woensdag 23 april 2014

Weblogbrief 9.29, 23 april 2014

Weblogbrief 9.29, woensdag 23 april 2014

¡Madre de Dios! ¡Santa María Magdalena! Ben ik nog steeds niet uitverteld voor deze winter van 2013-14? Nee dus, als jullie me enige vrijheid in mijn bewoordingen gunnen, kom ik zelfs nu, eind april, probleemloos tot een weblogbrief met alles erop en eraan. Hier is nummertje 9.29, mijn voorlaatste emmertje dat ik leeg mag gooien, voordat ik jullie kant weer op ga komen.

Ik begin op de donderdag. Overdag was er op donderdag nog weinig aan de hand, maar ’s avonds werd hij behoorlijk “wit”. Trudie en Marij gingen naar Triana om daar de kledingwinkels onveilig te maken. Ik zat eerst op een bank bij San Telmo en later tegenover McCarthy’s, een van mijn favoriete uitspanningen. Het is bij uitstek de zaak om Guinness te drinken. Een pint, spreek uit paint, is ruim een halve liter (0.568,om precies te zijn) en hoe zeg je dat in het Spaans? “Una pinta”. Het woord “pinta” heeft diverse betekenissen, het staat o.a. voor nietsnut, voor stip, voor uiterlijk. “Echar pinta” bijv. betekent indruk maken en “tener (buena) pinta” er goed uitzien. Echter, een pint Guinness is dus “una pinta de Guinness”. Het bier smaakt best anders dan Tropical of Brand ’bier, maar lekker blijft het. Met Trudie en Marij heb ik nog eens in een buitenwijk van Dublin de brouwerij bezocht – een aanrader.
Even later zat ik met de dames hier op het terras van McCarthy’s, eveneens een aanrader. Tegenover de zaak was iemand actief die kennelijk in onmin leefde met de “perfumería Sabina” die daar gevestigd is, naast Zara Home. Hij stond er met een bord, waarop hij geschreven had: “olor de cadáver”, lijkenlucht. Het woord “cadáver” associeer ik vooral met “sobre mi cadáver”, over mijn lijk. Ik ben geen gebruiker van een eau de toilette, zelfs after shave is mij vreemd, maar een lijkenlucht verkopen ze bij Sabina niet. Bovendien hangt Julia Roberts daar in veelvoud te pronken, zowel in de etalages als binnen en over die heb ik niks als goeds te melden.
Gelukkig ging de foute aanklager snel weer weg en toen was het tijd voor een goudeerlijke gitarist die ons met interessante deuntjes bezig kwam houden. Hij had een hele serie voor ons in petto, voordat hij met zijn pet rondging. Daarna speelde hij nog een toegift: “I want to break free” van Queen, maar dan louter instrumentaal.

Laat ik voor mijn muziek bij deze brief ook maar eens naar Queen gaan. Van de groep, voordat Freddy Mercury de geest gaf, heb ik diverse originele Cd’s, o.a. A Night At The Opera (1975), A Day At The Races (1976), News Of The World (1977) and Jazz (1978). Ook heb ik de nodige compilaties van de groep, onderverdeeld in meer Cd’s. Tussen al het moois kies heb ik ook Greatest Hits, 1, 2 en 3. Bijv. “I want to break free” staat op Greatest Hits 2. Voor de afwisseling zet ik deze keer eens “Greatest Hits 3” op, met daarop een hele serie meezingers, soms met andere artiesten erbij. Hier zijn de vijftien nummers. Een verder toevoeging lijkt me overbodig: het is allemaal even dapper gebracht:
01.The show must go on (& Elton John)
02.Under pressure (& David Bowie)
03.Barcelona (& Monserrat Caballé)
04.Too much love will kill you
05.Somebody to love (& George Michael)
06.You don’t fool me
07.Heaven for everyone
08.Las palabras de amor
09.Driven by you
10.Living by my own
11. Let me live
12.The greatpretender
13.Princes of the universe
14.Another one bites the dust (&Wyclef Jean)

Ik kom nog even terug op de calle Major de Triana. Omdat ik alle tijd had “om de mensen uit te kijken” – als de dames eenmaal aan het shoppen slaan, heb ik een zee van rust - kon ik ook weer eens op zoek gaan naar grappige opschriften op T-shirts en truitjes. Als ik me daarbij beperk tot Spaanstalige opdrukken, kom ik niet ver; ze zijn bijna allemaal in het Engels. Ik maak hier een uitzondering voor een aardige Spaanstalige: “SU MAÑANA ES HOY”. Zit er een dubbele betekenis van “mañana” op de loer? Morgen, of vanmorgen, is vandaag.
In de bus terug donderdagavond keken we gedrieën naar het opschrift: “RAMPA SOLICITADA” en vroegen ons af waar dat voor staat. Ik vermoed, achteraf, dat met “rampa” hier “rampa de lanzamiento” bedoeld wordt. Door op het “rampa”-knopje te drukken kun je de chauffeur erop attent maken dat je gebruik wenst te maken van het lanceerplatform (omdat je in een rolstoel zit). Curieus!

Voor mijn tweede muziekje van de week ga ik naar mijn afdeling: Engelstalige country & folk. In mijn derde boek, van Mark Billingham, blijkt de hoofdpersoon een fan te zijn van Ray Price. Hij luistert in gedachten in het mortuarium naar “My shoes keep walking back to me”. Ik kijken of ik iets van hem op mijn computer heb staan heb: drie nummers. Die staan alle drie op het Hank Williams songbook:
*There’s nothing as sweet as my baby (1951)
*Weary blues fromheaven (1951)
*I can’t escape from you (1952)
Het is best aardige muziek en die Hank Williams is uiteraard een begenadigd schrijver van C&W. Hij heeft zelf ook het nodige opgenomen. Ik heb drie Cd’s van hem plus het The Complete Hank Williams, 10 Cd’s. Op het Hank Williams songbook staan 20 nummers van andere mensen, die er kennelijk genoegen in hebben geschept om liedjes van Hank Williams te zingen. Hier zijn ze:
*Molly O’Day & The Cumberland Mountain Folk (3)
*Curley Williams & The Georgia PeachPickers (3)
*Ray Price (3)
*Carl Smith (2)
*Marty Robbins (2)
*‘Little‘ Jimmy Dickens (2)
* Roy Acuff& The Smoky Mountain Boys , George Morgan, AnitaCarter, MarijohnWilkin& The Jacks, Johnny Cash (1)
We hebben het over muziek van meer dan een halve eeuw geleden. Alle nummers zijn uit de periode van 1946-1960. Het jongste nummer op het songbook is van niemand minder dan Johnny Cash: I’m so lonesome I couldcry.

Zaterdagmorgen werd ik uit mijn slaap gewekt door Trudie. Ze was eerder opgestaan om zich te wassen en aan te kleden, haar koffer en tas had ze vrijdagavond al ingepakt, maar nu was het over 7 uur en werd het haar tijd om weer eens het al dan niet ruime sop te kiezen. Ik kreeg een kusje en daar ging ze, richting Santa Catalina. Trudie was in de Goede Week met Marij bij mij, maar op paaszaterdag nam ze in alle vroegte de bus en de boot naar Tenerife. Daar zat Math gereed om met haar te gaan geocachen met Pasen en de beloken week. Op 29 april reist ze weer af naar Maastricht om mij luttele dagen later te verwelkomen. Later op de dag kregen Marij en ik in Las Palmas nog twee SMS-jes van haar dat het haar goed ging.
Eerder, op vrijdagavond, waren we met zijn drieën naar Casa Carmelo geweest om weer eens ouderwets van een overdadige vleesmaaltijd te genieten, met een grote salade vooraf. De kerkdienst om 3 uur op Goede Vrijdag hadden we gemist, helaas, en met ons toutes las Palmas, want aan het strand en de boulevard was het die middag echt eivol. Vanaf vrijdagavond hoef je, denk ik, niet echt meer te vasten, dus bij casa Carmelo was het, zoals vanouds, innemen. Ik kreeg mijn “chuleton” slechts met veel moeite op. Na afloop trakteerden de dames me nog op een soort Coupe Jacques bij Gelizia.

Marij is nog hier tot woensdagmorgen. Zaterdag en zondag hadden we het met tussenpozen over spelletjes die we als kinderen vroeger op straat speelden. Ik heb het dan over de jaren 50. Marij speelde die in de Joseph Hollmanstraat en ik eerst in de buurt van het Cörversplein en vanaf mijn tiende in de Waldeck Pyrmontstraat en omgeving. De volgende opsomming van ons tweeën is misschien niet volledig, maar in ieder geval uit een goed hart:
*Badmintonne
*Bökskespringe
*Diaboloë
*Fiets(k)e
*Hinke(le)
*Hoelahoepe
*Kaotsele
*Knikkere (huive)
*Kleppere
*Kojlgraove
*Kokerelle
*Litse
*Metskesteke
*Meulekedreije
*Moerbok
*Pinkele
*Reipe
*Rollere
*Rolsjaatse
*Selbrikke (slebrikke, winter)
*Sjievele
*Sleije (winter)
*Stoprande
*Tikkerke
*Tuikespringe
*Väörkestoke
*Verbergermenneke (verstöpperke)
*Voetballe
*Yokarië
Bijzonder was eigenlijk vooral, hoe het wisselen van favoriete spel in de jaren 50 ging. Op een gegeven moment vloog de mare van een nieuw spel als een razende door de stad, kwam al dan niet via school bij ons aanwaaien en dan wisten we niet hoe snel we erop moesten overschakelen. Sowieso, heel veel van wat Marij en ik vroeger als lagere schoolkinderen deden, speelde zich af op straat. Als je vandaag de dag als kind met een bal op straat verschijnt, zijn er stante pede diverse autobezitters die je willen verjagen. Zelfs de stoepen worden door het autominnend gepeupel als verboden terrein gezien.

Zaolige Paose, allemaol! Zondagmorgen gingen Marij en ik om 11 uur naar de rastro, de rommelmarkt, die hier iedere zondagmorgen is, ook op de dag van het Hoogfeest. De markt, drie lange rijen kramen, is nog steeds een allegaartje van vooral minder geslaagde kledij, schoenen, kettingen en horloges. Marij kocht er deze keer een driekwart katoenen broek in het egaal wit. Ik keek op een paar plaatsten naar Cd’s, maar kon niet echt iets van mijn gading ontdekken.
Bij de Duitse broodzaak, Zipf, is het tegenwoordig bepaald niet druk meer. De Marokkaanse stond er samen met de Duitse blonde, die ik al jaren van de zaak ken, niks te doen. Marij en ik overlegden nog even welk brood we zouden kopen en toen begon de Duitse blonde zich tot onze verrassing ermee te bemoeien. Zij is helemaal niet uit Duitsland, vertelde ze, maar komt uit het Belgische Zonhoven , vlakbij Maastricht. Ze kon zich met ons eenvoudig verstaanbaar maken in het Belgisch Limburgs. Een streekgenote!
Bij onze lunch met gekookte Paaseieren, ik met mayonaise, mosterd en olijven en Marij “naturel”, smaakte het Zipfse brood heel lekker.

Een paasontbijt zonder ei is als een café zonder bier. “Een ei hoort erbij”; is dat niet een slagzin uit vroegere tijden? En toen dacht ik: in het Maastrichts heb je allerlei stopwoordjes van hoogstens een medeklinker en een klinker, die de “Hollenders” niet kennen, laat staan Spanjolen of kanariepietjes. Welke zal ik hier eens aandacht geven? “He” en “eh” mogen m.i. niet meedoen en “ba” ook niet, omdat die ook in het A.B.N. vóórkomen. Ik kom vervolgens op nog een zevental van typisch Maastrichtse makelij.
*AO
*DE
*JE
*ME
*MÄÖ
*POE
*PU
Misschien zijn er meer, maar daar komen we niet op. Weet een van jullie er misschien nog een? Dan kan ik die nog net in mijn laatste brief van dit jaar memoreren.

Op zondagavond ging ik naar het internetcafé en trof daar maar liefst vier e-mails van Eva aan, allemaal met een foto van mijn favoriete kleine grut. Eva, Jan Willem, Lux en Dalí hadden zich met de Pasen in Maastricht genesteld en zelfs waren voor de kinderen in de vroege ochtend eieren in mijn tuin verstopt. En wat Lux en Dalí gevonden hadden, mochten ze opeten. In Las Palmas kwam maandag ook nog een brief met tekening aan, bezorgd door de “cartero”. Daarin werd mij een “Fijne Pasen” toegewenst, door Lux, Dalí, papa, mama. Van je familie moet je het hebben.
Trudie had vrijdag al de eerste voorbereidselen getroffen voor het zuurvlees met Pasen. Zaterdagavond werd “voorgeproefd”, maar op zondagavond stond het “laatste avondmaal” voor Marij en ik echt op het menu. Gelardeerd met rijst, “opgebakken” aardappeltjes en een gemengde salade kwam er een pan zuurvlees op tafel waar je u tegen zegt, met erna aardbeien met volle yoghurt en slagroom. Smullen, smullen!

Op de maandag had ik genoeg van de verzamelplaat met Ray Price en terwijl ik met nog een staartje Mark Billingham bezig was, koos ik voor een nieuwe CD opstaan, alweer uit diens boek “Blood line”; zie verder beneden. Paaszondagavond al had ik in het internetcafé de Flying Burrito Brothers (ten tweeden male) opgezocht. De groep, met als aanvankelijke azen Gram Parsons en Chris Hillman, is min of meer uit de Byrds ontstaan, werd in 1968 opgericht. Gram Parsons maakte twee Cd’s met de Burritos:“Gilded Place Of Sin” en “Burrito Deluxe”, voordat hij wegens ruzie in 1969 weer zijns weegs ging (om vier jaar later te overlijden). En nou komt het: ik heb een CD, waarvan ik niet zeker weet of die nou door Gram Parsons alleen is opgenomen of op naam van de Flying Burrito Brothers staat. Hoe dan ook, ik vind die CD, een echt ouderwetse LP met 2x6 nummers, Sleepless nights, uiterst geslaagd. Hier zijn de nummersvan een plaat die de volgens mijn computer in 1976 is uitgekomen:
01. Brand New Heartache
02. Tonight The Bottle Let Me Down
03. 03.Sing Me Back Home
04. Your Angel Steps Out Of Heaven
05. Crazy Arms
06. SleeplessNights
07. Close Up The HonkyTonks
08. TogetherAgain
09. HonkyTonkWoman
10. Green, Green Grass Of Home
11. Dim Lights
12. The Angels Rejoiced Last Night
Wat een mooie muziek! Is dit nou wat ze Country Rock noemen? Probeer de plaat te pakken te krijgen, als je de kans krijgt; ze is uit de kunst.

Wat jullie nog niet wisten, maar ik ga het nu vertellen is dat je hiertelefonisch blikken voedsel kunt bestellen om jezelf op te pompen. Ik zag de reclame ervan op de medische faculteit hangen, of all places. Hier is-t-ie, als Spaans lesje. Eerst de kop. Boven een tweetal blikken staat in kapitalen: “Universal. Animal Stak Y Cuts“; daar is geen woord Frans bij. Ietsje lager volgt de tekst: “Los dos por 62 €. Quemador de grasa Animal Cuts y pre entrenamiento anabólico Animal Stak, de la marca Universal. La mejor suplementación del mercado para definir y ganar masa muscular limpia. Envases nuevos y precintados. Precio en tiendas superior a 80 euros. Entrego en mano en Las Palmas y alrededores”.
Normaliter hang ik ze terug, als ik een reclame voor mijn weblogbrief gebruik. Deze heb ik in de prullenmand gekieperd.

Aan alles komt een eind, ook aan deze brief. Afgelopen zaterdag nam Trudie de kuierlatten en vanmorgen, op de “día del libro”, ging Marij weer de hort op. Om even voor 8 uur bracht ik haar naar het streekbusstation hier en weg was ze.
Nu zet ik de laatste puntjes op de i van dit epistel. Het is toch weer een kleine toevoeging aan een oeuvre geworden, vind ik er zelf van. Mijn finale brief van deze winter krijgen jullie opgediend over zes dagen, op dinsdag 29 april. Daarna geef ik op diezelfde dag om 6 uur mijn “charla” voor de afdeling en faculteit en daarna is het aftellen geblazen tot ik op 2 mei, de dag na De Dag Van De Arbeid, richting Düsseldorf en Maastricht kom. Neem het er nog eens van, ook eind april doet wat hij wil, en zoek de zon op, maar dat mag ook op een terras. Ik wens jullie een prettige voorzetting van waar je hierna mee bezig zult zijn en tot ziens maar weer, hasta luego, van “baúl” Paul.

BOEKENBIJLAGE

Vorige week heb ik een dun boekje van Stephen King van mijn e-reader gelezen. Eigenlijk vond ik het meer een verhaal uit een verzamelbundel dan een op zichzelf staand boekje. Omdat ik het zo mager vond, heb ik er deze week nog maar eentje weggewerkt, dat van dezelfde orde was, Het aapje, 37 bladzijden dun. Ook dit verhaal speelt in de VS, nu vooral ergens in Texas.
Het aapje is een speelgoedbeest met twee bekkens voor zijn buik en een tandenrijk mondje. Als je het opwindt met de sleutel op de rug, beginnen zijn bekkens te klepperen, kling-kling-kling, en zijn gezicht vertrekt in een grijns. Hoofdpersoon van het boekje, Hal Shelburn, moet eigenlijk niks van het aapje hebben. Steeds als het beest zijn geluid maakt, gaat er iemand dood, mensen en soms ook honden. Wat is hij blij, als het aapje in een diepe put belandt. Maar decennia later begint het gemekker weer. Nu is Hal 35 en met zijn broer gaat hij het huis van zijn oom Will en tante Ida leegmaken, waar ze in hun jeugd gewoond hebben. Het aapje verschijnt ten tonele alsof het nooit is weggeweest. Met zijn zoontje Petey gaat hij naar het meertje, Lake Crystal Lake, en daar gooit hij het aapje, in een tas verzwaard met stenen, in het diepe. Nodeloos te zeggen dat zelfs dat niet straffeloos gaat.
Net als “De spookvlieger van vorige week vind ik “Het aapje” een best aardig verhaal. Stephen King houdt het spannend, zoals altijd, en m.i. terecht komt hij voor een prima beoordeling in aanmerking. En 8- krijgt hij deze keer, en inderdaad, ik ga nog meer verhalen van hem lezen.

Boek 2 is er een van René Appel, van wie ik legio boeken op mijn e-reader heb staan en dan moet ik er maar weer eens eentje doorwerken. Deze keer gaat het om “Loverboy” uit 2005, dat in het Amsterdamse speelt.
De “Loverboy” is het verhaal in een verhaal. Detective Anouk Akkerman op haar Gilera Stalker moet een zestienjarige tiener, Shana, opsporen voor haar vader Steven Houtenbosch. Ze blijkt intussen een hoertje te zijn, in dienst van loverboy Kadir, die het hele boek door vooral dreigende taal uitslaat. Als Shana naar een opvanghuis in Leeuwarden verhuisd is, ontstaat er een aardig driehoekje van Kadir en Anouk met Anouk’s vriendje Gino.
Schrijfster van het Anouk-verhaal is Yoka Kamphuys, 38, die alles voor haar vriend en journalist Hans Resinga overheeft, maar die ligt het laatste half jaar liever in de armen van schoolcounseler Eefje Dekker. Eefje houdt zich behalve met Hans bezig met allerlei probleemgevallen in het VMBO. Yoga wil Eefje doodschieten, maar raakt Hans. In het verhaal van Yoka speelt ook een collega van Hans, Tamar Ankerhof, een belangrijke rol, zeker als die hoort van het pistool dat Yoka gekocht zou hebben. Eefje blijkt zwanger te zijn van Hans, krijgt Hansje en wie wordt daar de bijna dagelijkse kinderoppas van? Laat ik ermee mee ophouden om nog meer te verklappen, anders hebben rechercheurs Nelissen en van Eerde niks meer om op te lossen.
Ik herhaal wat ik onlangs al eens gezegd heb: René Appel, destijds een vriend van mijn benedenbuurvrouw Doris in de Amsterdamse Westerstraat en later een bekende psycholoog, is voor mij de beste, of in ieder geval een van de beste thrillerschrijvers uit het Nederlandstalige gebied. Zijn “Loverboy” kan er zeer mee door en terzijde krijg ik een inkijkje - of is dat maar schijn? –in de wereld van iemand die zijn brood met schrijven verdient. Dan ga je allerlei moordstukjes uit de krant uitknippen, omdat je er nog eens je voordeel mee kunt doen. René Appel gaat voor “Loverboy” met een 8 als recensiecijfer terug de e-readerkast in. Ik ben bepaald nog niet op hem uitgekeken.

Ik heb nog een derde thriller voor jullie in de recensieaanbieding. Tot de betere Engelse schrijvers van moordverhalen rekent men Mark Billingham. Aangezien ik maar liefst drie ongelezen boeken van hem op mijn e-reader heb staan, is hij aan de beurt. Ik koos voor zijn boek “Blood line” uit 2009, in het Nederlands foutief vertaald met “Erfelijk belast”. Met erfelijkheid heeft het verhaal in het geheel niets uitstaande. Het speelt in Londen en omgeving en uiteraard is de zoveelste seriemoordenaar onderwerp van het boek.
Vijftien jaar geleden is Raymond Garvey veroordeeld voor de moord op zeven dames, wat hem een levenslange gevangenisstraf opleverde. Die hoefde hij niet langer dan twaalf jaar uit te zitten, omdat hij toen, drie jaar terug, overleed tijdens de operatie aan een hersentumor. Het duurt even, maar nu is zijn aanvankelijk bij de politie onbekende zoon Anthony aan het moorden geslagen. Hij doet dat onder verschillende andere namen en het duurt bijna een heel boek, voordat men zijn achtergrond kent en hem op het spoor komt.
Bij de recherche zitten vooral Tom Thorne, David Holland en Yvonne Kitson achter hem aan, geruggesteundmet hun baas Russell Brigstocke. Inspecteur Tom Thorpe bombardeer ik hier tot de hoofdpersoon van het boek, met zijn vrouw Louise en huisvriend Phil Hendricks, die tevens de patholoog van de politie is. Voor de komische noot worden korpschef Trevor Jesmond en schrijver Nicolas Maier opgevoerd, maar ik heb meer op met neurochirurg Pavesh Kambar en de vroeg gepensioneerde Carol Chamberlain. Willen jullie ook namen van allerlei jonge dames en heren die in de loop van het boek de geest geven? Dan kom ik uit bij o.a. Alex, Catherine, Chloe, Emily, Graham, Greg, om het eens alfabetisch te zeggen. Het verhaal eindigt zoals het begonnen is, met de achtjarige Jason “hakke hakke puf puf” op de brug waar de metrotrein onderdoor gaat.
En dan komt nu mijn mening over het boek? Ik vind “Blood line” best een goed boek, al had het voor mij ietsje minder uitgesponnen mogen zijn. Schrijver Mark Billingham weet hoe ik bij de les moet blijven en vervelen is er niet bij. Ik ga hem dus voor het boek belonen met een 8-, waarmee hij in de sector “net geen topper, maar wel zeer te pruimen” belandt. De twee andere boeken die ik van hem heb, gaan er t.z.t. ook aan geloven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten