, speelt het boek in Zuid-Californië, aan de grens met Mexico.
         Als introotje kom ik met een paar woordjes, twee Engelse, “roach” en “boo”, en drie Spaanse, “chollo”, “frijol” en “chucha”. Een “roach”, jongens en meisjes, is niet alleen een “cockroach”, cucaracha, kakkerlak, maar ook bijv. een stickie. En “boo” is niet alleen (wat zegt de koe?) boe, maar ook marihuana. Gaan we naar de Spaanse woordjes. Een “chollo” is een baantje, ook wel een avontuurtje, een “frijol” is een bonenschotel (in het meervoud), maar kan ook lafaard en poen betekenen, en tenslotte “chucha”, dat is zo’n woord dat van alles kan betekenen, van kut tot vriendin, van buidelrat tot “ga liggen” (tegen de hond van mijn overbuurman).
         Voor wie dat al mocht denken, het boek van Don Winslow gaat niet over Bobby Z, Z staat voor Zacharias, want die is al bij het begin van het boek dood. Alleen, dat weten een heleboel mensen niet, zowel onder the good guys als onder the bad guys. Als vervanger voor Bobby Z krijgen we ene Tim Kearney voorgeschoteld, een driedubbele looser, zeker nadat hij in de gevangenis een Hell’s Angel heeft gekild met de nummerplaat van een auto. Dan haalt Tad Gruzsa van de DEA hem uit de lik om hem als would-be Bobby Z om te gaan ruilen voor iemand anders, die in handen is van drugsbaas Don Huertero. Zo ongeveer alles gaat daarbij fout en wie is Tim anders dan iemand die zich even later een vrolijk leventje laat welgevallen op de ranch van Brian Cervier, waar ook de zesjarige Kit en Elisabeth zijn. Als hij kopje onder dreigt te gaan, verdwijnt hij met Kit vervolgens de woestijn in, Elisabeth voegt zich later bij hen. Wie ze daar in de woestijn allemaal van zich af moeten slaan, willen jullie niet weten. En daarna in San Diego en de omgeving van Laguna krijgen ze nogmaals een meute smeerlappen achter zich aan. Ik noem hier Rojas, Monk, Boom-Boom, maar dat is maar een handje van de vele “asesinos” in spe.
         Gaan we naar de finale, als Tim Kearney, of is het Bobby Z, oog in oog komt te staan met Don Huertero, diens kleinzoon Kit, want dat is het, Death From Nowhere Cruz en andere overgeblevenen. “The winner takes it all”, zou ABBA dan toepasselijk hebben kunnen zingen.
         Don Winslow is niet voor niks een van mijn favoriete schrijvers. Na lezing van boeken zoals “California life and fire”, “The winter of Frankie Machine” en “The power of the dog” kan hij bij mij eigenlijk niet stuk. Zijn “The death and life of Bobby Z” past min of meer naadloos in dat rijtje. Het is een spannend boek, niet echt dik, en het is met veel humor geschreven. Daar hoort een passend recensiecijfer bij, een 8. Vooruit, het is van Don Winslow, ik maak er een 8+ van. En ik kijk ernaar uit dat ik nog weer andere boeken van de man in mijn handen krijg.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten