maandag 23 november 2015

Weblogbrief 11.04, 23 november 2015

Weblogbrief 11.04, 23 november 2015

Favoritos compadres, geliefde vrienden, how goes it? Zoals vorige week al braafjes aangekondigd, is hier mijn vierde brief van mijn winter 11 voor de kust van Afrika. Hij is nog keurig op tijd, zelfs een dag te vroeg, voordat Trudie mij overmorgen komt lastig vallen: mijn ijskast vullen met allerlei lekker eten, nieuwe geocaches hier oprapen, Marja, Klaar en Cyntha vanuit Maspalomas naar Las Palmas transporteren en terug, het strand frequenteren om een bruin kleurtje op te doen, en ga zo maar door. De afgelopen zes dagen zie ik als stilte voor de storm. Daar gaan we. We? Ik bedoel mezelf natuurlijk.

Vorige week heb ik op de oude faculteit het nieuwe carnavalsliedje, CONFETTI van het duo Verhoeven/Ummels, uiteraard een aantal keren gedraaid, met de muziek erbij. Een eenvoudige link naar de finale winnaar van het concours in de muziekgieterij is www.rtvmaastricht.carnavalsliedje.2016. “Iech höb confetti in mie blood, de dreikwaartsmaot in miene voot, ’n dikke zjiem trek door mien oere”, ik moet zeggen: daar kunnen ze me vanaf nu tot en met Asselegoonsdag voor wakker maken. De tekst is simpel, maar mag er zijn, maar intussen vind ik ook de onderliggende melodie, hoewel geen paso doble, best te genieten.

Thuis heb ik sinds woensdagochtend een Cd opstaan getiteld “The rough guide to African blues”. Een mens hoeft wat mij betreft niet steeds hetzelfde genre muziek te ambiëren. Daarbij zit ik hier met mijn voeten in het Afrikaanse water, dus pourquoi pas? Hier zijn de veertien nummers van het verzamelalbum:
01.Mariem Hassan
La tumchianni
02.Nuru Kane
Goree
03.Corey Harris & Ali Faka Touré
Special rider blues
04.Boubacar Traoré
Mariama Kaba
05.Oumou Sangare
Mogo ti diya bee ya
06.Etran Finatawa
Iriarer
07.Afel Bocoum
Jaman Moro
08.Rokia Traoré
KeleMandi
09.Ayaléw Mèsfin & Black Lion Band
Feger AydelemWey
10.Djelimady Tounkara
Segui
11.Bob Brozman&Djeli Moussa Diawara
Maloyan devil
12.Rasha
Azaraalhai
13.Daby Balde
Waino blues
14.Baada Maal & Mansom Seck
Bibbe Leydy
Ik hoop maar dat ik het allemaal een beetje netjes heb opgeschreven, maar sluit niet uit dat ik nog ergens een steekje heb laten vallen. Niettemin: de bedoeling is goed. Willen jullie ook nog van ieder nummer weten uit welk land het precies komt? Dat mogen jullie dan zelf op Wikipedia opzoeken, liefst een Afrikaanse versie. Of je gaat een bezoekje brengen aan Centre Ceramique in Maastricht en zoekt daar op de derde etage de Cd even op, met het bijbehorende boekje.
Het is een Cd waar je echt een paar keer naar moet luisteren om hem (haar eigenlijk) op zijn waarde te schatten. Enkele uitschieters naar boven vind ik bijv. nummertje 1 (“La tumchi anni”), nummertje 3 (“Special rider blues”, met Ali Farka Touré), nummertje 11 (Maloyan devil”) en nummertje laatst (“Bibbe leydy”). Het zwarte continent, de Afrikaanse blues, mooi is en blijft het.
(En natuurlijk heb ik nog veel meer verzamelplaten uit Afrika. Afgelopen zomer liep ik tegen Desert blues 2 en 3 aan - Desert blues 1 had ik al, mocht ik Masa Música de Africa op MP3 zetten plus werd ik de mede-eigenaar van de nodige nieuwe platen van allerlei individuele artiesten. Ik zou zonder probleem een hele brief kunnen vullen met alleen muziek uit het werelddeel.)

Na mijn vorige bezoek aan de universiteit afgelopen dinsdag nam ik bus 12 terug naar mijn deel van de stad. Eerst zat ik in het parkje bij het Lichtkasteel een tijdje te lezen in mijn (eerste) boek van de afgelopen week. Die Ellory, intussen 50 jaar, moest maar weer eens een prijs krijgen; die is minstens zo goed als mijn favoriete andere thrillerschrijvers. Achter mijn bankje is een grasveldje, een “césped”, en niet “sintético”. Dat is voor honden verboden terrein heb ik begrepen: “no dejes que tu perro ocupe este jardin”, maar ik zag er verschillende met elkaar stoeien en de kleuters waren ook niet helemaal van het gras vandaan te houden. “Moet kunnen”, denk ik dan, maar de dienstdoende parkwachter houdt er – lachend, dat wel – de wind onder.
Om half 7 ongeveer, het werd net donker, begon aan de andere kant van het terras daar (van de “kiosco piscolabis castilla la luz”) een evenement waar ik het mijne van moest hebben. Een “campeón cometa” - dat stond tenminste op zijn rug geprint - probeerde een hele meute kinderen, vooral jongens, in toom te houden, die hem hun vaardigheden met de priktol, de “trompo cometa” wilden tonen. Ze moesten allemaal in een grote rechthoek gaan zitten en daarna mochten ze in groepjes van ongeveer tien hun kunstje vertonen, wie zijn (of haar) de priktol het langst draaiende wist te houden. Op het einde was het tijd voor de allerbesten om het tegen elkaar op te nemen. Bekerwinnaar werd een schooljongen in een blauw tenue, met een iets grotere in de combinatie rood/zwart op plaats twee. Het aanhoudende geschreeuw, gejoel en gejuich van de jeugd was niet van de lucht. Om de grote schare kinderen stonden nogal wat vaders, moeders en ouderlingen zoals ik, om hun steentje aan de feestvreugde bij te dragen. Een memorabele gebeurtenis!

Terug op mijn vertrouwde boulevard zag ik dat het zand voor de tiende “belén de arena” al weer gestort was. Een aantal kunstenaars uit diverse landen gaat de komende weken zijn best doen om de kerststal van zand weer cachet te geven. Volgens opgave van de gemeente moet hij op 4 december klaar zijn; vanaf die dag mogen de horden toeschouwers er zich weer aan gaan vergapen. Hij, met trouwens een grote boom ernaast aan Las Canteras, blijft een trekpleister tot na Driekoningen, 7 januari. Ik herinner me dat de “banda municipal de música” er nog eens een ode aan gebracht heeft, toen hij net klaar was. “Jingle bells, jingle bells, jingle all the way”.
Op de terugweg naar mijn flatbleek dat de gemeente een aantal dubbele banken aan de strandkant wit opgeschilderd had. Op een papier erbij stond gedrukt: “recién pintado”. Heb ik jullie dat al eens eerder verteld? En ook dat op een papier op de bank ernaast de tekst stond: “se ruega NO MOJAR los bancos que estan señalizados”? Is dat zo? Vertaal het dan maar eens voor me! Eén hulplijn zal ik jullie hier geven: “mojar” is Spaans voor nat maken.

Woensdagavond vond ik het tijd om weer eens een bezoekje te brengen aan “La Regenta”, het kunstgebouw vlakbij Santa Catalina. Ik heb daar al heel mooie tentoonstellingen gezien, gratis, bijv. eentje van allerlei hoezen van jazz- en popmuziekplaten. Aan de andere kant, complete tinnef ben ik er ook al tegengekomen.
Het bleek dat er nu een tentoonstelling was, tot begin januari, van twee kunstenmakers die ik nu zal introduceren: Julio Blancas & Carlos Nicanor. Hun werk is samengebracht onder de naam “Osmosis”. Jullie weten hopelijk nog wel wat osmose betekent, dan hoef ik dat hier niet uit te leggen. Blancas was goed voor de nodige doeken, vooral in zwart/wit, en eerlijk gezegd, mijn zegen konden ze niet krijgen. De driedimensionale bouwwerkjes van Nicanor vond ik een stuk aangenamer. Eén werk combineerde de creatieve ideeën van het duo: een gelamineerd, polyester houten gevalin de vorm van een levensgrote priktol met bovenop een zwarte substantie. Toch, als ik mijn visie op de twee zalen kunst mag geven, jullie hoeven er niet per se heen.
Later op de avond zat ik nog een tijdje op een bank tegenover mijn flat. Bleek op één hoog bij een van de buren boven het filiaal van Bankia al een kerstboom op het balkon te staan. Hij zal ongetwijfeld van plastic zijn, met lampjes in alle kleuren van de regenboog. Sinterklaas, dat hebben we hier niet, hoewel 6 december wel een vrije dag is, Día de la Constitución. Nou valt die feestdag dit jaar op een zondag, dus zal hij wel maandag gevierd worden. Intussen zijn kennelijk de voorbereidingen van kerstmis al aanstaande; bij El Corte Inglés zag ik ook al slingers hangen. Wat een geluk voor jullie dat jullie daar pas na Sinterklaas aan hoeven. (Of zijn de kerstkransjes bij de Hema en Albert Heijn al voorradig?)

Ik heb het niet zo erg op de schreeuwende geldklopperij van allerlei liefdadigheidsinstellingen, zeker niet, sinds ik weet (van Marij) dat de bazen een salaris hebben dat hoger is dan dat van onze minister-president. Unicef, het aids-fonds en dergelijke, kan het niet ietsje minder!
Op een groot reclamebord maakt SAVE THE CHILDREN zich sterk; die organisatie kende ik nog niet. We kunnen (een deel van) onze spaarcenten maar het beste aan die weldoeners overhandigen, dan gaat die met plezier de vluchtelingenstroom voor ons indammen. Vooral voor de kinderen op de vlucht heeft SAVE THE CHILDREN een goed woord over; immers: “la mitad de los refugiados son niños”, de helft van de vluchtelingen zijn kinderen. Zo’n uithangbord, mijn stijl is het niet, integendeel!Als ik iets uit te delen heb, gaat het liever naar organisaties als “Amnesty international” of “Artsen zonder grenzen”.

Op de donderdag zou ik gaan eten met Lorena in een mij nog onbekende zaak. Stond er in alle vroegte van de dag een mailtje op mijn telefoon dat het helaas niet doorging. “Mil disculpas” stond erbij, maar waarom ze afmailde (is dat goed Nederlands?) werd mij niet duidelijk.
Niet veel later stond Etel voor mijn deur en die maakte een en ander goed. Ze is een hele tijd in Argentinië geweest, waar ze vandaan komt, maar nu dus weer terug in Las Palmas. De afgelopen twee jaar heeft haar dochter Cecilia het poetsen van mijn flat van haar overgenomen, maar nu heb ik mijn oorspronkelijke “pótsvrouw” dus weer terug.
Etel is ongeveer 60 jaar en “limpiadora” van de buitencategorie. Wel vond ik dat ze nu enigszins kortademig overkwam. Ze had al enige moeite met het beklimmen van mijn trap naar de flat en halverwege haar bezigheden heb ik haar gevraagd of we niet een pauze voor een drankje wilden inlassen. Daar kon ze echter niet aan beginnen en even later zag ik haar met de nodige animo mijn ramen naar het balkon zemen. Met iemand als Etel voor het poetswerk kom ik ongeschonden de winter door. Ik zal eens kijken of ik haar ook weer over Las Canteras zie marcheren in de vroege avond.

In Nederland hebben we diverse plaatsen met het woord “meer” erin. Haarlemmermeer vind ik een aardig voorbeeld. Is wel eens iemand op het idee gekomen om dan ook over buurgemeente Haarlemmerminder te praten? Ik denk het wel. Meerzicht in Amsterdam-West wordt Minderzicht en het IJsselmeer vanzelfsprekend IJsselminder. Tot zo ver is er niets aan de hand.
Iets dergelijks kun je dan ook hier op Gran Canaria bij elkaar fantaseren. Van Maspalomas kun je Menospalomas maken, de jongere zusjes, tevens de dorpjes ernaast. En wat doen we met mijn gewaardeerde Palmas? Mag ik daar in een olijke bui Palmenos van maken? Het wordt dan wel Los in plaats van Las, omdat Palmenos op –os eindigt. Los Palmenos, ik zal eens rondvragen of dit een vondst van mij is of dat diverse moppentappers er al vóór mij opgekomen zijn.

Voor mensen die mijn vorige alinea niks vinden, heb ik nog of alweer een “bon mot” vanaf de boulevard. Jullie kennen hopelijk de slagzin: stel niet uit tot morgen wat je vandaag kunt doen. Bij een van diverse pizzatenten, die naast La Oliva, stond een groot bord met de tekst: “No dejes para mañana lo que puedes comerte hoy”, laat niet tot morgen liggen wat je vandaag al kunt eten. Ik schreef hem ter plekke over en kon de twee “camareros” die met hun menukaarten kwamen aanzetten, nauwelijks ontlopen.

Het is intussen vrijdagmorgen en tijd voor nieuwe muziek. Maar eerst vertel ik jullie dat het vandaag precies veertig jaar terug is dat generaal (Francisco) Franco het tijdelijke voor het eeuwige verwisselde. Pas daarna werd Spanje, inclusief de Canarische eilanden, een westerse democratie, wat dat ook moge voorstellen.
Voor mijn muziek blijf ik bij de blues, maar steek wel over naar de Verenigde Staten, waarheen hele horden zwarten destijds getransporteerd zijn. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw werden ze als tweederangs burgers gezien, iets tussen apen en blanken in. En helemaal rechtgezet is het nog niet, zelfs nu de zwarte Barack Obama president is.
Ik denk dat de meeste nummers van mijn nieuwe Cd van voor de tweede wereldoorlog zijn. De Cd “Copulation blues” is van 1987, maar ik zie hem vooral als een terugblik op een veel eerdere periode. “Copulation blues”, een beetje smerig is de plaat wel. Hier zijn de 22 nummers, ik sla er geen over:
01.Sidney Bichet & his New OrleansFootwarmers
Preachin’ blues
02.Lil Johnson
Stavin’ chain (that rockin’ swing #1)
03.Oscar’s Chicago Swings
New rubbin’ on thatdarnthing
04.Rosetta Howard &theFarlemHamfats
The candy man
05.Coot Grant & Kid Wesley Wilson
Take yourhand offmymojo
06.Yas girl (Merline Johnson)
Don’tyou make me high
07.Pint Jaxon & the Harlem Hamfats (Frankie Half)
Wetit!
08.Lil Johnson & Black Bob
Press my button, ring my bell
09.Alberta Hunter
You can’t tell thedifferenceafterdark
10.Coot Grant & Kid Wesley Wilson
Get off with me
11.Victoria Spivey & Red Allen’s Orchestra
How do they do it that way?
12.Georgia White
If I can’t sell it, I’ll keep sittin‘ on it (before I give it away)
13.Yas man (Jimmy Strange)
Yas, yas, yas
14.Pint Jaxon (& Tampa Red’s Hokum Jazz Band, Frankie Half)
My daddy rocks me withonesteady roll
15.Johnny Temple &the Harlem Hamfats
Stavinchain (#2)
16.Bo Carter
Please warm myweiner
17.Lil Johnson
Youstolemycherry
18.Connie McLean’sRhythm Boys
Sissy man blues
19.Mary Dixon
Youcan’tsleep in mybed
20.Jerry RollMorton
Winin’boy
21.Clara Smith
It’s tightlikethat
22.Lucille Bogan & Walter Roland
Shave ‘em dry
Als dat niet een berg onkuisheid is, weet ik het niet meer. “Stavin’ chain” (twee verschillende liedjes), “New rubbin’ on that darn old thing”, “Take your hand of my mojo”, “Wet it”, “Press my button, ring my bell”, “Please warm my weiner”, “You stole my cherry”, en ik me maar afvragen of seks iets is dat we pas na de Tweede Wereldoorlog bedacht hebben. Niet dus! Het is met deze Cd echt soppen. Lil Johnson, Coot Grant & Kid Wesley Wilson, Pint Jaxon en niet te vergeten de Harlem Hamfats (met dikke dijen?), ook vroeger wist men zeker en wel van wanten. Ik vind het best een mooie plaat, trouwens, die verzameling “Copulation blues”.
In de verzameling mag Lucille Bogan uiteraard niet ontbreken. Van haar, heb ik muziek die is opgenomen in de jaren 1023-1935, uit de tijd van Ma Rainey en Bessie Smith. Behalve “Shave ‘em dry” op “Copulation Blues” ben ik de trotse eigenaar van drie Cd’s met het ene na het andere nummer waar je mee thuis kunt komen. Met dank aan Peter uit Smeermaas, die mij als eerste op haar attent maakte noem ik hier als sprekende voorbeelden ook “Shave ‘em dry 2”, het krakende “Cravin’ whiskey blues” en het onvergetelijke tweetal “Pig Iron Sally” en “Barbecue Bess”.
Terzijde, waar ligt de grens tussen blues en jazz (“yas”)? Die is veel minder scherp te trekken dan je bij een eerste tweedeling zou denken. Dat geldt in het algemeen denk ik voor indelingen van muziek naar genre. Misschien kan ik beter een indeling maken naar ras. Blues en jazz is allebei muziek van de zwarten en folkmuziek, country en pop vat ik samen als riedels van de blanken. Dan zie ik wel nog een aparte categorie voor Zuid-Europese muziek (Spaans, Portugees, Frans, Italiaans, Roemeens) en vooruit, ook nog voor muziek uit (ongeveer) Oost-Europa, Noord-Afrika en Azië. Heb ik daarmee niet alle genres afgedekt? Ik weet het: er blijven ook dan uitzonderingen op de regel, maar niet al te veel.

De zaterdag stond uiteraard in het teken van Real Madrid tegen Barcelona in het Bernabéu. Daarvóór moet ik hier nog iets kwijt over tête-de-veau. Mijn slagersduo op de Scharnerweg in Maastricht, kleine zelfstandigen Jo & Monique Dreessen, verkopen een alleszins acceptabele tête-de-veau. Hij bevat stukjes varkensvlees (neem ik aan) met champignons in een rode saus. En toch, volgens de kenners zoals Philip Prince zaliger is het niet je dat. Tête-de-veau hoort van echt kopvlees gemaakt te worden. Hier is bij de Carrefour “morro” te krijgen dat - ik moet het toegeven – veel meer aan die verwachting voldoet. De stukjes kopvlees, met vet, zitten wel in een rode tomatenpuree-achtige saus. Met wat brood erbij en eventueel enig groenvoer is het echt een traktatie. Zaterdag tussen de middag stond bij mij “morro” op het menu.
En dan mag ik nu naar Real Madrid-Barcelona. Hier begon de wedstrijd om kwart over 5, bij jullie en in Madrid een uur later. Ik zag hem op een terras op plaza Farray, bij El Altillo. Dat is Spaans voor tussenverdieping, ook keukenkastje. Laat ik er kort over zijn: over de hele breedte was Barcelona beter dan Real, voor de rust en na de thee. Mijn Catalanen (hoewel, hoeveel spelers komen uit Cataluña?) waren veel meer een team dan Real. Na 90 minuten stond er een klinkende overwinning voorBarcelona ophet scorebord: 0-4. De doelpunten kwamen van Suárez, Neymar voor de rust en Iniesta en nog eens Suárez in de tweede helft. Het laatste half uur mocht Messi zijn rentree maken na zijn langdurige blessure (die hij had opgelopen tegen UD Las Palmas, maanden eerder). En ere wie ere toekomt, de mooiste goal vond ik die van Iniesta, een kanonschot in de driehoek.
Na afloop zwaaiden veel Madrileense toeschouwers met witte zakdoekjes, ten teken dat er bij de club drastisch iets moet veranderen. Benitez, de trainer, zal een heleboel uit te leggen hebben. Luis Enrique, de trainer van Barcelona, kon zijn lol niet op.

Na de voetbaltopper in het Bernabéu, het hol van de zwaar gewonde leeuw, deed ik nog een rondje Las Canteras. Bij El Esquinita Latina, het Cubaanse café bij de Hiperdino zal ik maar zeggen, speelde een duo muzikanten met “gusto”. De vrouw bediende een minipiano, maar het meeste geluid kwam uit een gitarist. Voor mij was hij een kruising tussen Jimmy Tatipata, een voormalige Molukse rockgitarist uit Maastricht, en good old Chuck Berry. “Rock me, baby”, speelde het tweetal, toen ik er langs liep, “rock me all night long”. Het was best te pruimen.
Op de terugweg naar huis kon ik, net vóór 9 uur, nog net een grote “barrra matalauva” kopen bij de bakker aan de boulevard, met een licht anijssmaakje.

Slapen doe ik hier prima. Op de zondagmorgen werd ik om 6 uur wakker van een mannenstem. Met luider stem klaagde hij zijn nood over een vrouw die hem kennelijk en bij herhaling zwaar bedrogen had. Ten minste, dat maakte ik ervan. Ik ging maar eens plassen en was daarna weer snel vertrokken. Om 8 uur werd ik opnieuw wakker, nu in het daglicht. De man was kennelijk op zijn stek teruggekomen. Op mijn balkon zag ik dat hij half binnen stond in het keldercafé bij mij tegenover. Daar is het best rustig, althans voor de deur, maar nu dus niet. Ik ging maar eens mijn pillen nemen, zes stuks iedere morgen, en daarna koffie “maken”. Toen ik terugkwam op het balkon, was hij verwijderd, opgestapt of wat zal ik ervan maken.
Om even voor 10 kreeg ik mijn eerste regenbui van deze winter te verduren. Hij was stevig en duurde zo’n tien minuten. Ik zat nog steeds droog op mijn balkon, loggia, dus mij kon niks gebeuren. De meeste mensen hier hebben er niet het minste bezwaar tegen, als het groente en fruit in de wei eens een plensbui krijgt. Er zijn zelfs mensen die vinden dat het in Las Palmas te weinig regent; bij die minderheid hoor ik niet, moge duidelijk zijn. Een van de redenen dat ik hier in Las Palmas zit, is dat het hier in de winter mooi weer is.
En toch, ook de rest van de zondag was het aan het waaien en liet de zon zich niet zien. In de avond was ik getuige van nog weer enkele motregenbuien en één echte hoos. Vanmorgen, op de maandag, hang ik toch maar mijn was – vooral de gebruikte lakens op mijn bed - buiten op mijn platje in de verwachting dat het droog zal blijven. Vanavond zal ik bij mijn thuiskomst kijken wat ervan geworden is.

Mag ik op de valreep nog één keer van muziek wisselen voordat ik deze brief aan jullie opstuur? Ik heb jullie opgezadeld met blues, eerst uit Afrika en daarna uit Amerika. Dan ga ik jullie nu in overvloed vertellen dat het genre kwam overwaaien naar het blanke Europa. In Nederland hadden we destijds bijv. Cuby & The Blizzards (van Harry Muskee) die hun zegje deden, in Engeland waren dat o.a. John Mayall & the Bluesbreakers. Echter, laat ik hier ook het begin van de Rolling Stones memoreren. In 1964 hadden ze hun eerste LP, onder hun eigen naam, met daarop twaalf prachtige bluesnummers. We hebben het over de tijd dat ze nog niet echt van hun eigen compositiekunst overtuigd waren en vooral covers speelden van nummers van hun blueshelden uit de V.S. Aan de andere kant, nu ik jullie eerder verteld heb dat blues en jazz door zwarten gemaakt behoord te worden, blijf ik persoonlijk toch de voorkeur geven aan de oorspronkelijke artiesten. Hier zijn dus de nummers van “Rolling Stones”, Het is even puzzelen op mijn laptop, maar hier hij: de versie van “Rolling Stones”, bijna helemaal gespeeld door de originele zwarte artiesten:
01.(Get your kicks on) Route 66
Van wie? Ik doe de versie van Nat King Cole
02.Can I get a witness
MarvinGaye
03. Carol
Chuck Berry
04.Honest I do
Jimmy Reed
05.I Just want to make love toyou
Willie Dixon, Muddy Waters
06.I’m a kingbee
Slim Harpo
07.Little bylittle
(Shame, shame, shame) Jimmy Reed
08.Mona (I hear you baby)
Bo Diddley
09.Now I ‘ve got a witness (like uncle Phil and uncle Gene)
(Rolling Stones zelf, Phil Spector, Gene Pitney)
10.Tell me (you’recoming back)
Mick Jagger, Keith Richard
11.Walking thedog
Rufus Thomas
12.You canmakeitifyoutry
Solomon Burke?
Als voorbeeld noem ik hier “I’m a king bee” van Slim Harpo “buzzing around your hive”. Het nummer is Mick Jagger op het lijf geschreven, denk ik dan, met de “sting” van Keith Richard als “moment suprême”. Ook na “Rolling Stones” brengen de Rolling Stones af en toe nog een eerbetoon aan andere artiesten zoals aan Howling Wolf met “Little red rooster” en aan de blanke Buddy Holly met “Not fade away”, maar laat ik het niet te ingewikkeld maken. Mooi is en blijft-ie, de eerste Rolling Stones plaat, ook of misschien wel vooral in zijn oorspronkelijke zwarte jasje.

In mijn boek van Philip Kerr, zie verder hieronder, kwam ik een Spaans woord tegen dat mij nog onbekend was. Een dief is hier een “ladrón” en voor een boef kan ik een heel rijtje woorden bedenken. Alfabetisch kom ik, met enig hulp van mijn woordenboek, op “bribón, canalla (lijkt op canaille), cabrón, granuja, picaro (van Kuifje en de picaro’s) ”. Als jullie het per se willen, kan ik dat lijstje nog best aanvullen. In “The shot” werd iemand voor “estafador” uitgemaakt. Dat is volgens mijn woordenboek een oplichter, afzetter. Je kunt ook “timador” zeggen, begrijp ik. Ik denk bij “estafador” eerder aan etappe, maar dat is in het Spaans “etapa”.

Mag ik hiermee afscheid nemen van jullie als thuisfront voor mijn brieven? Overmorgen meldt Trudie zich hier en wordt het leven heel anders voor me. Ik zal er dapper verslag van doen. Wie weet, staat ze me toe om jullie a.s. vrijdagmiddag 27 november nog met een kattenbelletje te verrassen; zo niet, dan wordt het waarschijnlijk woensdag 2 december.
Op de advertentie van “Enjoy & Respect” van de gemeente waren (voor de facebook- vrienden?) ook twee smileys toegevoegd; een :) en een ;). De eerste kan ik wel begrijpen: een lachende mond met twee ogen, liggend (zoals op het strand), maar de tweede? ;) wat heeft dat symbool met respect van doen? Hoe dan ook, ik wens jullie voor de komende dagen veel , maar betoon ook je ;) ;) ;), al was het maar voor anders gekleurde pietermannen. En “pórtate bien”, gedraag je, “hasta luego”, tot ziens maar weer, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

Mijn eerste boek van de afgelopen week is er een van R.J. Ellory, Roger Jon voor zijn vrienden. De Engelsman, uit Birmingham, is inmiddels alweer 50 jaar en zijn boeken – wonderwel steeds gesitueerd in de Verenigde Staten – mogen er zijn. Ik las zijn “A dark and broken heart” uit 2012, dat in New York speelt.
Het verhaal van het boek is wat je noemt uiterst apart. Een 42-jarige rechercheur van de 167th precinct, Vincent Madigan, zit aan de grond. Zijn leven is een complete mislukking, zijn vier kinderen (van drie vrouwen) ziet hij niet, hij is zwaar aan de drank en de pillen. Daarbij is hij een boef - die ik hier maar Sandia zal noemen, 55 jaar, voor verdere details zie verder op - 75.000 dollar schuldig en ga zo maar door. Vincent Madigan besluit om een roofoverval te plegen. Er is bijna een half miljoen gestolen bij een bank en daar hebben mensen van Sandia zich vervolgens over ontfermd. Als een viertal het aan Sandia wil overgeven, in een van diens panden, worden ze onder vuur genomen door Vincent Madigan met drie van diens maten, kleine boefjes. Sandia’s mannen, onder wie zijn neefje, worden ter plekke afgemaakt, het geld komt in plaats van bij Sandia bij Madigan terecht en bij hem alleen, als hij vervolgens zijn drie maten van de roofoverval molt. Nu kan hij o.a. zijn schuld aan Sandia aflossen. Blijkt dat per ongeluk ook een kind door een kogel is geraakt, Melissa Arias, dochtertje van Isabella, dat daardoor met een levensgevaarlijke buikwond in het ziekenhuis belandt.
En wie krijgt vervolgens de opdracht om de viervoudige moord in Sandia’s gebouw te onderzoeken? Vincent Madigan! Het moordonderzoek op zijn drie maten gaat eerst naar Duncan Walsh, eigenlijk van Internal Affairs, maar belandt later ook op Madigan’s bordje. Vincent Madigan staat min of meer op de pay-roll van Sandia en dan blijkt dat nog een andere politieman geregeld informatie aan Sandia door te geven. Enz. enz. Mag ik daarbij laten? Of laat ik Bernie Tomsczak nog noemen, een al wat oudere boef en gokker die over een helder verstand blijkt te beschikken. Hij wordt al op pagina 1 van het boek in elkaar geslagen door Vincent Madigan.
Vooruit, voordat ik aan mijn oordeel over het boek toekom, heb ik nog een aardigheidje. Sandia heet eigenlijk Dario Barrantes. Hij was eerder in een verwoed gevecht gewikkeld met ene Angelo Torresola over wie de baas van het stukje New York was. Vermoordt hij diens tienerzoon, stopt zijn hart in een watermeloen en stuurt hem die toe. Om die reden is zijn bijnaam Sandia, watermeloen.
Wat vind ik van “A dark and broken heart (voor de titel, zie pagina 217)? Eerlijk gezegd heb ik zelden zo’n akelig verhaal gelezen als dit. Het is spannend in het kwadraat, wemelt van de foute mensen en tussendoor krijg ik ook nog mee hoe Vincent Madigan en diverse anderen hun leven maar niet op de rails krijgen. R.J. Ellory, toch al iemand die een pluim op zijn hoed verdient met al zijn prachtboeken, houd me prima bij de les en daarbij: wat een fantastisch taalgebruik! Ik beloon zijn ”A dark and broken heart” zo maar met een volle 9. Ik heb er hier nog eentje van hem liggen, zelfs in het Nederlands: “Een ongenode gast”, en dat boek kan evenmin ongelezen blijven.

Eén van de aardigste films die ik in de vorige eeuw (en daarna in herhaling) gezien heb, is die van Oliver Stone over de moord op JFK. Natuurlijk, het blijft fictie, maar toch. Enkele jaren terug heb ik ook gesmuld van Stephen King’s verhaal over hetzelfde onderwerp. Is het daarmee op? Nee dus, eerder al, in 1999, vertelt Philip Kerr in zijn boek “The Shot” hoe John F. Kennedy, “Mattress Jack”, vlak voor zijn inauguratie begin 1961 onder vuur genomen wordt. Ook dat boek is geen nonfictie en hoe “The Shot” afloopt, ga ik hier natuurlijk niet verklappen. Het inkijkje van Philip Kerr, 456 bladzijden, speelt in allerlei steden; ik noem hier Buenos Aires, Havana, Mexico City, Chicago, New York en bovenal Miami en omgeving.
Tom Jefferson is een “sniper”, scherpschutter, eerste klas. Hij heeft al de nodige moorden op zijn geweten, onder meer van de president van Guatemala, als hij gevraagd wordt om Fidel Castro om zeep te helpen. Hem wordt daarvoor een kwart miljoen dollar in het vooruitzicht gesteld, waarvan de eerste honderdduizend vooraf. Dan wordt Tom’s vriendin Mary vermoord, vlak nadat hij een tape heeft aangehoord, waarin ze “het” doet met de president-elect. Daarop besluit hij, of krijgt hij de opdracht, om Jack Kennedy, 43 jaar, dood te schieten, in plaats van Fidel Castro. Aan de kant van Tom Jefferson treffen we o.a. Edith, zijn nieuwe vriendin, en mensen zoals boef Sam “Mono” Giancana uit Chicago en diens hulp Johnny Rosselli. Min of meer een dubbelrol is in het verhaal weggelegd voor Alex Goldman. Die helpt Tom Jefferson bij de moord op Kennedy, maar zit ook aan de kant van Tom’s tegenstanders, een groepje mensen van vooral de FBI en CIA, zoals Sheff Edwards, big Jim O’Connell en het duo Bissell en Barnes. Men huurt ex-FBI man Jimmy Nimmo met enkele helpers in om Tom Jefferson te elimineren. Wie wint: Jefferson of Nimmo? Of geen van beiden? En gaan de Verenigde Staten alsnog Castro laten vermoorden om daarna Cuba binnen te vallen?
Ik heb iets met Philip Kerr. Zijn boeken, zowel die van de Duitse SS-er Bernie Günther als zijn los staande verhalen kunnen mij bovenmatig bekoren. “The Shot” doet niet onder voor de rest die ik al gelezen heb. Het boek is heel spannend en je blijft je afvragen wie in het boek (ficie) aan het langste eind gaat trekken. Ik heb er een 8+ voor over en kijk met plezier uit naar mijn volgende aanvaring met Philip Kerr.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten