maandag 5 december 2016

Weblogbrief 12.06, 5 december 2016

Weblogbrief 12.06, 5 december 2016

Queridos amigos y familia, de fanatiekste herfstmaand is geweest en wat nu volgt, is de maand van “de feestdagen”. In Nederland begint die weg al met surprisenavond en de ochtend erop is het voor de kleintjes van “wie zoet is, krijgt lekkers” dan wel “wie stout is, de roe”. Hier in het geboorteland van de Goedheiligman - in ieder geval komt hij met de boot uit Spanje - komt Sinterklaas pas op 5 en 6 januari langs, in de vorm van de Drie Koningen. In plaats van “de roe” serveren die aan de stoute kinderen “carbon”, een zakje houtskool.
Intussen vraag ik mij wel af waarom mij niet vrijdagavond en zelfs niet zondagmiddag verteld is door mijn vrienden hier dat Fidel Castro wijlen is. Ik weet het, hij moet al vele jaren in pyjama hebben gelopen, maar toch. Het heengaan van de leider van zo ongeveer het laatste communistische bolwerk in de wereld is en blijft een gebeurtenis. Wat gaat er nu gebeuren? Ik hoor Donald Trump al roepen dat Cuba nu toe is aan een make=over, vanaf nu een 100% vrije vrijemarkteconomie.

Ik ga nog even terug naar mijn bezoek aan de tweede etage van het hoge gebouw van de gezondheidsfaculteit. Op de heren-wc achter de toiletpot zie ik wat je noemt een hygiënisch briefje aangeplakt: “Por favor, tirar de la cisterna y usar la escobilla. Gracias.” Dat staat voor: “Spoel wel door alsjeblieft en gebruik de wc-borstel. Bedankt.”

In de nacht erop, van 29 op 30 november, krijg ik de ene hoestbui na de andere, die maar beperkt te stoppen is met door mij gekoesterde Fisherman’s Friend “caramelos comprimidos / drageias. Eerder overdag al op de 29ste denk ik: ik ga toch niet verkouden worden. Enigszins gegeneerd zie ik Daniela voor me op onze gemeenschappelijke kamer op de faculteit, die die middag aanhoudend met haar loopneus bezig is. Hoe dan ook, al dat overdreven gehoest komt je nachtrust bepaald niet ten goede.
Op de 30ste zit ik, zeker in de middag, een beetje wezenloos op mijn balkon, dommel zelfs een paar keer weg. En dan denk ik: laat ik dan maar eens een keer heel vroeg naar bed gaan. Om 6 uur – het is nog net licht hier – kruip ik erin en ben snel vertrokken. Wonderwel hoest ik die nacht al veel minder, moet er wel twee keer uit om te plassen. ‘s Ochtends om 8 uur ben ik weer helemaal bij de les. Veertien uur achter elkaar in je bed doorbrengen, slapende, het is niet niks, maar op zijn tijd best heilzaam.

Op 29 november, als ik de universiteit verlaat, is nog altijd onduidelijk wie de nieuwe rector van de universiteit hier gaat worden. De uitslag van de eerste ronde was: Robaina 40%, Montoya 31% en Galván 29%. Daarmee is Galván, de man van rechtsgeschiedenis, afgevallen en gaat het in ronde twee tussen een bioloog en een dierenarts. De dag erop wordt mij ook de rest duidelijk: Robaina wint de tweede ronde met 54% van de stemmen tegenover Montoya 46%. De bioloog mag zich dus de nieuwe rector van de ULPGC noemen, is in de kranten en op internet te lezen. Almudena, de beoogde portefeuillehouder onderzoek van Montoya, pist naast het potje.

Dan is het nu tijd voor mijn verse muziekkeuze. Om de een of andere reden komt de jazzmuziek naar weinig aan bod in deze brieven. Dat ga ik nu een beetje goedmaken met mijn keuze voor Duke Ellington (1899-1974). Zijn postume dubbelcd “The essential Duke Ellington” uit 2004 heb ik de afgelopen zomer van Centre Ceramique gekopieerd. De eerste van de twee cd’s gaat over zijn jaren als orkestleider in de periode 1927-1937. Daarna volgt nog cd 2 over de periode 1938-1960.
Omdat ik die van de twee het mooiste vind, presenteer ik jullie hier de twintig nummers van cd 1. Hier zijn ze:
01.East St. Louis toodle-oo
02.Black and tan phantasy
03.Take it easy
04.Hot and bothered
05.The mooche
06.Rockin’in rhythm
07.Creole rhapsody
08.It don’t mean a thing (if it ain’t got that swing)
09.Creole love call
10.Sophisticated lady
11.Drop me off in Harlem
12.Solitude
13.In a sentimental mood
14.Back room romp
15.Clouds in my heart
16.Echos of Harlem
17.Caravan
18.Blue reverie
19.Diminuendo in blue
20.Crescendo in blue
Wat is die Duke Ellington iets bijzonders, als orkestleider en als componist. “In a sentimental mood” kennen de ouderen onder jullie nog wel als de openingstune van de kronkels die Simon Carmiggelt destijds op de VARA-tv voordroeg. En dan bekruipt mij ineens het gevoel dat ik jullie hier eerder al eens een acceptabele overzichts-cd van hem heb gepresenteerd: “Mood indigo” uit 1993. Met nummers daarop als “The mooche”, “Sophisticated lady”, “Solitude” en “Diminuendo in blue” kan ik moeilijk in herhaling vallen, hoe mooi ik ze ook vind. Echter, er blijft nog genoeg over op deze dubbelcd, ook uit de periode vóór 1938. Wat vinden jullie van bijv. “Rockin’ in rhythm”, “Creole rhapsody”, “It don’t mean a thing (if it ain’t got that swing)” en “Creole love call” (de laatste twee met een zangeres). En laat ik “Caravan” niet vergeten.
Duke Ellington blijft voor mij een van de charmantste orkestleiders. Hij lijkt me iemand van wie ik eens moet proberen veel en veel meer cd’s te bemachtigen dan het handje dat ik heb.

Harry heeft onlangs een heel mooi stuk geschreven over de belegering van Maastricht door de Fransen, in 1793 en 1794. Het gaat om een tweeluik, waarvan hij het tweede deel nog moet gaan opschrijven, maar deel 1 is echt “top”. De aanval van de Fransen in 1793 wordt nog afgeslagen, maar op het einde van deel 1, in 1794, staan er maar liefst 200.000 Franse revolutionairen voor de poorten van de stad. In de stad zelf trekken vooral de rijkaards aan de touwtjes, inclusief enige Franse adel en clerus, als die niet al weer naar het verdere noorden is vertrokken. En de top van de Nederlanden in de Randstad, met aan het hoofd stadhouder Willem V, is niet erg geporteerd om een stad als Maastricht, “beneden de Moerdijk”, uitgebreid te hulp te snellen. Het wachten is op deel 2 van het tweeluik, waarin het echt knokken wordt tussen de stadsmensen en het oprukkende Franse plebs. Harry moet het nog schrijven, maar het zit in de pen. Zie voor meer informatie: www.harryknipschild.nl.
(Harry maakt mij en passant attent op een serieuze uitglijder mijnerzijds: de dood van d’Artagnan voor de poorten van Maastricht is niet in 1794, maar zo’n honderd jaar eerder.)
Terzijde, Pierre Ubachs, in zijn leven bij uitstek deskundig op het terrein van de Limburgse geschiedenis heeft aan de episode helaas maar weinig woorden vuil gemaakt. Good old Edmond Jaspar is in zijn boek “Kint geer eur eige stad?” uit 1936 veel genereuzer
Heel mooi vind ik met Harry is dat je tegenwoordig op het internet allerlei oorspronkelijke bronnen kosteloos zonder poeha kunt raadplegen, in dit geval geschriften die de belegering verslaan, van rond 1800. Vroeger moest je echt stad en land afreizen om je oorspronkelijke materiaal te bestuderen. Nu ben je waar je zijn moet, binnen no time nadat je de computer hebt aangezet. Leven in de huidige tijd heeft ook zijn voordelen.

Omdat de decembermaand intussen begonnen is, mag ik al ietsje pietsje vertellen over de feestelijkheden in mijn buurt. Mijn Spar in de Alfredo Jones heeft intussen de borden van “Feliz Navidad”, gelukkige kerstmis opgehangen. In mijn Luis Morote worden we nu op diverse plaatsen lekker gemaakt met de aankomende geboorte van het kind in de kribbe. De aardigste – een beetje een zijsprong – vind ik tot dusver die van dameskledingzaak bij mij tegenover, “Besito Volao”, dat ik hier vertaal met “handkusje”, hoewel dat “volao” iets met vliegen is. Daar wordt nu iedere morgen opnieuw het ijzeren staketsel van een rendier voor de deur geposteerd, op redelijk ware grootte en met wel honderd brandende lampjes. Het is niet Rudolf, want een rode neus kan ik niet ontdekken. Maar ik vind het hoe dan ook een vondst.

En dan wou ik het nu nog eens hebben over de verkiezing van de nieuwe Amerikaanse president. Wie ik ook spreek, iedereen is het erover eens dat het deze keer met Donald Trump en Hillary Clinton twee keer niks was. Tegelijkertijd zijn we de afgelopen maanden in allerlei stukken en interviews steeds opnieuw de kant van Hillary Clinton opgeduwd. Als je de pers vooraf mocht geloven, had bullebak Donald Trump echt geen schijn van kans. Het was al een godswonder dat hij bloedserieuze republikeinse kandidaten zoals Jef Bush achter zich gelaten had. Echter, voor iemand als de democratische kandidaat Hillary Clinton, een door de wol geverfde politica, zou hij “preanuts” zijn, iemand de je zonder veel gedoe opzij zet. Dat Hillary ook nog eens een vrouw was, maakte het alleen maar erger. Een vrouw als president, dat was nog eens wat! Met Bill op de achtergrond was er geen moment twijfel wie er zou winnen.
Dat heeft – weten we sinds 8 november ‘s nachts – heel anders uitgepakt. Een ruime meerderheid van de bevolking die daadwerkelijk ging stemmen (50-60%), koos voor Donald Trump. Hillary kreeg alleen een beperkt aantal staten in het Noordoosten, plus aan de westkant Californië achter zich. Zou het zo zijn dat nogal wat mensen aan de linkse pers en pollmensen maar liever niet wilden vertellen dat ze op Donald Trump gingen stemmen. Echter, je kunt van Trump veel zeggen, maar niet dat hij deel uitmaakt van het politieke establishment is. Het verschil tussen de ware exponent daarvan, Hillary Clinton, en de zeer rechtse outsider Donald Trump was zo groot dat ik net als Donald Trump nog steeds doet, wel eens denk dat de pers, nogal links van het midden, ons vooraf een rad voor de ogen heeft willen draaien of zelfs belazeren met wishful thinking. Hoe kon ik het op 9 november ‘s ochtends in mijn hoofd halen om de stinkend rijke kandidaat van de republikeinen een reële kans toe te dichten om “president elect” te worden!
De eerste wonden zijn intussen gelikt. Volgens Ton, klinisch psycholoog in ruste, is Donald Trump compleet gestoord. Ik citeer hem maar eens: “De man heeft een narcistische persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. Hij is onberekenbaar, iemand van eerst praten en handelen en dan pas nadenken. Met hem in de pers af te vallen wordt zijn populariteit alleen maar groter. Laat hem met zijn totale gebrek aan empathie liever over zichzelf struikelen, zodat hij snel over het randje gaat. Volgens Ton is Trump een man die nog te maken zal krijgen met een “impeachment”-procedure. Ik dacht dat eerder juist Bill Clinton daar niet ver van af was geweest.
Harry vindt echter dat we Donald Trump op zijn minst een kans moeten geven. Natuurlijk had ik persoonlijk als halve “saloncommunist” veel liever een outsider aan de linker kant van het spectrum als Amerikaanse president gehad, zo iemand als Bernie Sanders. Echter, die is een paar maanden voor de verkiezing door de top van zijn eigen democratische partij zonder goede reden afgeserveerd, over je bemoeien met een verkiezing gesproken. En geloof het of niet, als je het aan de totale bevolking overlaat, om te beslissen, krijg je tegenwoordig bijna altijd eerder een rechtse dan een linkse baas. Ik heb er destijds in 2008 en 32012 een goed glas op gedronken, toen bekend werd dat Barack Obama, toch in ieder geval een beetje links, voor in totaal acht jaar in het Witte Huis heeft mogen zitten (maar veel klaargespeeld heeft hij niet). En is het niet een gotspe dat Hillary Clinton het zelfs vertikte om dezelfde Bernie Sanders als kandidaat vicepresident te kiezen?
Donald Trump, zou het vertikt hebben om voldoende belasting te betalen. Zelf wees hij er in een van de debatten met Hillary op dat zoiets heel gangbaar is bij mensen en instellingen bij wie veel geld omgaat. Dat gebeurt altijd en overal in de wereld, was zijn idee. Diverse leugentjes zijn hem evenmin vreemd; die ziet hij als nou eenmaal horend bij het reclamespel op weg naar het Witte Huis. Aan de andere kant, laten we niet vergeten, hoe Hillary Clinton aanhoudend – het gaat om e-mails over staatsgeheimen – vanaf een niet afgeschermde computer verstuurde. (Zou mij trouwens ook gebeurd zijn, denk ik dan.) En wie gaf de afgelopen jaren tegen zeer royale betaling allerlei lezingen aan de top van het Amerikaanse bedrijfsleven? Wie zat in de raad van Bestuur van Walmart? Dat was niet Donald Trump, maar dezelfde Hillary Clinton.
Ik zet tot slot maar weer eens mijn vraagtekens bij verkiezingen waarbij iedereen evenveel stemrecht heeft, “one man, one vote”. Waarom zou de stem van een geïnformeerd iemand zoals ik moeten wijken voor die van enkele niet of nauwelijks geïnteresseerden die op basis van enkele tv-spotjes en een enkel zeurderig debat voor de tegenpartij wensen te kiezen. Ik ben al lang geen fan meer van de democratische besluitvorming zoals die heden ten dage functioneert, in Europa en in Noord-Amerika. Kijk als voorbeeld naar ons eigen landje, waar dan mensen als Marc Rutte en Diederik Sansom komen bovendrijven en dan laat ik praatgrage aanschuivers in tv-programma’s als mannetje Pechtold en dat ventje van Groen Links, hoe heet hij ook al weer, Jesse Klaver, nog buiten beschouwing. Waarom ga ik eigenlijk nog stemmen?
Daar laat ik het voor dit moment even bij. Ik kom er vanzelf op terug, als Donald Trump binnenkort vreselijk in de fout gaat en Ton zijn gelijk krijgt.

Op 1 december geef ik maar eens toe dat ik mijn koffie het liefste niet te heet drink. Als ik mij hier ‘s ochtends van koffie voorzie, ben ik genoodzaakt om mijn eerste hete bakje altijd even laten staan op de balkonrand, totdat het de door mij gewenste iets minder temperatuur heeft. Met even blazen alleen kom ik er niet.
Nou is mijn koffiezetapparaat toegerust met een aan- en uitknop. Als ik te lang geen koffie aftap, springt het apparaat uit, op nul, tot ik het eventueel opnieuw heb aangezet. Ik vind zo’n automatische uitknop best handig voor als ik snel ergens moet zijn, het apparaat vergeet uit te doen en ‘s avonds laat, net weer terug, mag constateren dat een restje koffie, aangebrand of zelfs aangekoekt, het apparaat ontsiert. Dat heb ik liever niet. Echter, voor mij hoeft het apparaat niet echt binnen een uurtje al op de nulstand te gaan staan. Van een al te lauw kopje ben ik evenmin gediend. Het is en blijft een beetje marchanderen.

En dan is het vrijdagmiddag, als ik voor de zoveelste keer de Engelse groep Procol Harum uit de luidsprekers bij mij beneden hoor schallen, niet overdreven luid, maar toch. Bij Cafetería Nuevo Murias is het nummer “A whiter shade of pale” uit 1967 echt aan zijn revival bezig. Eerlijk gezegd heb ook ik best de nodige waardering voor de betreffende melodie van zanger en pianist Gary Brooker van de groep, maar de tekst van ene Keith Reid – hij speelt niet eens mee – blijft mij een beetje steken. Ik weet het: er zijn genoeg mensen die graag eens vernemen over de verworvenheden van de “Club Nautico”, het botenleven. Echter, is het op “A whiter shade of pale” niet een beetje te erg aangezet, vraag ik mij tegelijkertijd af. Hier zijn de eerste regels van het begoin van het couplet: “We skipped the light fantango, turned cartwheels cross the floor. I was feeling kinda seasick. The crowd called out for more.” Willen jullie ook een stukje refrein: “And so it was that later, as the miller told his tale, that her face at first just ghostly turned the whiter shade of pale.” Hebben we van doen met een heuse dichter? Is Keith Reid de nieuwe Shakespeare? Ik heb zo mijn bedenkingen.
Het is om die reden met gepaste terughoudendheid dat ik hier toch Procol Harum eens in het zonnetje ga zetten. Hoe ik eraan kom, weet ik niet meer, maar op mijn computer heb ik het complete twaalftal studio-albums dat de groep heeft voortgebracht, staan, mannetje aan mannetje. Hier zijn ze:
(1967) A whiter shade of pale
(1968) Shine on brightly
(1969) A salty dog
(1970) Liquorice John Death (Ain’t nothin’ to get excited about)
(1070) Home
(1971) Broken barricades
(1973) Grand hotel
(1974) Exotic birds and fruits
(1975) Procol’s ninth (klopt als een bus)
(1977) Something magic
(1991) The prodigal stranger
(2003) The wells on fire
Het zijn ze echt allemaal. In Wikipedia kan ik geen andere vinden. Daarnaast heb ik ook nog tweetal verzamelplaten, eentje met de hits op symfonische wijze en een registratie van een live optreden (in Utrecht). Om ook de minder bedeelden onder jullie ter wille te zijn kies ik hier voor een van de twee verzamelplaten. De nummers zijn allemaal uit de beginperiode, 1967-1970, toen Gary Brooker m.i. echt een popster van formaat was. Hier zijn de zestien nummers, met het jaartal erbij:
01.A whiter shade of pale, 67
02.Conquistador, 67
03.A salty dog, 69>BR> 04.Quite rightly so, 68
05.Shine on brightly, 68
06.She wandered through the garden fence, 67
07.Kaleidoscope, 67
08.Good captain Clack, 67
09.Skif softly (my moonbeam), 68
10.Ramblin’on, 68
11.Barnyard story, 70
12.Magdalene, 68
13.Whisky train, 70
14.The dead man’s dream, 70
15.Juicy John Pink, 69
16.All this and more, 69
Eind jaren zestig stelde Procol Harum echt wat voor. Naast “A whiter shade of pale” zijn nummers als “Conquistador” en “A salty dog” regelrechte hits uit die tijd. Echter, een raadsel blijft het waarom een van mijn favoriete Procol Harum-nummers niet op deze verzameling staat. Ik heb het over “Homburg”. Met dat “Your trousers got so dirty and your shoes are latched up wrong. You’d better take off your homburg, ‘cause your overcoat is too long” kan ik nog altijd lezen en schrijven. Is het van na 1970? Maar ik vind het ook niet terug op een van de latere albums van de groep, gelukkig wel op de andere verzamel-cd’s die ik heb, en op het symfonische muziekprobeersel van de hits.
Blijft voor mij wel onduidelijk waar de naam van de groep vandaan komt. Over dat “procol” tast ik geheel in het duister, maar het “harum” komt waarschijnlijk van “harum-scarum”, dat staat voor onbezonnen. Blijft staan dat Gary Brooker en zijn maten een potje bij mij konden en kunnen breken.

Op zaterdagmiddag is het tijd voor “El clásico”. Twee keer per jaar komen de twee beste voetbalelftallen ter wereld gewoon voor de Spaanse competitie tegen elkaar uit. Het prijs van het elftal van zowel Barcelona als Real Madrid is intussen goed voor bijna een half miljard euro. Hoe zal het gaan in de eerste wedstrijd tussen de twee, dit schooljaar? Hier in Las Palmas zitten we op 3 december ‘s middags bijna allemaal gereed vlak voor de aftrap.
Persoonlijk vind ik op dit moment Real ietsje beter, maar dan verneem ik dat Welshman Gareth Bale bij de Madrilenen ontbreekt wegens een langdurige blessure. De rest van de twee voorhoedes komt het veld op, als ik me bij El Palikeo aan parque Santa Catalina op een comfortabele plek ietsje rechts van het midden nestel, op rij twee vlak voor het immense scherm.
Om kwart over 3 Canarische tijd is de aftrap. Zeker in de eerste helft wordt er wel in een vreselijk hoog tempo gevoetbald – wat een tempo! – maar echte kansen, ho maar, geen eentje. Mijn idee: Real is bij de rust ietsje beter, met namen in het zestienmetergebied.
Het beeld verandert in de tweede helft direct na minuut 59. Dan belandt een vrije trap van Neymar zo maar op het hoofd van Luis Suárez vlak voor het doel en is het zo maar 1-0 voor Barcelona. M.i. gaat keeper Navas van Real bij de actie niet 100% vrijuit; maar reageren op een kopbal vlak voor je doellijn is inderdaad bijna ondoenlijk. Vlak daarop valt bij Barcelona Iniesta in voor Rakitic. Hij krijgt direct ook de aanvoerdersband toegeschoven. Zeer vermeldenswaard daarna vind ik een pracht van een kans van Neymar die echt maar net overzeilt. In minuut 81 volgt ook nog een kansje voor de zwaar bewaakte Leo Messi en even later voor Cristiano Ronaldo van Real aan de andere kant.
En dan is de wedstrijd alweer afgelopen. Of nee, net als het Duitse nationale team is Real Madrid pas uitgeteld, als het achterstaat, als de scheidsrechter voor het laatst op zijn fluitje heeft geblazen. In minuut 89plus, net voor tijd, kopt Sergio Ramos de 1-1 snoeihard binnen op een voorzet van links. Zo iemand als Ramos hoor je echt nooit vlak voor het doel vrij te laten koppen, net als Piqué bij Barcelona. Het is niet de eerste keer dat de man het kunstje flikt. Even later, in minuut 92 of 93, kopt dezelfde Ramos nog een bal van de lijn in zijn eigen doelgebied.
Het is bijna altijd een voorhoedespeler die wordt uitverkoren tot Europese voetballer van het jaar. Denk daarbij aan Ronaldo, Messi, Cruyff, Maradona of Pele. Ik vind het tijd worden om Sergio Ramos eens op de troon te zetten, de stevige, ouderwetse verdediger, die bij corners van Real en Spanje graag vlak voor het doel van de tegenstander opduikt. Hij is nu 34 jaar; de prijs zou hem sieren.

Dezelfde zaterdag, maar nu om 9 uur ‘s avonds, speelt in de “Pueblo Canrio” in parque Doramos de Buona Vista Social Club, is mij op enkele reclameborden in de stad verteld. Het is er eentje in een serie gratis concerten, genaamd “Musicando. Siempre Müsica, Siempre Sábados”. Ik erheen. Als ik in het park kom, om kwart voor 9, zie ik maar weinig mensen naar de “Pueblo” lopen. Zou het concert afgelast zijn in verband met de a.s. uitvaart van Fidel Castro in Cuba op zondag. Nee, als ik de poort voorbij ben, staat het plein tussen de Bodegón en het “Museo Nestor”, met op de achtergrond de Fataga, helemaal vol met stoelen, zo’n 500. Op een paar stoelen na, met daarop sjaals of tassen, zijn alle stoelen al bezet. Vele honderden andere mensen staan opzij en erachter, zelfs alle staanplaatsen zijn min of meer al vergeven. Ik doe – alleenstaande oudere die ik hier ben – toch maar eens mijn zegje op verscheidene plekken, waar ik nog lege stoelen bespeur. En het geluk lacht me toe, er wordt een stoel voor mij geleegd.
Ik zit net, als het licht uitgaat en een negen man (eigenlijk acht man en een dame) sterke band het podium betreedt. Ik had het al vermoed: ze zijn met hun 30 tot 50 jaar veel te jong om Eliades Ochoa en Omara Portuondo te kunnen zijn, de enig twee overgeblevenen van het illustere vijftal dat in de jaren negentig op instigatie van Ry Cooder de wereld veroverde. De betreffende cd “Buena Vista Social Club” met de bijbehorende film van Wim Wenders reken ik tot de beste muziek ooit. Helaas zijn Compay Segundo, Ibrahim Ferrer en Rubén González nu dood, alleen nog maar korte filmpjes te zien, die tussendoor vertoond worden. Elíades Ochoa, die ik hier tien jaar terug heb mogen meemaken, is er ook niet bij in de “pueblo”. En Omara, “la negra”?
Toch word ik verre van teleurgesteld. Het jongere gezelschap brengt de twintig jaar oude cd echt opnieuw tot leven. Ik zie het ene na het andere nummer van toen opnieuw weerklinken, in dezelfde stijl en met de nodige schwung. En wie komt er bij liedje zes uit de coulissen naar voren: “la negra”, ik neem maar aan dat het inderdaad Omara Portuondo is. Voor een oude van dagen ziet ze er nog heel vief uit. Na haar “Viente Años” gaat ze even achter het podium bijkomen, maar is later voor enkele nieuwe duetten en de slotnummers nog weer terug.
Op het einde va de happening worden de diverse muzikanten een voor een omstandig aan het publiek voorgesteld en mogen ze ook allemaal een solootje ten beste geven. De vier muzikanten uit de tweede rij komen uit Gran Canaria, maar de frontlinie met van links naar rechts de pianist, een prima Rubén González, de drie zangers en de gitarist is origineel Cubaans. De gangmaker van het gezelschap in het midden bespeelt twee grote trommels, bongo’s, maar hij doet ook de meeste praatjes tussendoor. Er volgen tenslotte twee toegiften. Pas daarna, om kwart voor 11, mogen we huiswaarts. Om half 12 kruip ik onder mijn dekentje.

De zondag is zo rustig dat ik voor mijn brief niks noemenswaardigs te melden heb. Ik drink mijn koffie, niet te heet, doe mijn ding, o.a. een megabak ui, paprika en tomaat fabriceren en stel mijn bedwas doen uit tot morgen, omdat het – zeker in de morgen – een paar keer begint te plenzen. In de middag is het wel droog en aangenaam warm, maar dan zit ik bovenal mijn tweede boek uit te lezen en mijn brief op te schonen. De avond gaat roemloos voorbij.

Zijn er veel kinderen voor wie sinterklaas al in het weekend gereden heeft? Of is het pas vandaag 5 december surprisenavond, “zoe es ’t ziech huurt”. Wacht met op de buitendeur bonzen tot de straatlantaarns aangaan.
Dan zuig ik hiermee een punt aan deze brief. Hij gaat vanmiddag uit, als de faculteit mij tenminste wil binnenlaten in Las Palmas-Zuid. Zowel morgen als donderdag zijn vrije dagen hier vanwege eerst iets nationaals en dan ik geloof Maria Boodschap (of is het Maria Ontvangenis). Een “puente”, brug, is een dag dat je hier erbij neemt om de duur van je vrije periode te verlengen. Ik voorspel dat er bij de overheid en ook bij de universiteit heel wat gebrugdagd gaat worden deze week. Om die reden weet ik nog niet of ik mijn volgende brief op vrijdag of pas maandag kan versturen.
Intussen, mijn idee over surprisenavond getrouw, wacht met deze brief lezen tot morgen. Er staat zoals steeds geen letter in die niet even kan wachten. Vanavond gaat het van “Sinterklaas zijn paardje, wit van hoofd tot staartje, rijdt over de daken kindjes blij te maken”. Daarna is het pas weer business as usual, hoewel er diverse recepties de komende weken op de loer liggen. Drink niet te veel, behalve water, strooi eens wat pepernoten en kushandjes rond en tot ziens maar weer, hasta luego, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

Ik ben een fan van Philip Kerr. De oorspronkelijke Schot heeft intussen een hele trits boekn op zijn naam staan. Omdat ik de recente allemaal soldaat gemaakt heb, begin ik ook maar eens aan de eerdere die ik nog niet gelezen heb. Zo kom ik als vanzelf uit bij “A five year plan” uit 1997. Het is een los staand verhaal dat vooral op de Atlantisch oceaan speelt.
In het boek komen nogal wat klassieke films langs. De titel is ontleend aan de film “The third man”. Daarin zegt Harry Lime: “These days, old man, nobody thinks in terms of human beings. Governments don’t, so why should we? They talk of the people and the proletariat and I talk of the mugs. It’s the same thing. They have their five year plans and so have I”. Of de vijf jaar detentie van Dave Delano voordat hij weer in de boevenwereld terecht komt, er ook mee te maken heeft, laat ik in het midden.
Hoe dan ook, als Dave Delano uit de gevangenis komt, krijgt hij bijna drie ton aan dollars in zijn schoot geworpen, omdat hij is gaan zitten in plaats van baas “Naked” Tony Nudelli. Dan komt hij met een plan dat hij in de gevangenis heeft uitgebroed. Er worden luxe boten over de oceaan getransporteerd met daarin verstopt tientallen miljoenen. Die wil Dave tijdens een overtocht gaan plunderen en zich dan wegmaken. Zijn partner in crime wordt de roekeloze Al Cornaro. En dan zitten ze op de Duke, een schip waarop wel twintig boten liggen verankerd. Daarvan zijn er drie complete geldtransporten, heeft Dave Delano uitgezocht. Om het verhaal te compliceren zit in een van de andere boten een lading cocaïne verstopt en is er ook een boot van de FBI om die boot in de gaten te houden. En is er een boot van een filmmaatschappij, gespecialiseerd in porno. Ergens midden op zee moet het gebeuren, Dan zouden de drie boten vol dollars geplunderd gaan worden en kiezen Dave en Al vervolgens et ruime sop. Of is het weer ingewikkelder dan het op het eerste oog lijkt?
Bij Philip Kerr denk ik aan spannende boeken rond de tweede wereldoorlog en dit is iets totaal anders. Ik moet de auteur toegeven dat zijn verhaal ontzettend vlot is geschreven, ook rijk is aan one-liners en weetjes over film, maar spannend is anders. Geef het maar toe, ik ben met de verkeerde insteek aan dit boek begonnen. Ik kom daarom niet verder dan een 7½ als recensiecijfer. Wie eens iets leuks wil lezen, kan ik dit boek van harte aanraden.

Op zondagmiddag, vlak voor de gong, heb ik boek twee uit. Het betreft “Prime Time” van Liza Marklund uit 2002, haar veertiende als ik het wel heb, dat ik eigenlijk in het oorspronkelijke Zweeds dan wel in Nederlandse vertaling had moeten lezen. Niettemin, de Engelse vertaling (van Ingrid Eng-Rundlow) mag er zijn. Ik ben helaas niet kapot van de kaft. Die is net ietsje te schreeuwerig, van “wat zijn we weer goed bezig”.
Het boek speelt vooral in Stockholm, maar gaat over een moord in een naburig kasteel in Yxtaholm. De titel “Prime Time” is ontleend aan de zomerspecial die daar wordt opgenomen. Hoofdpersoon is niet iemand van de politie, hoewel luitenant Q best vaak in het beeld opduikt. Nee, dat is zoals in de eerdere boeken van Liza Marklund journaliste Annika Bengtzon. Zij werkt bij een landelijke krant, tabloid Kvällspresse. Ze gaat niet met haar vriend Thomas en hun twee kinderen mee op midzomeravond 22 juni bij zijn grootouders – dat gaat nog gedonder geven – omdat ze voor de krant naar het kasteel wordt gestuurd. Tv-persoonlijkheid Michelle Carlsson is vermoord, kennelijk door een van de twaalf aanwezigen bij de braspartij na afloop van de op tape opgenomen uitzendingen van “Summer frolic at the castle”. Ga ik alle twaalf namen noemen? In notendop, zes zijn er van de televisie, twee zijn nog aanwezige gasten, twee horen bij Michelle en tenslotte zijn er nog twee van de krant. Op de redactie en bij haar speurtocht krijgt Annika hulp van o.a. Anders, Bertil en Berit, maar niet van Editor-in-chief Torstensson (zonder voornaam). Wie, in nulvoud, enkelvoud of meervoud, is de dader?
Ik heb de ruim 400 bladzijden niet verslonden, maar me aan het lezen houden deed Liza Marklund best wel. Als ik mensen als Henning Mankell (“a league of her own”), Patricia Cornwell “(“one of the most dymamic and popular crime writers of her time”) of Harlan Coben (“edge-of-your-seat suspence”) mag geloven, is het woord briljant hier niet te veel gezegd. Ik persoonlijk doe het voor net ietsje minder. “Prime Time” van de dunne blondine Liza Marklund is m.i. redelijk spannend, maar nergens vind ik het ook geestig. Ik mis het extraatje dat ik soms bij thrillers tegenkom en dat mij dan aangenaam verrast. Ik heb er als recensiecijfer een 7½ voor over, alweer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten