maandag 22 april 2019

weblogbrief 14.28, 22 april 2019

Weblogbrief 14.28, 22 april 2019

Queridos amigos y familia, jullie hebben toch wel gekeken of er nog post van mij was, de afgelopen week. Een dag te vroeg, op “Martes Santo” (mijn Spaans), ben ik naar de universiteit gegaan. De buitendeur van het grote gebouw waar ook Sociale Geneeskunde zit, staat gewoon in de openings”mode”. Iets anders is hoe leeg het gebouw wel niet is. Ik zie beneden niemand en in mijn gang op de tweede etage alleen iemand verder op die met brandslangen in de weer is. Wat kan mij het schelen, als ik maar mijn kamer in kan en de computer het doet.

Ton stuurt me een brief van de belasting waar ik, als ik terug in Maastricht ben, nog eens goed naar moet kijken. Harry heeft het over een stuk dat hij over Tiny Tim geschreven heeft. Ik lees het, maar dan wordt mij weer eens helder dat Tiny Tim op mij overkomt als een permanente bewoner van “Venray” of “Paviljoen 3”. Als muzikant stelt hij geen hout voor. (En wat ben ik blij dat ik van die boodschappentas met zijn ukelele erin verlost ben.)
Ik ben in afwachting van Trudie’s antwoord op mijn vraag of ik hier volgende winter nog wil terugkomen. Intussen kan ik haar o.a. al vertellen dat ik aan een heel mooi nieuw boek begonnen ben: John Grisham’s “The King Of Torts” uit 2003, bijna 500 bladzijden. Nou willen jullie natuurlijk (net als ik) weten waar dat “torts” voor staat. Een “tort” is volgens mijn Engelse woordenboek een onrechtmatige daad, onrecht. Ook in de grote Van Dale staat het geboekt als het ongelijk. Laat ik maar eens kijken of er nog iets bijzonders van mijn gading op het internet staat.
Dan komt Lluis tot mijn grote verrassing de kamer op – hoe bestaat het? Hij moet een paar dingen op zijn kamer pakken om mee naar huis te nemen en kan niet geweten hebben dat ik er ben. Als vanzelf hebben we het nu over de woning in de Luis Morote. Wat is hij de komende maanden echt van plan? Gaat de woning compleet op de schop om vervolgens per week verhuurd worden aan toeristen? Dat plan heeft Lluis alweer laten varen, bekent hij me, maar hij is er wel van doordrongen dat er het een en ander aan opknappen gedaan mag worden de komende tijd. Lluis wil minder hard gaan werken – hij wordt 23 april 60 jaar – en wil de woning wel het hele jaar gaan verhuren, ook in de zomermaanden. Echter, als ik wil terugkomen in november of zo, valt daar volgens hem best een mouw aan te passen.
Ik mail Trudie nog maar eens opnieuw over deze nieuwste ontwikkeling.

‘s Avonds zit ik haantje de voorste bij Miami op het terras. Ik had natuurlijk kunnen vragen om Juventus-Ajax op te zetten, maar de vele aanwezigen komen uiteraard om Barça te zien winnen van Manchester United. De eerdere ontmoeting in Noord-Engeland eindigde in 0-1, dus moet het een makkie worden, denken wij optimistisch. Camp Nou zit vol met supporters van “los azulgrana”, maar er is ook een vak met ManU aanhangers die voor de wedstrijd trots een groot spandoek met “Walking to glory” in de lucht houden.
Om 8 uur precies slaat scheidsrechter Brych uit Duitsland aftrappen en meteen begint Manchester United aan een mini-offensief. In minuut 1 schiet Rashford de bal op de bovenkant van de lat. Wat krijgen we nou? Gelukkig is Barcelona wel al snel weer bij de les. In minuut 11 struikelt Rakitic over een tegenstander (of laat hij zich vallen) in het strafschopgebied. De VAR moet eraan te pas komen om de door de scheidsrechter toegekende strafschop weer te annuleren. Dan komt minuut 16. Messi wurmt zich langs een aantal verdedigers en schiet de bal met zijn fameuze linker voet van zo’n 18 meter afstand hard in de (voor hem linker) benedenhoek. Keeper De Gea kan er net niet bij: 1-0. Vier minuten later doet Messi het nog een keer, nu met zijn mindere rechter voet. De Gea werpt zich deze keer prima op de bal, maar laat hem dan onder zich doorglijden: 2-0, een blunder.
De wedstrijd is gespeeld, “en un pispás”, in een wip. De legio Barcelona-aanhangers op het terras “hawe pin” en willen liever niet naar Juventus-Ajax overschakelen. Dus moet ik tevreden zijn met in de rust alleen even naar de doelpunten van die wedstrijd tot dusver te kijken. Ronaldo wordt weer een keer vrijgelaten en zorgt met een kopbal voor de 1-0 in minuut 28. Zes minuten later brengt Donny van de Beek de stand in evenwicht met een schuiver: 1-1.
Terug in Nou Camp heb ik over de tweede helft niet veel meer extra’s meer te melden. Vooruit, in minuut 61 speelt Alba de bal naar Coutinho en die haalt van zo’n twintig meter “vernietigend” uit voor 3-0. “Pichichi”, topscorer Messi probeert vlak daarop nog een omhaal, maar de bal gaat naast. In minuut 90 kan Ter Steegen zijn kunnen een keer tonen en dus blijft het 3-0.
Barcelona mag het over een paar weken tegen Liverpool opnemen (tenzij Oporto daar morgen nog een stokje voor gaat steken).

Ben ik iets vergeten? Tussendoor bij Barcelona-Manchester United roept de TV-commentator halverwege de tweede helft dat Matthijs de Ligt in minuut 67 uit een corner de 1-2 heeft aangetekend, met een glorieuze inkopper. Direct na afloop hoor ik dezelfde man duidelijk zeggen: “Ajax sigue a la Juve!”
Op de bank tegenover Cafetaria Nuevo Murias bezie ik even later een eerste verslag van de wedstrijd in Turijn. De “oude dame” met Ronaldo in de gelederen is voor schut gezet door jongens van 21 (Van de Beek) en 19 (de Ligt) uit Mokum. El Mundo heeft het de dag erna over “La gran rebellión”, de grote opstand en El Pais meldt dat “De Ligt se consacra en Turin”, De Ligt vestigt zijn naam in Turijn. Diens wereldprestatie gaat Ajax bij zijn overgang naar een overdreven rijke topclub zeker tien miljoen extra opleveren.
Ik mail Eva dinsdagavond laat dat Ajax kennelijk ook kan winnen, als Eva er niet bij is. Als antwoord krijg ik: “Prachtig, hè? We zijn alweer aan het kijken voor kaartjes in Londen.”

Het eerste dat ik op woensdagmorgen doe, is een plaat van Gilbert O’Sullivan opzetten, de man die op het podium als arbeider of als vaudeville-figuur gekleed is en zichzelf begeleidt op de piano. Hij is van Waterford in Zuid-Ierland, geboren in 1946 (een goed jaar), maar verhuist als hij 7 is, naar Londen. De man wordt vervolgens een volbloed singer-songwriter. In de eerste helft van de jaren zeventig heeft hij de nodige tophits op zijn naam staan, te beginnen met “Nothing Rhymed”: (If I give up the seat I’ve been saving. To some elderly lady or man. Am I being a good boy. Am I your pride and joy. Mother, please if you think say I am.) Gilbert (eigenlijk Ray) O’Sullivan vind ik mede zo goed, omdat zijn teksten klinken als een klok. Helaas heb ik maar een CD van hem in huis, maar die geeft wel een sprekend overzicht van zijn kunnen: “The Very Best Of Gilbert O’Sullivan” uit 1995. Met de nodige bravoure draait die plaat nu zijn rondjes op mijn denkbeeldige pick-up. Ik ben vanmorgen de beroerdste niet en geef jullie hier alle twintig nummers van het album:
01. Matrimony
02. Nothing rhymed
03. Ooh-wakka-doo-wakka-day
04. You are you
05. Get down
06. No matter how I try
07. Clair
08. I don´t love you but I think I like you
09. Underneath the blanket go
10. We will
11. At the very mention of your name
12. Why, oh why, oh why
13. Ooh baby
14. Alone again (naturally)
15. Can’t think straight
16. I wish I could cry
17. Are you happy?
18. What’s in a kiss?
19. Lost a friend
20. I’ll believe it when I see it
Wat een onvervalste schoonheid, ooh-wakka-doo-wakka-day! Het is voor mij best moeilijk om uit deze compilatie nog weer eens nummers uit te halen die extra hoog aan mijn firmament staan. Echter, wat moet gebeuren, moet gebeuren. Mijn sterren gaan deze keer naar de nummers 1, 2, 3, 5, 6, 7, 9, 10, 13 en 14, een heleboel, maar het is niet anders.
Gilbert O’Sullivan reken ik tot de beste Engelse muzikanten uit de eerste helft van de jaren zeventig.

Ik heb het aan jullie ongetwijfeld wel eens verklapt: ik ben een liefhebber van tête de veau. De originele variant – kopvlees – is bij mijn weten in Maastricht niet meer te krijgen. Hier in Las Palmas kan ik hem wel nog vinden onder de naam “morro”, in een rode saus, met “setas”, paddenstoelen.
Een mens moet wat, dus ga ik jullie eens vragen naar Spaanse rijmwoorden op morro. Laat ik me maar weer beperken tot tweelettergrepige woorden. En kom me niet aan met “oro”, goud, “loro”, papegaai, of “toro”, stier, want de eerste lettergreep moet wel met een korte o zijn, geen dubbele.
Ik doe jullie er een aantal cadeau geven, omdat ik er zelf versteld van sta dat ze überhaupt bestaan. “Corro” bijv. is een kring en “forro” staat voor bekleding. Willen jullie nog een paar onmogelijke voorbeelden? Dan kom ik ook nog eens met “horro”, in “horro de”, gespeend van en “rorro” dat volgens mijn woordenboek een koosnaam is voor een baby.
Blijven drie andere woorden met -orro over en daar horen jullie wel mee bekend te zijn. Hebben jullie er lang genoeg over kunnen denken? Hier komen ze. Als eerste noem ik hier “gorro”, muts (niet te verwarren met “gorra”, pet). Een “gorro de baño” is een badmuts en een “gorro de cocinero” een koksmuts. Dan hebben we “porro”, dat algemeen beschaafd Spaans is voor een joint. Het schijnt ook prei te kunnen betekenen, maar voor mij is dat “puerro”. Gaan we door tot helemaal achteraan in het alfabet, dan komen we uit bij “zorro”. Misschien is er ook een cowboy die zo heet, maar hier denk ik het eerste aan een vos. “Listo como un zorro” is zo slim als een vos. Het woord “zorro” heeft ook iets sluws, zoals in “ni zorro idea, geen flauw benul, en “toda la zorro noche”, de godganselijke nacht.

‘s Avonds zit ik hernieuwd voor de buis bij Miami. Oporto kan zoals verwacht geen vuist meer maken tegen Liverpool, dat in de heenwedstrijd al met 2-0 gewonnen heeft. Bij de rust staat het in de Portugese stad van de port 0-1 en de einduitslag wordt 1-4. Liverpool wordt de tegenstander van Barcelona over twee en drie weken.
Manchester City tegen Tottenham Hotspur is compleet andere koek. Eerder heeft Tottenham met een beetje geluk met 1-0 in Londen gewonnen en nu vliegen de doelpunten me in de eerste 21 minuten om de oren: 1-0 (Sterling), 1-1 (Son), 1-2 (Son), 2-2 (Bernardo Silva, via verdediger Rose) en 3-2 (Sterling). Dat 3-2 is net te weinig voor Man City, maar er is dan nog zo’n zeventig minuten te spelen. Over de eerste helft heb ik verder geen wapenfeiten meer. Dan komt de tweede helft, waarin Son al snel een gele kaart pakt. Die moet, als Tottenham zou doorgaan, de volgende wedstrijd aan de kant blijven. Dan puntert Agüero in minuut 59 de 4-2 binnen, op aangeven van De Bruyne (ik vind de Belg erg goed spelen). Het stadion is vanaf dan in hosanna-stemming. Dan komt minuut 73, als Llorente in minuut 73 uit een corner de 4-3 aantekent, met zijn heup, weer eens wat anders. Onduidelijk blijft of de bal ook zijn arm heeft geraakt. Hoe dan ook, nu moet “Guardiola’s blue & white army” opnieuw ten strijde trekken om de halve finale te halen. Dat lukt in de extra speeltijd ook, maar de 5-3 wordt door scheidsrechter Çakir (uit Turkije) afgekeurd wegens buitenspel, tot ontsteltenis van het stadion.
Ajax dient over twee en drie welen de elf van Tottenham Hotspur van de mat te spelen. Dat moet te doen zijn, denk ik oprecht.

Witte Donderdag, “Jueves Santo”, heilige donderdag, “Maundy Thursday”, als het in Engeland tijd is om arme mensen iets te geven, wie bedenkt zo iets? Hier om me heen kijkend is het vooral Vrije Donderdag, “Jueves Libre”. Intussen hebben al zoveel mensen vrij van hun werk dat een terrastafeltje nog maar heel moeilijk te krijgen is.
Als ik vanochtend vlakbij de “Mercado Central” ben, kom ik Jorge en Patricia tegen, die net aan het pinnen zijn. Ze zijn net als ik in de weer om hun eten en drinken voor vanavond en morgen veilig te stellen. Van Jorge leer ik dat je niet hoeft te betalen voor het pinnen, als je dat bij je eigen bank doet, in hun geval Santander. Gelukkig heb ik als Triodos-man de Caixa die (nog) niet op deze nieuwe banktruc is ingesteld.
Het Laatste Avondmaal vanavond heet in het Spaans “La Última Cena”. Wanneer is die naam bedacht? Het lijkt me meer een naam van veel later. Tijdens de maaltijd zie ik iemand als Jezus zeker niet vermoeden dat hij zo meteen in de hof van olijven, “el jardín de olivas” (?), zal worden opgepakt. Ik heb eens in een boekenwinkel bijna een puzzel van een paar duizend stukjes gekocht van “Het Laatste Avondmaal” van Leonardo da Vinci. Daarop zie je goed hoe de schilder ermee geworsteld heeft. Zoals bij mij wel vaker het geval is, heb ik er intussen spijt van als haren op mijn hoofd dat ik toen niet heb toegehapt en hem gekocht heb. Later heb ik de puzzel niet meer kunnen vinden.
Terug naar het heden. Normaliter zijn de winkels in mijn straat ‘s ochtends open vanaf een uur of 10 tot zeg 2 uur. Daarna zijn de dicht tot ongeveer 5 uur en dan weer open tot 9 uur. Vandaag op Witte Donderdag zijn ze na de middagpauze niet meer open en morgen zullen ze ongetwijfeld de hele dag dicht zijn.

‘s Avonds lees ik op NU.NL over de twee wedstrijden in de halve finale van de Liga De Campeones, om het eens op zijn Spaans te zeggen. Hier zijn de data. Alle wedstrijden beginnen om 9 uur, in Las Palmas 8 uur.
30 april Tottenham – Ajax
01 mei Barcelona – Liverpool
07 mei Liverpool – Barcelona
08 mei Ajax – Tottenham
Ik heb de twee wedstrijden van Ajax tegen Juventus helaas moeten missen. Echter, op dinsdag 30 april ga ik zeker voor de buis zitten om 8 uur en op woensdag 8 mei – als ik om 11 uur ‘s ochtends terugvlieg naar Nederland – is het om 9 uur ‘s avonds aantreden in Maastricht (esgodbleef).

Als ik op mijn bank bij het NH-Imperialhotel zit, krijg ik een koppel vrouwen te verduren, met een drietal kleine kinderen, waar de honden geen brood van lusten. Waar kun je aan zien dat mensen asociaal zijn? Ik weet het niet, zit het hem in het taaltje dat ze bezigen? Hebben ze de verkeerde kleren en schoenen aan? Dit duo zit hoe dan ook niet in mijn league. Ze hebben net nog door het strandzand gebanjerd en nu moet het zand van hun benen en voeten af, voordat die in hun foute slippers (“chancletas”) gaan verdwijnen. De brutaalste van de twee (denk ik dan maar) haalt een rol WC-papier uit haar tas om daarmee de zaak af te deppen. Na gedane arbeid wordt het overdadig gebruikte paper gewoon op de grond gekiept. Als de twee vrouwen met hun onschuldige kroost vertrokken zijn naar waar ze vandaan komen, staat een bankzitster naast mij op om de rommel te verwijderen.
Op mijn wandelingetje terug over Las Canteras kom ik een oudere vrouw tegen met – ik kan het niet helpen – echt uitgezakte borsten. Op haar polo staat niettemin met trotse letters: WHATEVER YOU WANT.

Op Goede Vrijdag blijft Carlos beneden dicht, maar “de Franceso” en “Don Manué” doen later hun deuren wel open. Om 12 uur ga ik me douchen en dan begin ik aan een overheerlijke portie “Pulpo a la Gallega”, stukjes achtarmige inktvis, in een saus met paprika en ui. Als extraatje doe ik er “pepino” bij, komkommer van de firma “La Cosecha Canaria, alimentos de nuestra tierra”. Eigen teelt, zo hoort het. De komkommer (verleden tijd: kwamkwammer) maak ik aan met een paar lepels mayonaise, wat brood erbij en wie doet me wat!

Dan is het 3 uur geweest. “Het is volbracht” en ik ga eens kijken op mijn VERBATIM schijf of ik nog een passende boodschap voor jullie heb, iets met Pasen, Pâques, Pascua of Easter. Tussen alle Engelstalige amusement en droefenis zie ik de nodige paasmuziek van mijn gading. O.a. krijg ik een CD van Tracy Chapman in beeld, de dame voor wie ik al decennia lang een zwak heb. Die wordt het. Ze is geboren in Cleveland, Ohio in 1964. Ik heb acht studio CDs van haar uit de periode 1988-2008 plus nog wat frutsels. Die uit 2005 heet “Where You live” en daarop staat het nummer “Before Easter”. Het is niet anders, maar Jesus is op het liedje prominent aanwezig en het lijkt wel of Tracy Chapman te biecht gaat. Toch vind ik het best een goed nummer. Hier zijn ze alle elf van “Where You Live”:
01. Change
02. Talk to you
03. 3000 Miles
04. Going back
05. Don’t dwell
06. Never yours
07. America
08. Love’s proof
09. Before Easter
10. Taken
11. Be and be not afraid
Tracy Chapman kan nog altijd een potje bij mij breken. Heeft ze na 2008 geen CDs meer opgenomen? Intussen vertel ik jullie dat, zelfs als ik het nummer “Before Easter” op “Where You Live” buiten beschouwing laat, er nog steeds eersteklas liedjes op de plaat te vinden zijn, met name de nummers 1, 2, 4, 6 en 10.

Paaszaterdag is een echte zaterdag, met alle leven dat bij mijn straat hoort. Toch begin ik Nederland en dan vooral Maastricht wel te missen. Trudie heeft gisteren gekookt voor Eva, JW en mijn twee oogappeltjes alsmede Marij en René. Het moet heel gezellig geweest zijn. zonder mij.
Hier houd ik het rustig en peuzel vandaag wel nog een halve kip weg, die ik vooraf in een koekenpan heb opgewarmd, met opgebakken aardappeltjes. Ik doe er Amerikaanse salade bij (vooral witte kool) en yoghurt als toetje.

‘s Avonds, als het om 9 uur donker is, kijk ik een film af op mijn laptop. Ik heb hem al eens gezien, maar ben niet bang voor de herhaling. Hij heet “Body Of Lies”, is van 2008 en de regisseur heet Ridley Scott. De film speelt voornamelijk in het Midden-Oosten.
CIA-agent ter plekke is ene Roger Ferris (gespeeld door Leonardo DiCaprio) die zijn best doet om een Al Quaida-kopstuk gevangen te nemen. Hij wordt (vooral) vanuit de V.S. gesteund door een hoge CIA-pief genaamd Ed Hoffman (Russell Crowe). In de Midden-Oosten contreien, met name Jordanië, krijgt Roger Ferris hulp van ene Hadi Salaam en voor de liefde is er een knappe verpleegster, die hem wekelijks een tetanus-injectie toedient. De tegenpartij heet, als we al zijn helpers weg mogen laten, Al-Saleem, een al wat oudere man met een baard. Mag ik het daarbij laten?
“Body Of Lies” vind ik een spannende, maar ook aimabele film, in een omgeving waar ik niet zou willen verkeren. Je zal maar in zo’n markt een bom op je donder krijgen. Hij gaat hier nu in de gratis handel. (Ik leg de DVD bij een boom en dan zal er ongetwijfeld snel iemand komen die hem als cadeautje mee naar huis neemt.) Op (Eerste) Paasdag heb ik snel door dat er in mijn huis geen eitjes verstopt zijn. Dan nog maar een nieuw plaatje. Wat vinden jullie van de klassieker “Easter Parade”? Bij mijn weten is het een nummer van de bekende componist Irving Berlin. Ik heb het op mijn computerschijf staan in een aardige uitvoering van Sarah Vaughan samen met Billy Eckstine, uit 1959. Die is best de moeite waard, maar vandaag prefereer ik de versie van Fats Domino (1928-2017). De man uit New Orleans speelt het op de LP “I Miss You So” uit 1961. Daarop is trouwens nog veel meer goeds van de dikke man te vinden, zoals het titelnummer, “It keeps rainin’” en “What a price”. Dat “Easter Parade” van Antoine “Fats” Domino, met de band van Dave Bartholomew, is het niet een prachtig nummer in al zijn eenvoud?
Om 12 uur begeef ik me naar de keuken om een overheerlijke eiersalade klaar te maken. Allereerst gaat een diepvries groentemengsel (“menestra”) tien minuten in de magnetron en dan mag het weer afkoelen. Ik maak het nu aan met een aantal lepels mayonaise (en wat ik nog aan mosterd over heb) en doe er diverse teentjes knoflook bij uit een potje van De Spar (“ajos, en vinagre encurtidos”, in azijn ingelegd). Dan voeg ik vijf hardgekookte eieren toe, die ik wel uitgebreid ga prakken. Tenslotte wordt de hele boel gemengd tot een grote “pratsj”. Nu vers roggebrood erbij en aanvallen maar.

Zondagavond met pasen (dat is hier iets anders dan paasavond) doe ik de boulevard en sta versteld van de hoeveelheid volk dat heen en weer struint. Zelfs kom ik ook een paar keer Nederlanders tegen. Het is tijd om weer enkele trui-opschriften de revue te laten passeren. Een van de leukste van vandaag vind ik: “LONDON, PARIS, LA ISLETA, NEW YORK, TOKYO”. (La Isleta is de wijk bij het Castillo de la Luz.) Extra punten geef ik ook aan: “LA TARDE ES JOVEN”, de middag is nog jong.
Gaan we naar enkele buitenlandse. Ik kom vanavond als eerste met iets Frans: “JE M’EN FOUS”, het kan me niks bommen. Vanzelf heb ik ook een Engelse in de aanbieding: “THIS IS JUST THE BEGINNING”, dit is nog maar het begin. Vooruit, jullie willen er nog eentje? Dan kom ik met: “FOLLOW YOUR INTUITION”. Daar hoort wel bij gezegd te worden dat het bij de dame hoort van zo’n 150 kilo, schoon aan de haak. Zou haar hartenkreet op eten slaan?

Mijn sportieve gelukwens gaat vandaag uiteraard naar Mathieu van der Poel, zoon van Adri. Je doet goed mee, trekt op het einde eens een sprintje en dan win je de enige Nederlandse wielerklassieker: de Amstel Goldrace. Proficiat!

Het was me de Goede Week wel weer. Aan de andere kant ben ik blij dat het vandaag de 22ste hier in Las Palmas weer een gewone doordeweekse dag is. Jullie in Nederland mogen dan op paasmaandag nog aan de chocolade eitjes zitten, hier moeten de kinderen gewoon naar school (en wee je gebeente, als je te laat aan komt zetten). Deze brief gaat vanmiddag op de bus en mijn volgende, nummertje 14.29, kunnen jullie over precies een week tegemoet zien, op maandag 29 april. Dan hebben we de verjaardag van Zijne Koninklijke Hoogheid en beloken pasen ook alweer gehad.
Voor nu, beste mensen, neem nog een eitje en geef dan toe dat het zogenaamde paasfeest niet meer is dan één grote poppenkast. Als het lijk van Jezus in een graf wordt opgeborgen, waarom zou de man er dan weer levend uitkomen? Tot ziens maar weer, hasta luego, Paul.

BOEKENBIJLAGE

Mijn eerste boek is er deze keer eentje van John Grisham die ik nog had liggen: The King Of Torts, uit 2003. Voor wie het niet weet – ik heb het ook moeten opzoeken: “torts” zijn onrechtmatigheden. Het verhaal speelt zich hoofdzakelijk af in Amerika’s hoofdstad Washington D.C. (waar 80% van de bevolking zwart is, maar dat terzijde). John Grisham ziet er patent uit de foto achter in het boek.
Clay Carter is een jonge advocaat, 31 jaar, die al zo’n vijf jaar werkt voor het “Office of the Public Defender” in de stad. Daar zitten zo’n 80 advocaten, het is allemaal best aardig, maar voor het grote geld hoef je het bepaald niet te doen. Dan krijgt hij de verdediging toegewezen van Tequila Watson, een 20-jarig boefje uit een ontwenningskliniek dat nu al bijna vier maanden drugsvrij is, maar tijdens een dagje uit huis random iemand doodschiet. Clay baalt er een beetje van. Dan komt ene Max Pace op de proppen die hem stiekem vertelt dat het een nog niet bekende bijwerking is van een overigens prima werkzaam anti-drug middel: Tarvan. Ongeveer 1 op de 12 chronische gebruikers zou aanvallen van in het wilde weg iemand doodschieten krijgen. Clay Carter opent een eigen kantoor, met meenemen van Paulette Tullos, Rodney Albritton van het OPD-kantoor en daarnaast zet hij zijn vriend en computerman Jonah in. Ze beginnen een rechtszaak of liever gezegd: treffen een lucratieve regeling met de firma van het middel voor de intussen zeven getroffen families van slachtoffers. Clay Carter houdt er 15 miljoen dollar aan over.
Dan dient zich, alweer met hulp van Max Pace, de volgende zaak aan, die nog veel groter is. Het ontstekingsremmende middel Dyloft van Ackerman Labs zou bij 5% van de gebruikers (meestal wel goedaardige) blaastumoren veroorzaken. Samen met vooral een andere “king of torts”, Patton French, wordt het een zaak waarbij ze voor vele duizenden slachtoffers bij de firma gaan claimen. Aan deze transactie verdient Clay zo’n 110 miljoen (waarvan hij zijn drie helpers van het eerste uur als bonus ieder 10 miljoen schenkt). Intussen wordt hij ook medeclaimer in een zaak tegen de producent van afslankpil Skinny Ben.
De bomen groeien tot in de hemel, er komt een duur eigen vliegtuig en zijn vader krijgt een boot. Hij neemt er “bimbo” Ridney bij, die graag en veel shopt en in een door Clay Carter aangekochte villa op de Caraïben zit. Er komt een claim tegen een fabrikant van cement die eenmalig “defective brick mortar” zou hebben gemaakt, waardoor de stenen na een paar jaar uit zo’n duizend huizen vallen. Helemaal het einde wordt het, als hij op aangeven van Max Pace een megazaak begint tegen producent Goffman van een middel tegen overgangsklachten: Maxatil. Dat zou bij 8% van de gebruiksters de kans op borstkanker, hartinfarct en beroerte verhogen (hoewel dat maar moeilijk te bewijzen valt).
Uiteindelijk gaat het mis op alle fronten, maar hoe, dat moeten jullie zelf maar lezen. Anderhalf jaar nadat Clay Carter zijn eigen firma begonnen is (en zijn vriendin van toen, Rebecca, gedumpt heeft), is hij weer terug bij af of nog verder heen.
Een tijd lang heb ik gedacht dat John Grisham als thrillerschrijver mij te weinig te bieden heeft. Daar ben ik inmiddels helemaal van teruggekomen. “The King Of Torts” vind ik een zeer onderhoudend en spannend boek, dat inderdaad wel iets weg heeft, zoals Time zegt, van een “rollercoaster ride”, een rit op de achtbaan. Ik beloon er John Grisham met een 8 als recensiecijfer voor en zie uit naar nog weer andere boeken van de man.

Op een been is het moeilijk staan, dus kom ik hier met nog een een klein boekje erachter aan. Het is het gratis boekje van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. Die heeft het uitgegeven in 2003 ter gelegenheid van juni – Maand Van Het Spannende Boek. Een van de bekendste Nederlandse thrillerauteurs, Tomas Ross, schrijft het en het heet “De Klokkenluider”, 96 bladzijden dun of dik, afhankelijk van hoe de wind erbij staat.
Ik zal de dood van Maarten van Traa er maar niet bijhalen, maar dit verhaal vertoont er wel trekjes van. Wouter Burger, PvdA-Kamerlid, is voorzitter van de commissie die de rol van de AIVD in het onderzoek van RaRa moet onderzoeken. RaRa is een groep die vooral in 1985-1990 actief is als anti-apartheid beweging en voor diverse aanslagen zorgt. In 1991 en 1992 volgen nog enkele aanslagen, o.a. bij staatssecretaris Aad Kosto thuis.
Wouter Burger wordt vermoord op de avond dat een hoge AIVD-man, Jacques de Klerk, zou komen getuigen, maar niet op komt dagen. Vriendin van Wouter Chantal Vinken en ook Wouter’s weduwe Marion vragen zich af wat en wie erachter steekt. Dan wordt (ex-)RaRa-man Ronald Wilson ook om het leven gebracht en maakt commissielid Joop van Halster zich uit de voeten. Daar ga ik het bij laten voor deze samenvatting.
Tomas Ross is altijd goed voor een leesbeurt. Soms pakt die beter uit dan anders. “De Klokkenluider” is wel aardig, maar laten we het niet overdrijven. Dit mini-boekje gaat terug in de kast met een 7- als recensiecijfer. Daarmee is het nog aardig betaald.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten