vrijdag 5 april 2019

Weblogbrief 14.25, 5 april 2019

Weblogbrief 14.25, 5 april 2019

Queridos amigos y familia, daar ben ik weer. Mijn vorige brief was van afgelopen maandag, dus in aantal uren gedacht heb ik niet erg veel te melden, zeker niet als je daar mijn uren in bed nog van aftrekt. Aan de andere kant, het zijn toch vier etmalen, dus wat leuk dat jullie me weer willen aanhoren.

Afgelopen maandag op de universiteit is het voor de zoveelste keer behelpen. Ik kom op twee hoog links de gang op en zie alleen licht op de kamer van Jorge. Hij moet die middag college geven en zit al een beetje gereed .Ik haast me te zeggen dat de anderen niet in het donker zitten; Lluis bijv. is er gewoon niet en met hem bijna alle anderen. Desgevraagd is Jorge graag bereid om mijn huur van april aan Lluis door te spelen, als die zijn gezicht weer eens laat zien.
Op mijn kamer gekomen verstuur ik mijn brief aan jullie (en een printje aan mezelf) en ga er maar weer eens goed voor zitten. Ik bekijk mijn e-mail en stuur Lluis een mailtje over mijn eventuele verblijf hier de komende winter. Het wordt nog spannend of ik wel mag terugkomen in zijn huis in de Luis Morote. Dan zijn o.a. Trudie en Eva aan de beurt. Ton moet maar even wachten, die heb ik vorige keer gemaild.

Deel 2 van de Lovin’ Spoonful op Harry’s website levert niet veel nieuwe informatie op behalve dat steeds duidelijker wordt dat John Sebastian de touwtjes van de groep strak in handen heeft. Het wordt er voor de rest (zoals Steve Boone) niet beter op , als Sebastian’s vriendin fotografe Lorey Kaye zich er ook nog eens tegenaan gaat bemoeien. Natuurlijk, de Lovin’ Spoonful blijft nieuwe hits scoren zoals “Daydream”, “Summer in the city”, “Rain on the roof” en “Darling, be home soon”, maar de samenwerking begint te haperen. Als in 1967 sologitarist Zally er door John Sebastian uit wordt gezet, is het vuur na twee jaar overdonderend succes min of meer uit de groep verdwenen.
Bij Harry’s clips ben ik deze keer vooral gecharmeerd van een heel recente van Suzan & Freek. “Als het avond is” is en blijft een pracht van een nummer en staat nu op plek 1 in de Nederlandse hitparade. Met enig enthousiasme kijk ik dan naar een stukje Passenger uit 1978 (“Long, long way from home”). Passenger, dat is toch Mike Rosenberg, geboren in Brighton in 1984, die mijn hart al weer jarenlang steelt? Nu neem ik maar aan dat er eerder een popgroep is geweest die met de artiestennaam Passenger door het leven is gegaan.
Bij “Will you still love me tomorrow” van de Shirelles (uit 1961) vraag ik me af wat er zo fout aan de tekst zou zijn. Harry beweert dat, maar ik kan geen vlekje ontdekken. Ik speel een latere versie van het nummer, van Amy Winehouse, met de ”lyrics” erbij nog eens helemaal af en kan eerlijk gezegd geen onvertogen woord in de tekst ontdekken. Overigens, het nummer in handen van Amy Winehouse mag er ook best zijn. vind ik.

Dan kom ik eerst uit bij een aantal recente doelpunten van Barcelona (zeg maar Messi) tegen Betis Sevilla en tegen Español. Vervolgens is een samenvatting van Ajax-PSV aan de beurt. Eva is er afgelopen zondag geweest – ze was eerder bij Real-Ajax. Is ze intussen misschien gebombardeerd tot mascotte voor de ploeg? Ajax staat nu nog maar twee punten achter op PSV en er zijn nog zes of zeven wedstrijden te gaan. Dan kan het in het Nederlandse voetbal best nog spannend worden wie er met de landstitel vandoor zal gaan.
Ik eindig deze keer met enkele inkoppers bij Voetbal Inside. Vooral Johan Derksen klaagt steen en been over de recente aspiraties van Rob Jetten (D’66) en Jesse Klaver (GroenLinks) in de politiek. Het blijft een raadsel, ook voor mij, hoe die twee minkukels boven zijn komen drijven.

Op dinsdagmorgen word ik verondersteld met nieuwe muziek aan te komen zetten. Mag ik Vic’s Fabulous Fifties, 5 CDs, nog een tweede keer voor jullie uit de kast halen? Ik ben in het algemeen meer van de zangnummers dan puur instrumentale, maar vandaag ga ik voor de uitzondering. Hier zijn de twintig nummers uit de oude doos. Of nee,laat ik de plaat in twee stukken knippen. Eerst krijgen jullie tien nummers die ik in ieder geval allemaal zonder enig probleem heb kunnen thuisbrengen, zelfs kon meehummen. (Meezingen, dat doen Maastrichtse mannen nooit, behalve met carnaval – dan zingen ze uit volle borst.) Op donderdag krijgen jullie de andere tien van mij op een presenteerblaadje, maar met de vraag hoe de bijbehorende performer heet.
Hier is de eerste helft van de instrumentale jaren vijftig CD van Vic van de Reijt:
01. Perez Prado – Mambo No. 5
02. Anton Karas – Harry Lime theme
04. Sidney Bechet – Petite fleur
10. Bill Justis – Raunchy
12. Henri Mancini – Peter Gunn theme
13. Champs – Tequila
15. Billy Vaughn – Sail along, silvery moon
16. Duane Eddy – Rebel Rouser
17. Dave “Baby” Cortez – The happy organ
18. Dave Brubeck – Take five
Wat een serie! Mooi, hè? En wacht je maar, wat je overmorgen voor je kiezen krijgt. Ik voorspel jullie een echte muziekquiz (of natuurlijk een voortijdige blik op YouTube).

Dinsdagavond ga ik maar weer eens naar El Corte Inglés om de kijken welke boeken van María Dueñas daar nou op de boekenafdeling in voorraad zijn. Blijkt alleen “La Templanza” er te zijn en dat is het boek dat ik net heb gelezen. Bij de CDs staat Joaquín Sabina´s “Yo Niego Todo” keurig op zijn plek, maar alleen in een uitvoering met ook de DVD van een optreden - voor 18 euro, dat is me te gortig. Laat ik maar naar de kelder gaan, waar het zoals altijd wemelt van de lekkere eet- en drinkwaren.
Op de terugweg naar huis zie ik een jongen lopen met groot op zijn trui gedrukt, in kapitalen: “BELIEVE YOUR #SELFIE”. Jullie kunnen mij een rare kwibus vinden, maar ik vind hem wel wat hebben.

Op woensdagmorgen bedenk ik dat ik carnaval dit jaar toch maar mooi ongeschonden heb overleefd. Ik weet niet beter of na “die drei daog”, als ik weer terug kom in Las Palmas, krijg ik last van een griep- of verkoudheidsvirus en zit ik zo maar een week of zo te hoesten en een loopneus te koesteren. Dit jaar heb ik in Maastricht toch echt vijf dagen mijn best gedaan om een verkoudheid op te lopen, maar helaas onverrichter zake. Ik ben deze keer de dans ontsprongen, ook wel eens aardig.
Wel heb ik een ander, klein euvel. Mijn linker onderarm, die van al mijn lichaamsdelen op mijn balkon de meeste zon te verstouwen krijgt, vooral ‘s middags, begint een beetje te vervellen. Ik merkte het eerst aan mijn elleboog, maar nu is ook een plek net boven mijn horloge de klos. (De plek onder mijn horloge blijft wit en velvrij.) Doet het me iets? Nee! Aan mijn andere onderarm, hoofd en onderbenen kan ik (nog) geen oneffenheden ontdekken. Wel ga ik jullie toegeven dat er de laatste tijd wel weer een paar rimpels in mijn gezicht bij zijn gekomen. Zijn het lachrimpeltjes (zoals Lydia Rood ze graag ziet) of is het een zoveelste teken van aftakeling? Gelukkig zie ik nog geen verticale strepen of erger aan mijn bovenlip, maar wat niet is, kan nog komen. Leuk of niet, ik moet het er maar voor doen.

Op donderdag begint de dag al even nat als de dagen ervoor. Het regent pijpenstelen (mooie uitdrukking, volgens Martine Bijl) en geloof het of niet, maar mijn thermometer op het balkon komt niet hoger uit dan 16 graden. Dan is het beneden op straat 14 graden, denk ik geschrokken. Er zijn van die momenten dat je voor het weer niet uit Nederland hoeft te vertrekken. Aan de andere kant – ik heb het al wel vaker gezegd – gaat de zon hier een uur later wel weer schijnen en loopt de temperatuur dan snel op tot een eind in de twintig graden.

In een boek dat ik nu aan het lezen ben, zie mijn boekenbijlage van komende week, lees ik een zinnetje dat me echt bezig houdt. Op blz. 119 vertelt de burgemeester van Natchez (Mississippi) aan een journalist over zijn vader, een huisarts in ruste: “When it comes to the law, he’s about as naïve as a seventh grader. He believes the law is about justice.” Over zo’n zinnetje: “He believes the law is about justice” kan ik lang nadenken. Zou het echt zo zijn dat rechtspreken iets heel anders is dan rechtvaardigheid? Ik kom er nauwelijks over uit. Misschien kan een van jullie die rechten gestudeerd hebben - maar het mag ook iemand anders zijn - mij eens bijlichten.

Dan ben ik nu toe aan de andere tien instrumentale nummers op Vic’s Fabulous Fifties CD. Hier komen ze een voor een:
03. Blue tango
05. Dragnet
06. Swedish rapsody
07. Jam up
08. The typewriter
09. Honky tonk part 1
11. La java des bombes atomiques
14. Rumble
19. Crossfire
20. Sleep walk
Ik weet het, ik heb wel eens iets gemakkelijkers aan jullie voorgelegd. Wie van jullie ouderen weet een of meer bijbehorende muzikanten te benoemen? Voor mij mogen mensen onder de 50 zich nog eens extra op de borst kloppen bij ieder goed antwoord.
De namen van de uitvoerenden staan op het einde van mijn boekenbijlage.

Dan zijn we aanbeland bij 5 april, vandaag dus. Jullie weten toch wel dat de Trudie’s tweeling: Susanne en Arno, nu hun verjaardag mogen vieren, de 42ste alweer. Perfisia! Uiteraard ga ik vanmiddag ook weer naar de gezondheidsfaculteit om deze brief te posten, met een kartelrandje eromheen om hem wat dikker te laten lijken. Mijn volgende, nummertje 26 van deze winter, mogen jullie a.s. donderdag 11 april tegemoet zien.
Heb ik nog iets op te merken of aan te bevelen? Vooruit, ga eens zonder jas een straatje om, gewoon in je kloffie zoals je dat ook aanhebt als je aan tafel gaat voor een doordeweekse boerenkoolschotel of een vrijdagse vislasacne. Zo’n vislasagne kan Trudie echt met veel schwung op tafel zetten. Ik wens het jullie en tot ziens maar weer, hasta luego, PaulK.

BOEKENBIJLAGE

Mijn eerste boek van deze korte week is er een van Camilla Läckberg. De jonge Zweedse schrijfster, van origine econoom, is van 1974. Haar vierde boek, uit 2006, heet “Olycksfågeln” en dat is foutief vertaald met “Zusje” in het Nederlands, maar vooruit, dat laat ik maar eens passeren. Het boek speelt in Tanumshede en allerlei andere plaatsen in Zuidwest-Zweden.
Het rechercheteam van Tanumshede kennen we al van eerdere boeken: Patrik Hedström, Martin Molin, Gösta Flygare en secretaresse Annika Jansson. Hun echte baas Bertil Mellberg heeft er niet zoveel zin meer in, wat wil je, 60+. Wel is er net een nieuwe rechercheur bijgekomen: Hanna Kruse, klein maar dapper. Bij de diverse politiemensen horen kinderen en ook partners zoals Erica Falck bij Patrik en Lars bij Hanna. De zoektocht is naar de moordenaar van Marit Kaspersen, intussen al vier jaar lesbisch, partner van Kerstin, maar met ook een tienerdochter, de 15-jarige dochter Sofie van een vreselijke ex-man genaamd Ola. Marit is al sinds heel lang geheelonthoudster, maar zit bij haar dood wel met een overmaat wodka in haar lijf.
In het stadje Tanumshede, van wethouder Erling Larson - altijd uit op publiciteit en aandacht, strijkt een gezelschap neer dat met een reality soap op de televisie voor opschudding moet gaan zorgen. Producer is ene Fredrik Rehn en de zes deelnemers die nog in de race zijn, heten Barbie (Lillemor), Calle, Jonna, Mehmet, Tina en Uffe. Dan wordt Barbie vermoord en komt de pers definitief uit zijn schulp gekropen. Wie is debet aan haar dood, overigens een paar uur na een heftige aanvaring met haar mede-soapleden? Zal ik nog meer van het verhaal verklappen? Nee? Dan mogen jullie vanaf nu met mij naar de oplossing van de twee moorden gaan zoeken, van Marit en van Barbie.
En passant wijs ik jullie op een terugkerende omissie in de vertaling naar het Nederlands: “sommerend”. Dat rare woord kom ik een kleine tien keer tegen in het boek, zoals in “Hij stak zijn glas sommerend omhoog” (blz. 294) en “Elsa keek hem vanuit haar stoel sommerend aan” (blz. 311). En ik me maar afvragen: wat is het Zweedse woord dat met “sommerend” vertaald is.
Even denk ik, als ik al een eindje in “Zusje” gevorderd ben: heb ik dit boek niet al eens gelezen? Dat blijkt bij nader inzien gelukkig niet het geval te zijn. Het boek is best aangename kost, vind ik, maar soms doet Camilla Läckberg er wel vreselijk lang over om iets interessants in het boek aan mij als lezer te vertellen. Dat kost punten en dus kom ik voor “Zusje” helaas niet verder dan een 7½ als recensiecijfer.

Mijn tweede boekje is (alweer) een rijtje columns. Raar woord overigens, wat is er tegen kolommen of terugkerende bijdrage? Deze keer kom ik uit bij een vrouw die ik mijn hele leven al de moeite waard heb gevonden: voormalig TV-persoonlijkheid en nu musicalvertaalster Martine Bijl. Ze is om en nabij mijn leeftijd: 72 jaar. In 2016, na haar beroerte, komt haar boekje “Hindergroen” uit. Hindergroen is haar omschrijving van wat ik gewoon onkruid zou noemen (maar wat is onkruid?). Dat wiedt ze graag in de grote tuin van het huis dat ze samen met echtgenoot Berend Boudewijn in Maarssen heeft. In het boekje staan 40 korte verhaaltjes van Martine Bijl, “uit het leven gegrepen”, bijna allemaal stukjes uit het maandblad “Zin”.
Laat ik voor de variatie de stukjes noemen die ik extra bijzonder heb gevonden. Hier komen ze (alsof het mijn favoriete nummers op een CD zijn): Dokter (11), Tuin (21), Buurvrouw (31), Doktersvrouwtje (48), Verschil (66), Praten (69), Klap (97), Design (137), Gelijk (147) en Poffertjes (168).
Ik ben het vaak met Martine Bijl eens, bijv. dat we ons niet voortdurend in een soort nieuwerwets Nederlands moeten uitdrukken. Waarom zeg je “gelijk”, als je “meteen” bedoelt? En wie wil er nou eten in een eterie of happerij? Of wonen in een boerderette? Bijna haar enige makke is dat ze mij het woord “wezen” in plaats van “zijn” ietsje te vaak gebruikt. Is dat Amsterdams (haar ouderlijk huis staat in Amsterdam-West)? Als ze bij haar beroerte per brancard uit het slaapkamerraam naar beneden wordt getakeld – en nog mompelt “Heel Holland Zakt”, wat mooi! – vindt ze dat wel “een stevige wegwezer” (174).
Kunnen kinderen een uitgesproken voorkeur hebben voor een van hun ouders boven de andere? Martine Bijl trekt blijkens het boekje veel meer naar haar moeder dan naar haar vader. Als ze nog klein is, speelt die vader – huisarts van zijn vak – echt de baas in hun huis op de Willem de Zwijgerlaan. Met haar moeder (en haar broer) is ze veel meer vertrouwd. Na de dood van vader hangt moeder het schilderij van hem een paar jaar omgekeerd in de gang.
Ik vind “Hindergroen” van huismus Martine Bijl echt een charmant boekje. Ik heb haar sinds haar beroerte niet meer op TV gezien. Nu is ze kennelijk weer de oude aan het worden is of al geworden en kijk ik uit naar een weerzien. Ze was een Bekende Nederlander, vroeger al, maar ook weer met “Heel Holland Bakt”. Wordt het niet tijd dat we Martine Bijl weer een beetje uit de vergetelheid halen? Het boekje “Hindergroen” gaat zo maar met een volle 8 op de betere boekenstapel.

Zoals beloofd eindig met jullie de namen te geven van de muzikanten die voor de tien moeilijke, instrumentale nummers verantwoordelijk zijn op Vic’s compilatie. Dat zijn achtereenvolgens: 03. Hugo Winterhalter, 05. Roy Anthony, 06. Percy Faith, 07. Tommy Rigley, 08. Leroy Anderson, 09. Bill Doggett, 11. André Popp, 14. Link Wray, 19. Johnny and the Huricanes, 20. Santo & Johnny. Voor wie me niet geloven wil, kijk maar op YouTube; daar zijn de nummers met enig moeite best te vinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten