maandag 4 december 2017

Weblogbrief 13.04, 4 december 2917

Weblogbrief 13.04, 4 december 2017

Querid@s amig@s y familia, ik ben pas vijf dagen verder en nu al ga ik jullie lastig vallen met mijn volgende brief. Morgen is het 5 december en jullie zijn toch wel in de weer met het neerpennen van sinterklaasgedichtjes. Hier moeten we nog een maand wachten, tot de drie koningen op 5 januari (2018!) hun glorieuze entree gaan maken. Het is niet anders.
Zowel op de heenweg naar de universiteit als terug naar mijn buurt zie ik grote reclameborden staan van een kennelijk nieuwe winkelkolos: Conforama. De nering schijnt iets met wasmachines van doen te hebben; daarvan staat tenminste een exemplaar op de grote, rood-witte borden. Wat mij vooral integreert, is de slagzin van de zaak: “¡Hola! ¡Tamaraceite!”. “Hola” staat voor hallo, maar “Tamaraceite”? Ik heb oprecht niet het minste idee waar dat voor staat. Mijn Spaanse woordenboek geeft helaas evenmin uitsluitsel, ook niet mijn “diccionario Español-Canario básico”. Ik zal er eens bij deze of gene naar moeten vragen. (Nagekomen bericht van Laura: Tamaraceite is een dorpje op het eiland met een groot winkelcentrum. Bus 91 rijdt erheen.)
Nou ik toch op zijn Spaans bezig ben: ik kijk in bus 12 tegen een zwart truitje van een jongeman aan, waarop in kapitale letters “¡A lo suyo…!” is geschreven. “Suyo” staat voor “van hem”. Is het een manier om te laten merken dat er niet met je te spotten valt? Jullie willen ook nog een Engelse slagzin? Een andere jongen, nu in mijn favoriete parkje, heeft op zijn t-shirt staan: “It never gets better”. De tekst zit min of meer verscholen achter een groot geel “GO ON!”, met daaronder “Get better!”. Dat is nog eens het soort positivisme, waar ik iets van kan opsteken.
In El País lees ik woensdagavond ik dat het Britse Koninkrijk als eerste land Viagra heeft vrij gegeven. Je kunt het seks-hulpje daar dus vanaf nu zonder doktersrecept krijgen. Hoewel, ik heb begrepen dat het al jaren een peulenschil is om het via het internet te bemachtigen. Zullen er nu meer bejaarden “het” weer gaan doen?

Op de terugweg naar mijn woning vanaf het buurtpark koop ik bij computerwinkel Viratel op de calle Juan Rejón een nieuw verlengsnoer, waarmee ik van één USB-poort er vier kan maken. Op mijn niet al te nieuwe Palmese laptop is er nog maar één in bedrijf en het vorige apparaatje voor extra poorten heeft het kennelijk begeven. Het nieuwe, dat ik me daar aanschaf voor het te verwaarlozen bedrag van 9 euro, doet het vanaf donderdagmorgen uitstekend.

Dat is dan wel tevens het moment om mijn eerste plaatje bij deze brief aan te kondigen. Eerlijk is eerlijk, ik ben maar een beperkte fan van Italiaanse muziek. Natuurlijk kan voor mij Rocco Granata’s “Marina” niet stuk en ook kan ik nog steeds voor me uit mijmeren bij “Non ho l’età” van Gigliola Cinquetti. Maar toch, in het algemeen heb ik onder de Latijnse talen meer op met bijv. Franse, Spaanse en Portugese muziek dan met Italiaanse. Op zijn tijd ben ik zeer gecharmeerd van bijv. Edith Piaf, Joaquín Sabina en niet te vergeten de fado van mensen als Amalia Rodrigues of Alfredo Marceneiro. Het Italiaanse repertoire gaat een beetje aan me voorbij, met uitzondering van het werk van Paolo Conte en Fabrizio de André.
Trudie gaat nu zaterdag 3 december eten bij Eddie & Elly, samen met Marcel & Mariëtte. Ik herinner me dat we afgelopen zomer, met mij erbij, bij Marcel & Mariëtte thuis hebben gegeten; dat was een hele happening. Bij het natafelen bracht Marcel toen een Italiaanse volkszanger ter sprake, waar ik nog nooit van gehoord had: Gianmaria Testa. Als artiest werd hij pas op latere leeftijd bekend, met studiomuziek in de periode 1995-2011. Hij overleed in 2016, als ik het wel heb. Vóór zijn zangcarrière was hij geloof ik postbode in een Italiaans dorp. Marcel blijkt zelfs postuum nog steeds een fan van de man te zijn. Hij heeft al diens studio-cd’s op eentje na. Ik thuis even zoeken in de Rotterdamse cd-theek: blijkt er onlangs, in 2017, een doosje te zijn uitgekomen met de complete bups. Die serie heb ik me uiteraard niet laten ontgaan. Hier zijn de titels:
(1995) Montgolfières
(1996) Extra-muros
(1999) Lampo
(2000) Il valzer di un giorno
(2003) Altre latitudini
(2006) Do questa parte del mar
(2011) Vitamia
Laat ik – mede om Marcel een hart onder de riem te steken – eens eentje van Gianmaria Testa opzetten. Wat is er tegen de eerste? Niks? Dan komen hier de veertien nummers van Montgolfières, zijn debuutalbum. Nou maar hopen dat iemand als Piet er niet met een kwaad oog naar gaat kijken, onderwijl heftig gesticulerend dat ik van Italiaans ook al niks begrepen heb.
01.Città lunga
02.Le traiettorie delle montgolfiere
03.Habanera
04.La donna del bar
05.Dentro la tasca di un qualunque mattino
06.Un aeroplano de vela
07.Come le onde del mare
08.L’automobile
09.Senza titulo
10.Le donne nelle stazioni
11.Maria
12.Manacore
13.La terra delle colline
14.Città lunga (reprise)
Het is niet dat Gianmaria Testa mij de ogen opent voor een heel nieuwe stroming in de muziek, maar hij heeft wel wat. Dat vond ik al bij Marcel & Mariëtte thuis en nu nog steeds. Ik zie hem als een Fabrizio de André in het klein en laat ik in dezelfde zin dan ook maar Francesco de Gregori en Francesco Guccini noemen. Jullie willen nog nummers met stip? Dan kom ik deze keer uit bij een aantal langzame nummers: “Città lunga”, “La donna del bar”, “Senza titulo” (dat kan zelfs ik foutloos vertalen), “Maria” en “Maracone”. Mijn ster gaat naar “Dentro la tasca di un qualunque mattino”.
Terzijde, Marcel heet van achteren Nicolaas. Het kan toch niet zo zijn dat hij a.s. woensdag jarig is...

Kun je de hele dag op je balkon blijven zitten met een spannend boek en zelfs geen ommetje willen maken? Het duurt op donderdag tot half 8, voordat ik mijn moede lijf in beweging zet om toch maar even de buurt te bemonsteren. Vaag in mijn achterhoofd staat mij bij dat dat nodig is om je gewrichten en spieren in conditie te houden.
Ik kom niet veel verder dan mijn bank op de boulevard, vlakbij het NH-hotel. Daar luister ik naar cd Jupiter 2 van Blaudzun, met negen mooie nummers, o.a. “Press on (Monday’s child)” en “To be lost in 87”, en keer dan weerom. Geen nieuws, goed nieuws. Of is dat de zoveelste dooddoener?

Op de vrijdagmorgen maak ik me druk over het woord “pyjama”, in het Nederlands met yj. Jullie weten allemaal waar ik het over heb: een jasje en een broek voor in bed. Voor de goede orde: ik doe al meer dan vijftig jaar zonder. De spelling is denk ik een echte instinker in een dictee van de Nederlandse taal. In het Spaans is het “pyama” zonder de j. Daar zit wat in, als je bedenkt dat een Spaanse j voor onze keel-g staat en een y voor onze j. Ik zou het dan wel liever met een i schrijven: piyama of eventueel piama.
Willen jullie ook de Franse en Engele versie? Dan kom ik uit bij “pijama” in het Frans, inderdaad met een i, en in het Engels (meestal) “pajamas” met een a en in het meervoud. “Pyjama”, is het van origine een woord van de Amerikaanse indianen of hun evenknie uit India of word ik verondersteld om de afkomst van het woord veel dichter bij huis te zoeken? Misschien kan iemand er eens een ethymologisch woordenboek bijhalen; dat heb ik hier niet, helaas.

Als ik zaterdagmorgen mijn loggia betreed, is het voor het eerst in deze winter aan het regenen hier. “Fiezele” (hoe vertaal je dat in het Huilands?) is overigens een betere omschrijving, want veel valt er niet uit de lucht. Carlos heeft zijn vier tafeltjes met stoelen toch maar buiten gezet, maar er zit om half 9 nog niemand aan de koffie.
Dan zie ik een man komen “aonsjravele” (alweer zo’n Maastrichts woord). Hij zou, als ik naar zijn huidskleur kijk, van Indiase of Pakistaanse afkomst kunnen zijn, maar past zijn hangsnor daar wel bij? Met luider stem brengt hij “Singing in the rain” ten gehore, terwijl het water op zijn hoofd neerkomt. Ik persoonlijk prefereer de versie van Gene Kelly, eventueel Doris Day, maar zijn gekweel kan er redelijk mee door.
Het duurt even voordat de eerste paraplu’s zich op straat laten zien – wat wil je, zaterdagmorgen. Zo waar spot ik ook een oudere dame met een doorzichtige, groene poncho. In mijn andere café beneden staan Francesco en zijn dames even later al evenzeer als Carlos gereed om mensen van koffie en in hun geval ook Italiaans gebak te voorzien. Als ik aan de achterkant van de woning naar de wc ga – dat moet op zijn tijd ook gebeuren – verneem ik dat ook de “bambino” er is. Hij hangt een beetje aan de rokken van zijn dames, dat wel.
Vanaf 12 uur is het terras van Don Manué aan de overkant idem dito van de partij. Het is dan al weer een tijdje droog. In mijn straat is nu een hoop leven en ben ik nou vanwege de regen verschoond gebleven van de vermaledijde volkszang op de hoek van Santa Catalina bij het standbeeld van Lolita Pluma? In dat geval mag ik wat mij betreft wel vaker op zaterdagmorgen een regenbuitje voorbijkomen.

Het leven gaat hier ook in het weekend zijn gangetje. Als ik ‘s avonds bij de zee de bocht naar rechts maak, loop ik echt als een habitué over Las Canteras. En het moest ervan komen: ter hoogte van Saolo Torón is de kerstzandbak klaar voor bezichtiging. Een stroom auto- en allochtonen bekijkt beneden de “belén de arena” of het een godswonder is. Vorig jaar heb ik mijn bezoek uitgesteld tot eerste kerstdag en dat lijkt me ook voor dit jaar een goed plan. Wel kan ik nu al niet uit onder de kerstboom op de boulevard, zo’n tien meter en een en al groene en witte lampjes, met een rode, vijfpuntige ster aan top. Is dat niet de ster van Heineken? Op Saolo Torón moet ik overigens zijn, als ik op 16 december het concert van de symfonische harmonie van de stad wil bijwonen.
Ik loop door tot het stuk achter Las Canteras, maar daar word ik lastig gevallen door een dame die echt hyperdepiep is. Dan is de terugtocht naar de bewoonde wereld snel gemaakt. Wordt het toch weer mijn bank bij het NH-hotel, waar ik de cd “Highway companion” van Tom Petty in zijn geheel nog eens afluister. De cd is van 2006 en wat blijven nummers als “Down South”, “Big weekend”, “Damaged by love” en “Ankle deep” van bijzondere kwaliteit!

De afgelopen maanden heb ik in Maastricht en hier zitten zoeken naar mijn beste honderd muzieknummers, met de artiest(en) erbij. Die krijgen jullie deze week van mij op een presenteerblaadje, als Sinterklaas-surprise, alfabetisch op de (voor)naam van de uitvoerder, in vijf rijtjes van twintig. Per artiest is er een maximum van twee nummers. Natuurlijk is mijn keuze gebonden aan tijd - volgende week verander ik misschien weer wat – maar eens moet het er maar eens van komen. Omdat deze brief anders aan de korte kant is, lijkt me dit een geschikt moment. Voor dagelijkse en doodzonden dan wel kritisch commentaar houd ik mij uiteraard aanbevolen. Bij mijn crematie mag de hele handel in het café geshuffeld en gedraaid worden. Daar gaat-ie:

Abba – Ring ring (bara du slog en signal)
Anton Karas – Harry Lime theme
Beatles – I'm only sleeping
Beatles – A day in the life
Benny Neyman – Trök naor Blauw Dörrep
Bette Midler – Hello in there
Bette Midler – Beast of burden
Bill Black's Combo – Don't be cruel
Bill Haley – See you later, alligator
Billie Holiday – Ain't nobody's business if I do
Billie Joe Spears – Blanket on the ground
Bob Dylan – Absolutely sweet Marie
Bob Dylan – Not dark yet
Bram Vermeulen (Neerlands Hoop) – Peter
Buddy Holly – Well allright
Byrds – Drug store truck driving man
Caterina Valente – Dich werd’ ich nie vergessen
Chaka Khan – Ain't nobody
Chavela Vargas – Que te vaya bonito
Coasters – Along came Jones

David Bowie – Heroes
Dean Martin – Torna a Surriento
Dire Straits – Money for nothing
Dolly Parton – Wild flowers
Donovan – The little tin soldier
Duane Eddy – Peter Gunn
Dubliners – The wild rover
Eddie Cochran – Three steps to heaven
Edith Piaf – Non, je ne regrette rien
Eliades Ochoa & Cuarteto Patria – El cuarto de Tula
Elvis Presley – Hound dog
Elvis Presley – Wild in the country
Everly Brothers – I wonder if I care as much
Fabrizio de Andre – Via della povertà
Fats Domino – Blueberry hill
Frank Sinatra – I can get along without you very well
Frans Theunisz – Sjeng aon de geng
Gerry (Marsden) & the Pacemakers – You'll never walk alone
Gilbert Bécaud – Nathalie
Gretchen Peters & Tom Russell – Billy 4

Gretchen Peters – 5 Minutes
Harry Bordon – Wie sjoen us Limburg is
Joan Osborne - One of us
Joaquín Sabina – Arenas movedizas
Joe Cocker – Ruby Lee
John Lennon – Crippled inside
Johnny Jordaan – Jordaanwals
Johnnty Otis & Three Tons Of Joy – Ma he's making eyes at me
Johnny Ray – Yes tonight, Josephine
Johnny & the Hurricanes – Red river rock
Kinks – A well respected man
Kinks – Dedicated follower of fashion
Linda Ronstedt – Blue bayou
Little Richard – Lucille
Louis Prima – Buona sera
Maggie Reilly & Mike Oldfield – Moonlight shadow
Maria Dolores Pradera – No me amenaces
Mariah Carey – I'll be there
Mark Knopfler – Lights of Toarmina
Mark Knopfler – Broken bones

Max (Maximiano de Sousa) – A rosinho dos limoes
Michael Jackson – Jam
Mick Jagger – Sweet thing
Mick Jagger – Wandering spirit
Mistinguett – Ça c'est Paris
Nanci Griffith - Love at the Five and Dime
Natalie Imbruglia – Torn
Neil Young – Blue eden
Nina Simone – My baby just cares for me
Nino Tempo & April Stevens – Deep purple
Paddy Reilly – Peggy Gordon
Paolo Conte – Max
Patti Page – Tennessee waltz
Paul McCartney – Mull of Kintyre
Paul McCartney – Sing the changes
Perez Prado – Mambo No. 8
Pink Floyd (David Gilmour) – Comfortably numb
Pink Floyd – Coming back to life
Prince – Purple rain
Prince & Rosy Gaines – Nothing compares 2U

Procol Harum – A whiter shade of pale
Ray Charles – Night time is the right time
R.E.M. - Losing my religion
Rod Stewart – Mandoline wind
Rolling Stones – It's all over now
Rolling Stones – Sister Morphine
Rowen Heze – De Peel in brand
Ryan Adams – Sweet Virginia
Sandy Coast – Capital punishment
Solomon Burke – Valley of tears
Tammy Wynette – Stand by your man
Thei Menten – Sjeng de moneka
Thin Lizzy – Whiskey in the jar
Tim Hardin – If I were a carpenter
(Ike &) Tina Turner – Nutbush city limits
Tom Petty - Down South
Tom Petty and the Hearbreakers – Learning to fly
Toumani Diabaté & Ali Farka Touré – Kala
Van Morrison & Chieftains – Irish heartbeat
West Side Story cast – Gee, officer Krupke

Moet ik ook nog een of meer alarmschijven geven? Ik heb zonder probleem een tiental in de aanbieding. Nee dus, besluit ik dapper. Is dit geen ontzettend mooie serie?

Op de zevende dag nam de Here zijn rust. Wat zal ik eens over mijn zondag neerpennen. Naar aanleiding van mijn tweede boek in de bijlage vertel ik jullie dat er niet één, maar twee Kansas City’s zijn. Bij het nummer “Kansas City” (here I come), vooral bekend van Wilber Harrison, kun je nog twee kanten op, denk ik dan, hoewel de twee steden vlak tegen elkaar aanliggen, in Missouri waar mijn boek speelt en in Kansas.
Op zo’n 300 km ten zuidwesten van de KC’s ligt de stad Wichita. Toen ik 18 of 19 jaar was en op een zolderkamertje woonde in de Amsterdamse Linnaeusstraat, trof ik in een disco bij het Leidseplein (Blue Note?) de Amerikaanse Evy Penner. Ze kwam inderdaad uit Wichita en hing met vriendinnen en vrienden de toerist uit in Amsterdam. De dag erop ging ze weer door naar de volgende Europese bezienswaardigheid. “Europe on five dollars a day”, dan maak je nodige kilometers. Ik heb Evy, een kleine opdonder van mijn leeftijd, maar één avond meegemaakt, maar we konden wel samen door één deur. Daarna hebben we een jaar of twee brieven aan elkaar geschreven. Het goede woord uit de tijd voor internet is geloof ik “pen pals”. Mij staat bij dat ze een schools, maar zeer leesbaar handschrift had. In haar brieven was ze bepaald niet te beroerd om ergens haar mening over te geven.
Ik herinner me dat ik haar eens per brief toevoegde dat meisjes net als trams zijn: als ze weg zijn, neem je de volgende. Haar antwoord, haast stante pede: “Trams are like boys: too much noise”. Rijmen doet het ook nog, haar antwoord. Heel mooi vond ze de sirtaki-film “Zorba the Greek” uit 1966 of zo, met Anthony Quinn in een glansrol. Het onderliggende boek van ene Karamazakis of zo stuurde ze me prompt toe. Leeft ze nog? Wat is er van Evy geworden en hoe zou het eventueel nu met haar zijn?
Voor haar draai ik op de zondagmorgen nog maar eens een van de wereldhits van componist en orkestdirigent Mikis Theodorakis: “Zorba’s dance” of de variant ervan “Sirtaki”. Kom me niet aanzetten met de versie van het Trio Hellenique, als het het origineel binnen bereik is. En ik doe er moeiteloos nog eens “Zorba the Greek” bij, het eveneens prachtige openingsnummer van de film.

Als ík ‘s middags aan de afwas ben, ontdek ik op mijn sponsje naast de gootsteen een behoorlijk groot exemplaar van een kakkerlak, levend en wel. Is dat de jongen (of meisje) die aan Trudie vorige week ontsnapt is en is het een nieuwe indringer. Ik ben voor conservering van al wat groeit en bloeit en altijd weer boeit, maar helaas: dit “oongecieferte” verdwijnt in een stuk keukenpapier om vervolgens gekilld te worden (met twee ellen). Daarna gaat het exemplaar van de familie Blattidae richting vuilnisbak.
‘s Avonds loop ik op Las Canteras een man tegen het lijf die best wat weg heeft van Mark Rutte, onze minister-president. Hoewel, het kan hem haast niet zijn, want op zondagavond eet hij altijd bij zijn moeder en op maandag wordt hij verondersteld Willem-Alexander bij te praten. Hij heeft een mooi shirt aan, waarop met grote letters IMPROVE staat. De letters zijn wel horizontaal doorgestreept. Mensen, zelfs die van de VVD, hebben recht op een uitje, zal ik maar zeggen.

En dan is de maandagmorgen alweer in zicht. Afgelopen woensdag heeft Mariela voor me gebeld met Laura, mijn Canarische “limpiadora” van vorig voorjaar. Vanmorgen komt ze voor het eerst “pótse”, om 10 uur. Als ik vanmiddag naar de universiteit ga, o.a. om mijn vierde brief te posten, mijn e-mail te besnuffelen, Harry’s website te bezoeken en mijn Maastrichtse buurvrouw Jenny’s inaugurale rede te lezen, neem ik aan dat mijn woning er weer pico bello bijligt. Ik kan het trouwens nog net controleren, voordat ik bus 12 neem naar het zuiden.
Morgen ga ik nog verder van huis dan het zuiden van de stad. Dan reis ik helemaal af naar Maspalomas, op bezoek bij de drie musketiers: Marja, Claar & Cyntha. Daarvan zal ik in mijn volgende brief kond doen, a.s. vrijdag op 8 december. Lux & Dalí hebben hun cadeautjes al binnen; daar kwam de Goedheiligman zaterdagavond al langs. Is er nog iemand die morgen, op 5 december ‘s avonds, of overmorgen, op 6 december in alle vroegte, het ijzersterke koppel Sint en Piet gaat verwelkomen?
Voor nu wens ik het jullie weer, met vlag en wimpel. Houd je niet teveel in en tot ziens maar weer, hasta luego, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

Als een thriller van een Nederlandse schrijver vijf sterren van Vrij Nederland krijgt, komt hij haast vanzelfsprekend op mijn boekenverlanglijst. In 2016 is dat het geval met “W.O.L.F.” van Boris O. Dittrich. Ik ken hem niet als advocaat, ook niet als man van Rights Watch, maar vooral als politicus van D’66. Ik heb het boek als e-exemplaar en het speelt in Berlijn.
Commissaris moordzaken Fatima Ostürk, 37 jaar en van Turkse ouders, en haar rechterhand en vriend Gerhard Bauknecht moeten de moord op twee broers: Turkse restauranthouders, zien op te lossen. Tezelfdertijd vestigt het homo-echtpaar Milos Berger en Amnon Glaser zich in de stad. Milos is van Social Justice International (ongeveer zoals Dittrich) en Amnon, joods van origine, is beeldhouwer. Bij Milos op kantoor komt Christian, zoon van Gerhard Bauknecht, stage lopen.
Politieman Gerhard Bauknecht is begaan met het lot van Wolfgang Detmers, een jongen die steeds meer tot een neonazi verwordt. Dan blijkt dat Wolfgang heeft toegekeken, toen de restauranthouders door een neonazi uit de commune W.O.L.F. (Whites Only Liberal Front) doodgeschoten zijn. Die persoon, Helmut Kruse, domineert de betreffende commune steeds meer. Hij is fel tegen Turken, joden, asielzoekers, moslims en gaat daar met de andere communeleden actie tegen voeren. Twee min of meer andersdenkenden in de commune, Daniël en Ingrid, verdwijnen van het toneel. Helmut Kruse wordt vervolgens steeds meer een extreemrechtse politieke figuur, een Duitse Pim Fortuyn of Geert Wilders (met als motto: “Duitsland voor de Duitsers!”). Dan, op blz. 289 van de 325, is het boek bijna ineens afgelopen: Helmut’s hoofd wordt na een avond “Oktoberfest” in een park gevonden. Wie is voor die moord aansprakelijk?
Boris (O.) Dittrich heeft met “W.O.L.F.” best een lezenswaardig en actueel moordboek afgeleverd. Ik heb het met genoeg schwung zitten lezen. Op zijn taalgebruik is evenmin iets aan te merken, zelfs zijn gebruik van het woord bosschage. Toch heb ik één belangrijk minpunt: de periode tussen het ontdekken van Daniël en Ingrid en het vinden van Helmut’s hoofd wordt compleet overgeslagen, alsof er een paar katerntjes uit mijn e-reader zijn gescheurd. Daardoor ga ik toch een beetje schipperen met mijn recensiecijfer en blijf ik voor “W.O.L.F.” steken op een 8-. Niettemin, Dittrich is nog niet van me af; ik wil t.z.t. best nog eens een ander boek van hem lezen.

Ik heb nog een tweede boek in mijn bijlage zitten, dat ik hier ook de revue laat passeren. Het is van een dame uit Chicago, Gillian Flynn, en het heet “Dark Places”. Het is uitgebracht in 2009 en speelt vooral ergens op de grens tussen Missouri in het oosten en Kansas in het westen, in de buurt van Kansas City in Missouri.
Hoofdpersoon is Libby Day. Ze is nu 31, chronisch depressief en misschien komt dat mede, omdat ze 24 jaar eerder als 7-jarige benjamin een behoorlijk stuk van haar familie heeft zien afslachten: haar moeder Patty, toen 32, plus haar twee oudere zussen Michelle en Debby, toen 10 en 9. Nu heeft ze wel nog haar oudere broer, Ben, toen 15, maar die zit vanwege de moorden levenslang in de gevangenis. Haar vader, Runner, toen 37, heeft het gezin al jaren ervoor in de steek gelaten, maar komt vlak voor de moorden wel weer eens opdagen. Na het drama is Libby o.a. opgevoed door Patty’s zus Diane. Libby heeft eerder enkele tonnen verdiend met de verkoop van een boek over de “Farmhouse Satan Massacre”, maar van dat geld is haast niks meer over. Wat zal ze nu eens gaan doen?
Libby komt in contact met Lyle van de Kill Club, die nog steeds niet wil geloven dat Ben de dader is. Hij en andere fanaten proberen Libby ervan te overtuigen dat iemand anders dan Ben de dader is, waarschijnlijk vader Runner. Dan gaat ze, tegen betaling van de Kill Club, een aantal mensen opzoeken die destijds, op de dag vóór de moord, met Ben in contact zijn gekomen: uiteraard dronkenlap Runner, altijd in de schulden en op geld uit, maar ook schoolkennisje van Ben: Krissi en haar ouders, niet te vergeten halve indiaan en bookmaker Trey en tenslotte ook Ben’s vriendin uit die tijd: Diondra. Trey en Diondra zouden er destijds “satanische praktijken” op na hebben gehouden. Hoe loopt het af?
Dan is nu mijn beoordeling aan de beurt. Ik vind oprecht dat Gillian Flynn met “Dark places” een uitstekend boek heeft afgeleverd. Het is echt spannend en de afwisseling van vroeger, het drama op 2 en 3 januari 1985, en het heden van 24 jaar later kan mij bekoren. Dus kom ik uit op een hoog recensiecijfer, een 8¼, prima gedaan. Laat ik jullie alvast beloven dat Gillian Flynn daarmee nog niet van mij af is. Bijv. haar eerdere boek “Sharp objects” moet er t.z.t. zeker ook aan geloven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten