woensdag 2 januari 2019

Weblogbrief 14.10, 2 januari 2019

Weblogbrief 14.10, 2 januari 2019 (!)

Queridos amigos y familia, 2019, een nieuw jaar, een nieuw geluid. Iets anders is of ik deze brief ook op 2 januari in jullie brievenbus krijg gestopt. De universiteit is dicht, dus daar kan ik niet terecht. Aan de hulp van kennissen hier heb ik wel gedacht, maar gevraagd heb ik het niet. Dan blijft alleen nog externe hulp over, zoals van Eva en hotel Cantur. Lukt het me niet om hem via die weg te versturen, dan krijgen jullie er op 8 januari twee. Ook leuk!>BR>
Afgelopen donderdag in het grote gebouw van de gezondheidsfaculteit ben ik op de tweede etage echt de enige in de gang waar naast bijv. kindergeneeskunde ook Public Heatlth zit, de schare van Lluis. In de gang aan de andere kant zie ik, als ik mijn uitdraai van de vorige brief ophaal, iemand lopen bij Fysiologie, maar als ik iets later nog eens voor twee fotoÆs terugga, is die gang ook zo leeg als wat.
Niet getreurd, ik heb vanaf 2 uur alle tijd om mijn mail te doen en daarna HarryÆs site te bezoeken. Bij zijn clips zit een heel mooie van John Hiatt uit 1988. Hij speelt û met een groepje blanken û het nummer ôSlow turningö voor een heel dorp zwarten. Die komen langzaam los en slaan dan wel aan het dansen op de muziek. Voor mij is het echt de omgekeerde wereld. Ik weet niet beter dan dat de zwarte sterren tot in de jaren zestig wel mogen optreden voor een publiek van jonge blanken, als ze zich maar niet onder de dansende blanken mengen. Ook in de hotels in het zuiden zijn het dan nog strikt gescheiden werelden. Zou het in de periode daarna eindelijk goed gekomen zijn met het ophouden van rassendiscriminatie in de Verenigde Staten, met als summum een zwarte president?
In twee bijdragen laat Harry me zien hoe overduidelijk de rhythm & blues van het noorden (Tamla-Motown) verschilt van die in het zuiden (Stax, Atlantic). In Detroit en zo is het vooral zoetheid dat de klok slaat, met de Miracles, de Supremes, Mary Wells en dergelijke. In een prima artikel over Gladys Horton (1945-2011) van de Marvelettes laat Harry zien, hoe de zangeres van ôPlease, Mister Postmanö in 1961 in Detroit maar moeilijk op kan tegen het soms ronduit agressieve gedoe van frontvrouw Diana Ross van de Supremes (voorheen de Primettes). Die vindt het maar niks dat ze in Gladys Horton een ômededingsterö heeft. Toch is bijv. ôToo hurt to cry, too much in love to say goodbyeö van de Marvelettes (die zich vanaf 1963 ineens de Darnells noemen) best een mooi nummer.
In het zuiden is de muziek veel meer ôfunkyö en ôdown to earthö. De muziek van mensen zoals Sam Cooke en Otis Redding, die daar de dienst uitmaken, klinkt heel anders. De prima begeleiding van het fameuze orkest van Booker T and the MGÆs, met Dick Dunn, Steve Cropper en Al Jackson, speelt daarin ook een grote rol (al vind ik het trompetgeschal af en toe te doordringend). In hun gevolg zit ook Arthur Conley, uit Georgia, die dweept met Sam Cooke en Otis Redding. Zelf is hij begonnen als zanger van ôArthur and the Carvettsö, maar daarna is zijn solocarriΦre van de grond gekomen. Bekende nummers zijn o.a. ôNothing can change this love I haveö, ôOb-la-di, ob-la-daö en vooral ôSweet soul musicö, waarmee hij een wereldhit heeft. öSweet soul musicö is geschreven door hemzelf samen met Otis Redding en het tweetal schrijft in die tijd nog veel meer mooie nummers (waarvoor Arthur Conley tot aan zijn dood royalties ontvangt).
Ik heb van Harry een interview van Eric Lieshout voor de VPRO uit 2001, waarin Arthur Conley o.a. van zijn zijn clip van ôSweet Soul Musicö uitlegt hoe die in Amsterdam is opgenomen, best indrukwekkend. De man verhuist later ook naar Nederland, vanwege een vriendin en omdat het bij ons veel minder turbulent zou zijn. Op oudere leeftijd neemt hij (onder de naam Lee Roberts and The Sweaters) zelfs nog een cd op in Nederland (ôLive in Bijlmermeerö) en zet hij zich in voor een aantal talenten uit het land.

Op de vrijdagmorgen presenteer ik jullie een cd die al vanaf gistermorgen door mijn woning schalt: ôLand Of Doubtö van Sam Baker uit 2017. Sam Baker, voor wie hem nog niet kent, is geboren in 1954 en afkomstig van een plaatsje vlakbij Dallas, Texas. Hij is dus nu met zijn 64 jaar nog net geen AOWÆer, zelfs niet als we die leeftijd weer terugzetten op 65 jaar. Ik heb behalve ôLand Of Doubtö nog vier andere cdÆs van Sam Baker plus een plaat van een live optreden in Nederland (met een intro van Jan Donkers). Ik neem aan dat MarijÆs neef Peter aan een en ander debet is.
Hier zijn de vijftien nummers van ôLand Of Doubtö, waarbij ik de min of meer tussenstukjes van minder dan een minuut van haakjes heb voorzien:
01. Summer wind
02. Some kind of blue
03. (The slivered moon)
04. Margaret
05. Love is patient
06. Leave
07. Pastures fit for thoroughbreds
08. (Song of sunrise birds)
09. The feast of Saint Valentine
10. Moses on the reeds
11. Say the right words
12. (The sunken city rises)
13. Peace out
14. When fallen angels dwell
15. Land of doubt
Mijn favoriete nummers op ôLand Of Doubtö zijn nummers 1, 4, 5, 9, 13 en het instrumentale 14. Bij de kleintjes opteer ik voor 3. Bovenal ôSummer windö en ôPeace outö krijgen van mij extra punten. (En laat ik in ΘΘn moeite door ook uit ôSay Graceö uit 2013 het Engels-Spaanse nummer ôMigrantsö naar voren schuiven, de migranten met hun ôestamos perdidosö.)

Na de donkere jaren v≤≤r kerstmis komen de al wat lichtere dagen v≤≤r nieuwjaar. Op de vrijdagavond begin ik met een bezoek aan het bibliotheekje bij het basketbalveld aan de zee. Ik word welkom geheten door de man die normaliter in mijn andere bibliotheekje aan het Castillo de la Luz de scepter zwaait.
In de kranten kan ik niet echt iets vinden dat ik jullie perse deelgenoot van wil maken. Vooruit, in het clubblad van Barcelona staat over twee paginaÆs een interview met Leo Messi. Als het om het aantrekken van nieuwe spelers gaat, vindt hij dat met name De Ligt en De Jong van Ajax echt een versterking zouden betekenen.
Op Nochevieja æs middags is de zeer in trek zijnde HPS San Silvestre loop door de straten van de stad. Hij wordt dit jaar voor de achttiende keer gehouden, te beginnen als sluitstuk van het jaar 2000. Terzijde, dat HPS voor San Silvestre is de naam van de hoofdsponsor: Hospital Perpetuo Socorro. De inschrijving voor deze van meer dan 11.000 lopers zou al binnen zijn. Nog 800 erbij en de magische maximumgrens van 12.000 is bereikt. Als ik een jaartje of 30, 40 jonger was, zou ik er voor hebben kunnen oefenen en dan meedoen (zoals bij een soortgelijke loop in Maastricht in juni). Nu sta ik op zijn best langs de kant om de deelnemers aan te moedigen. ôVAMOSö.

Dan is om 9 uur æs avonds mijn weerzien met NoΘ en zijn bende. We komen bij elkaar in restaurantje ôKimÆs Pojangmachaö bij mij om de hoek. Dat is een piepklein zaakje. We passen er met zijn veertienen plus de man van de zaak net in. Er kan echt geen hond meer bij. Juli is eerder een keer komen voorproeven en heeft het eten okΘ bevonden. Een aantal vrienden van NoΘ ken ik inmiddels redelijk goed. Naast hem en Juli zijn dat Agus en Nere, Luis en Tachela en Eduardo. Blijven er zes anderen over, die mij iets minder bekend tot nog vreemd voorkomen: Roberto, Carolina, Benjie, Cristina, Hugo en Carlos. Van mijn kennissen uit NoΘÆs kring bespeur ik alleen Rafaela en Lorena niet. Rafaela zit bij haar broer ergens in Afrika en Lorena is voor een aantal maanden naar het nu zomerse Argentiniδ.
We krijgen een maaltijd voorgeschoteld met het ene na het andere gerecht dat ik niet ken: tapasavond op zijn Zuid-Koreaans. Het opgediende eten heeft wel wat weg van Thais of Chinees, maar dan wel weer anders. Als we dat gewild hadden, hadden we zelf onze wijn kunnen meebrengen, maar het in de zaak geserveerde bier (Estrella Galicia) voldoet prima. Misschien kan ik de avond het beste omschrijven als een culinaire overval. Helemaal op het einde worden lappen spek geroosterd op een barbecue, die je vervolgens in een slablad moet eten met een half teentje knoflook, geraspte kaas en sambal. Tegen die tijd haak ik af; ik zit dan zoals dat heet aardig vol (en heb eieren met spek op het menu staan voor de zaterdagmiddag).
Aan Kim of hoe hij heet van het Koreaanse Pojangmacha vraag ik bij het weggaan wel een klein bakje Koreaanse sambal om mee naar huis te nemen voor als Eva en Dalφ op bezoek komen. Wat ik zelf heb met sterke mosterd, heeft mijn ôhijaö met sambal. Een boterham naar binnen werken doet Eva op zijn tijd best graag, maar er hoort voor haar wel steevast een snufje sambal bij.

In het Spaans zijn woorden die op -o eindigen mannelijk en op -a vrouwelijk. Voorbeeld: hermano (broer) en nieta (kleindochter) of suegro (schoonvader) en cu±ada (schoonzus). De overbekende uitzonderingen zijn ôla manoö en ôel aguaö. Gisterenmiddag, als ik zaterdagochtend een boodschap doe, hoor ik een moeder tegen haar dochtertje zeggen: geef me maar een handje, ôdame la manitaö. Dat ômanitaö vind ik prima passen bij dat ôlaö van ôla manoö. ôManitoö voor handje heb ik, hier althans, nog niet horen zeggen.
Zou hetzelfde met ôaguaö aan de hand zijn; is het verkleinwoord daarvan ôagⁿitoö? Ik haal er thuis mijn grote dictionaire bij, maar die heeft van zijn leven nog niet gehoord van ôagⁿitoö. Het woord ôagⁿitaö kent hij wel; dat is volgens het woordenboek een kruidenthee, een woord dat aardig in de buurt komt van watertje. Ik heb het æs avonds ook aan NoΘ gevraagd. Die vertelde me dat ôagⁿitaö het Spaanse equivalent van ôwowö is, de uitroep van verbazing of bewondering.
Een watertje in de zin van bronwater is hier overigens ôagua mineralö met prik (ôcon gasö) en ôagua naturalö zonder prik (ôsin gasö). Ik zou trouwens in Nederland liever rode en blauwe spa zeggen; dat vind ik iets eigens hebben.

Bij mijn middageten heb ik deze zaterdag als groente ôcoles de Bruselasö, spruitjes. Die zijn in verhouding tot andere groentes best prijzig hier. Een rare naam hebben ze ook nog, alsof spruitkool vooral in Brussel wil groeien. En ter onderscheid: Brussels lof (= witlof) is in het Spaans endibia (of achicoria de Bruselas).
Kennen jullie de namen van de verschillende koolsoorten in het Spaans? Je schrijft de soort in het Nederlands aan elkaar. Hier zijn er een aantal, alfabetisch:
bloemkool û coliflor
boerenkool û col rizada
rodekool û lombarda
spruitkool û coles de Bruselas
wittekool û repollo
Voor de liefhebbers doe ik er steenkool, hulla, bij, maar die hoort natuurlijk niet op tafel, maar in de kachel thuis. Als je het in de groentewinkel niet precies weet, kun je de kool of andere groente die je voor jezelf in gedachte had, natuurlijk ook aanwijzen. Dat verstaan ze met al die toeristen ook best.

Op de boulevard æs avonds zie ik een schoolmeisje lopen, springen eigenlijk, met op de voorkant van haar trui: ôUnpluggedö, losgekoppeld, uitgeschakeld. Even later kom ik een man tegen met op zijn blauwe shirt: ôAlcatraz, San Francisco. Penitentiary swim teamö. Vooral de laatste kan mijn goedkeuring echt wegdragen.
Het is erg druk aan de zee; dit is de tijd van het jaar dat hier op Las Canteras een overvloed aan mensen paradeert, autochtonen, Spanjaarden van de ôpeninsulaö en buitenlanders. Ook in mijn onvolprezen calle de Luis Morote is het op een avond als vanavond bovengemiddeld gezellig.

Op de zondagmorgen scoor ik op de rommelmarkt een cd, voor 50 eurocent, die ik jullie per direct wil laten horen. Het is een fadoplaat uit 2001 uit Coimbra. De titel is ôFados ╔ Guitarradas De Coimbraö en de zanger op de plaat is ene Frederico Vinagre. (Vinagre is Portugees voor azijn. Een azijnpisser is een ôamargadoö.) Zijn gitaarbegeleiders zijn Octavio SΘrgio en Manuel Mendes, terwijl ene Durval Moreirinhas op de viool een handje helpt. Hier zijn de vijftien nummers:
01. April in Portugal (Coimbra Θ uma licao de amor)
02. Solitßrio
03. Cancao vai e vem
04. Nasce na estrela o Mondego
05. Balada do Mondego
06. Menini dÆoiro
07. A sol anda lß no cΘu
08. Lß menor de Xabregas
09. Caminho perdido
10. Minha mae
11. Vou encher a bilha e trago-a
12. Fado do adeus
13. Doce entendimento
14. Igreja de Santa Cruz
15. Valsa em fa
Om te beginnen vind ik de drie instrumentale nummers: 5, 8 en 15 best goed. ôFadistoö (als dat woord bestaat) Frederico Vinagre is op de foto zo foeilelijk dat de fotograaf er een hele dobber aan gehad moet hebben om hem op de hoes nog ietsje van schwung te geven. Niettemin, zingen doet hij heel aardig. Luister eens naar bijv. de nummers 1, 4, 6, 11 en 14. Er zit helaas wel de nodige galm in zijn stem. (Als het om zangstemmen en fado gaat, krijgen de dames van mij vooraf al een puntje extra.) Alles bij elkaar genomen vind ik ôFados ╔ Guitarradas De Coimbraö van Frederico Vinagre best te pruimen.

Op zondagavond loop ik om half 7 in de Alfredo Jones langs de zaak van mijn ôpeluqueroö hier, een nog jonge Marokkaanse kapper. Zijn nering, ôLas Canterasö geheten, is op de hoek met de boulevard; hoe kan het anders. Eigenlijk een beetje tot mijn verbazing heeft hij vandaag zijn zaak open, maar er zijn geen klanten op het moment. Dan denk ik: dan is het nu tijd om mijn haar weer eens laten knippen, twee maanden na mijn vorige knipbeurt (door Trudie). De kapper zet zijn tondeuse op mijn verzoek op stand 2 en verwijdert haar van mijn hoofd dat het een aard heeft. Zelfs werkt hij ook mijn wenkbrauwen bij. Tien minuten later loop ik voldaan over de ôpaseoö, met mijn nagenoeg kale hoofd in de wind.
Later thuis bedenk ik wel dat ik mijn haar nu wel erg kort heb. Echter, het leed is weer geleden en wacht maar af, mensen: over een aantal weken heb ik weer een coupe soleil (met plukjes grijs haar). Alleen zullen Eva en Dalφ, die hier overmorgen aankomen om mij vijf dagen te amuseren en te kapittelen, er wel iets verkeerds over gaan zeggen.

Om 9 uur lijkt het me zondagavond tijd voor een mooie film op mijn computer. Het wordt ôThe American Presidentö uit 1995, van regisseur Rob Reiner. De rol van de president: Andy Shepherd, wordt gespeeld door Michael Douglas. Zijn vrouw is overleden en hij heeft een dochter, de twaalfjarige Lucy. Andy wordt in de film verliefd op een charmante lobbyiste van de milieubeweging: Sydney Wade (Annette Bening) en gelukkig is het wederzijds. Of het vervolgens langduriger wat wordt tussen de twee met hun relatie, is de vraag. De staf in het Witte Huis bestaat uit o.a. A.J. (Martin Sheen), Lewis (Michael J. Fox), , Robin (Anna Deavere Smith), Leon (David Paymer) en secretaresse Jamie (Samantha Mathis). President Andy Shepherd staat een jaar af van zijn herverkiezing als president, met Bob Rumson (Richard Dreyfuss) als zijn grote opponent. Dan daalt zijn populariteit drastisch (van 63 naar 41%), als zijn verhouding met Sydney breeduit in de pers gemeten wordt, terwijl belangrijke nieuwe wetten naar het congres moeten, zoals een anti-misdaadwet (maar wapens mag iedereen hebben) en een milieuwet voor een reductie van fossiele brandstoffen met 20%. Hoe moeilijk is het voor de president om zijn politieke ideeδn te scheiden van zijn privΘ-leven met Sydney?
Ik heb van de film genoten en neem hem met plezier mee terug naar Maastricht voor wie hem ook eens wil bekijken. Het is weer eens iets anders, na de strapatsen van presidenten als bijv. Richard Nixon, Bill Clinton en nu een man als Donald Trump die aan de touwtjes trekt.

Gisteren heeft de zoon van mijn overburen op het balkon een slinger opgehangen met ook nog eens een grote gele ster. De broer van zijn vader, die is komen logeren, helpt hem daarbij. Ik ben niet zo van de versieringen, maar als je eraan begint, waarom dan pas zo laat, zoveel dagen na kerstmis? Zou men net zo weinig ophebben met de stal bij Bethlehem als ondergetekende? Hoe dan ook, er kan nu echt weinig meer misgaan, voorspel ik jullie: 2019 is nakende.
In alle vroegte op de laatste dag van het jaar gaan mijn recente tijdelijke onderburen op ΘΘn hoog links: twee oudere mannen, terug naar hun huis. Als ik beredeneerd mag gokken, kies ik voor ergens in Ierland. Ze hebben in alle vroegte de woning nog een beetje gesoigneerd. Nu gaat een van de twee met het nodige brood en beleg naar beneden, waar enkele notoire zwervers en zuiplappen op de bank zitten. Hij heeft als klap op de vuurpijl behalve het voedsel ook ôuna bolsitaö met blikjes bier voor ze. Als hij de spullen uitgepakt heeft, hoeft hij niet lang te wachten. De daklozen laten zich de spijs en drank goed smaken. Ik moet het op het balkon intussen doen met alleen mijn potje koffie.

ôNocheviejaö is een beetje rare avond, voor een man alleen in Afrika. De meeste cafΘs hier zijn dicht, maar op de boulevard is wel nog enig leven in de brouwerij. Een van de best lopende restaurants hier is pizzatent Al Maccaroni. Daar zit het redelijk vol. De obers zijn voor de bijzondere gelegenheid toegerust met een smetteloos wit hemd op hun zwarte broek en een rood ônoondezjukeö. Voor de niet-Maastrichtenaren is dat een strikje, hier heet zoÆn ding een ôpajaritaö.
Even verderop zie ik dat je bij Balalaika niet zo maar op het terras kunt gaan zitten. Er is omstandig gedekt voor (kennelijk) allerlei gasten die later plaats zullen nemen. Dat blijkt ook bij La Oliva het geval te zijn.
Het NH-hotel bij mijn voorkeursbank is normaliter æs avonds in een blauwe kleur gehuld. Echter, niet nu: voor de variatie en vanwege de bijzondere gelegenheid branden vanavond overal rode en groene lampjes in plaats van blauwe. De grote elektrische kerstboom op de gevel van Club Victoria is in de nulstand gezet; zo hoort het ook na kerstmis. Bij mijn bank aan de calle de Ferreras kijkt de oprichter van voetbalclub Real Club Victoria, Pepe Concalves (1894-1934) nogal droevig voor zich uit.
Om onduidelijke reden is het cafΘ van Carlos bij mij beneden niet alleen dicht, ook heeft hij ook zijn Wifi uitgezet. Dat lijkt me een reden te meer om mijn mail dan maar op de bank bij La Oliva af te werken. Ik bericht Trudie, Eva c.s. en de Knipschildjes per gesproken app dat 2019 best een goed jaar gaat worden. Op nu.nl vind ik echt niks van mijn gading, alleen de nodige onzin.

Dit wordt de jaarwisseling van een vrijgezel met een leesboek. Ik neem er vanavond wel ôBandidoö bij, het speciale bier van Tropical, met een scheutje tequila. Voor de lekkere trek completeer ik mijn zitten op het balkon met chips en gebrande hazelnoten van El Corte InglΘs. De herrie in mijn straat valt mee, al krijg ik om 12 uur û dan is het bij jullie al 1 uur û wel een kwartier lang mijn portie mee. Het is tijd om tussen mijn hoeslaken en gekleurd laken van Zara Home te kruipen, met een dun dekentje eroverheen. Ik moet snel vertrokken zijn.

Op nieuwjaarsdag is mijn stuk straat æs morgens uitgestorven. Alle drie de cafΘs zijn dicht en de nachtzaak op nummertje 19 heeft er eerder laat in de nacht schoon genoeg van gekregen. Zelfs is het aantal honden met baasjes is aan de magere kant, als ik de straat afkijk. Alleen de zatlappen en hoogbejaarden zijn in ruime mate present.
Trudie stuurde me om middernacht een leuk filmpje van een strand. Eerst zie ik ôADIOS 2018ö in het zand staan en dan spoelt daar een golf overheen. Als de zee weer terugtrekt, verschijnt öFELIZ 2019ö.

Later op de dag loop ik mijn woning nog eens na om Eva & Dalφ morgen niet teleur te stellen. Om 6 uur ga ik erop uit om de verschillende soorten afval in de daarvoor bestemde bakken te deponeren. Dan volgt een wandelingetje op een nu tjokvolle boulevard. Ik bedenk dat mijn familie, als er niks raars gebeurt, om even over 7 op het vliegveld hier landt (volgens EvaÆs secretaresse). Dus dien ik voor 8 uur bij hotel Cantur te zijn. Ik heb nog een zee van tijd.
Krijg ik van Eva een appje dat ze met Dalφ al op Gran Canaria geland is en in de taxi naar het hotel zit. Foutje, bedankt, maar niet van mij! Ik word even later gebeld dat ze bij mijn woning staan en zowaar moet ik me terug haasten naar de Luis Morote. Daar zit het tweetal op de bank tegenover Carlos. Er moet nog een kleinigheid gegeten worden, door de al wat slaperige Dalφ, terwijl Eva vannacht pas om 5 uur in haar Amsterdamse bed lag. Om 8 uur zet ik ze bij hotel Cantur af en dan mogen op tijd in hun tweepersoons bed kruipen vanavond. Morgen is weer een dag.

Van Eva heb ik begrepen dat ik deze brief zonder probleem vandaag 2 januari op de bus kan doen. Dan ga ik hem bij dezen persklaar maken. Mijn volgende weblogbrief, nummertje 11, verschijnt op 8 januari. Dan zal het leven hier weer hopelijk zijn normale gangetje gaan. De komende dagen heb ik eerst nog met Eva & Dalφ van doen en daarna zijn de drie wijzen uit het oosten aan de beurt. Bereiden jullie je als lezers daar alvast maar op voor.
Voor nu: doe normaal, dan doe je gek genoeg, ook in 2019. Vooruit, er zullen wel strenge weerweken aankomen, met kou en sneeuw, en daar moeten jullie je in de lage landen aan de zee wel op kleden. Mijn advies: haal je wanten uit, leg ze al eens op de centrale verwarming en vergeet ook je sjaal niet om te doen, als je op de fiets de deur uit gaat. Nou, tabee dan en tot ziens maar weer, hasta luego, PaulK.

BOEKHOEK

In mijn boekhoek heb ik deze keer maar ΘΘn boek en waar ik het vandaan heb, weet ik niet meer. Het is thriller van John T. Lescroart uit 1995. In het oorspronkelijke Amerikaans heeft het boek als titel ôA Certain Justiceö en in Nederlandse vertaling is daar ôDe kleur van gerechtigheidö van gemaakt: niet verkeerd. Ik heb wel eens slechtere vertalingen van boektitels voorbij zien komen. Het verhaal speelt in San Francisco aan de kust van Californiδ.
Hoofdinspecteur Abe Glinsky van de afdeling Moordzaken staat met zijn mensen (vooral Banks, Griffin en Lanier) voor de moeilijke taak om uit te zoeken wie verantwoordelijk is voor het lynchen van de zwarte advocaat Arthur Wade, midden in de stad. Een fotograaf ter plekke heeft twee fotoÆs van de ophanging gemaakt, waarop vooral de blanke Kevin Shea onder het slachtoffer is te zien. Volgens jan en alleman: de officier van justitie, de burgemeester, de pers, de mensen en ook de FBI heeft die het dus gedaan. Dus is het zaak om hem zo snel mogelijk op te pakken en op zijn minst levenslang in de gevangenis te stoppen. Tegen beter weten in vinden politieman Ab Glinsky cum suis echter geen enkel bewijs tegen Kevin Shea en denken ze in toenemende mate dat de daders mensen zijn van het cafΘ van Jamie OÆToole die Arthur Wade als autodief hebben betrapt. Op de lynchpartij volgen dagen dat de stad, en dan met name de zwarte bevolking, in rep en roer is. De groep rond de zwarte Philip Hohandes gooit nog verder olie op het vuur. Als daarna ook nog eens hoofdofficier van justitie Chris Locke vermoord wordt, zijn de rapen gaar.
Hoe de klopjacht op Kevin Shea eindigt, ga ik maar niet verklappen. Ook laat ik hier de aanleiding enigszins onvermeld: het van rechtvervolging ontslaan van boef Jerohm Reese wegen gebrek aan bewijs, die zwaar verdacht wordt van het ombrengen van Mike Mullen, omdat hij diens auto nodig heeft. Mooie bijrollen zijn er voor KevinÆs vriendin Melanie, zijn medestudent, drinkbroeder en ex-advocaat Wes Farrell en moeder en dochter Loretta en Elaine Wager, resp. senator en hulpofficier van justitie.
John T. Lescroart doet er maar liefst 475 bladzijden over om het op zichzelf best simpel verhaaltje te vertellen. Dat zou mij van zijn lang zal ze leven nooit lukken. Intussen ben ik wel de nodige dagen met dit boek bezig voordat ik de laatste bladzijde mag omslaan. Ik vind ôA Certain Justiceö best een spannend verhaal en op zijn tijd ook nog wel humoristisch, maar had het niet in wat minder bladzijden verteld kunnen worden? Ik kom voor John T. LescroartÆs boek uit op een 7 als recensiecijfer. Laat ik over een jaar of zo nog maar eens opnieuw een boek van hem proberen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten