vrijdag 27 april 2018

Weblogbrief 13.27, 27 april 2018

Weblogbrief 13.27, 27 april 2018

Querid@s amig@s y familia, hier ben ik weer, N.B. op de verjaardag van zijne majesteit. Naar de Oranje rommelmarkt, waar je eindelijk die CD gaat uithalen waarnaar je al jaren op zoek bent, kun je best een uurtje later gaan. Eerst wordt je verondersteld deze brief te lezen. Ik heb hem deze keer niet al te lang gemaakt, maar hij is wel van eredivisie kwaliteit. Avanti (of is dat mijn zoveelste fout, als ik iets Italiaans probeer?).

Als ik de afgelopen maandagmiddag op mijn kamer op de universiteit aankom, ben ik redelijk laat en even later al is het half 3 en zie ik Isabel, naar me zwaaiend, alweer naar de gang en elders verdwijnen. Ik doe mijn ding: mijn vorige brief aan jullie versturen, een kopie naar de printer sturen en in een moeite door ook een artikel van Cooper et al. Uit 2003 over yoga en astma afdrukken. Daarmee hoop ik later die middag sier te maken. Later print ik ook nog twee mooie foto’s: eentje van de familie van Ton op Aruba en de andere van Eva en Jan Willem met hun getuigen en aanhang. Ze hebben de afgelopen zaterdagavond bij Beluga in Maastricht aan tafel gezeten; dat is nog eens een aardige nasleep van de bruiloft in november.
Dan is het tijd voor yoga en Jorge. Hij heeft op 23 april naamdag, San Jorge (Sjors van Jimmy ook) en dus krijgt hij een hand van me. Als hij me later in de avond vertelt dat Lluis die dag jarig is, krijgt die nog een telefonische felicitatie van me. Helaas heeft Jorge mijn CD van Joaquín Sabina niet op het internet kunnen vinden, maar hij vertelt mij het verhaal op een manier dat ik denk dat hij niet echt serieus gezocht heeft.
Vanaf half 6 hebben we een best wel geslaagde discussie met de twee studenten. Aleida heeft er nog wat moeite mee dat ik zo maar allerlei artikelen over pranayama en COPD het raam uit gooi, omdat m.i. de verkeerde controlegroep (ga maar weer naar huis, geen placebo) gekozen is en ik de paar stukken met een acceptabele placebo controlegroep, waar niks uit komt, een beetje de hemel in zit te prijzen. Rubén – zo heet de andere student – zit wel veel meer op mijn lijn. Hij heeft ook al aardig door hoe het eventueel in nieuw onderzoek wel moet. Over twee weken komen we met zijn vieren voor de laatste keer bij elkaar.

Dinsdagmorgen kies ik als mijn “arbeidsvitaminen” voor de allerlaatste CD die ik van Vangelis heb: “Rosetta” uit 2016. Hier zijn de dertien nummers, eerder onderdelen, want de nummers horen bij elkaar, vormen een geheel:
01.Origin (Arrival)
02.Starstuff
03.Infinitude
04.Exo genesis
05.Celestial whispers
06.Albedo 0.06
07.Sunlight
08.Rosetta
09.Philae’s descent
10.Mission accomplié (Rosetta’s waltz)
11.Perihelium
12.Elegy
13.Return to the void
Vangelis timmert met zijn enigszins alternatieve muziek voor de zoveelste keer aan de weg, maar laat mij dat wel iets te erg weten. Niettemin kan ik zijn CD “Rosetta” best weer waarderen. Ik noem hier speciaal “Infinitude”, “Rosetta” (in engere zin) en “Return to the void” als mooie muziek.

Dinsdagmiddag eet ik “atún con aceite de girasol”, tonijn in de zonnebloemolie van de firma “Miau”. Die is uit Calahorra in de wijnstreek La Rioja. Ik zou persoonlijk voor een andere naam dan “Miau” gekozen hebben. Het merk doet me ietsje teveel aan kattenvoer denken. Niettemin, de smaak is raak!

Vandaag de dag worden we geregeld gezegend met nieuwe woorden die rechtstreeks uit het Engelse taalgebied afkomstig is. Alleen Frankrijk, lijkt het, onttrekt zich nog aardig aan de verengelsing (en heeft bijv. een eigen mooi woord voor pinautomaat dat ik onlangs hoorde: DAP, distribanque, distributeur automatique de billets). Een van de lelijkste van de laatste tijd vind ik “app” of nog erger “WhatsApp”. Als ik in mijn boek het woord “flashlight-app” tegenkom in N.B. een Nederlandse vertaling, spring ik een beetje uit mijn vel. Van het Engelse woord moet toch een aangenamer equivalent in het ABN gemaakt kunnen worden.
Aan de andere kant herinner ik me wel nog levendig hoe een flashlight-app me een beetje gered heeft, toen ik bij het diner op de bruiloft van Eva & Jan Willem als eerste een kort praatje moest afsteken. Geloof het of niet, maar ik had net mij papiertje te voorschijn gehaald als geheugensteuntje, toen het licht nagenoeg verdween in de Amsterdamse eetzaak, waar we met zijn tachtigen zaten. Dan ben je zelfs als routinier wel onthand. Ik sloeg me er niettemin aardig doorheen, maar was blij dat ik na een minuut of twee werd bijgelicht door iemands “flashlight-app”.
Bij mijn volgende praatje, als het er nog ooit van komt, weet ik nu al dat ik een klein zaklampje bij me ga hebben, voor alle zekerheid, voor het geval dat mijn publiek me onverhoeds in de duisternis zet. Heb ik ook zo’n app (excusez le mot!) op mijn mobieltje? Het zal wel, maar hem vinden is mij nog niet echt gegeven.

Dan is het dinsdagavond en maak ik mij op om naar Bayern München tegen Real Madrid te gaan kijken. Blijkt, als ik me op tijd installeer bij El Palikeo, dat vanavond Liverpool tegen AS Roma is en morgen pas Bayern-Real. Het zij zo, dan kan ik in ieder geval eens Mohamed (Mo) Salah aan het werk zien, de rechtsbuiten met nummer 11 en sterspeler van Liverpool. Er doen ook een paar Nederlandse mee zoals Wijnaldum bij Liverpool (na een kwartier) en Strootman bij AS Roma. Dan is het tijd voor nog een laatste keer “You’ll never walk alone” op Anfield Road, in de versie van Gerry and the Pacemakers, en kan de wedstrijd beginnen.
Het verhaal van de wedstrijd is eenvoudig verteld. Na enkele kansen over en weer schiet Salah na ruim een half uur magistraal de 1-0 binnen, in de verre kruising, en vlak voor de rust maakt hij er 2-0 van met een mooie doorloopbal. De man is inderdaad van het kaliber Ronaldo en Messi, lijkt het wel. Na de rust wordt het vervolgens 3-0 (Mané) en 4-0 (Firmino) uit voorzetten van Salah en dan ook nog eens 5-0 uit een kopbal van Firmino bij een corner. Einde verhaal? Nog niet voor de 100%, want vlak voor tijd komt AS Roma zo maar terug met 5-1 door Dzeko en 5-2 uit een penalty. Met AS Roma tegen Barcelona in het achterhoofd een paar weken terug kan het volgende week misschien toch nog vuurwerk worden.

Als ik woensdagmiddag wil gaan pinnen tegenover mijn Sparwinkel in de Alfredo Jones, blijkt dat ik daar vanaf nu 1.95 euro voor iedere transactie verondersteld word te gaan betalen. Dat lijkt natuurlijk nergens op, maar Trudie heeft me er eerder, toen ze in december hier was, al voor gewaarschuwd.
Vroeger pinde ik altijd gewoon naast de deur bij een filiaal van Bankía, maar de vestiging is vorig jaar opgeheven. Het aantal filialen van Bankia en ook van de andere banken is nu drastisch minder, met het nodige ontslag van personeel, maar er zijn wel veel meer geldautomaten. Dat lost het probleem een beetje op, maar natuurlijk niet helemaal. En dan zou je nu serieus voor je pinnen moeten gaan betalen?
Eerst stoppen de banken ermee om me nog rente te geven op mijn saldo en dan is ook ineens de rente op mijn spaarrekening passé. Nu is het pinnen aan de beurt. Beste bankiers, wat hebben jullie voor hierna in gedachte? De volgende stap – bedenk ik voor hen – is dat je verplicht wordt om een bedragje aan je bank af te staan, als je salaris of pensioen op je rekening wordt overgemaakt.
(Ik laat mijn “cajero automático” in de Alfredo Jones dus maar voor wat ze is en pin even later bij de ATM, automatic teller machine, van Santander. Daar hoef ik gelukkig nog geen provisie te betalen. Ik neem mijn veroordeling van de grote banken weer enigszins terug.)

Woensdagmiddag laat mag Vangelis weer terug in zijn mand en schakel ik over op Country- en Westernster Jim Reeves. Wie kent hem niet, van o.a. “He’ll have to go” (Put your sweet lips a little closer to the phone). Hij werd geboren in 1923 en kwam om bij een vliegtuigongeluk in 1964; oud is hij dus niet geworden, integendeel. Via de CD-theek in Rotterdam heb ik van de zomer een doosje met vier CDs van Jim Reeves kunnen bemachtigen, eigenlijk acht LPs van twaalf nummers per stuk, allemaal uit de periode 1956-1960. Voor de variatie kies ik nou eens niet de eerste of de laatste die ik heb, maar voor een tussendoortje: “Songs To Warm The Heart” uit 1959. Hier zijn de twaalf liedjes:
01.Someday (you’ll want to want me)
02.Just call me lonesome
03.(Now and then there’s) A fool such as I
04.’Till the end of the world
05.How’s the world treating you
06.Throw another log on the fire
07.Making believe
08.Satan can’t hold me
09.Am I losing you
10.Scarlett ribbons (for her hair)
11.Dear hearts and gentle people
12.May the Good Lord bless and keep you
Eerlijk is eerlijk, af en toe hoop ik oprecht dat Jim Reeves eens vreselijk uit de band zal springen, maar nee, hij blijft de onverbiddelijke zoetgevooisdheid zelve. Dat hij ook nog eens sommige van zijn nummers aan de “Good Lord” opdraagt, de vijand van “Satan”, maakt het er niet echt beter op. Zou hij in het leven van alledag ook een doetje geweest zijn? Zo ziet hij wel uit.
Toch vind ik “Songs To Warm The Heart” wel best een mooie plaat. Nou heb ik de neiging om iedere CD die ik voor jullie draai, terug te brengen tot de helft, liedjes die ik dan tot uitschieters naar boven bombardeer. Op deze plaat van Jim Reeves zijn dat, naast uiteraard “Throw another log on the fire” (dat was de reden dat ik de CD uitkoos), “Someday”, “Just call me lonesome”, “How’s the world treating you”, “Am I losing you” en niet te vergeten “Making believe”. Dat “Making believe” is echt ook een klassieker geworden. Ik heb het van een hele serie artiesten: Conway Twitty & Loretta Lynn, Dolly Parton, Duane Eddy, Emmylou Harris, Floyd Cramer, Jim Reeves, Kitty Wells, en Wanda Jackson.

Zoals al valselijk aangekondigd zit ik ‘s avonds opnieuw gereed voor een voetbaltopper: Bayern München tegen Real Madrid, nu echt, in de Allianz Arena in München, waar volgens mij wel 100.000 mensen in kunnen. Zo verdien je op één avond een kapitaal, dat je dan wel weer in een mum kwijt bent, als je de spelers moet uitbetalen. Scheidsrechter tussen de zee van roodwitte Bayern-vlaggen is “onze” Björn Kuypers, dat jullie het maar weten. Bij Bayern München doet Arjen Robben mee. Kan die het verschil nog maken op zijn oude dag (34 jaar)? Hij gaat helaas zo ongeveer bij zijn eerste balcontact al op het gras zitten en verdwijnt dan naar de catacomben.
Eigenlijk gebeurt er in de wedstrijd niet zo veel, zeker niet in de eerste helft. Ik kan maar twee momenten echt naar voren halen, maar het zijn wel allebei doelpunten. Na een half uur schiet Kimmich van rechts op doel, keeper Navas van Real verkijkt zich er finaal op en het staat 1-0. Het stadion kolkt. Die Navas, voornaam Keilor, laat trouwens een aantal keren iets te gemakkelijk de bal los, als hij een aanval van Bayern moet opvangen. Dan, vlak voor de rust, krijgt Marcelo vanaf de rand van het strafschopgebied een uitgelezen kans en staat het zo maar weer 1-1, als hij de bal over de grond in de uiterste hoek schuift.
De tweede helft heeft iets meer schwung. Invaller Asensio (voor de tegenvallende Isco) tikt in minuut 54 de 1-2 binnen en dan is het even stil in de Arena (behalve bij de Real-supporters uiteraard). Daarna gebeurt er van alles, maar bijna doelpunten zie ik niet meer, laat staan echte. Opvallend vind ik dat in de Bayern-voorhoede Ribéry heel aktief is en Lewandowsky en Müller weinig laten zien. Ook Cristiano Ronaldo aan Real-kant kan geen vuist maken, de hele wedstrijd niet.
Over bij elkaar genomen vind ik in retrospectief dat Real Madrid inderdaad net ietsje beter was. Een gelijk spel, zelfs een 0-1 in Madrid volgende week, is nu genoeg om van Real Madrid weer Champions League finalist te maken. Ik schat in dat we, ik in ieder geval, over vier weken naar Liverpool tegen Real Madrid zitten te kijken in Kiev. Mijn hoop is dat “faraón” Mo Salah dan het verschil gaat maken.

Op de plek aan de boulevard naast Balalaika,waar jarenlang een glutenvrije eetzaak was gevestigd, El Molinet, is deze week een nieuwe nering geopend: “El Perenquén”. Men doet vooral in souvenirs van de stad en het eiland, maar hebben we al niet een vracht van dat soort zaken? Alleen al bij mij in de straat zijn er een aantal en als ik om de hoek mag meetellen, kom ik zo boven de tien uit. Op de plek van El Perenquén had m.i. veel beter nog weer een extra café-restaurant gevestigd kunnen worden. Vooruit, een Balkanrestaurant of een Oudhollandse tent had er niet misstaan.
Los daarvan, waar het woord “perenquén” precies voor staat, moet ik nog eens ergens navragen. Het grote Spaans-Nederlandse woordenboek op mijn laptop kent het niet en ook mijn Canarische en argot-dictionaire geven niet thuis.

In de nacht van woensdag op donderdag word ik wakker en nou eens niet, omdat ik moet plassen. Ik denk ineens: van Transavia heb ik nooit bericht meer gekregen over de door mij geaccepteerde wijziging van mijn vlucht op 19 mei. Dan schrik je toch even. Eind oktober al heb ik mijn terugvlucht van binnenkort geboekt, zo’n zes maanden terug. Ik zou om 16.40 uur vertrekken op het vliegveld hier (en om 10 uur ‘s avonds ongeveer in Eindhoven aankomen). Later, eind december of zo, wordt daar zo maar 17.40 als vertrektijd van gemaakt, een uur later, en via Transavia op de computer kan ik kiezen tussen acceptatie, een ander vliegtuig nemen of mijn geld terugkrijgen. Ik kies voor optie 1: een uur later vertrekken, maar inderdaad: een bevestiging van Transavia daarover heb ik niet meer gehad.
Een beetje zorgwekkend vind ik het toch wel. Vanmiddag heb ik dus maar eens met Transavia gebeld voor alle zekerheid. De nette jongeman die mij op de infolijn te woord staat, leg ik de situatie uit en hij weet al snel te bevestigen dat ik op de passagierslijst van vlucht HV 6780 voor 19 mei sta. Hij stuurt me voor alle zekerheid ook nog een mailtje erover.
Oké, maar het is toch een pak van mijn hart, “se me ha quitado un peso de encima”. Ik ben opgelucht, “aliviado”.

Een weblogbrief van mij mag niet verzanden in een compleet sportkrantje, dus kijk ik donderdagavond expres niet naar Arsenal tegen Atletico Madrid. Ik ga op de boulevard mijn blokje om naar links en zit om even over 7 in het bibliotheekje bij de basketvelden. Druk is het niet, maar dat kan mede komen, omdat het nogal waait.
In de regionale krant La Provincia lees ik een lang artikel over het aantal buitenlanders dat permanent hier op de Canarische Eilanden woont. Als vanzelf is er ook een tekening bij met de landen met de meeste import. Het verbaast me een beetje, maar Italië staat op 1 met ruim 45 duizend. Dan volgen Duitsland en Groot Engeland met allebei 25 duizend, Marokko met 17 duizend en Venezuela met 12 duizend. Cuba en China staan zesde en zevende en Nederland moet het doen met een vijftiende plek met een bijdrage van ruim 3.000 allochtonen hier. Misschien moet ik me hier toch eens aanmelden bij de gemeente (maar vrees dat ik dan wel gedoe krijg, als ik vertel dat ik de helft van de tijd in Nederland woon en de helft van de tijd hier).
In de andere regionale, Canarias7, lees ik dat (nu al?) gekozen is voor het motto van het volgende carnaval in Las Palmas. Bereid je er maar op voor, dat wordt: “Una Noche En Río”, een nacht in Rio, dat bijna de helft van alle stemmen heeft gekregen.
Op de terugweg naar huis over de Guanarteme kom ik de nodige cafés tegen waar Arsenal tegen Atletico op de TV te zien is. Als ik op Plaza Farray het staartje van de eerste helft kijk, staat het nog steeds 0-0.

Op vrijdagmorgen zit ik al om even voor 8 op mijn balkonnetje. Ik ben even eerder wakker gemaakt door wat ik voor een schetterende vrouw houd, met een mobieltje op de bank. Fout! Het blijkt een van de jongetjes te zijn die nu al aan het voetballen zijn. Gaandeweg komen er steeds meer Messi’s en Ronaldo’s bij, onder wie ook twee meisjes. Goed zo, waarom zou voetballen alleen iets voor jongens zijn? (Maar of ik nu ook naar damesvoetbal wil gaan kijken, is andere koek.)
Als Carlos om half 9 klaar staat om een aantal moeders welkom te heten voor een na-het-naar-school-brengen-onderonsje, met één vader erbij, staat het terras bij De Francesco ook op al. Carlos is ‘s iedere morgen zo vroeg al koffie aan het zetten – de luiken van zijn zaak gaan om ongeveer 6 uur omhoog – dat hij zijn zaak met recht een cafetería mag noemen. Francesco en zijn dames zijn meer voor de koffie met een taartje, ietsje later op de dag.

En dan ben ik weer klaar met een mouw breien (klopt dat wel?) aan mijn brief en wordt het tijd om hem aan jullie over te dragen. Ga er maar van uit dat hij vanmiddag bij jullie op de mat ligt. Voor mijn volgende neem ik weer een hele week; die krijgen jullie pas op vrijdagmiddag 4 mei. Houd er die dag wel rekening mee dat je om 8 uur ‘s avonds een minuut stilte in acht neemt vanwege de dodenherdenking.
Voor nu, zet hem op, jullie ook dames, want nog even en mei komt er al weer aan. Zeem de diverse ramen van je huis of flat alvast eens of laat dat doen zoals ik door de werkster. En eet eens een “speebekske” – met wat scherpe mosterd en roggebrood overheerlijk, “dat gief ‘t hei neet, helaas”. Toedeloe, of in goed Spaans hasta luego, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

Zou ik meer dan één boek uitkrijgen in deze midweek van vijf dagen? In ieder geval was ik in boek 1 al halverwege, toen mijn 27ste brief op beginnen stond. Ik heb voor jullie op mijn e-reader eens een jeugdboek doorgenomen: “Gevonden” (“Found” in het Amerikaans) van thrillerschrijver Harlan Coben. Het is van 2014 en speelt in een klein plaatsje in New Jersey.
Hoofdpersoon is niet ex-basketballer Myron Bolivar, die ik van andere Coben-boeken ken, maar zijn neefje Mickey. Die zit in het plaatsje op de middelbare school en is al even bedreven is in het spelletje als zijn oom vroeger. Hij is nog vrij nieuw op school, maar wordt wel gevraagd voor het basketbalteam. Dat doet het heel goed, met spelers als Troy Taylor, Brandon Foley en Buck Schultz, hoewel er misschien corticosteroiden in het spel zijn. Mickey’s nieuwe vrienden buiten het basketbal zijn vooral drie andere tieners: de excentrieke Ema, ex-vriendin van Troy Rachel en Spoon. Spoon ligt in het ziekenhuis, nu hij door een schietpartij vanaf het midden van zijn lijf verlamd is. Tot de andere namen, die ik hier wil noemen, horen in ieder geval vleermuisvrouwtje Lizzy met haar Abeona shelter, waar al tijden lang vluchtende kinderen worden opgevangen en ex-vluchteling Luther. De laatste zou verantwoordelijk zijn voor de dood van Mickey’s vader, waardoor Mickeys moeder aan de drugs is geraakt. Of heeft Luther Mickey’s vader al heel lang in gijzeling?
Harlan Coben heeft mij door de jaren heen al het nodige leesgenot verschaft met zijn thrillers. Bij dit jeugdboek “Found” is dat helaas veel minder het geval. Het lijkt wel of ik er ergens in een eerder boek in val en dat het na het einde nog weer doorgaat. Ook mis ik in het verhaal zelf de echte spanning en zijn er diverse losse eindjes. Alles bij elkaar genomen gaat Harlan Coben voor “Found” naar huis met niet meer dan een 6 als recensiecijfer. Ik heb er nog meer van hem op mijn e-reader; hopelijk zijn die beter.

Ik heb er mijn best op moeten doen, maar mijn tweede boek is gelukkig ook uit. Het is nou eens geen thriller. Het boek is uit 2014 en heeft als titel in het Deens”Jensporten”. De vertaler naar het Nederlands op mijn e-reader maakt daar “Portret van een man” van. De auteur is ene Jens Christian Grøndahl. Staat dat Jens in Jensporten voor de schrijver? Het verhaal speelt zich grotendeels af in Kopenhagen.
Het boek geeft een uitgebreide inkijk in het leven van de ik-persoon, naamloos. Deel 1 gaat vooral over diens jeugd, zijn nogal slome vader, zijn moeder die eigenlijk wel meer wil en zijn oudere zus Kirsten die helemaal op haar pootjes terecht gaat komen. Als tiener adoreert de ik-persoon Karl Marx, zo erg dat zijn Duits er erg door opknapt. Er zijn jeugdliefdes en dan trouwt hij met psychologe in de dop Maria, uit een rijk gezin, die veel praktischer dan hij is. Na een aantal jaren, als hun enige dochter Julie zes is, gaan ze weer uit elkaar.
Deel 2 speelt, als de ik-persoon bijna 50 is. Hij verdient zijn geld als leraar, best gedreven, en toont nog steeds extra interesse in Duitse literatuur en filosofie. Hij heeft daarbij een los-vast relatie met wiskundelerares Benedicte op de school. Dan wordt Stanko een leerling in zijn klas. Hij is een vluchteling uit Krajina (Servië), die naar Kopenhagen is gekomen met zijn moeder Ivana. Stanko komt zelfs een week bij hem in huis wonen, als Ivana plotseling naar haar geboortestreek terug wil. Niet veel later verdwijnen beiden weer uit beeld.
In deel 3 wordt de ik-persoon 60 en opa. Dochter Julie en haar kindje zwaaien naar de ik-persoon bij het skypen, als hij zijn verjaardag ontlopen heeft door naar Rome te gaan. Daar ontmoet hij wel de jonge Deense fotografe Jessie. Met haar bezoekt hij de tempelruïnes van Paestum onder Napels (nooit van gehoord, liggen die bij Pompei?), waar Jessie ook foto’s maakt.
Het is alles bij elkaar best een aardige (auto?)biografie van zo maar iemand, met de nodige filosofische en poëtische uitweidingen. Ook de diverse voorbijgaande liefdes in het leven van de (eigenlijk) einzelgänger komen goed aan bod. Als recensiecijfer heb ik een 7½ voor het boek over, voor non-fictie best in orde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten