vrijdag 12 april 2013

Weblogbrief 8.27, 12 april 2013

Weblogbrief 8.27, 12 april 2013

         ¿Qué hay? Zei Cristina, toen ik afgelopen maandag haar kamer binnenkwam, waar vorig jaar Noé eveneens resideerde. Cristina is een van de dames van de kleine afdeling met Lluis aan het hoofd. Ze zal in de dertig zijn, is getrouwd en heeft twee kinderen (jongens) en daarbij is ze heel aardig tegen me. Van origine is ze apotheker, maar de laatste jaren vooral datamanager en beetje statisticus voor Predimed, het onderzoek dat het mediterrane dieet definitief op de kaart heeft gezet. (Ik kan het nog steeds maar half geloven, die uitkomst van het Predimed-onderzoek.)
         Sinds het begin van 2013 heeft Cristina een uitkering, maar hoopt en verwacht dat ze opnieuw een (deeltijd) baantje op de afdeling krijgt, nu als datadame bij Predimed 2. Als ik haar vraag naar de bedoeling van Predimed 2, en dat heb ik al verscheidene keren gedaan, schudt ze haar hoofd. Een nieuw baantje op de afdeling, “daar gaat ze voor” en de rest zoeken Lluis en zijn collega’s maar uit. Op dit moment is ze bezig om haar proefschrift af te ronden, met Almudena als haar begeleider, gebaseerd op de data van een ander voedingsonderzoek, het bestand waarmee Almudena de afdeling binnenkwam. Haar proefschrift zou gaan over voeding en depressie en wie gepromoveerd is, heeft meer kans om weer aan het werk te komen, is haar insteek.
         Een vergelijking met allerlei onderzoek in Maastricht en overal elders dringt zich op. Wetenschappelijk onderzoek, ook epidemiologisch onderzoek, is steeds meer een bezigheid aan het worden die de doctorandussen of hoe ze tegenwoordig genoemd worden, van de straat moet houden. Het idee van eerst iets zeer slims bedenken en dan een min of meer definitief onderzoek doen, met de beste technieken, is, denk ik, al lang verlaten. Het vele onderzoeksgeld, in de gezondheidszorg, tegenwoordig bijna alleen gefourneerd door de industrie en mondjesmaat aangevuld andere externe fondsen, verdwijnt grotendeels in een bodemloze put. Vroeger, toen een belangrijk deel van het onderzoeksgeld uit de eerste geldstroom kwam, de universiteit zelf, bestaat niet meer. Mijn idee dat we, te beginnen vandaag, zo’n  90% van het wetenschappelijk onderzoek niet door moeten laten gaan, omdat het niks voorstelt en vooral meer van hetzelfde is, heeft met de werkelijkheid van onderzoek weinig te maken.

         Na dit gemopper van een ”pensionista” is het tijd voor enige opwekkende woorden. ¿Cómo se marcha? Bedenk ik zelf maar eens als intro voor mijn 27ste brief van deze winter. Hebben jullie de lente al in je kop of is het daar nog steeds te vroeg voor? Hier was het afgelopen weekend en maandag ook maar frisjes en winderig, maar daarna is het weer compleet bijgetrokken. Terwijl ik dit schrijf, lacht een warm zonnetje mij hartelijk toe.

         Het is weer tijd voor mijn muziek van deze doordeweekse week. Ik heb jullie eerder mijn top 20 hitparade gegeven van Cd’s die mij, in ieder geval toen, bovenmatig bekoorden. Van iedere artiest mocht ik één Cd-tje noemen en het moesten wel originele Cd’s zijn, compilaties met de beste nummers van een muzikant waren uitgesloten. Daarmee ben ik in alle ernst wel voorbijgegaan aan een berg Cd’s die losse, vaak heel mooie nummers van allerlei artiesten bevatten, vaak wel actief in hetzelfde genre.
         In die verwaarloosde hoek ben ik de trotse bezitter van o.a. een dubbel-cd met daarop maar liefst in totaal 31 nummers van “Americana”-artiesten. Wat is “Americana”, vraagt u aan de koopman? De plaat afluisterend ga ik ervan uit dat alle 31 performers uit de VS komen en daarbij is de muziek van “Americana” voor mij iets tussen Country en Folk/Pop in, vooral Country. Zonder uitzondering gaat het om blanke zangers en zangeressen, meestal met gitaarbegeleiding. Alle nummers zijn, als ik het goed onthouden heb, door de performers zelf geschreven, wat bij mij een extra plusje oplevert. De compilatie heb ik nieuw gekocht, maar waar precies, ik heb geen idee meer. (Is dat een teken van beginnende dementie?)
         Luister, als dat zou kunnen per Weblogbrief met alleen tekst, gewoon zelf maar eens naar de muziek. Wat staan er trouwens veel artiesten bij, van wie ik niet of nauwelijks gehoord heb. De wereld van “Americana” is kennelijk veel omvangrijker dan ik voor mogelijk houd. Van sommige mensen, zoals Ryan Adams en Steve Earle, was deze plaat mede de aanleiding om een hele serie Cd’s te verzamelen, andere artiesten zoals Emmylou Harris, John Hiatt, Merle Haggard en Lucinda Williams waren mij al welbekend en wat de diverse onbekende anderen betreft, moet ik toch eens gaan rondneuzen.
         Terzijde, ik heb mijn “Americana” Cd’s niet van mijn externe schijf, daar begint mijn Country & Folkmuziek pas bij de J, en het origineel ligt in Maastricht. Waar andere mogelijkheden er niet zijn, is er soms nog wel mijn iPod. Daarop heb ik een aantal jaren terug de muziek van “Americana” volledig gedownload. Het is bij elkaar een hele lap muziek, maar op het internet maakt het niet uit hoe lang een brief is. Dus: hier zijn de titels en artiesten van alle 31 nummers op een rijtje.

Americana 1

01.     Harder now that it’s over
         Ryan Adams
02.     Let me touch you for a while
         Alison Krauss & Union Station
03.     My old friend the blues
         Steve Earle
04.     For a dancer
         Linda Ronstadt & Emmylou Harris
05.     Wandering boy
         Rodney Crowell
06.     She’s natural
         Bob Crosby
07.     Broke down
         Slaid Cleaves
08.     Long about the time
         The Delvantes
09.     The moon’s  a harsh mistress
         Jimmy LaFave
10.     That’s how I got to Memphis
         Buddy Miller
11.     Walk slow through this life
         Cathryn Craig
12.     Over fences
         Larry John McNally
13.     Let them in
         John Gorka
14.     Feels like love
         Vince Gill

Americana 2

01.     Essence
         Lucinda Willians
02.     Don’t wanna know why
         Whiskeytown
03.     One hell of a guy
         Chip Taylor & Guy Clark
04.     Angel mine
         Cowboy junkie
05.     Buffalo river home
         John Hiatt
06.     Louis Armstrong’s broken heart
         Eric Taylor
07.     Wrecking ball
         Emmylou Harris
08.     Night shift guru
         The Cash brothers
09.     I still cry
         Julie Miller
10.     Banks of the Guadalupe
         Jimmy Dale Gilmore
11.     True love
         Hearther Myler
12.     Without love
         Ray Wylie Hubbard
13.     El Paso
         The Gourds
14.     Take us out
         The Mother Hips
15.     Time will pass like rain
         Michael De Jong
16.     I’m so tired of it all
         Don Was & Merle Haggard
17.     Circle of angels
         Woodys

         En daar zien jullie mij op Las Canteras lopen of zitten op een bank bij het Castillo de la Luz, met mijn iPod op borsthoogte, in een geel stoffen omhulsel, dat ik eens vlak voor carnaval hier gekocht heb bij het toeristenbureau. Vanaf de gadget lopen twee draadjes naar mijn oren, waarmee de muziek zeer tot zijn recht komt. Helemaal inhouden kan ik mij niet; daar is de muziek veel re mooi voor. En deze keer heb ik ook geen zin om hier met uitzonderingen in positieve zin aan te komen zetten; het is me allemaal even lief. Ik vind dat jullie, zeker de Countryliefhebbers onder jullie, deze dubbel-cd gewoon in het Cd-rekje moeten hebben staan, als je hem al niet in de Cd-speler hebt zitten. Als iemand van jullie het zo allemaal super vindt als ik en hem zo vlug niet ergens anders vandaan kan halen, kan die persoon over een aantal weken bij mij terecht voor een kopietje.

         In maart ergens had ik met Lluis afgesproken dat ik hem na de pasen
zou vertellen of ik volgend jaar weer naar Las Palmas kom met inbegrip van het weer huren van zijn flat op de Luis Morote. En inderdaad, in 2013-14 volgt, als het aan mij ligt, een negende winterseizoen hier. Op 2 april gingen Trudie en Marij terug naar Charlerloi en vandaar naar Maastricht. Daarvóór heeft Trudie heeft mij nog verrast met een behoorlijke berg goulash, zuurvlees en gehaktballen, allemaal keurig opgeborgen in mijn diepvrieskastje. Ik krijg ze in de paar weken die mij resten, wel op, maar het wordt nog persen. Maar goed, terug naar Lluis. De dinsdagmiddag van 2 april leek mij geschikt om hem mondeling mee te delen dat ik opnieuw wilde komen. Helaas, pindakaas, was hij niet op de afdeling. Ik wachten tot afgelopen maandag, maar ook toen was hij uithuizig. Desgevraagd zei Cristina me dat hij die dag in Granada iets aan het doen was. De man reist wat af, ondanks zijn belofte thuis en ook aan mij om het wat rustiger aan te doen na zijn zware ongeval afgelopen augustus.
         Ik heb hem afgelopen maandag dus toch maar een mailtje gestuurd. Daarin kondigde ik mijn nieuwe winter hier aan en tevens nam ik de gelegenheid te baat om hem nog maar eens uit te leggen dat hij misschien iets vaker in Las Palmas moest blijven. Ik voegde eraan toe dat ik tevens de indruk had dat hij wel een harde werker was met al die bezigheden buiten de deur. Kreeg ik vlak erop een mailtje terug, via zijn iPhone, met daarop de woorden: “A very hard worker” en een foto waarop de man als stierenvechter staat afgebeeld, met rode doek en al. Lluis, je blijft leuk!

         Wie de helft van het jaar in Las Palmas zit en daar maar weinig van het nieuws meekrijgt, zeker niet van het Nederlandse nieuws en daarbij niet op de hoogte wordt gehouden van wat op de Maastrichtse pleinen door het jaar te doen is, mist een hoop. Of niet? Als ik het wel heb, is er in Nederland een hausse geweest van onthullingen over het dopinggebruik van wielrenners. Van de praktijken van mensen als Alberto Contador en Lance Armstrong heb zelfs ik in het verleden iets meegekregen, maar ik begrijp uit de tweede hand dat uit recente interviews is gebleken dat er zo ongeveer geen een Nederlandse renner was die niet aan de bloed- en andere doping was,
         Ik heb dan twee verzuchtingen. De eerste is dat de wielrennerij maar een van de vele sporten is, waarin grote geldbedragen omgaan. Bij bijv. topvoetbal in Europa en Zuid-Amerika, bij de diverse tennistoernooien en formule 1 autoraces, en in de VS bij American football, honkbal en basketball is behalve roem ook het een en ander te verdienen. Als werkelijk niemand van de “bicicletistas” het afkan zonder geregelde injecties en noem maar op, waarom zou dat dan niet ook in andere sport het geval zijn, zeker in takken van sport waar je er miljonair van kunt worden. Verzuchting twee betreft het huidige wielrennen. Ik geloof van zijn leven niet dat er ineens een generatie professionele wielrenners is opgestaan die hooguit af en toe een rijstevlaatje verorbert en voor haar vochtaanvulling tijdens de koers vooral aangewezen is op wat de bidon aan slappe thee te bieden heeft. Zijn de nieuwe goden zoals Cancelara en voor Nederland bijv. Mollema echt brandschoon? Ik denk van niet. Is het misschien zo dat de renners en ook andere sporters steeds weer met iets nieuws aan komen zetten dat de dopingexperts nog niet kunnen ontdekken?
         A.s. zondag is de zoveelste Amstel Gold Race. Ik betwijfel of van tien eerst aankomende renners er veel zijn die dit jaar nog niet geslikt hebben. Echter, als ik in Maastricht was, zou ik wel langs de kant staan om de helden aan te moedigen dan wel met een drankje aan de buis zitten om vooral niks te missen. Of, dat lijkt mij nog beter, ze eerst zien langskomen en voor de finale aan het platte scherm gekluisterd te zitten. Daarover kan geen misverstand bestaan.

         Ik kan het niet laten om jullie een verhaaltje te vertellen over mijn directe bovenburen hier. Eerder had ik een Chinees gezin boven mijn kop, man, vrouw en dochter, en ik moet zeggen: hij was de aardigheid zelve. Dat hij een paar keer per week op een piano tokkelde, terwijl hij er echt niks van kon, het zij hem vergeven. Hij deed het altijd op christelijke tijden en nooit langer dan een uur per keer. Op mijn balkon had ik er sowieso geen last van. Zijn Chinese vrouw had meer gebruiksaanwijzingen nodig, maar goed, op een gegeven moment verdwenen ze naar elders, ik neem aan terug naar China.
         Niet veel later, sinds een jaar of twee, heb of liever had ik nieuwe bovenburen: een dame van zeg 50 jaar en haar zoon van bijna tiener af. Contact met hen was uiterst spaarzaam, alleen op de trap was er het wederzijdse “hola” en “buenos días”. Een van mijn laatste, weinig intieme confrontaties betrof het feit dat wij beiden op het plat de was buiten te drogen hangen en onlangs twee dagen achter elkaar een van hun spullen vanwege het waaien bij mij belandde. Beide keren deed ik het wasgoed in een plastic zak en zette het boven bij de deur van de woning. De tweede keer was er later een bedankje onder mijn deur doorgeschoven. Toch leuk, denk je dan.
         En ineens was het op. Vlak na de pasen bleken ze vertrokken te zijn. Ik sprak de oudere man die hier als beheerder fungeert en die vertelde mij dat ze plotseling en met een huurschuld met de noorderzon (?) vertrokken waren. Er stonden nog een paar spullen in de woning en die liet hij nu maar weghalen. Een vreemd verhaal! En het wachten is nu op nieuwe bovenburen. (Wie weet, wordt ook die flat binnenkort per week verhuurd aan toeristen, net als dat tegenwoordig bij flats aan de overkant gebeurt.)

         Jullie weten het: een van de geneugten van mijn leven hier is dat ik niet iedere avond voor de tv zit. Ik gebruik mijn winters om vooral veel te lezen, aan het begin van de avond maak ik steevast een ommetje en daarna lees ik alweer nog wat voordat ik mijn moede hoofd te ruste kan leggen. Sporadisch, een keer per week of per twee weken, zie ik Noé, vaak met vrienden van hem, voor een goed glas bier, soms een etentje.
         Afgelopen dinsdagavond liep ik langs een café met een groot tv-scherm buiten en de tweede helft van Galatasarai tegen Real Madrid was net begonnen. De thuiswedstrijd van Real was in 4-1 geëindigd en de club stond alweer met 0-1 voor, dus veel lust om te blijven kijken had ik niet. Even dan! Toen zag ik achter elkaar de 1-1 (Enoué), de 2-1 (Sneijder) en 3-1 (slim hakje van Drogba) en met mij dacht het hele stadion in Istanboel vervolgens: we gaan de nederlaag van Madrid nu rechtzetten. Het is er niet van gekomen, ondanks een aantal kansen, maar de moeite waard vond ik het wel.
         Dus zat ik woensdagavond om kwart voor 8 gereed op het terras van een café bij La Puntilla, toen Barcelona thuis aantrad tegen Paris Saint Germain. De uitwedstrijd in Parijs was 2-2 geworden, dus zat Barcelona in een redelijk voordelige uitgangspositie. Winst en 0-0 of 1-1 was voldoende voor een halve finaleplaats. Wat was ik verbaasd, toen Messi niet mee bleek te doen. Hij was geblesseerd, volgens mij in de eerste wedstrijd tegen Paris Saint Germain de week ervoor (opzettelijk?) en nog niet voldoende hersteld. Messi had wel zijn voetbalkleren aan en zat terzijde op de reserve bank.
         De eerste helft stelde maar weinig voor en bij de rust was het nog 0-0. Toen kwam, vijf minuten in de tweede helft, Paris Saint Germain wonderwel op voorsprong. En Messi trok zijn voetbalschoenen aan, deed zijn warming up en op dertig minuten voor het einde kwam hij erin als plaatsvervanger van Fábregas. De wedstrijd veranderde op slag. Voor het doel van Paris Saint Germain was het ineens een komen en gaan van mogelijkheden tot scoren, niet alleen van Messi, maar ook van andere spelers van Barcelona, ik denk mede, omdat Messi alle aandacht can de verdediging opeiste. En, hoe kan het anders, met een mooi doelpunt van Pedro werd het vervolgens 1-1. Daarna was het voor de Catalanen (hoewel, Messi is van Argentinië) vooral uitzitten van de wedstrijd tot het eind, met Messi in een controlerende rol op het middenveld. Daarbij was hij niet te beroerd voor een paar schijnbewegingen, waarbij hij een, twee, drie tegenstanders voorbijliep of ze er gewoon niet waren.
         Nog één opmerking over de wedstrijd is hier op zijn plaats. In mijn café zaten een mannetje of 20 binnen en eenzelfde aantal buiten, onder wie ikke. Vlak voor het tv-scherm buiten zat een viertal mannen van middelbare leeftijd pontificaal te eten en drinken. Ze keken niet op of om, ook niet als wij massaal zuchtten of zelfs juichten in de 71ste minuut). Wel bestelden ze na hun voor- en hoofdgerecht nog iets na en daarnaast koffie met cognac. Ons scherm was hoog genoeg om over hen heen te kijken, maar toch. Was ik de enige die zich enigszins opgelaten voelde? Het had wel wat!
         Gaan we terug naar de Champions League. Naast Real en Barça zijn Bayern München en Borussia Dortmund door naar de halve finale. Er volgen twee Duits-Spaanse onderonsjes voordat de finalisten mogen aantreden. Of speelt Barcelona nou weer tegen Real Madrid?

         Soms merk je zo maar dat je oud aan het worden bent, een bejaarde in de dop. Ik lees me hier wat af en bijna al mijn boeken gaan over mensen die nog geen 40 jaar zijn, meestal dertigers. Eva, Jan Willem, Marcel, Damaris, Susanne, Peter, Arno, Monique, en een hele zwik andere dertigers, jullie zitten op dit moment in de bloei van je leven. Als je “het” wil maken in je vak, meer nog dan wat je al bent, moet je nu extra je best gaan doen. (Misschien begrijpen jullie nu ook, waarom ik voor mijn 40ste hoogleraar ben geworden.)
         Niettemin, vanaf de zijlijn zie ik het aan en denk: was ik maar een jaartje of dertig jonger.

         Ik heb de gewoonte om overgebleven eten in aluminiumfolie in te pakken voordat ik het in de ijskast en het diepvriesvak opberg. Afgelopen week werd mij er door vrienden van Noé op gewezen dat mijn folie het slecht zou zijn voor het milieu. “Flauwekul!”, riep ik prompt, maar dan in mijn beste Spaans, “bobadas, sandeces, tonterías”. Later bedacht ik dat ik zo iets wel graag zeker wil weten. Hier is mijn Spaans lesje over aluminiumfolie. Ik heb het van de verpakking van mijn merk Albal®, niet uit een duur boek over het milieu. Als ik lieg, is dat in commissie.
         El aluminio reforzado de Albal es ideal para la conservación de los alimentos. Su estructura “doble nido de abeja” y aleación especial, lo convierten en un producto extra resistente que asegura la protección de los sabores y los nutrientes. Su versatilidad, lo convierte en el mejor aliado para conservar y cocinar tus alimentos.
         No utilizar el papel aluminio para cubrir alimentos ácidos o salados
         Evitar el contacto directo del aluminio con llamas y resistencias
         No utilizar el papel de aluminio para cubrir recipientes de metal, con el fin de evitar una posible transferencia de partículas de aluminio, aunque dichas partículas no son peligrosas para la salud
         No apto para uso en microondas
         Mayor flexibilidad. Mayor resistencia, también a las roturas. La doble sierra de corte permite un corte fácil. Reciclable a 100%.  
         Het duurde even, maar daar is toch iets: 100% afbreekbaar. Voor de rest ben ik toch weer aangewezen op mijn gezond verstand, of ik zou natuurlijk echt in de boeken moeten duiken. Dat hebben mijn opponenten ook nog niet gedaan. Aluminiumfolie, ik kan er nauwelijks vanaf blijven.

         En daar mogen jullie een puntje aan zuigen. Waar ik enthousiast aan het schrijven van dit epistel begon, is de zin nou over. Het is alles bij elkaar, zeker als ik mijn prachtige bijlage meetel, weer een klein boekwerkje geworden, zo uitgebreid sta ik jullie te woord. Ga nu maar weer rustig wat anders doen, ik stop ermee. Nog een goeie twee weken en ik sta, zit en lig weer in Maastricht. Voor nu: lach eens naar zo maar een voorbijganger, koop eens iets onnuttigs, maar niet te duur, en kijk alvast uit naar mijn volgende brief. Die valt waarschijnlijk a.s. woensdag in de elektronische brievenbus. Tot ziens, hasta luego, van P. (met bijbehorende “firma”)

BOEKENBIJLAGE

         Laat ik deze week met de deur in huis vallen: op zijn tijd ben ik toe aan een nieuw boek van Robert Littell. Ik heb in deze bijlage al diverse boeken van hem besproken. Kunnen jullie je nog “The defection of A.J. Lewinter” herinneren en “The October circle”? Of zijn “The sisters”? De gezusters, moet ik zeggen, want mij staat bij dat ik dat in vertaling heb gelezen. Ik had nog een pocket van hem liggen in Maastricht, die ik na carnaval in mijn koffer stopte. Deze week was hij aan de beurt: “An agent in place” uit 1991 en mijn mening erover ga ik nu voor jullie uit de doeken doen. Dat “place” in “An agent in place” is in dit geval Moskou, Kuchkovo in het Moskous, en we schrijven eind tachtiger jaren. Omdat ik het geregeld tegenkom in het boek, de afkorting KGB staat voor Komitet Gosudartvennoi Bezopasnosti. Wat dat precies betekent, zoeken jullie maar op in een Russisch-Nederlands woordenboek; hier in Las Palmas heb ik er geen bij de hand.
         “An agent in place” gaat over operatie “Ironweed”, een poging van enkele grijze Pentagonmensen (van de Intelligence Support Activity) om secretaris van de communistische partij Gorbachev (ik zou zeggen: Gorbatsjov, maar wie ben ik?) in diskrediet te brengen. Er wordt een agent in de Amerikaanse ambassade in Moskou gepost om “The Great Helmsman” aan te wijzen als een superspion van de CIA. Gorbachev zou al actief zijn sinds 1967 en vanaf 1985, toen hij de baas werd in de USSR, met rust zijn gelaten. De betreffende man op de ambassade, die vroegere berichten over Gorbachev moet doorgeven aan de KGB, heet Ben Bassett, 33 jaar. Hij begint daartoe een relatie met de Moskouse dichteres Aïda Ivanovna Zavaskaya, de moeder van leukemiepatiënt Saava, 11 jaar; bij haar in huis woont ook haar Vader Ivan. Zij is min of meer gescheiden van Vadim, “my future ex”, een zakenman met veel geld en bovendien een begenadigde moppentapper. (Have you heard the one about what America and the Soviet Union have in common? The ruble is not worth anything in either country.) Tot de collega’s van Ben Bassett op de ambassade behoren o.a. Charlie Inkerman, hoofd van de locale CIA, en Manny Custer, “whatever”, een veiligheidsman die nu vlak voor zijn pensioen zit. Vooral Custer speelt later in het verhaal nog een eersteklas rol. Hij gelooft nog heilig in afluisteren, weet op de ambassade ieder spoortje corruptie genadeloos te ontdekken en weet ook van wanten, als het om ontsnappen gaat.
         Gaan we naar de “vijand”. Aan de kant van de KGB hebben we vooral met kolonel Victor Prosenko te maken. Hij is lid van het Pamyat directoraat, een club van 18 mensen die het bloed van Gorbachev wil kunnen drinken en de man dolgraag aan de schandpaal willen nagelen. In Prosenko’s kielzog treffen we als ondervragers Frovov en Krostin aan en als schaduwers Glebova en Fillipov. Thuis heeft Victor weinig te vertellen; daar is zijn vrouw Ekaterina de baas, de dochter van “de generaal”, tevens de baas van “Pamyat”.
         Met slinkse middelen probeert Victor Prosenko Ben Bassett voor zich te winnen. Aïda’s zoon heeft iedere dag zin leukemiepillen nodig en op een gegeven moment krijgt ze die niet meer, tenzij Ben Bassett met allerlei informatie over “Ironweed” over de brug komt. En wat doe je dan, als je als ambassademan tot over je oren in Aïda gelooft? Ga je “Ironweed” verklappen aan de tegenpartij, met alle gevolgen vandien, zodat de top van de KGB Gorbachev kan neerzetten als de verrader van het Moederland met zijn perestrojka (herstructurering) en glasnost (transparantie)? Zal ik jullie ook nog laten kennismaken met het spul dat de secretaresse van Victor Prosenko in zijn thee doet? En waar Saava’s pillen blijven, als hij een week onderweg is van Moskou naar Athene?
         Ik heb “An agent in place” met de nodige animo gelezen. Wat vallen er weinig doden, maar word je steeds akeliger in het diepe geworpen van de wereld van spionnen en contraspionnen. Dat er bovendien af en toe wat te lachen valt, bijv. met de Ruslandmoppen van Vadim, is mooi meegenomen. (What is the definition of a Soviet string quartet? A Soviet orchestra that has come back from a tour of America.) Dus kom ik zonder enige beraadslaging uit op een alweer alleszins positief oordeel over dit boek. Robert Littell doet het weer eens en gaat huiswaarts met een 8- als recensiecijfer voor “An agent in place”. Mijn gezoek naar nog weer andere boeken van de man wordt voortgezet.

         Val McDermid hoef ik bij jullie, mijn trouwe lezers van de boekenbijlage, niet te introduceren. Voor mij was en is ze nog steeds een van de beste thrillerschrijfsters. Het begon met haar Kate Brannigan en Lindsay Gordon boeken en daarna was het eveneens voortdurend prijs. Ik heb haar werk compleet. Eén boek uit 2010 werd mij pas onlangs gewaar: “Trick of the dark”, De titel is niet je dat, hij is ook moeilijk te ontwaren op de omslag, maar de brandende lucifer maakt wat goed. Het boek speelt in Groot-Brittannië, vooral Manchester, Londen en niet te vergeten Oxford, maar voor de berggeiten is er ook een uitstapje naar de In Pinn op het eiland Skye. De kenners zullen met mij vinden dat dit de zevende Lindsay Gordon is; dat verklap ik alvast. Ik ben nog geen boek tegengekomen dat zo enthousiast het lesbisch zijn verdedigt.
         Hoofdpersoon Charlie Flint, psychiater en “profiler” van moeilijke gekken heeft het moeilijk. Zij heeft een man verdedigd, Bill Hopton, die volgens haar onterecht van moord verdacht wordt. Mede door haar getuigenverklaring komt hij vrij, dat was bepaald niet haar bedoeling, en vermoordt daarna in korte tijd vier vrouwen. Charlie Flint wordt in de boulevardpers zwartgemaakt en zelfs tijdelijk geschorst als psychiater. Dan heb je tijd om je relatie met partner Maria Garside, tandarts implantologe, te koesteren, denk ik dan.
         Haar vroegere taallerares Corinna Newman, 58 jaar, komt echter haar hulp vragen bij een precaire zaak. De kersverse echtgenoot van een dochter van haar, Magda, arts en kinderoncologe, is NB op hun trouwdag vermoord. Nu, zoveel maanden later, is dezelfde Magda ineens tot de lesbische liefde bekeerd en woont na een tijdje zelfs samen met schatrijke zakenvrouw en schrijfster Jay Macallam Stewart. Laat dat nou net als Charlie een van studentes zijn die vroeger wel op de vier kinderen van Corinna paste. Zeventien jaar eerder zou Jay, althans volgens Corinna, wel eens de dood van medestudente Jess Edwards op haar geweten kunnen hebben, vlak voor de verkiezing voor het presidentschap van de Junior Common Room van Schollie’s, een van de Oxfordse bolwerken. Corinna deed toen geen aangifte bij de politie, haar informatie was maar vaag, maar wel werd Jay om die reden uit haar kennissenkring verwijderd.
         Om het wat ingewikkelder te maken zou dezelfde Jay, het lijkt af en toe wel Nina Brink van World On Line, verantwoordelijk zijn voor de dood van haar zakenpartner Kathy Lipson van internetbedrijf doitnow.com. Het noodlottige ongeluk vond plaats tijdens een gezamenlijke bergklim midden in de winter, op het eiland Skye, zie boven. Vlak daarop verkocht Jay het internetbedrijf, nu alleen met haar als eigenaar en maar net op tijd, het bedrijf voor 237 miljoen euro. Ook zou Jay de hand hebben gehad in de moord op de Zweedse Ulf Ingemarsson in Spanje, iemand die met hetzelfde idee als zij rondliep, 24/7, om individueel, op maat gesneden reisgidsen op internet uit te geven. Dezelfde Ulf Ingemarsson zou al bijna alle programmatuur hebben ontwikkeld, maar niet bereid geweest zijn om die aan haar voor haar prijs te verkopen.
         Door het verhaal heen loopt nog een verhaal over de eerste liefde van Jay Stewart voor Louise Proctor, destijds in haar studententijd in Oxford en de haast overdreven passie die Charlie Flint bij haar naspeuring nu voor ene Lisa Kent weet te ontwikkelen. En dan zijn er de twee boeken van Jay Stewart over haar leven, het tweede nog in concept over haar leven als volwassene, en het eerste een tranentrekker over haar schandelijke jeugd. Dat boek, “Unrepentant”, zonder berouw, was een absolute bestseller. (In haar jonge jaren ging Jay nog door het leven als Jennifer; na het verdwijnen van haar moeder twintig jaar geleden maakte ze daar Jay van, dat moet ik ook eens doen, zie hierboven bij de aftiteling.) Is Jay de serial killer, waarvoor Corinna en ook Charlie haar houden, de vrouw die mensen vermoordt, als ze te veel voor de voeten wordt gelopen? En is dat nog te bewijzen ook?
         En dan nu eindelijk mijn beoordeling. Wat waren de thrillers met lesbische privé-detective Lindsay Gordon goed en bovendien uiterst komiek. Val McDermid’s boek “Trick of the dark” is van hetzelfde laken een pak. Als ik toch op een (klein) verschil mag wijzen, ik vind haar nieuwe lesbische uitspatting iets meer thriller en iets minder humor, maar hoe dan ook is het wederom een boek dat niet ongelezen kan blijven. Ik had de 451 bladzijden in 2½ dag uit, vooruit in bijna 3 dagen, maar ook geen dagdeel meer. Ik geef voor “Trick of the dark” van Val McDermid een 8+, vooruit een 8½ vanwege bewezen diensten in het verleden. En ik zal haar voor jullie blijven volgen, of jullie het nou leuk vinden of niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten